Terrassenbeleid Dijk en Waard 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Terrassenbeleid Dijk en Waard 2024

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel nr. 747042, gedateerd 19 december 2023;

gelet op:

artikel 2:10, tweede lid en 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Dijk en Waard 2022

artikel 1:3, vierde lid en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

artikel 30 van de Wet Algemene regels herindeling

B e s l u i t :

vast te stellen het Terrassenbeleid Dijk en Waard 2024.

Terrassenbeleid Dijk en Waard 2024

Inleiding

Per 1 januari 2022 zijn de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk gefuseerd tot de gemeente Dijk en Waard.

In de Algemene plaatselijke verordening Dijk en Waard 2022 (APV) is in artikel 2:28 geregeld dat het verboden is om zonder een vergunning van de burgemeester een openbare inrichting te exploiteren. Onder een openbare inrichting wordt in dit geval onder andere verstaan, een voor het publiek toegankelijk besloten ruimte waarin bedrijfsmatig c.a. logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt. Een buiten de besloten ruimte liggend deel, waaronder een terras, maakt deel uit van die besloten ruimte. De bevoegdheid om vergunning te verlenen, is in de voormalige gemeente Heerhugowaard en Langedijk nader uitgewerkt in beleid. In dat beleid is bepaald hoe en onder welke condities terrassen mogen worden geëxploiteerd. Het beleid is gedateerd en afwijkend. Omdat dat beleid is vastgesteld door het college en/maar op grond van de Apv en de Algemene wet bestuursrecht het harmoniseren van dat terrassenbeleid een bevoegdheid van zowel de burgemeester als het college is, is voorgesteld het terrassenbeleid Dijk en Waard 2024 door beide bestuursorganen te laten vaststellen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft. Wanneer niet wordt besloten regels voor het exploiteren van terrassen voor Dijk en Waard vast te stellen, dan ontbreken per 1 januari 2024 regels voor het exploiteren van een terras. Besloten is daarom terrassenbeleid voor Dijk en Waard vast te stellen en het terrassenbeleid op termijn nader uit te werken.

In deze beleidsregels zijn de regels van beide voormalige gemeenten verenigd, met de kanttekening dat op onderdelen nog een onderscheid in het grondgebied van de voormalige gemeenten is gemaakt. Het resulteert in het consolideren en een technische harmonisatie van het beleid.

Beleidsregels voor terrassen op grond van artikel 2:28 van de APV in voormalig Heerhugowaard

Uitgangspunt bij het beleid is dat slechts die eisen door de gemeente aan de exploitatie van een terras verbonden worden, die in het kader van de leefbaarheid, openbare orde en veiligheid noodzakelijk zijn. Dat betekent dat terughoudend omgegaan is met het stellen van regels daar waar het om het soort meubilair en het onderhoud van het terras gaat. Uitgangspunt is dat een ondernemer uit commercieel oogmerk voldoende belang hecht aan goed uitziend meubilair en een schoon terras. Toch is een enkele bepaling daartoe in de “Nadere regels terrassen” opgenomen. Mocht dit niet voldoende zijn, dan zal dit in de toekomst worden aangepast. In het voorliggende beleid wordt, naast een eis in de zin van brandveiligheid, alleen bepaald dat het te gebruiken meubilair passend moet zijn bij de aard van de horeca-inrichting; in die zin is er dus sprake van een kwaliteitseis.

Plattegrond

De plattegrond (tekeningnummer 1102HF456) van het Stadshart Heerhugowaard, onderdeel Terrassen Coolplein/Kwarts), maakt deel uit van het terrassenbeleid Dijk en Waard 2024.

Artikel 1.

Begripsomschrijving

  • 1.1

    Openbare inrichting:

    een hotel, restaurant, pension, cafe, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;

    elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid.

  • 1.2

    Terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 1.3

    Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 1.4

    Terrasmeubilair: stoelen, (sta-)tafels, parasols (waaronder partytenten niet begrepen), terrasschermen, uitstallingen; waaronder reclameborden, plantenbakken en alle overige objecten die op het terras geplaatst zijn ten dienste van het terras en/of het overige deel van de inrichting.

  • 1.5

    Terrasscherm: een schot dat gebruikt wordt ter fysieke afbakening van het terras.

  • 1.6

    Ongehinderde doorgang: het gedeelte van de straat of trottoir (openbare weg) waarvan voetgangers en/of hulpdiensten gebruik kunnen maken zonder gehinderd te worden door objecten.

Artikel 2.

Vergunning en duur

  • 1.

    Een vergunning is zowel persoons- als inrichtingsgebonden.

  • 2.

    Een vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd.

Artikel 3.

Algemene bepalingen

3.1 Terrastijden

(vervallen)

3.2 Opruimen van het terrasmeubilair buiten de openingstijden

  • 1.

    Het is verboden buiten de inrichting terrasmeubilair op te stapelen.

  • 1.

    Indien onmogelijk dient hiervoor een aparte ontheffing te worden aangevraagd.

  • 2.

    Indien een terras,(gedurende een seizoen/periode van meer dan vier weken) niet meer gebruikt wordt, dient het terrasmeubilair verwijderd te worden.

  • 3.

    De ondergrond van een terras dient schoon geveegd te zijn en regelmatig geborsteld en onderhouden te worden.

3.3 Terraskaart en feitelijke markering

  • 1.

    De afmetingen van een terras dienen op een terraskaart aangegeven te worden. Deze kaart moet goed zichtbaar getoond worden aan de voorzijde van de inrichting. Op deze kaart worden naast afmetingen de sluitingstijden van de inrichting en van het terras vermeld.

  • 2.

    Indien de omvang van het terras niet blijkt uit de overgang naar een andere soort of kleur verharding, bestaat de markering uit RVS punaises of uit ander gelijkwaardig materiaal. Buiten deze markering is het plaatsen van terrasmeubilair verboden.

3.4 Ongehinderde doorgang

  • 1.

    Voor hulpverleningsdiensten dient de ongehinderde doorgang minimaal 3,50 meter breed en 4,20 meter hoog te zijn.

  • 2.

    Voor voetgangers dient de ongehinderde doorgang minimaal 1,50 meter te bedragen. Indien er een stoeprand is, wordt deze afstand gemeten vanaf die stoeprand.

  • 3.

    Brandkranen moeten vrij toegankelijk zijn voor hulpverleningsdiensten.

  • 4.

    Op het Coolplein dient binnen de bladvorm een strook vrij te blijven ten behoeve van de loop- (vlucht)route naar het winkelcentrum.

Artikel 4.

Inrichting van terrassen

4.1 Meubilair

  • 1.

    Er mogen slechts tafels en stoelen van hoogwaardig materiaal gebruikt worden, die passen bij de inrichting.

  • 2.

    Stoelen en tafels, die worden opgestapeld, dienen van brandvertragend materiaal vervaardigd te zijn, minimaal klasse 2.

4.2 Vaste elementen op of bij een terras

  • 1.

    Terrasschermen moeten demontabel zijn.

  • 2.

    Indien een terras niet meer gebruikt wordt, dienen de terrasschermen verwijderd te worden, tenzij deze schermen tegen de gevel ingeklapt zijn en blijven gedurende het niet-gebruiken van het terras. Indien de terrasschermen op het Coolplein/Kwarts niet zijn geplaatst, dient de horecaondernemer er voor te zorgen dat de afdekplaatjes op de verzonken terrasschermvoeten zitten.

  • 3.

    Terrasschermen mogen niet worden verankerd aan de muur van de inrichting, tenