Uitvoeringsprogramma VTH 2024

Geldend van 29-12-2023 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsprogramma VTH 2024

1. Voorwoord

Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2024 (UP). Het doel van dit jaarlijkse uitvoeringsprogramma is om helder te maken wat de planning is ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van de gemeente Oldenzaal op het gebied van de fysieke leefomgeving. Dit UP is gebaseerd op het VTH-beleid fysieke leefomgeving Oldenzaal, vastgesteld op 20 november 2018 (VTH-beleid). De Omgevingsdienst Twente (ODT) stelt jaarlijks in een afzonderlijk document het uitvoeringsprogramma vast. Deze twee documenten vormen samen het volledige uitvoeringsprogramma.

Het uitvoeringsprogramma en het jaarverslag maken onderdeel uit van de Big-8 cyclus. In het jaarverslag blikken we terug op het voorgaande jaar. De acties, verbeterpunten en ontwikkelingen nemen we mee richting het daaropvolgende jaar. Dit betekent dat in het uitvoeringsprogramma rekening wordt gehouden met deze acties, verbeterpunten en ontwikkelingen. Ook nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn voor het uitvoeringsprogramma worden meegenomen.

Het UP is tot stand gekomen met medewerking van de collega’s uit de diverse taakvelden. Voor de verbeelding is ook dit jaar een infographic gemaakt die in één oogopslag duidelijk maakt welke ontwikkelingen we in 2024 verwachten en hoe we daar uitvoering aan geven. Na vaststelling door het college wordt het stuk ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad.

Wij wensen u veel leesplezier met het UP.

1.1 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden de (wettelijke) kaders geschetst, de ontwikkelingen uiteengezet die van belang zijn voor het UP, wordt ingegaan op de risicoanalysetool en worden de uitgangspunten en beleidsdoelen geformuleerd.

Vervolgens worden in hoofdstuk 3 en 4 de werkzaamheden, prioriteiten en urenverantwoording ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving uiteengezet. In hoofdstuk 5 wordt tenslotte aandacht besteedt aan de borging en monitoring ten aanzien van de uitvoering van het VTH-beleid.

2. Kaders, uitgangspunten en ontwikkelingen

2.1 Wettelijk kader

Het UP is een verplichting op basis van de nu nog geldende Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Besluit omgevingsrecht (Bor), de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) en de Verordening Kwaliteit VTH omgevingsrecht. Onder de Omgevingswet (Ow) volgt de verplichting uit afdeling 13.2 van het Omgevingsbesluit (artikelen 13.5 en verder).

Het UP beschrijft welke van de voorgenomen activiteiten het bestuursorgaan het komende jaar uitvoert en wat de daarvoor benodigde en beschikbare financiële en personele middelen zijn. Als nodig moeten de middelen worden aangevuld of moet een aanpassing plaatsvinden van het UP en de werkplannen. Het UP moet worden afgestemd met de andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving.

De gemeente Oldenzaal maakt sinds 1 januari 2019 deel uit van de ODT. De ODT voert het zogenaamde basistakkenpakket uit. Dat zijn de taken die op het gebied van milieu minimaal door de ODT moeten worden uitgevoerd. Onder de Ow zijn de activiteiten die onder deze taken vallen, te vinden in bijlage VI van het Omgevingsbesluit. Het uitvoeringsprogramma voor de milieutaken bij de ODT is qua opzet voor alle Twentse gemeenten en provincie Overijssel hetzelfde en wordt jaarlijks in overleg tussen de betreffende gemeente en de ODT opgesteld. De gemeente is bevoegd gezag en stelt het ‘Uitvoeringsprogramma VTH Twente 2024 van de ODT, gemeente Oldenzaal, gelijktijdig vast in een afzonderlijk document. Dit uitvoeringsprogramma wordt bijgevoegd.

De gemeente Oldenzaal heeft in de Verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht, vastgesteld door de gemeenteraad in december 2016, de kwaliteitseisen voor zowel vergunningverlening als toezicht en handhaving van het omgevingsrecht vastgesteld. Daarin is onder andere opgenomen dat de uitvoering van het basistakenpakket moet voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1 van KPMG. Voor de overige taken geldt “alleen” een zorgplicht maar waarbij in principe de kwaliteitscriteria 2.1 als uitgangspunt worden genomen. Het gaat daarbij om het principe van “comply or explain” (“pas toe of leg uit”) met horizontale verantwoording van het college van burgemeester en wethouders (college) aan de gemeenteraad en interbestuurlijk toezicht van de provincie op afstand. In 2022 is een nieuwe set kwaliteitscriteria 2.3 van KPMG beschikbaar gesteld. In 2023 is gewerkt aan actualisatie van het huidige VTH-beleid voor de thuistaken, maar is niet tot een actualisatie gekomen. Het streven is om in 2024 het VTH-beleid voor de thuistaken te actualiseren. Gelijktijdig met het actualiseren van het VTH-beleid is het ook de bedoeling dat we kijken naar de huidige Verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht en deze actualiseren.

2.2 Kaders van het programma

De kwaliteitscriteria van KPMG bevatten criteria waaraan de beleidscyclus moet voldoen. Door de criteria te volgen wordt de cyclus gesloten. De cyclus begint met het opstellen van het beleid en leidt via de uitvoering uiteindelijk tot het bijstellen van het beleid. De criteria bieden de kaders voor het kwaliteitssysteem van het bevoegd gezag. Hiervoor wordt de dubbele regelkring gehanteerd, ook wel de Big-8 genoemd.

Het UP, inclusief jaarverslag, vormt het hart van de beleidscyclus voor VTH en is de schakel tussen de strategische en operationele cyclus. Het wordt door het college vastgesteld en ter informatie aan de gemeenteraad gestuurd. Het maakt onderdeel uit van de gemeentelijke VTH-beleidscyclus. Binnen deze cyclus heeft dit de volgende functies.

  • De vertaling van het (vergunningen- en) handhavingsbeleid in een concrete aanpak. Het UP geeft inzicht in de prioriteiten en de uitvoering van de werkzaamheden op het gebied van VTH.

  • Het transparant maken van de financiële, personele en organisatorische consequenties.

  • Waarborgen dat ambities en taken in balans zijn met de middelen.

  • Het richting geven aan de uitvoering van de VTH-taken (operationele prioriteiten).

  • Het transparant maken van de samenhang en context van de uitvoering van de gemeentelijke VTH-taken in relatie tot de landelijke en regionale afspraken.

Daarbij zijn de conclusies uit het jaarverslag de actiepunten voor het UP en dient bekeken te worden of de gestelde doelen moeten worden bijgesteld.

afbeelding binnen de regeling

2.3 Uitgangspunten uitvoeringsprogramma VTH 2024

Dit hoofdstuk biedt inzicht in de uitgangspunten van het UP. Denk hierbij aan de gemeentelijke doelstellingen met de bijbehorende indicatoren en prioriteiten.

Volgens het uniforme VTH-beleid Twente en het maatschappelijke doel van de Ow is de missie een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving. Om dat te bewerkstelligen werken we intensief samen met tal van partijen. De visie is om te werken aan een optimale bescherming en duurzame benutting van de fysieke leefomgeving: veilig wonen, werken en leven. Voor de overige VTH-taken sluiten wij ons daarbij aan. De algemene doelstelling voor VTH is het verlenen van vergunningen, het houden van toezicht op de naleving en het handhaven van regels om bij te dragen aan het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit en daarnaast het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies.

Deze algemene doelstelling wordt overeenkomstig de Verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht en het VTH-beleid uitgewerkt in drie doelen, te weten: uitvoeringskwaliteit, dienstverlening en financiën. In het VTH-beleid zijn deze doelen in hoofdstuk 3 beschreven. In bijlage 1 bij dit UP is een tabel opgenomen waarin deze doelen verder zijn uitgewerkt. Per onderdeel is aangegeven of ze alleen voor milieu gelden of ook voor de overige VTH-taken. Evaluatie van deze doelen vindt jaarlijks plaats in het jaarverslag.

2.4 Ontwikkelingen voor het programma

Jaarlijks zijn er ontwikkelingen en aandachtsgebieden die van invloed zijn op de verdere invulling van het UP. Een aantal ontwikkelingen loopt door vanuit voorgaande jaren. Een aantal ontwikkelingen is nieuw. Hieronder worden de verschillende ontwikkelingen nader toegelicht.

2.4.1 Omgevingswet

Vanaf 1 januari 2024 verandert de wetgeving ingrijpend met de komst van de Ow. De Ow bundelt en moderniseert de wetten voor de fysieke leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Ow staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Tegelijk met de inwerkingtreding van de Ow treedt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking (zie hierover hoofdstuk 2.4.2).

Alle lokale bestemmingsplannen worden vervangen door 1 integraal Omgevingsplan. In dit Omgevingsplan worden ook de lokale regels – die impact hebben op de fysieke leefomgeving – opgenomen. In eerste instantie werken alle gemeentes met een tijdelijk Omgevingsplan, bestaande uit alle bestaande bestemmingsplannen en de bruidsschat met regels van het Rijk. Daarnaast gelden in het tijdelijke Omgevingsplan alle bestaande verordeningen van de gemeente zelf.

Vanuit een projectgroep wordt gewerkt aan het opstellen van het Omgevingsplan. Deze moet uiterlijk op 1 januari 2032 in werking treden. De totstandkoming van een adequaat Omgevingsplan, dat voldoet aan alle regels van de Ow, is een proces van jaren. Het is de bedoeling dat stapsgewijs naar een nieuw Omgevingsplan wordt toegewerkt. Hiervoor is in 2022 een transitieplan vastgesteld. In 2023 werkten de betrokken medewerkers al aan een opzet voor het nieuwe Omgevingsplan. In 2024 zal dit onverminderd voortgezet worden, zodat het Omgevingsplan voor 1 januari 2032 in werking kan treden. Het opstellen van een Omgevingsplan is een complexe en tijdrovende klus. Ook worden nog toepasbare regels opgesteld voor alle activiteiten die in het Omgevingsplan worden opgenomen. Van de betrokken medewerkers kost dit nog de nodige inzet.

Nagenoeg alle nodige voorbereidingen en acties in aanloop naar de inwerkingtreding van de Ow zijn afgerond. Alle acties die nog moeten worden uitgezet in aanloop naar inwerkingtreding van de Ow en de daarna te nemen acties zijn in de reguliere ambtelijke lijn uitgezet. Ook het ‘nieuwe werken’ onder de Ow zal voor iedereen wennen zijn. Voor 2024 verwachten we daarom dat dit voor de betrokken medewerkers nog steeds de nodige uren kost. Vanaf inwerkingtreding in 2024 is de verwachting dat medewerkers veel vragen krijgen van inwoners over de wijzigingen met de komst van wet. Dit vergt eveneens veel tijd voor het Bouwloket. Als eerste aanspreekpunt ontvangen zij de vragen van burgers met betrekking tot de (on)mogelijkheden binnen deze wet. De verwachting is dat vanaf 2024 meer vragen bij het Bouwloket komen.

2.4.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De Wkb regelt dat de gemeente niet meer toetst aan technische bouwactiviteiten onder gevolgklasse 1 (woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen), maar dat een private kwaliteitsborger dit gaat doen. De preventieve toets van het bouwplan aan de bouwregelgeving vooraf wordt vervangen door toetsing en toezicht door kwaliteitsborgers op het bouwwerk zoals dat wordt gebouwd. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en bouw- en sloopveiligheid. Ook blijft de gemeente het bevoegd gezag voor alles omtrent bouwen.

De gemeente toetst niet meer inhoudelijk aan bouwtechnische voorschriften, maar controleert of de opdrachtgever werkt met een toegelaten, bij de bouwactiviteit passend instrument en een onafhankelijke kwaliteitsborger. Ook controleert de gemeente of alle specifieke risico’s voor dat bouwwerk in de risicobeoordeling in kaart zijn gebracht en in het borgingsplan zijn vastgelegd. Mocht toezicht en handhaving noodzakelijk zijn, dan biedt de Wkb in aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht verschillende handvatten om te kunnen beschikken over de noodzakelijke informatie. De Wkb vraagt om een groot aantal wijzigingen die de gemeente voor inwerkingtreding van dit nieuwe stelsel moet implementeren. De Wkb biedt ruimte om hierover in beleid specifieke keuzes te maken. Ons VTH-beleid is hierop nog niet geactualiseerd. Om die reden wordt dit meegenomen in dit UP.

Vooraf extra informatie opvragen

De risicobeoordeling en het borgingsplan zijn bedoeld om de gemeente inzicht te geven in de risico’s in een bouwwerk en de borging daarvan door de kwaliteitsborger en de bouw zelf. Wordt dit onvoldoende geborgd, dan kan de gemeente tijdens de uitvoering van een bepaald onderdeel van de bouw zelf toezien als zij dat nodig vindt. Artikel 2.20 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), biedt de mogelijkheid om dan vooraf extra informatie over dat betreffende onderdeel op te vragen.

Het hangt van de concrete feiten en omstandigheden af in welke gevallen wij over gaan tot het opvragen van extra informatie. Na inwerkingtreding van de Wkb hebben de vergunningverleners en toezichthouders wekelijks een uitgebreid afstemmoment over alle aanvragen en meldingen die zijn binnengekomen. Bij dit overleg sluit ook een jurist aan. Samen wordt bekeken waar aan moet worden gedacht, welke omstandigheden op die specifieke locatie gelden en hoe vervolg moet worden gegeven aan een aanvraag of melding. De gebiedskennis van de vergunningverleners en toezichthouders is hierbij heel belangrijk. Ook zal duidelijk worden in welke (concrete) situaties we overgaan tot het opvragen van extra informatie. Op die manier houden we intern de lijntjes kort, omdat nog niet geheel duidelijk is welke invloed de Wkb op VTH heeft.

Unhappy flow

Na invoering van de Wkb doen zich situaties voor waarin niet wordt voldaan aan de Wkb. Ook wel bekend als de unhappy flow. Het is wenselijk om voor de meest voorkomende ongewenste situaties houvast te hebben hoe hiermee wordt omgegaan. Daarom zijn ambtelijk uitgangspunten vastgesteld. Deze hebben de vooralsnog de status van een vaste gedragslijn. Het is onder meer belangrijk om uitgangspunten te hebben geformuleerd zodat in gelijke gevallen ook gelijk wordt gehandeld. Na inwerkingtreding van de Wkb zal in 2024 meermaals worden geëvalueerd of de uitgangspunten ook daadwerkelijk werken in de praktijk en of zich nog andere situaties voordoen. De evaluatie kan aanleiding zijn om de uitgangspunten aan te passen. Komend jaar moet worden bekeken of de (eventueel aangepaste) uitgangspunten in beleid worden vastgelegd of niet.

Eén van de uitgangspunten ziet op een strijdigheid met het Bbl, het voormalig Bouwbesluit. De kwaliteitsborger is verplicht om de gemeente te informeren als een strijdigheid met het Bbl is ontdekt die niet meer voor de gereedmelding wordt opgelost en dus een verklaring van de kwaliteitsborger tegenhoudt, zie hiervoor artikel 3.86 Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). In dat geval zal vanuit de gemeente een brief worden gestuurd waarin wordt gevraagd hoe de initiatiefnemer het probleem gaat oplossen. Als blijkt dat er sprake is van niet oplosbare afwijkingen van het Bbl, dan wordt in de brief aangegeven of al dan niet handhavend wordt opgetreden. De initiatiefnemer moet dan voor een oplossing zorgen. Een gereedmelding zonder verklaring van de kwaliteitsborger wordt niet geaccepteerd. Het uitgangspunt is dus dat wordt gehandhaafd. Bij bijzondere omstandigheden/onevenredigheid kan van deze lijn worden afgeweken. Het is afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden voor welke handhavingsinstrument wordt gekozen. Er zijn verschillende mogelijkheden om handhavend op te treden. Zo kan de ingebruikname worden tegengehouden door middel van toepassing van bestuursdwang als niet aan de regels wordt voldaan. Bij sommige overtredingen is dit echter een te zwaar middel. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als bepaalde documenten ontbreken in het as-built-dossier. Het as-built-dossier geeft de feitelijke situatie weer na de uitvoeringswerkzaamheden (de gerealiseerde toestand). In dat geval is het opleggen van een last onder dwangsom een geschikter handhavingsinstrument.

Vóór het in gebruik nemen van een bouwwerk moet eerst een gereedmelding worden ingediend bij het bevoegd gezag. Dit moet ten minste 2 weken voor het in gebruik nemen van het bouwwerk. Met een gereedmelding controleert het bevoegd gezag of de kwaliteitsborging is uitgevoerd volgens de regels. En dat het bouwwerk naar het oordeel van de kwaliteitsborger voldoet aan de bouwtechnische regels van het Bbl. De gereedmelding bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder het ‘dossier bevoegd gezag’. Het doel van het dossier is dat de gemeente, bijvoorbeeld in geval van een calamiteit of toekomstige verbouwingen, over informatie beschikt die nodig is voor het toezicht op het gerealiseerde bouwwerk.

Het ‘dossier bevoegd gezag’ bestaat uit de verklaring van de kwaliteitsborger, de informatie (als die van belang is) die ingaat op de getroffen maatregelen in het borgingsplan om bouwtechnische risico's te voorkomen of te beperken. De aanduiding van de gebruiksfuncties, verblijfsgebieden, verblijfsruimten en de afmetingen en de bezetting van alle ruimten, inclusief totaaloppervlakten per gebruiksfunctie. Informatie waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de regels over bouwconstructie, luchtverversing, energiezuinigheid en milieuprestatie. En informatie over brandveiligheid en toegepaste gelijkwaardige maatregelen. De ingediende gereedmelding wordt beoordeeld op volledigheid. Als de gereedmelding niet compleet is, dan is de gereedmelding formeel niet gedaan. Vanuit de gemeente wordt een brief gestuurd en aangegeven wat er ontbreekt en dat een nieuwe gereedmelding moet worden ingediend. Ook kan het zijn dat handhavend moet worden opgetreden. Dat is afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden. Er wordt rekening gehouden met het evenredigheidsbeginsel. Als de gereedmelding akkoord is, wordt het dossier bevoegd gezag zonder inhoudelijke beoordeling gearchiveerd voor toekomstig gebruik, tenzij uit het proces blijkt of is gebleken dat er sprake is van een bijzondere situatie en/of uit ons VTH-beleid voortvloeit dat aan het dossier prioriteit moet worden gegeven en een inhoudelijke beoordeling dus op zijn plaats is.

Financiën

Op financieel gebied heeft de Wkb ook impact voor gemeenten. In januari 2021 hebben wij daarom de impactanalyse Wkb ingevuld. Deze liet zien dat de gemiddelde leges, vanaf de invoering van de Omgevingswet en Wkb, van € 1,4 miljoen naar ongeveer € 1 miljoen euro zouden gaan. Omdat de legesopbrengsten jaarlijks fluctueren, hebben we altijd al rekening gehouden met een lager bedrag. Tot op heden was aan legesopbrengsten Wabo altijd € 819.000 opgenomen. Vanwege de impactanalyse Wkb is dit bedrag met ingang van de begroting 2024 met € 100.000 omlaag bijgesteld.

Tot slot

De gemeente Oldenzaal maakt deel uit van het ambassadeursnetwerk Twente, dat speciaal voor de Wkb in het leven is geroepen. De gemeente levert ambtelijk een bijdrage door middel van het bijwonen van bijeenkomsten en het aanleveren van gevraagde informatie. Met de Wkb is ervaring opgedaan door samen met een projectontwikkelaar een proefproject Wkb te draaien. Deze is succesvol afgerond. In 2023 zijn alle noodzakelijke acties voor inwerkingtreding van de Wkb afgerond. De acties die nog volgen zijn in de reguliere ambtelijke lijn uitgezet en worden in 2024 ook verder opgepakt. Pas na inwerkingtreding zal de daadwerkelijke invloed van deze nieuwe wet duidelijk worden voor VTH. De verwachting voor 2024 is daarom dat de Wkb nog steeds voor de betrokken medewerkers de nodige inzet zal kosten.

2.4.3 Woningbouwtoevoeging en woningbouwversnelling

De gemeenteraad heeft een ambitiedocument vastgesteld voor de Regionale Woonagenda Twente 2021-2025. Daaruit volgt een grote woningbouwambitie voor Oldenzaal, waaronder een grote vraag naar woningbouwtoevoeging en woningbouwversnelling. Om deze versnelling te realiseren, is de bestemmingsplanprocedure van “Oldenzaal Centraal, Parallelstraat e.o.” in 2023 succesvol afgerond en wordt het bestemmingsplan van “Graven Es, deelgebied Gravenbeek” naar verwachting eind 2023 door de Raad vastgesteld. Deze bestemmingsplannen maken de bouw van circa 350 woningen mogelijk, waarvan een percentage in eigen beheer zal worden gebouwd. Dit betekent dat hiervoor ook de vereiste omgevingsvergunningen moeten worden verleend. Voor de vergunningverleners zal dit de nodige uren kosten. Vanwege de versnelde toename van omgevingsvergunningen zal dit ook direct effect hebben op toezicht en handhaving. Tevens staat tegen elk besluit bezwaar en (hoger) beroep open en is een voorlopige voorziening mogelijk waardoor mogelijk meer juridische procedures kunnen ontstaan.

Momenteel lopen bij het bestuur nog geen grotere projecten voor de ontwikkeling van grotere woningbouwlocaties. Wel kampt de gemeente met een grote woningbouwopgaaf. Naar verwachting zal ook in 2024 dus nog verder worden ontwikkeld, met de hierboven beschreven gevolgen.

2.4.4 Wet politiegegevens

Als werkgever van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s), op het gebied van toezicht en leerplicht, is gemeente Oldenzaal volgens de Wet politiegegevens (Wpg) verplicht om iedere vier jaar een externe audit te laten uitvoeren en de resultaten te delen in een Wpg-auditrapport met de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP). Voor de jaren waarin geen externe audit hoeft te worden gedaan, moeten wij een interne audit doen. Hoewel de vierjaarlijkse externe audit in 2021 uitgevoerd moest worden, heeft de AP een jaar uitstel gegeven. In het laatste kwartaal van 2022 is de externe audit over het jaar 2021 uitgevoerd. Daarnaast hebben wij in 2022 ook een interne audit uitgevoerd over het jaar 2022. Uit het opgeleverde eindrapport bleek dat wij op veel onderdelen niet voldoen aan de Wet politiegegevens. In 2023 is met het eindrapport in de hand het verbeterplan geschreven. Ook zijn in 2023 de eerste verbeteringen al doorgevoerd met betrekking tot de Wet Politiegegevens. De uitvoering van het verbeterplan wordt in 2024 verder opgepakt en zal de nodige uren kosten.

2.4.5 Toepassing Bibob-beleid

Voor 1 mei 2024 is vanuit het programma ‘De basis op Orde’ een actueel Bibob-beleid een vereiste. In 2024 wordt het Bibob-beleid geactualiseerd. Het ligt in de lijn der verwachting dat het aantal risico categorieën wordt uitgebreid. Dit kan betekenen dat meer Bibob-toetsen moeten worden uitgevoerd. In 2023 is een Bibob-coördinator aangesteld. De coördinator ondersteunt de behandelend ambtenaren bij (complexe) aanvragen. Een consequentie van het toetsen van meer aanvragen kan zijn dat meer juridische capaciteit wordt gevraagd voor een eventuele bestuurlijke opvolging.

2.4.6 Duurzaamheid

Gelet op Europese en landelijke wet- en regelgeving zijn er vele lokale ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Thema’s zijn onder andere klimaatadaptatie (wateroverlast, droogte en hittestress), een groene en gezonde stad (onder andere klimaat in de stedelijke omgeving zoals het Singelpark), de energietransitie en geluid en afval. Waar het gaat om toezicht en handhaving ten behoeve van energie en duurzaamheidsmaatregelen bij bedrijven is dit een taak voor de ODT. Een aantal van de lokale ontwikkelingen worden hieronder genoemd. Voor 2024 wordt in ieder geval binnen de gemeente meer ingezet op implementatie van duurzaamheid in diverse (werk)processen.

Gemeentelijk Rioleringsplan en Hemelwaterverordening

In december 2020 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld waarin ook regels voor water zijn opgenomen, waaronder de verplichte hemelwaterberging bij nieuwbouw, verbouw en uitbreiding. In 2021 is gebleken is dat dit gevolgen kan hebben voor vergunningverlening en toezicht/handhaving. Voor 2022 is, vooruitlopend op de Ow, ambtelijk het voornemen uitgesproken om een Hemelwaterverordening op te stellen waarin een aantal van de regels uit het GRP geoptimaliseerd worden. Er hebben in 2022 een aantal sessies (met een extern bureau) plaatsgevonden. In 2023 is hieraan verder gewerkt. In 2023 moet de Hemelwaterverordening worden vastgesteld zodat deze via de bruidsschat meegaat naar de Ow. Naar alle waarschijnlijkheid wordt de Hemelwaterverordening voor inwerkingtreding van de Ow vastgesteld. Naar verwachting heeft de verordening gevolgen voor VTH.

Energietransitie

De energietransitie is in de basis de overgang van een energiesysteem gebaseerd op fossiele energiebronnen naar een energiesysteem gebaseerd op duurzame en CO2-neutrale energiebronnen. Oldenzaal is hier actief mee bezig. Er wordt meegedacht bij (particuliere) initiatieven voor bijvoorbeeld de aanleg van zonnevelden en kleine windmolens op het dak of op de grond. We zien ten opzichte van voorgaande jaren dat het aantal verzoeken om mee te denken stijgt. Dit zal naar verwachting leiden tot meer aanvragen omgevingsvergunning en daarmee ook een impact hebben op VTH.

Naast deze ontwikkelingen wordt ook ingezet op reguliere verduurzamingsmaatregelen, zoals het aanbrengen van zonnepanelen en isolatie. Deze zijn in de regel niet vergunningplichtig. Voor monumenten geldt dat dit soort maatregelen vaak wel vergunningplichtig zijn. Dit zou in de praktijk kunnen leiden tot meer aanvragen omgevingsvergunning. Ook zien we dat het aantal warmtepompen en airco’s (of andere installaties) toeneemt met als gevolg dat het aantal geluidklachten toeneemt. Ook dit heeft effect op VTH.

Energielabel C-verplichting kantoren

Per 1 januari 2023 is de ‘Energielabel C-verplichting’ in werking en moeten alle kantoorgebouwen verplicht energielabel C of hoger hebben. Voldoet het gebouw niet aan de eisen, dan mag het per 1 januari 2023 niet meer als kantoor worden gebruikt. In een aantal gevallen is er een uitzondering van toepassing of geldt de hardheidsclausule. De gemeente dient handhavend op te treden bij overtreding van de Energielabel C-verplichting. Volgens de Nota van Toelichting brengt deze wijziging van het Bouwbesluit extra bestuurlijke lasten met zich mee in het kader van toezicht en handhaving. In 2022 zijn gebouweigenaren in aanloop naar de wetswijziging door de gemeente en provincie op de hoogte gesteld dat zij per 1 januari 2023 moeten voldaan aan de energielabel C-verplichting. In 2023 is niet proactief gehandhaafd. In 2024 is dat vooralsnog ook niet aan de orde. Wel wordt tijdens reguliere controles (integraal) bij kantoorpanden gecontroleerd of wordt voldaan aan de verplichting. Als blijkt dat dit niet het geval is dan wordt dit, samen met eventuele andere overtredingen, in een handhavingstraject opgepakt. Dit conform ons VTH-beleid. Het is nog onduidelijk hoeveel impact dit gaat hebben op VTH.

2.5 Risicoanalyse

Om risico’s te kunnen inschatten wordt normaliter jaarlijks een risicoanalyse uitgevoerd. De risicoanalyse vormt de basis voor het jaarlijkse uitvoeringsprogramma VTH. Voor de jaarlijkse risicoanalyse wordt gebruik gemaakt van een risicoanalysemodel dat transparant is en zo mogelijk aansluit op hetgeen in de regio wordt toegepast. Per taakveld worden de wettelijke taken in beeld gebracht door het team handhaving en de juridische medewerk(s). Vervolgens wordt per taak het negatieve effect bepaald.

Het negatieve effect dat het niet uitvoeren van een handhavingstaak kan hebben, is bepaald aan de hand van de aspecten fysieke veiligheid en gezondheid, alsmede hinder/leefbaarheid.

Er is gekozen voor (alleen) deze aspecten omdat deze het beste aansluiten bij de visie van de gemeente: het verkrijgen en/of behouden van een veilige, duurzame, gezonde en leefbare omgeving voor burgers, bedrijven, verenigingen, instellingen en bezoekers. Ook zijn deze het meest objectief. Om een goede inschatting te kunnen maken van de risico’s per handhavingstaak wordt per taakveld door deskundigen het model ingevuld. Daarbij worden ook per taakveld, per thema en per variabele weegfactoren toegekend. Vervolgens wordt naar het eindresultaat gekeken om te kijken of dit klopt met het gevoel van de (ervarings)deskundigen/toezichthouders en het ‘algemene beeld’ van de lokale situatie. Voor 2024 wordt nog aansluiting gezocht bij het algemene beeld zoals opgenomen in het VTH-beleid.

In 2021 is door de provincie tot een succesvolle aanbesteding gekomen van een nieuwe risicoanalysetool voor zowel OD-taken als thuistaken. De aanbesteding is gegund. Op regionaal niveau is vervolgens in 2021 verder samengewerkt aan optimalisatie van de nieuwe risicoanalysetool en de omgevingsanalyse voor de OD. In september 2022 heeft het college besloten om de risicoanalysetool voor de OD-taken vast te stellen en de kerngroep VTH Twente opdracht te geven met een voorstel te komen voor verdere implementatie van de tool waaronder het bepalen van een ambitieniveau. In juli 2023 is het VTH-beleid Twente vastgesteld. De nieuwe risicoanalysetool betreffende de OD-taken maakt onderdeel uit het van het nieuwe VTH-beleid Twente.

Voor een geactualiseerde risicoanalyse voor de thuistaken zijn in 2022 de meeste vorderingen gemaakt. In oktober en november 2022 hebben onder begeleiding invulsessies voor Wabo (bestaande bouw en Wkb), RO, APV/bijzondere wetten en brandveilig gebruik plaatsgevonden. Daarbij is rekening gehouden met de Ow. In 2023 is de huidige risicoanalyse nog gebruikt totdat de nieuwe risicoanalyse door het college zou worden vastgesteld (in combinatie met actualisatie van het VTH-beleid). Dit is vanwege beperkte ambtelijke capaciteit in 2023 niet gebeurd. Het is de bedoeling dat in 2024 geactualiseerd VTH-beleid wordt vastgesteld en dat de nieuwe risicoanalysetool daar deel van uitmaakt. Naar verwachting zal de nieuwe risicoanalyse echter niet een zodanige verschuiving van prioriteiten inhouden dat het UP hier tussentijds op moet worden aangepast. Voor de volledigheid is in bijlage 2 de geactualiseerde risicoanalyse, tevens gericht op de Ow, bijgevoegd.

2.6 Interbestuurlijk toezicht

Interbestuurlijk toezicht (Ibt) is het toezicht door de ene overheid op de uitvoering van taken door een andere overheid. Het provinciaal interbestuurlijk toezicht heeft als doel inzicht te krijgen in de risico’s bij de uitvoering van medebewindstaken. Dat zijn taken die gemeenten in opdracht van provincie of rijk uitvoeren. Daardoor komen knelpunten tijdig in beeld en kan worden bijgestuurd. In mei 2023 heeft het Ibt-jaargesprek plaatsgevonden. Doel van dat ambtelijke gesprek is dat het Ibt een vroegtijdig beeld krijgt van het mogelijke kleurbeeld in 2024 en om te informeren naar de stand van zaken inzake de verbeterpunten. De provincie heeft het kleurbeeld Wabo 2023 voor de gemeente Oldenzaal met groen beoordeeld. Bij het kleurbeeld zijn ook verbeterpunten opgenomen. Een groot gedeelte hiervan is of wordt al in 2023 opgepakt. Vooralsnog gaan we ervanuit dat het kleurbeeld voor 2024 ook groen zal zijn. Het definitieve beeld wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld in het 1e kwartaal van 2024.

Onderstaande tabel laat de verbeterpunten voor 2023 zien en de acties die we daarop hebben genomen in het jaarverslag 2022 en dit UP en nog moeten nemen in het jaarverslag 2023.

Verbeterpunt

Ontwikkelingen / stand van zaken (nov. 2023)

1.

Actualiseer het VTH-beleid voor de thuistaken

Dit is niet gebeurd vanwege beperkte ambtelijke capaciteit. Het is de bedoeling dat het VTH-beleid in 2024 wordt geactualiseerd, waarbij ook de geactualiseerde risicoanalyse wordt betrokken. Dit is in het voorjaarsgesprek met de Provincie ook aangegeven.

2.

Stel het doorontwikkelde Twentse VTH beleid, gericht op de OD-taken, vast.

Het VTH-beleid Twente inclusief nadere uitwerking is op 18 juli 2023 vastgesteld door het college.

3.

Ontwikkel indicatoren en streefwaarden bij de doelen uit het geactualiseerde VTH-beleid en neem deze over in het uitvoeringsprogramma 2024 voor de taken belegd bij de ODT.

In afwijking van het voorgaande VTH-beleid Twente, worden de nieuwe VTH-beleidsdoelen geprioriteerd uitgewerkt in het UP van de ODT. Deze doelen bevatten indicatoren, maar geen streefwaarden, omdat hiervoor nog onvoldoende gegevens bekend zijn. Dit betekent dat in 2024 de nullijn wordt bepaald om vervolgens deze doelen nader te concretiseren. Hierbij is de ambitie om uiteindelijk alle doelen uit het VTH-beleid uit te werken, waarbij gefaseerd op onderdelen een start wordt gemaakt. In het kader van de basis op orde, worden in het UP 2024 een aantal doelen vanuit het geactualiseerde VTH-beleid nader uitgewerkt. In het hoofdstuk projecten is capaciteit gereserveerd om alle VTH-beleidsdoelen verder uit te werken, zodat met ingang van 2025 een overzicht is van doelen en indicatoren. In het voorjaarsgesprek met de Provincie is aangegeven dat hier sprake is van een groeiproces.

4.

Stel een geactualiseerde risicoanalyse (Wabo-breed) vast en betrek deze bij het uitvoeringsprogramma 2024.

De geactualiseerde risicoanalyse is als bijlage toegevoegd aan het UP 2024.

5.

Geef inzicht in het voldoen aan de kritieke massa zoals beschreven in de kwaliteitscriteria.

Dit wordt meegenomen bij het jaarverslag over 2023.

3. Programma vergunningverlening

Dit hoofdstuk beschrijft het uitvoeringsprogramma vergunningverlening in 2024 voor de taakvelden bouwen en ruimtelijke ordening, Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten. Naast de beschikbare personele capaciteit wordt per taakveld een toelichting gegeven op de algemene doelstellingen en de prioriteiten voor 2024. Voor het taakveld milieu wordt verwezen naar het Uitvoeringsprogramma VTH Twente 2024 van de ODT, gemeente Oldenzaal.

3.1 Personele capaciteit

De capaciteit op het gebied van vergunningverlening binnen de gemeente Oldenzaal is onder te verdelen in vergunningverlening bouwen en ruimtelijke ordening en vergunningverlening APV/bijzondere wetten. Voor de berekening van de beschikbare capaciteit is uitgegaan van een gemiddeld aantal productieve uren per fte van 1550 uur.

Formatie vergunningverlening 2024

Fte’s

APV en bijzondere wetten

1,66

Bouwen en ruimtelijke ordening

4,40

Milieu en bodem (deze taken worden uitgevoerd door de ODT)

1,50

Totaal

7,56

De begrote juridische capaciteit in uren is weergegeven in onderstaande tabel.

Juridische capaciteit 2024

 

Uren

Bouwen/RO

Bezwaar en beroep

Overige taken

1400

1000

APV/BW

Bezwaar en beroep

Overige taken

180

120

Totaal

2700

3.2 Vergunningenstrategie

Volgens het VTH-beleid fysieke leefomgeving is sinds 2020 de vergunningenstrategie als vast onderdeel opgenomen in het uitvoeringsprogramma.

Samengevat komt het erop neer dat hoe groter de technisch-inhoudelijke complexiteit, hoe zorgvuldiger en specifieker de toetsing dient plaats te vinden. En hoe groter de sociaal-maatschappelijke complexiteit, hoe zorgvuldiger het proces dient plaats te vinden (afstemming, overleg etc.). Vergunningen waarbij het niet naleven van de voorschriften leidt (of kan leiden) tot grote schade aan de leefomgeving, de volksgezondheid, de veiligheid en natuur worden intensiever behandeld dan aanvragen waarbij dat minder het geval is.

Deze vergunningenstrategie verstaat onder vergunningverlening:

  • Het verlenen, (gedeeltelijk) weigeren, schorsen of (gedeeltelijk) intrekken van een (omgevings)vergunning (mogelijk als onderdeel van een legalisatietraject);

  • het behandelen van een melding;

  • het behandelen van een ontheffing;

  • het beoordelen van gelijkwaardigheid;

  • het opstellen van een gedoogbeschikking (zie hiervoor de gedoogstrategie);

  • het besluit nemen over het al dan niet vereisen van een MER (m.e.r.-beoordeling) en:

  • het actualiseren van een vergunning.

Deze strategie heeft betrekking op alle wet- en regelgeving waarvoor de gemeente binnen het domein van het omgevingsrecht bevoegd gezag is.

De vergunningenstrategie is een beslissingsondersteunend model bij het komen tot een bij de omgeving passend kader bij elk besluit. De vergunningenstrategie heeft de volgende doelen.

  • Vaststellen van gezamenlijke uitgangspunten die het bevoegd gezag kan toepassen in de zorg voor de woon- en leefomgeving.

  • Mogelijk maken van ruimtelijk-economische initiatieven met acceptabele gevolgen voor de fysieke woon- en leefomgeving.

  • Maximale inzet van mogelijkheden voor innovatie; onder meer op het gebied van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid.

  • Uniformeren van het proces van vergunningverlening ter vermindering van regeldruk.

  • Bieden van uitgangspunten voor het werken als één overheid.

  • Signaleren en verkleinen van het risico op latere omgevingsproblemen.

Met het vaststellen van de vergunningenstrategie voldoet het bevoegd gezag aan de eis om een strategie voor vergunningverlening toe te passen. Dit is grotendeels een vastlegging van de bestaande werkwijze. De uitvoering van vergunningverlening aan de hand van een strategie past in een cyclisch proces waarvoor de BIG 8 wordt gebruikt (plan, do, check, act). Voor de uitwerking van de vergunningenstrategie verwijzen wij naar bijlage 3.

3.3 Doelstellingen en prioritering

Vertrekpunt is en blijft dat Oldenzaal een veilige, gezonde, leefbare en duurzame stad wil zijn, waarbij de gemeente uitgaat van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen gemeente, burgers, bedrijven, verenigingen en instellingen. Het veilig en gezond houden van stad en bewoners is de basis voor de leefbaarheid. Veiligheid en (volks)gezondheid hebben daarom de hoogste prioriteit, zowel in het kader van vergunningverlening als bij toezicht en handhaving.

Vergunningverlening is hierin meer reactief omdat de gemeente hiervoor afhankelijk is van ontwikkelingen in de markt. Insteek is om alle vergunningen binnen de wettelijke termijn af te doen. Prioritering ligt daarom op deze wettelijke termijnen. Ten aanzien van de omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en milieu (eventueel gecombineerd met andere activiteiten) wordt in de regel gestuurd op vooroverleg. Dit om de haalbaarheid van een plan in een vroeg stadium te beoordelen en sturing te geven aan een plan. Bij toetsing ligt de nadruk altijd op veiligheid en gezondheid.

Met de gemaakte keuzes voor ambitie en prioriteit zijn de benodigde en beschikbare capaciteit in balans. Daarbij is weinig of geen ruimte voor onvoorziene of aanvullende activiteiten.

In bijlage 4 is het totaaloverzicht weergegeven voor bouwen en ruimtelijke ordening in 2024. De te besteden uren wijken ten opzichte van 2023 niet veel af.

3.3.1 Bouwen, RO en monumenten

Bouw en RO

2024 zal in het teken staan van de inwerkingtreding van de Ow en de Wkb. Voor de bouw en RO gerelateerde taakvelden heeft dit vooral in 2022 en 2023 om veel inspanningen gevraagd. Zowel organisatorisch als qua kennis, kunde en capaciteit moeten we klaar zijn voor de inwerkingtreding die gepland staat voor 1 januari 2024. Ondanks dat een groot aantal acties al zijn uitgevoerd, brengt de invoering van de Ow en de Wkb ook langjarig extra werk met zich mee. In 2022 is door de gemeenteraad een transitieplan vastgesteld zodat duidelijk is welke stappen we de komende jaren nog moeten zetten en wat dat vraagt van de ambtelijke organisatie. De belangrijkste werkprocessen onder de Ow zijn in kaart gebracht. In de praktijk zal moeten blijken of volgens deze processen gewerkt wordt of dat ze moeten worden aangepast. Om voldoende kennis te hebben van de Ow en de Wkb hebben de betrokken medewerkers in 2023 een cursus ‘Omgevingswet’, alsmede een cursus ‘van Bouwbesluit naar Bbl’ en een driedaagse ‘proeftuin Wkb’ gevolgd.

Als gemeente staan we in 2024 ook voor andere belangrijke ontwikkelingen die van invloed zijn op VTH, zoals de woningbouwversnellingsopgave en de energietransitie. Als gevolg van de woningbouwversnelling is de verwachting dat het aantal aanvragen omgevingsvergunning op korte termijn zal toenemen. Zie ook hoofdstuk 2.4 voor de ontwikkelingen die van invloed zijn op VTH.

Daarnaast werkten de vergunningverleners sinds begin 2022 met het toen nieuwe programma Squit2020. De overgang en het werken met dit nieuwe programma heeft de nodige inzet gekost. Uit de eerste ervaringen is echter gebleken dat het systeem niet aansluit bij dat wat wij wensen en verwachten van het programma. In 2023 is daarom overgestapt naar een nieuw programma RX mission. Het nieuwe programma heeft ook weer de nodige inzet gekost. In 2024 zal dit voor de vergunningverleners wederom de nodige inzet kosten.

Naast toetsing van aanvragen is en blijft (ook onder de Ow) ook een belangrijke rol voor het vooroverleg weggelegd. Oldenzaal stimuleert aanvragers om eerst een vooroverleg plan in te dienen voordat men tot een formele aanvraag komt. Dit doen we om op een laagdrempelige en klantvriendelijke manier een aanvraag te kunnen beoordelen of het plan kans van slagen heeft. De beoordeling gebeurt meestal in de werkgroep principeverzoeken waarin zowel vergunningverleners, juristen als RO’ers zitting hebben. Deze werkwijze sorteert al voor op de Ow.

Monumenten

Voor aanvragen omgevingsvergunning die gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten raken, geldt dat naast de welstandscommissie ook de monumentencommissie om advies wordt gevraagd. In aanloop naar de Ow is de werkwijze met Het Oversticht geëvalueerd. Onder de Ow worden de monumentencommissie en de welstandscommissie samengevoegd in één nieuwe commissie, te weten de adviescommissie omgevingskwaliteit. De stadsbouwmeester is lid van deze commissie. Het is de bedoeling dat de huidige ‘Oldenzaalse’ werkwijze ook onder de Ow wordt voortgezet.

Gemeente Oldenzaal heeft op dit moment de ‘Erfgoedverordening 2010’ en deze is sinds 2010 in werking. In oktober 2022 heeft de gemeenteraad de ‘Erfgoedverordening Oldenzaal 2022’ vastgesteld. Op het moment dat de Ow in werking treedt, treedt de nieuwe ‘Erfgoedverordening Oldenzaal 2022’ in werking en is de ‘Erfgoedverordening 2010’ ingetrokken.

3.3.2 APV en Bijzondere wetten

De meeste aandacht gaat uit naar de evenementen- en alcoholvergunningen. Het tijdig afhandelen van een evenementenvergunning heeft de hoogste prioriteit.

Daarnaast zal onze aandacht in 2024 uitgaan naar het volgende:

  • Actualiseren van de alcoholvergunningen naar aanleiding van administratieve controles door de boa’s.

  • Actualiseren van de APV op de Ow.

  • Aanpassen van briefsjablonen in RX Mission.

  • Het inrichten van RX Mission naar onze wensen.

  • Bij het bespreken en afhandelen van aanvragen evenementenvergunningen zal geluid en afval, in het kader van duurzaamheid, onze aandacht hebben.

Daarnaast is in 2023 een integrale laadvisie opgesteld. Het aantal publieke laadpunten zal de komende jaren moeten toenemen om in de laadbehoefte te voorzien. Dit betekent dat hiervoor ook de vereiste verkeersbesluiten moeten worden genomen. Op basis van de laadvisie is de verwachting dat het gaat om een fors aantal extra te nemen verkeersbesluiten. Voor de vergunningverleners APV/bijzondere wetten zal dit naar verwachting de nodige uren kosten, omdat de afhandeling van verkeersbesluiten bij hen ligt. Daarnaast staat tegen elk verkeersbesluit bezwaar en (hoger) beroep open en is een voorlopige voorziening mogelijk. De ervaring leert dat in de praktijk tegen verkeersbesluiten regelmatig bezwaar wordt gemaakt, zo ook tegen verkeersbesluiten over het reserveren van parkeerplaatsen voor laadpalen. Naar verwachting zal het aantal juridische procedures toenemen en voor de juridisch medewerkers domein Ruimte (VTH) ook de nodige uren kosten.

4. Programma toezicht en handhaving

Dit hoofdstuk beschrijft het uitvoeringsprogramma voor handhaving in 2024 voor de taakvelden bouwen en ruimtelijke ordening, APV en bijzondere wetten. Naast de beschikbare personele capaciteit wordt per taakveld een toelichting gegeven op de algemene doelstellingen, de prioriteiten/concrete acties en een toelichting op de handhavingstaken voor 2024. Voor het taakveld milieu wordt verwezen naar het Uitvoeringsprogramma VTH Twente 2024 van de ODT - gemeente Oldenzaal.

4.1 Personele capaciteit

De capaciteit op het gebied van toezicht en handhaving binnen de gemeente Oldenzaal is onder te verdelen in handhaving Ow, voorheen Wabo (milieu, bouwen en ruimtelijke ordening) en handhaving openbare ruimte (APV/bijzondere wetten). Voor de berekening van de beschikbare capaciteit is uitgegaan van een gemiddeld aantal productieve uren per fte van 1550 uur.

Formatie Toezicht en Handhaving 2024

Fte’s

APV en bijzondere wetten

6,6

Bouwen en ruimtelijke ordening

3,0

Milieutoezicht niet-gerelateerd aan bedrijven; ondermijning etc.

1,6

De begrootte juridische capaciteit in uren is weergegeven in onderstaande tabel.

Juridische capaciteit 2024

 

Uren

Uren Controle/handhaving Ow, voorheen Wabo

Juridische handhaving

2000

Juridische handhaving APV/BW

Juridische handhaving

100

Bezwaar en beroep, APV/BW

Bezwaar- en beroepschriften

250

Klachten Ow, voorheen Wabo

Diverse werkzaamheden

300

4.2 Doelstellingen en prioritering

Vertrekpunt is en blijft dat Oldenzaal een veilige, gezonde, leefbare en duurzame stad wil zijn, waarbij de gemeente uitgaat van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen gemeente, inwoners, ondernemers, verenigingen en instellingen. Het veilig en gezond houden van stad en bewoners is de basis voor de leefbaarheid. Veiligheid en (volks)gezondheid hebben daarom de hoogste prioriteit. Voor andere regels, zoals bijvoorbeeld het gebruik van de openbare ruimte, ligt dit anders. Veiligheid en (volks)gezondheid zijn daar minder vaak direct in het geding en de gemeente is dan eerder faciliterend dan sturend.

De volgende zaken hebben altijd een hoge tot zeer hoge prioriteit.

  • Alle zaken waarbij de veiligheid en/of gezondheid in het geding is.

  • Officiële verzoeken tot handhaving.

  • Repressieve handhaving (afronding van lopende handhavingsprocedures).

  • Ondermijning.

  • Meldingen van geluid- en geuroverlast.

  • Overlast gevende (hang)-jongeren.

  • Buurtproblemen (zorgvragers, onderlinge verhoudingen, etc.)

  • Afval (illegale dump, controle aanbieden afval, zwerfafval).

Op het gebied van ruimtelijke ordening geldt dat voor de gemeente de handhaving van omgevingsvergunningen voor de realisatiefase en voor de gebruiksfase hoge prioriteit heeft. Handhaving van regels die betrekking hebben op de leefbaarheid van de stad heeft doorgaans een lagere prioriteit dan die betrekking hebben op veiligheid en gezondheid.

De prioriteit ligt niet bij vergunning vrij bouwen: deze bouwwerken worden steekproefsgewijs gecontroleerd evenals kapvergunningen, reclamevergunningen, vergunningen voor erfafscheidingen.

Meldingen die via het Klant Contact Centrum (KCC) binnenkomen worden, met uitzondering van meldingen met gevaar voor veiligheid of gezondheid, niet allemaal opgepakt. De melder wordt hiervan op de hoogte gesteld. Er wordt een beroep gedaan op het zelf-oplossende vermogen van onze inwoners.

Met de gemaakte keuzes voor ambitie en prioriteit zijn de benodigde en beschikbare capaciteit in balans. Daarbij is weinig of geen ruimte voor onvoorziene of aanvullende activiteiten.

In bijlage 5 is het totaaloverzicht weergegeven voor bouwen en ruimtelijke ordening in 2024. De te besteden uren wijken ten opzichte van 2023 niet veel af. Wel is de controle op evenementen specifiek benoemd, omdat deze steeds meer uren toezicht vragen.

4.3 Bouwen en Ruimtelijke Ordening (rekening houdend met Omgevingswet en Wkb)

4.3.1 Toezicht bouwen en slopen

In de eerste plaats wordt benadrukt dat nooit alles kan worden gecontroleerd. Er is altijd sprake van een momentopname en het gaat om een planning. De bouwer blijft zelf verantwoordelijk, deze dient te bouwen conform het Bbl (voorheen Bouwbesluit) en conform de verleende vergunning.

Bij het toezicht op verleende vergunningen worden verschillende soorten vergunningen onderscheiden. Vergunningen die ieder een eigen onderbouwde manier van toezicht kennen. Niet alle vergunningen worden bij voorbaat al gecontroleerd. Controlemomenten vinden, afhankelijk van het soort vergunning, plaats op specifieke momenten gedurende de bouw.

Sinds de invoering van de Wabo en het Bor, en vanaf 1 januari 2024 onder de Ow, kan meer vergunningsvrij worden gebouwd. Dat betekent deels een verschuiving van toezicht/controle op vergunningen naar controle en aanschrijving illegale bouw.

Bij de afloop van een tijdelijke vergunning voor de activiteit bouwen (en gebruik) is de controle op de afloop van de termijn een specifiek aandachtspunt.

Bij vergunningen voor de activiteit slopen wordt onderscheid gemaakt tussen slopen met en zonder asbest en sloopmeldingen. Oldenzaal is een relatief compact gebied, waardoor slopen al snel hinder of gevaar kan opleveren voor de omgeving. Daarom is aan het toezicht op vergunningen met asbest of op een risicolocatie een hoge prioriteit toegekend. Bij sloopmeldingen is het risico eveneens hoog, omdat de kans op een overtreding relatief groot is, evenals de aanwezigheid van asbest. Daarom wordt het zinvol geacht om alle sloopmeldingen te controleren. Eventueel wordt extra informatie verschaft via de KOM en de gemeentelijke website. In het geval van een asbestcalamiteit kunnen de handhavers Omgevingswet (voorheen Wabo) worden ingeschakeld.

De controles op slopen met asbest worden door de ODT uitgevoerd. De gemeente heeft een signaalfunctie.

Op 1 januari 2024 treedt de Ow in werking. De bedoeling is dat ook de Wkb en het Besluit kwaliteitsborging (Bkb) dan (gefaseerd) in werking treden. De gemeente behoudt na de inwerkingtreding van de Wkb en het Bkb haar toezichthoudende taak en blijft belast met de handhaving van de omgevingsvergunning en de bouwtechnische voorschriften tijdens en na gereedmelding van de bouw. De gemeente kan bijvoorbeeld handhavend optreden naar aanleiding van de melding van de kwaliteitsborger, op basis van signalen van derden of eigen onderzoek.

Zie hoofdstuk 2.4.2. voor een uitgebreide toelichting op de Wkb.

4.3.2 Toezicht ruimtelijke ordening en overige

Onder handhaving van de (on)bebouwde omgeving valt het toezicht op het tijdelijk Omgevingsplan (voorheen de verschillende bestemmingsplannen) en overige taken. Onder dit toezicht valt: illegale bouw en illegaal gebruik van bouwwerken/terreinen. Daarnaast hebben we nog overige taken. In de urenbegroting is daarvoor de post ‘illegale activiteiten’ opgenomen.

In principe wordt door de toezichthouders Omgevingswet (voorheen Wabo) niet afzonderlijk algemeen toezicht gehouden op handhaving van onbebouwde omgeving (Ro/overig). De toezichthouders komen namelijk al in elk deel van de gemeente door de wijze waarop toezicht op de vergunningen is georganiseerd. Daardoor zijn geen extra uren voor “algemene gebiedscontroles” nodig. In 2024 wordt alleen specifiek gecontroleerd op de diverse onderdelen naar aanleiding van interne of externe meldingen (‘piepsysteem’), handhavingsverzoeken of eigen/collegiale waarnemingen tijdens- en op weg naar reguliere andere controles. Illegale bouw zichtbaar vanaf de openbare weg heeft daarbij hoge prioriteit, evenals illegaal gebruik en illegale sloop.

Project jaarlijkse controle mogelijk risicovolle vervallen complexen.

In 2006 heeft de VROM-inspectie een landelijk project uitgevoerd inzake inventarisatie mogelijk risicovolle locaties. Voor Oldenzaal kwamen daar een viertal mogelijk risicovolle vervallen complexen uit naar voren. Deze zijn toen allemaal gecontroleerd en, waar nodig, is actie ondernomen. In 2007 kwam de inspectie tot de conclusie dat verdere handhaving niet nodig was. Sindsdien worden de meeste van deze locaties nog geregeld gecontroleerd. Jaarlijks worden alle oude alsmede nieuwe locaties (opnieuw) gecontroleerd en is de situatie vastgelegd. Waar nodig is/wordt nadere actie ondernomen. Ook in 2024 worden deze complexen minimaal één keer gecontroleerd op veiligheid en, indien van toepassing, gezondheid. Als de veiligheid en/of gezondheid in het geding is, wordt actie ondernomen.

4.3.3 Toezicht brandveilig gebruik

De hoofdtaak op het gebied van brandveilig gebruik is het controleren van bouwwerken waarvoor een gebruiksvergunning is verleend of een gebruiksmelding is ingediend. Onder de Ow bestaat de omgevingsvergunning brandveilig gebruik niet meer. Daarmee zijn alle gebruiksvergunningplichtige bouwwerken van rechtswege meldingsplichtig geworden. Voor verschillende situaties is echter nog wel een meldingsplicht. Nog een belangrijke verandering die zich voordoet met de komst van de Ow is dat in het geval van kantoor of industriefunctie een verruiming plaatsvindt van het aantal personen, waardoor pas een meldingsplicht geldt vanaf 150 personen (ten opzichte van 50 onder het huidige recht).

Het doel van toezicht brandveilig gebruik is het bevorderen van brandveilige gebouwen in de gemeente. Oldenzaal werkt conform het toezicht model brandveiligheid van de Brandweer Twente waarin de risicobenadering is weergegeven (zie bijlage 2). Deze is ten opzichte van voorgaande jaren niet aangepast.

Volgens de risicoanalyse hebben met name gezondheidszorgfuncties met niet-zelfredzame en/of bedlegerige bewoners en logiesfuncties met meer dan 50 personen een hoge prioriteit. Bij de prioritering is aan fysieke veiligheid groot gewicht toegekend ten opzichte van hinder/leefbaarheid (80: 20). Zowel vergunningen als meldingen worden gecontroleerd. Deze zijn afgestemd met de regionale brandweer.

4.3.4 Toezicht evenementen

Specifiek voor toezicht op evenementen zijn circa 260 uren gepland in 2024. In de praktijk blijkt dat de bouwwerken (tenten, podia,.) massaler en groter worden. Deze bouwwerken met bijbehorende constructies vragen meer toezicht van de toezichthouders. Het betreft hier de bouwwerken bij de b- en c-evenementen. Ook wordt samen met de boa’s op de algehele veiligheid gecontroleerd. Tijdens de evenementen worden meer controle-uren gevraagd; denk hierbij aan veel meer geluidsmetingen en controles op de eindtijden.

4.3.5 Meldingen (klachten) bij bouwen en ruimtelijke ordening

Toezicht kan plaatsvinden door middel van regulier toezicht, maar ook op basis van meldingen van derden via het KCC. Dit laatste is wat we verstaan onder ‘piepsysteem’. Over het algemeen hebben meldingen betrekking op illegale bouw/ illegaal gebruik. De meldingen die gevaar opleveren voor de veiligheid of volksgezondheid worden in ieder geval opgepakt. We krijgen ook steeds meer meldingen over geluidsoverlast van installaties (waaronder warmtepompen en airco’s). Waar nodig wordt dit afgestemd met de ODT.

4.3.6 Handhaving bouwen en ruimtelijke ordening

Handhaving gebeurt volgens de vastgestelde Landelijke Handhavings- en Gedoogstrategie en ons VTH-beleid.

4.4 Milieu

Het betreft hier taken die niet zijn overgedragen aan de ODT. Bedrijf gerelateerde milieuzaken worden vanaf 1 januari 2019 afgehandeld door de ODT.

4.4.1 Ondermijning

Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal en komt ook voor in een stad als Oldenzaal. De aanpak van ondermijning is een belangrijk speerpunt uit het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente Oldenzaal. Als lokale overheid pakken we onze verantwoordelijkheid hierin, samen met de politie en het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Oost-Nederland. Signalen worden via een casustafel Noord Oost Twente uitgewerkt en acties worden voorbereid. Jaarlijks voeren we diverse integrale controles uit samen met de politie, ODT, Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit, douane, sociale recherche, de Nederlandse arbeidsinspectie en het Landelijk Intelligence- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit. Tot de ondermijningstaken behoren ook het toezicht en de sluiting van drugspanden.

In 2024 verkennen we het inzetten van de bestuurlijke instrumentaria als bestuurlijke boete en dwangsom op persoon. Een consequentie van het inzetten van deze instrumentaria kan zijn dat meer juridische capaciteit wordt gevraagd voor eventuele bestuursrechtelijke opvolging.

4.4.2 Controle evenementen

Het betreft hier onder andere de geluidsmetingen. Omdat integraal wordt gehandhaafd, wordt hierbij ook het brede toezicht op de verleende vergunningen meegenomen. Deze taak vraagt steeds meer inzet in verband met/gelet op de veiligheid en gezondheid van betrokkenen.

4.4.3 Meldingen (klachten)

Prioriteiten worden gesteld op basis van veiligheid en volksgezondheid. Deze meldingen (klachten) worden geregistreerd in het Medewerkersportaal waarin het KCC een belangrijke rol vervuld in het aannemen en doorzenden daarvan. Veelal gaan deze meldingen over in het reguliere toezicht- en handhavingstraject.

4.5 APV en Bijzondere Wetten

Toezicht op basis van de APV en Bijzondere Wetten richt zich met name op het toezicht in de fysieke leefomgeving, toezicht evenementen, toezicht horeca, illegaal gebruik van de openbare ruimte, toezicht op het hondenpoepbeleid, toezicht parkeren, toezicht op het aanbieden van huishoudelijk en bedrijfsafval.

4.5.1 Evenementen

Voor 2024 zijn in totaal 555 uren begroot voor het houden van toezicht bij opbouw van en tijdens evenementen. Hierbij zijn de toezichthoudende taken als volgt in te delen.

  • Toezicht en controle voorafgaand aan het evenement, tijdens de opbouwfase. Dit betreft vooral controle van bouwconstructies, brandbeveiligingsvoorschriften, vluchtwegen en aanrijroutes van hulpdiensten.

  • Toezicht en controle tijdens het evenement. Dit zal veelal ’s avonds en in het weekend zijn. De controles bestaan dan voornamelijk uit controle van de Alcoholwet, het nakomen van voorschriften van de evenementvergunning zoals eindtijden en geluidsniveau.

Meldingen klein evenement:

Bij meldingen klein evenement (bijv. een buurtfeest) bestaat de behoefte dat steekproefsgewijs wordt gecontroleerd of het evenement terecht is afgedaan met een melding of dat eigenlijk een vergunning noodzakelijk is.

4.5.2 Horeca

In 2024 voldoen 4 boa’s aan de opleidingseisen die worden gesteld aan de handhaving in het kader van de Alcoholwet.

In 2024 zijn, de volgende handhavingsacties gepland, dit conform ons VTH-beleid:

  • Er worden leeftijdsgrenzeninspecties uitgevoerd bij de horeca inrichtingen (commerciële en paracommerciële horeca inrichtingen).

  • Jaarlijks worden horeca inrichtingen in de avond-/nachturen gecontroleerd op de aanwezigheid van een leidinggevende én of barpersoneel aan reeds beschonken personen schenkt.

  • Er worden controles uitgevoerd op de openingstijden van de paracommerciële horeca inrichtingen, waaronder de sportkantines.

  • Bij evenementen waar een ontheffing is verleend voor het schenken van drank wordt steekproefsgewijs gecontroleerd op het schenken aan personen jonger dan 18 jaar.

  • Op basis van het aanwijzingsbesluit gebieden verboden Alcoholwet vindt afstemming plaats tussen de toezichthouder, de coördinator van de gemeente, de politie en jeugdopbouwwerk om te inventariseren op welke locaties hangjongeren zich ophouden, waarvan het vermoeden bestaat dat deze alcoholhoudende drank bij zich hebben. Op basis hiervan worden gerichte controles in de openbare ruimte uitgevoerd.

  • Met het formuleren van bovenstaande doelen en instrumenten zouden niet alle drankverstrekkers in Oldenzaal worden gecontroleerd. Om dit te voorkomen geldt algemeen dat minimaal één keer per jaar een basiscontrole wordt uitgevoerd bij alle alcoholverstrekkers (130) op regels van de Alcoholwet en de Alcoholverordening. Onder alcoholverstrekkers worden ook verstaan de paracommerciële horeca inrichtingen, zoals sportkantines.

In geval van overtreding wordt conform de vastgestelde sanctiestrategie gehandeld.

4.5.3 Afval

Door samenwerking van het team Handhaving, team Buitenbeheer en Twente Milieu wordt extra ingezet op handhaving (1550 uren). De aanpak van zwerfafval, bij plaatsingen bij afvalcontainers en illegale dump van afval is hier onderdeel van. Extra inzet op deze drie genoemde thema's is noodzakelijk. Huishoudens en inwoners die niet op de juiste manier hun afval aanbieden of zich daarvan illegaal ontdoen, worden waar mogelijk direct beboet.

4.5.4 Handhaving openbare ruimte (boa’s)

Onder openbare ruimte (algemeen toezicht) vallen controles van bijvoorbeeld voorwerpen (containers, caravans, aanhangers, autowrakken) op de openbare weg, graffiti en vernielingen. Onder wegen/verkeer en marktverordening valt onder ander de controle op (brom)fietsen tijdens de warenmarktdagen op maandag en zaterdag. Ook de controle venstertijden (foutief inrijden in de binnenstad valt hieronder.

Het doel van handhaving openbare ruimte is het waarborgen en verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid in Oldenzaal. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd.

  • Preventief toezicht is belangrijk: voorkomen is beter dan genezen.

  • De veroorzaker betaalt: schade wordt verhaald of ongedaan gemaakt door de veroorzaker.

  • Bij overtredingen wordt een proces-verbaal of een kennisgeving van bekeuring uitgeschreven. Waar mogelijk wordt de bestuurlijke strafbeschikking toegepast.

  • Signalerende functie voor anderen. De boa’s zijn de ogen en oren op straat.

4.5.5 Meldingen Openbare Ruimte (MOR)

Overtredingen worden op verschillende manieren onder de aandacht van de stadstoezichthouders gebracht. Een melding wordt vastgelegd in het medewerkersportaal door het KCC en wordt in behandeling genomen. Urgente veiligheidsvraagstukken krijgen voorrang bij de inzet van beschikbare capaciteit. Als direct tegen de overtreding wordt opgetreden wordt een proces-verbaal of een kennisgeving van bekeuring uitgeschreven. Het afhandelen van meldingen wordt veelal meegenomen tijdens het reguliere toezicht. Op jaarbasis worden ongeveer 1800 meldingen opgepakt.

5. Borging en monitoring

5.1 Inleiding

In hoofdstuk 5 van het VTH-beleid is over borging, monitoring en registratie het volgende geschreven:

Voor een goede uitvoering van het VTH-beleid en het daaruit voortvloeiende jaarlijkse uitvoeringsprogramma is een goede uitvoeringsorganisatie onontbeerlijk. Dit betekent dat de gemeente bij de inrichting van haar organisatie rekening moet houden en voorwaarden moet scheppen om een goede borging van een effectieve en efficiënte uitvoering mogelijk te maken en tevens kan voldoen aan de eisen zoals gesteld in de kwaliteitscriteria 2.1 (KPMG).

Om deze kwaliteit te borgen worden voor een goede uitvoering de volgende instrumenten ingezet.

  • Communicatie en voorlichting; streven naar spontane naleving van regels en daarmee het bewerkstelligen van gewenst gedrag. Om dit te bewerkstelligen moeten communicatie en voorlichting een vooruitgeschoven rol krijgen.

  • Samenwerken met andere organisaties; in het kader van efficiënte, klantvriendelijkheid en wet- en regelgeving zal steeds meer samen worden gewerkt met andere handhavende instanties die actief zijn op het grondgebied van de gemeente.

  • Monitoring en registratie; om na te kunnen gaan of de beleidsdoelen en de hieruit voortvloeiende werkzaamheden zijn uitgevoerd en deze inspanningen zijn gehaald, is het belangrijk dat monitoring en registratie plaatsvindt. In het jaarverslag worden de gemaakte keuzes van uit het uitvoeringsprogramma (cijfermatig) toegelicht en worden de resultaten van het afgelopen jaar vastgesteld.

  • Verslaglegging; in het jaarverslag wordt het jaarprogramma zoals vastgesteld in het uitvoeringsprogramma geëvalueerd en wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het VTH-beleid.

Registratie spreekt voor zich. Getallen zeggen op zich niet zoveel over de effectiviteit van de inspanningen, maar ze maken het proces wel inzichtelijk. Ook worden niet enkel de individuele cijfers beoordeeld, maar vooral de verhoudingen tussen deze cijfers en de ontwikkelingen over een lange periode geven een beeld en een uitkomst. Voor monitoring en registratie wordt gebruik gemaakt van de beschikbare geautomatiseerde systemen.

5.2 Monitoring (hoe, wat, wie en wanneer)

Via monitoring kan (tussentijds) worden nagegaan of de beleidsdoelen en de hieruit voortvloeiende werkzaamheden zijn uitgevoerd en of deze inspanningen kunnen worden gehaald, dan wel zijn gehaald. De algemene doelen zijn benoemd en nader uitgewerkt in hoofdstuk 2.3 en de bijbehorende tabel. Hierin is ook aangegeven hoe wordt gemonitord en hoe vaak dit gebeurt.

Monitoring op taken van de gemeente en de ODT vindt daarnaast onder andere op de volgende wijze plaats:

  • Vergunningverleners van de gemeente passen het vier-ogen principe toe bij de controle van omgevingsvergunningen. Dit houdt in dat casemanagers omgevingsvergunningen van elkaar tegenlezen waarbij ook de op te leggen leges worden gecontroleerd.

  • Omgevingsvergunningen die geweigerd worden, worden altijd bestuurlijk afgestemd.

  • Er vinden tweewekelijkse teamoverleggen plaats van zowel team vergunningen, toezicht en handhaving als de juridische medewerkers van de gemeente waarin per medewerker wordt besproken welke zaken iedereen heeft, wat de stand van zaken is en wat de knelpunten zijn (zaak gerelateerd en personele werkdruk).

  • Er vindt tweewekelijks overleg tussen team toezicht en handhaving en de juridisch medewerkers van de gemeente waarin per lopende handhavingszaak of per lopend project (zowel gemeentetaken als ODT-taken) de huidige stand van zaken wordt besproken en de te nemen acties. De gemeente heeft contact met de ODT over de huidige stand van de zaken.

  • Er vindt elk kwartaal een sessie plaats om de stand van zaken te monitoren ten aanzien van de in het UP opgenomen ontwikkelingen en doelen.

  • In het kader van interne controles worden met betrekking tot vergunningverlening elk half jaar cijfers aangeleverd over onder andere het aantal ingekomen aanvragen, verleende vergunningen en de te verwachten leges.

  • Er vindt periodiek een accounthouderoverleg plaats tussen de gemeente en de ODT. Er wordt dan gekeken naar gerealiseerde aantallen en gerealiseerde uren. Hierbij zijn aanwezig de teamleiders vergunningverlening, toezicht en handhaving, de accountmanager van de gemeente, ambtelijke ondersteuning van de gemeente en de accountmanager van de ODT.

  • Twee à driemaal per jaar wordt de gemeente door de ODT geïnformeerd middels een periodieke rapportage.

5.3 Borging (onvoorziene omstandigheden)

Als uit de monitoring blijkt dat de beleidsdoelen niet kunnen worden gehaald omdat zich onvoorziene omstandigheden voordoen, dan moet worden gekeken of deze onvoorziene omstandigheden tijdelijk van aard zijn dan wel langdurig impact gaan hebben op onze organisatie.

Onder onvoorziene omstandigheden wordt onder andere verstaan: niet geplande en voorziene ontwikkelingen (lokaal, regionaal en landelijk), rampscenario’s, marktwerking en uitval van medewerkers.

Bij omstandigheden die tijdelijk van aard zijn en meer vergen van de betrokken medewerkers kan worden besloten tijdelijk ondersteuning te regelen in de vorm van bijvoorbeeld inhuur of waar mogelijk tijdelijke interne ondersteuning. Ook zou in dit geval over kunnen worden gegaan tot tijdelijke aanpassing van de prioriteiten binnen dit UP, waarbij de werkzaamheden met de minste impact op de veiligheid en (volks)gezondheid als laagst worden geprioriteerd. Hierover wordt in het jaarverslag gerapporteerd.

Bij onvoorziene omstandigheden die langdurige impact hebben op onze organisatie en die meer vergen van de betrokken medewerkers, zal moeten worden bekeken welke gevolgen dit gaat hebben voor dit UP en of extra personele inzet of afschaling van doelen/prioriteiten noodzakelijk is. Indien nodig zal het UP hier tussentijds op aangepast moeten worden. Bij langdurige impact wordt hier in ieder geval over gerapporteerd in het jaarverslag en wordt met deze onvoorziene omstandigheden ook rekening gehouden in het daaropvolgende uitvoeringsprogramma.

Ondertekening

Bijlage 1 Algemene doelstellingen

Algemeen doel

Beleidsdoelen

Indicatoren

Voorbeeld streefwaarde

Activiteiten 2024

Monitoringstool

Evaluatiemoment

Uitvoerings-kwaliteit

We beschikken over een actueel inrichtingenbestand

% vergunnings- en meldingplichtige inrichtingen die beschikken over een vergunning, dan wel melding (Type B en C inrichtingen)

98%

ODT (zie indicator):

Uitvoering periodieke controles conform UP ODT 2024.

Oog- en oorfunctie accountmanager en toezichthouders gemeente.

Gemeente:

- Bouwen/Ro:

Uitvoering toezicht vergunningen conform dit UP.

Uitvoering handhaving onbebouwde omgeving/overig conform dit UP.

Brandveilig gebruik:

Planmatige controle gebruiksvergunningen/ meldingen conform dit UP.

- Alcoholwet/Bijzondere wetten:

Jaarlijkse controleronde langs alle Alcoholwet inrichtingen door de boa’s en oog- en oorfunctie toezichthouders Omgevingswet conform dit UP.

PowerBrowser (ODT) en RX Mission (gemeente)

In ieder geval jaarlijks en tussentijds indien uit controles of aanvragen voor vergunning blijkt dat vergunning of melding niet actueel is, dan wel benodigd is.

 

Vergunningen zijn actueel

% vergunningen die jaarlijks wordt geactualiseerd

20% van inrichtingen-bestand wordt jaarlijks getoetst op actualiteit (= 5-jaarlijkse actualisatie)

100% van RIE4 en BRZO inrichtingen-bestand wordt jaarlijks geactualiseerd se actualisatie)

ODT:

Uitvoering periodieke controles conform UP ODT 2024. Hierbij

Bouwen:

Inventarisatie “oude bouwvergunningen”. Vergunninghouders verzoeken om info start bouw. Waar mogelijk start intrekking.

Gebruiksvergunningen/ meldingen: periodieke controle conform dit UP.

Alcoholwet: jaarlijkse controle Alcoholwet-inrichtingen conform dit UP.

PowerBrowser (ODT) en RX Mission (gemeente)

Milieu:

Jaarlijks via het jaarverslag en via 4- en 8- maandenrapportages.

Gemeente:

In ieder geval jaarlijks en tussentijds indien uit controles of aanvragen voor vergunning blijkt dat vergunning niet actueel is, dan wel benodigd is.

 

In geval van instellen beroep is het bezwaar/ beroep ongegrond of niet ontvankelijk

% procedures van vergunningen, intrekkingen, actualisering en maatwerkvoorschriften waarbij bezwaar-/beroepsschriften ongegrond dan wel niet ontvankelijk zijn

95%

Behandelen bezwaar en beroep.

Als bezwaar wordt gemaakt, eerst kijken of bezwaren anderszins kunnen worden opgelost (klantgericht).

PowerBrowser (ODT), RX Mission (gemeente) en eSuite (gemeente)

In het jaarverslag vindt een analyse plaats op de bezwaren over 2022 en 2023, zowel op de bezwaren van de ODT als gemeente.

Jaarlijks

 
 

% procedures van handhavingszaken/verzoeken om handhaving waarbij bezwaar/beroepschriften ongegrond dan wel niet ontvankelijk zijn

85%

Behandelen bezwaar en beroep.

Als bezwaar wordt gemaakt, eerst kijken of bezwaren anderszins kunnen worden opgelost (klantgericht).

PowerBrowser (ODT), eSuite (gemeente)

In het jaarverslag vindt een analyse plaats op de bezwaren over 2022 en 2023.

Jaarlijks

 

Klachten worden geregistreerd en geanalyseerd (trendanalyse)

Aantal klachten uitgevoerde klachtenanalyse

Jaarlijkse klachtenanalyse

Klachten c.q. meldingen worden geregistreerd en geanalyseerd in een digitaal systeem.

PowerBI (ODT) en eSuite (gemeente)

Jaarlijks

 

De landelijke vastgestelde handhavingsstrategie (LHS) wordt gehanteerd

Aantal keren dat is afgeweken van de LHS.

Uitgevoerde analyse op deze afwijkingen

Jaarlijkse analyse op de afwijkingen van de strategieën

De LHS wordt gehanteerd.

PowerBrowser (ODT) en eSuite i.c.m. RX Mission (gemeente)

Er vinden steekproefsgewijze dossieronderzoeken plaats bij de thuistaken bouwen/ro en op dossiers van de ODT. Op basis daarvan vindt een analyse op de afwijkingen plaats. Hierover wordt in het jaarverslag 2024 gerapporteerd

Jaarlijks

 

Er is een hoog naleefgedrag (spontaan naleefgedrag)

In max. % van de 1e controles is sprake van zware overtredingen van de wetgeving (als bedoeld in de LHS A4, B3, B4, C2, C3, C4, D1, D2, D3, D4)

5%

ODT:

Naleefgedrag wordt gemeten aan de hand van het aantal hercontroles t.o.v. het aantal uitgevoerde initiële controles. De PDC 2022 heeft onderscheid gemaakt tussen de producttypen ‘Hercontroles’ en ‘Handhavingscontroles’ om beter inzicht te krijgen.

Het ‘type overtreder’ (volgens de LHS) wordt in PowerBrowser geïmplenteerd. Daarnaast worden digitale checklists van de LHS ingevoerd zodat het naleefgedrag gemonitord kan worden.

Bouwen/ro/APV/BW

Uitvoering preventieve controles op basis van UP.

ODT (PowerBrowser):

Rapportage ODT in jaarverslag 2024.

Bouwen/ro/APV/BW

Dit wordt niet geregistreerd.

ODT:

Jaarlijks via het jaarverslag en via 4- en 8- maandenrapportages.

 
 

In max. % van de 1e controles is sprake van overtreding van wetgeving (als bedoeld in de LHS A1, A2, A3, B1, B2, C1)

45%

ODT:

Naleefgedrag wordt gemeten aan de hand van het aantal hercontroles t.o.v. het aantal uitgevoerde initiële controles. De PDC 2022 heeft onderscheid gemaakt tussen de producttypen ‘Hercontroles’ en ‘Handhavingscontroles’ om beter inzicht te krijgen.

Het ‘type overtreder’ (volgens de LHS) wordt in PowerBrowser geïmplenteerd. Daarnaast worden digitale checklists van de LHS ingevoerd zodat het naleefgedrag gemonitord kan worden.

Bouwen/ro/APV/BW

Uitvoering preventieve controles op basis van UP.

ODT (PowerBrowser):

Rapportage ODT in jaarverslag 2024.

Bouwen/ro/APV/BW

Dit wordt niet geregistreerd.

ODT:

Jaarlijks via het jaarverslag en via 4- en 8- maandenrapportages.

 

Opvolging van 1e controlebezoek is hoog

% hercontroles waarbij een eerder geconstateerde overtreding weer wordt geconstateerd

< 5%

ODT:

Uitvoering hercontroles conform UP ODT.

Naleefgedrag wordt gemeten aan de hand van het aantal hercontroles t.o.v. het aantal uitgevoerde initiële controles. De PDC 2022 heeft onderscheid gemaakt tussen de producttypen ‘Hercontroles’ en ‘Handhavingscontroles’ om beter inzicht te krijgen.

ODT:

PowerBrowser

Rapportage in jaarverslag ODT 2024.

ODT:

Jaarlijks via het jaarverslag en via 4- en 8- maandenrapportages.

 

Energiezuinigheid/ energiebesparing wordt meegenomen in VTH proces

% vergunningen/meldingen waarbij aspect energiezuinigheid/besparing wordt meegenomen

80%

ODT:

Uitvoering conform UP ODT.

ODT::

PowerBrowser (ODT)

Rapportage in jaarverslag ODT 2024.

ODT:

Jaarlijks via het jaarverslag en via 4- en 8- maandenrapportages.

 
 
 
 
 
 

Dienstverlening

(gedrag)

De organisatie is goed bereikbaar

24 uurs bereikbaarheid ingesteld:

Milieumeldpunt (MMP) Digitale klantvriendelijke informatieverstrekking via website

100%

ODT:

De organisatie van de bestuursorganen en van de ODT is ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar en beschikbaar. Dit is geborgd door de instelling van een 24/7 wachtdienst.

Gemeente:

Voor wat betreft overige taken gemeente: voor urgente situaties is een piketdienst. Deze is bereikbaar via het algemene telefoonnummer.

Klantvriendelijke infoverstrekking via de website.

Steekproefsgewijze controle ODT en gemeente.

ODT:

Jaarlijks of indien daartoe aanleiding wordt gezien meerdere keren per jaar.

Gemeente

Op het KCC wordt de bereikbaarheid van de gemeente bijgehouden. Omdat alle medewerkers inmiddels beschikken over een mobiele telefoon is het lastiger dit te monitoren. Daarom wordt de bereikbaarheid steekproefsgewijs gemonitord. Het is de bedoeling dat middels dashboards rondom (digitale) dienstverlening en zaakgericht werken meer inzicht wordt verkregen in onze dienstverlening en de servicenormen.

 

Verzender krijgt snel antwoord na schriftelijk verzoek via brief of mail

Aantal dagen na ontvangst verzenden van ontvangstbevestiging

3 werkdagen

Bij een mail: per ommegaande

Aandacht snelle beantwoording.

Gemeente:

Steekproefsgewijze controle ODT en gemeente. Verslaglegging hierover in jaarverslag 2024.

Gemeente:

Jaarlijks

 

Informeel verzoek (informatie) via algemene officiële kanalen

Aantal dagen na ontvangst verzenden van reactie (kan ook procesvoorstel zijn)

3 werkdagen

Aandacht voor snelle reactie.

Gemeente:

Steekproefsgewijze controle en analyse of de termijn realistisch is. Verslaglegging hierover in jaarverslag 2024.

Gemeente:

Jaarlijks

 

Formeel verzoek

(op brief of mail)

Aantal dagen na ontvangst verzenden van inhoudelijke reactie

20 werkdagen

Aandacht voor snelle reactie.

Gemeente:

Steekproefsgewijze controle en bekijken of termijn realistisch is. Verslaglegging hierover in jaarverslag 2024.

Gemeente:

Jaarlijks

 

Klanten zijn tevreden

Klanttevredenheid op:

  • -

    Inhoud

  • -

    Proces

Dienstverlening

Gemeente:

Klantfeedbacksys-teem; continue meting op onderdelen.

Aandacht klantgericht werken.

ODT:

Klanttevredenheid wordt periodiek gemeten middels klanttevredenheidsonderzoeken.

Gemeente:

Middels een klantfeedback-systeem wordt op onderdelen (continu) gemeten.

ODT:

Jaarlijks via het jaarverslag en via 4- en 8- maandenrapportages.

Gemeente:

Klantfeedbacksysteem is/wordt onderdeel van de lopende processen. Gedurende het gehele jaar wordt gemeten en geacteerd op actuele informatie.

\

 
 
 
 
 
 

Dienstverlening

(proces)

Beschikkingen en meldingen worden tijdig afgehandeld

% buiten de termijn behandelde meldingen en afgegeven beschikkingen

0%

Vergunningverlening ODT en gemeente conform UP en binnen de wettelijke termijnen.

Rapportage hierover in het jaarverslag 2024.

Jaarlijks

 
 

Max. % gevallen waarin de beslistermijn door de ODT wordt verlengd.

40%

Terughoudend gebruik van de mogelijkheid tot verlenging beslistermijn.

Rapportage hierover in het jaarverslag ODT 2024.

Jaarlijks

 
 

Aantal keren verlenging beslistermijn.

Uitgevoerde analyse op deze verlengingen.

Jaarlijkse analyse

Terughoudend gebruik van de mogelijkheid tot verlenging beslistermijn.

ODT:  Rapportage ODT in jaarverslag 2024.

Gemeente:

Jaarlijkse analyse op verlenging beslistermijn omgevings-vergunningen en bezwaren.

Jaarlijks

 

Klanten hebben inzicht in VV of HH proces

% brieven betreffende procedures waarin proces en voortgang zijn opgenomen

100%

In brieven wordt informatie opgenomen over het proces en de voortgang en/of de contactgegevens.

In 2024 steekproefsgewijze controles bij ODT en gemeente. Rapportage daarover in jaarverslag 2024.

Jaarlijks

 
 
 
 
 
 

Financiën

Er wordt begroot op basis van input en/of output

 
 

ODT:

Er wordt gewerkt met een PDC en in 2024 wordt deze omgezet naar de Ow, waarin producten, kengetallen per product en projecten een belangrijke basis vormen voor deze berekening.

ODT:

Rapportage hierover in het jaarverslag 2024.

ODT:

Via periodieke accountoverleggen en middels een 4- en 8-maanden rapportage

 

Er worden kostendekkende leges geheven

% van de activiteiten geldt dat zij kostendekkend zijn.

98%

Met uitzondering van de zgn. “groene leges”

Gemeente:

Legesrapportage GBTwente.

Gemeente:

Maandelijks

Bijlage 2 Risicoanalyse

Nieuwbouw en verbouw

Vergunningverlening

afbeelding binnen de regeling

Nieuwbouw en verbouw

Toezicht en handhaving

afbeelding binnen de regeling

Bestaande bouw

Vergunningverlening

afbeelding binnen de regeling

Bestaande bouw

Toezicht en handhaving

afbeelding binnen de regeling

Ruimtelijke ordening

Vergunningverlening

afbeelding binnen de regeling

Ruimtelijke ordening

Toezicht en handhaving

afbeelding binnen de regeling

APV en Bijzondere Wetten

Vergunningverlening

afbeelding binnen de regeling

APV en Bijzondere Wetten

Toezicht en handhaving

afbeelding binnen de regeling

Brandveiligheid

Toezichtprofiel

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Uitvoeren vergunningenstrategie

Het speelveld van de vergunningenstrategie wordt gevormd door twee assen. Deze assen zijn de technisch-inhoudelijke complexiteit en de sociaal-maatschappelijke complexiteit van de situatie, die klein of groot kunnen zijn. De assen worden als volgt beschreven:

Technisch-inhoudelijke complexiteit

In het geval de aanvraag of de actualisatie een technisch-inhoudelijk complexe situatie betreft en/of de activiteit daarvan binnen een gebied ligt of komt te liggen dat een grote dynamiek kent en/of gevoelige functies herbergt, zal bij toekenning van de vergunning zorgvuldig worden overwogen of naast standaard voorschriften (ook) specifieke voorschriften moeten worden opgenomen. Vaak gaat het om uitgebreide procedures. Wordt de aanvraag in een beperkte of niet technisch-inhoudelijke complexe situatie behandeld, dan volstaan vooral standaard-voorschriften en is sprake van een reguliere procedure.

Sociaal-maatschappelijke complexiteit

Als de sociaal-maatschappelijke complexiteit van de situatie echter groot is, ligt het totstandkomingsproces gecompliceerder. Bijvoorbeeld vanwege de voorgeschiedenis of het economisch belang van de betrokken inrichting of initiatiefnemer en/of aanwezige belangenorganisaties die zich roeren. In dat geval moet bestuurlijke afwegingsruimte worden ingevuld en is het proces minstens zo belangrijk als de inhoud. Afstemming, overleg en/of samenwerking zijn noodzakelijk tussen het bevoegd gezag (ambtelijk en/of bestuurlijk), de aanvrager of initiatiefnemer in kwestie, belanghebbenden derden en eventueel de ODT en overige adviseurs/partners. Het kan zijn dat er veel klachten uit de omgeving komen of dat een actieclub actief is.

Bij een geringe of afwezige sociaal-maatschappelijke complexiteit kan het proces dat leidt tot een vergunning betrekkelijk gemakkelijk worden doorlopen.

Indien de sociaal-maatschappelijke complexiteit echter groot is, dan is ook het proces van totstandbrenging gecompliceerder. In dat geval moet de beschikbare bestuurlijke afwegingsruimte (ten volle) worden benut en waar mogelijk in overleg, afstemming en samenwerking met de betrokken belanghebbenden.

In combinatie leiden beide assen tot vier typen vergunningen. In het schema is de kleur van het type vergunning donkerder naarmate de inspanningen om het type vergunning te leveren en het aantal betrokkenen over het algemeen groter is.

afbeelding binnen de regeling

We onderscheiden vier typen vergunningen.

1. Vergunning eenvoudig

De vergunning is technisch-inhoudelijk noch sociaal-maatschappelijk complex. De vergunning bestaat vooral uit standaardvoorschriften. De vergunning kan zelfstandig door het bevoegd gezag worden voorbereid.

2. Vergunning specifiek

De situatie is technisch-inhoudelijk complex, maar de sociaal-maatschappelijke complexiteit is klein. De vergunning kan zelfstandig door het bevoegd gezag en/of samen met de adviseurs worden voorbereid. De relatief grote technisch-inhoudelijke complexiteit maakt dat de vergunning vooral bestaat uit specifieke voorschriften.

3. Vergunning eenvoudig +

De situatie is technisch-inhoudelijk gezien niet complex, maar de sociaal-maatschappelijke impact is groot. Vanwege de relatief kleine technisch-inhoudelijke complexiteit kan een vergunning worden opgesteld die hoofdzakelijk bestaat uit standaardvoorschriften. De sociaal- maatschappelijke complexiteit gebiedt dat dit gebeurt met extra aandacht voor zorgvuldige afstemming, overleg en/of samenwerking tussen het bevoegd gezag (ambtelijk en/of bestuurlijk), de aanvrager of initiatiefnemer in kwestie, belanghebbenden derden en eventueel de ODT en overige adviseurs/partners.

4. Vergunning specifiek +

De situatie is zowel technisch-inhoudelijk als sociaal-maatschappelijk complex. De technisch-inhoudelijke complexiteit maakt dat een vergunning moet worden opgesteld die vooral bestaat uit specifieke voorschriften. De sociaal- maatschappelijke complexiteit gebiedt dat dit gebeurt met extra aandacht voor zorgvuldige afstemming, overleg en/of samenwerking tussen het bevoegd gezag (ambtelijk en/of bestuurlijk), de aanvrager of initiatiefnemer in kwestie, belanghebbenden derden en eventueel de ODT en overige adviseurs/partners.

Behandelen (vergunning)aanvragen

Bij het behandelen van (vergunning)aanvragen nemen we de hieronder genoemde punten in acht.

Omgevingsgerichtheid:

  • Toetsen van de (nieuwe) activiteit aan de belasting op de omgeving.

  • Inhoudelijk beoordelen van de aanvraag na een integrale beoordeling en toetsing van de weigeringsgronden.

  • Voorkomen van onaanvaardbare belasting voor de omgeving (natuur, milieu, mens en dier).

  • Toetsen aan het model van technisch-inhoudelijke en sociaal-maatschappelijke complexiteit.

  • Adresseren van (mogelijk) politiek-bestuurlijke aandachtspunten.

  • Adresseren van (mogelijk) aanwezige maatschappelijke onrust in de omgeving van de (nieuwe) activiteit, het werken conform communicatiestrategie: vroegtijdig verbinding zoeken met partners, versterken relaties in- als extern.

  • Werken vanuit de kernthema’s integraliteit, uniformiteit, gelijke procedures en gelijke voorschriften bij vergelijkbare aanvragen.

Transparantie:

  • Afstemmen van de vergunningverlening op landelijke algemene regelgeving en landelijke standaarden en op het gemeentelijk en/of het provinciaal beleid.

  • Zorgdragen voor een vergunning die op maat is opgesteld, helder, transparant, openbaar en digitaal beschikbaar is, begrijpelijk is voor inwoner, ondernemer en organisatie en die handhaafbaar is.

  • Overzichtelijk vastleggen van alle beschikkingen.

  • Zorgdragen voor de mogelijkheid het VTH-beleid van het bevoegd gezag digitaal te raadplegen.

Differentiatie:

  • Extra aandacht voor aanvragen om een vergunning voor activiteiten die bij niet-naleven schade kunnen veroorzaken aan natuur, milieu, mens en dier met mogelijk maatregelvoorschriften. Aanvraag (activiteit), besluit (vergunning) en voorschriften (exacte condities) worden in detail geformuleerd.

  • Toepassen van maatregel(middel)voorschriften wanneer landelijke voorschriften onvoldoende helder zijn in de toepassing op een specifieke situatie of als sprake is van slecht (naleef)gedrag.

Professionaliteit en samenwerking:

  • Na vergunningverlening waarbij de technisch-inhoudelijk en sociaal-maatschappelijk complexiteit groot is, een “warme overdracht” van vergunningverlening naar toezicht.

  • Het 4-ogenprincipe bij beschikkingen.

  • Publiceren (ontwerp-)vergunningen (met uitzondering van bepaalde vergunningen op grond van de APV/bijzondere wetten waarbij in publicatie geen toegevoegde waarde wordt gezien);

  • Het behandelen van zienswijzen.

  • Deelnemen aan de geborgde (landelijke) kennisinfrastructuur, die verbonden is aan de taakuitvoering door het bevoegd gezag.

  • Uitwisselen van kennis en goede voorbeelden.

Bijlage 4 Totaalprogramma Vergunningen 2024

In onderstaande tabellen zijn totaaloverzichten weergegeven voor het taakveld vergunningverlening in 2024. Deze tabellen betreffen een inschatting op basis van ervaringscijfers.

Tabel: Totaalprogramma vergunningverlening bouwen en ruimtelijke ordening 2024

Vergunningen bouwen en RO

Totaal uren

Vergunningverlening totaal

4460

Bouwen

Brandveilig gebruik

Strijdig gebruik

Reclame

Aanlegvergunning

Inrit/uitweg

Kappen

Monumenten

Sloopmelding

Vooroverleg

Bouwloket

2150

70

160

30

15

60

200

15

110

2000

1200

Overig

550

Werkgroep principeverzoeken

Inhoudelijk overleg

Regio-overleg

Advisering RO

Projecten

Beleidsontwikkeling (o.a. Ow)

100

30

30

40

150

200

Organisatorisch, algemeen

260

Afdelings-/teamoverleg

Vorming/opleiding

Personeel

60

180

20

Totaal benodigde capaciteit

6820

excl. juridische cap.

Tabel: Totaalprogramma vergunningverlening APV/Bijzondere wetten 2024

Vergunningen APV / BW

Uitleg

Totaal uren

Horeca:

  • -

    Alcohol- en exploitatievergunning

  • -

    Ontheffing verkoop zwak alcoholhoudende drank

  • -.

    Wijziging leidinggevende of inrichting

540

Evenementen

  • -

    C-evenementen

  • -

    B-evenementen

  • -

    A-evenementen

  • -

    Melding klein evenement

1400

BGBOP

Melden brandveilig gebruik en basis hulpverlening overige plaatsen

80

Kansspel-

automaten

Vergunning wet op de kansspelen

10

Openbare ruimte

  • -

    Tijdelijke reclame

  • -

    Inzameling textiel/collectes

  • -

    Melding incidentele festiviteit

  • -

    Stookontheffing (incl. paasvuren)

  • -

    Standplaatsen (incl. vaste standplaatsen)

  • -

    Terrasvergunningen

85

Wegen en verkeer

  • -

    (tijdelijke) Verkeersmaatregelen

  • -

    Ontheffing inrijverbod

  • -

    Verkeersbesluiten

140

Overig

  • -

    Inhoudelijk overleg (Pho-overleg)

  • -

    Lokale ondermijningstafel

  • -

    Inloop Bibob en Ondermijning

  • -

    Regio-overleg Twente

  • -

    Projecten / Beleidsontwikkeling

220

Organisatorisch algemeen

  • -

    Indirecte uren (opleiding, training, personeel, extern)

100

Totaal

APV / Bijzondere Wetten

2575

Bijlage 5 Totaalprogramma Toezicht en Handhaving 2024

In onderstaande tabellen zijn totaaloverzichten weergegeven voor het taakveld toezicht en handhaving in 2024. Deze tabellen betreffen een inschatting op basis van ervaringscijfers. De te besteden uren wijken ten opzichte van 2023 wel af door invoering van de Ow en de Wkb per 1 januari 2024. De controle op evenementen is specifiek benoemd, omdat deze steeds meer uren toezicht vragen (geluidsmetingen, veiligheid).

Tabel: Totaalprogramma toezicht/handhaving bouwen en ruimtelijke ordening 2024

Handhavingstaken

Totaal uren

Controle bouwen, gebruiksvergunningen, sloopvergunningen, kapvergunningen, brandveilig, grote evenementen, inrichting horeca, Wkb

2170

Projecten zoals kwaliteitsbeheer, AOV rampenbestrijding, OD Twente, verkiezingen, Ow

370

Meldingen totaal

560

Handhaving, zoals juridisch, illegale activiteit, ondermijning, sluiting drugspanden

1190

Organisatorisch zoals opleiding, personeel, extern

360

Totaal

4650

* Onderstaande tabel is een nadere uitwerking van de controle illegale activiteit uit bovenstaande tabel en geeft inzicht in de wijze van toezicht op de verschillende onderdelen.

Tabel: Controle illegale activiteit 2024

Product

Wijze van toezicht

Opmerkingen

Controle illegale

activiteiten totaal

 
 

Illegaal gebruik in/bij woningen met overlast/ hinder voor de directe omgeving

HH-verzoeken, meldingen/ piepsysteem

Vooral in de volgende gebieden: schil en woonwijken

Illegaal gebruik/bouw op gemeentegrond

HH-verzoeken, meldingen/ piepsysteem en eigen waarnemingen

Vooral in de volgende gebieden: schil, woonwijken en bedrijventerrein.

Waar mogelijk: privaatrechtelijk.

Illegaal bouwen van bijgebouwen en erfafscheidingen zichtbaar vanaf de openbare weg

HH-verzoeken, meldingen/ piepsysteem en eigen waarnemingen

 

Detailhandel in strijd met bestemmingsplan

HH-verzoeken, meldingen/ piepsysteem en eigen waarnemingen

Vooral in schil en bedrijventerrein

Strijdig gebruik kantoren en bedrijfswoningen

HH-verzoeken, meldingen/ piepsysteem en eigen waarnemingen

Vooral op bedrijventerrein

Overige strijd met BP

HH-verzoeken, meldingen/ piepsysteem, eigen waarnemingen, integrale controles

In strijd met algemeen of specifiek gebruiksverbod bestemmingsplan

Illegale sloop

Idem

 

Illegale reclame

Idem

Lagere prioriteit

Aanschrijvingen Omgevingswet.

 
 

Project risicovolle complexen

Jaarlijkse inspectieronde

 

Project breedplaatvloeren

 

Afgerond

Project gevelcontrole monumenten

Gevelcontrole bij 20% van de monumenten

.

Overig Aanschrijvingen.

 
 

Overig

 
 

Juridische handhaving

 
 

Totalen

 
 

Tabel: Programma toezicht/handhaving milieu 2024 uitgevoerd door de Gemeente Oldenzaal

Handhavingstaken

Uitleg

Totaal uren

Klachten/meldingen/controles niet gerelateerd aan bedrijven en meldingen m.b.t. de fysieke leefomgeving

Met name t.b.v. de fysieke veiligheid en omgevingskwaliteit

480

Ondermijning (incl. druggerelateerde zaken)

Met name t.b.v. de fysieke veiligheid, gezondheid en omgevingskwaliteit

900

Controle evenementen

Uitvoeren van geluidmetingen bij evenementen; met name t.b.v. omgevingskwaliteit en veiligheid

200

Casemanager handhaving

Onderhouden van praktische contacten tussen gemeente en ODT

300

Coördinatie team boa’s

 

400

Organisatorisch

Afdelings-/teamoverleg

Bijhouden vakgebied

Personeel

Kwaliteitsbeheer

Interne vertegenwoordiging

Externe vertegenwoordiging

200

Totaal

 

2480

Tabel: Totaalprogramma APV/Bijzondere wetten 2024

Handhavingstaken

Uitleg

Totaal geplande uren

Horeca:

t.b.v. met name fysieke veiligheid, gezondheid en/of omgevingskwaliteit

Controle horecavergunning

450

Evenementen

t.b.v. met name fysieke veiligheid, gezondheid en/of omgevingskwaliteit en geluidsmetingen

Controle evenementen (A, B, C)

800

Openbare ruimte:

met name fysieke veiligheid, gezondheid en/of omgevingskwaliteit

Terrassen, voorwerpen op openbare weg, overlast (hang)jongeren, gevonden fietsen, illegale reclame, hondenoverlast, aanbieden huishoudelijk/ bedrijfsafval, onderlinge problemen in wijken, zorgvragers, meldingen en preventief toezicht openbare ruimte

6400

Wegen en verkeer:

t.b.v. met name fysieke veiligheid, gezondheid en/of omgevingskwaliteit

Controle Wegenverkeerswet / stadserf (Wet Mulderfeiten), controle/storingen parkeerapparatuur, controle (betaald) parkeren, controle parkeervergunningen / inrij- en parkeerontheffingen

1900

Overige producten:

t.b.v. met name gezondheid en omgevingskwaliteit

Warenmarkten, brandvergunningen

280

Organisatorische taken

Indirecte uren (overleggen, opleiding, training, personeel, applicatiebeheer, etc.)

400

Totaal

 

10230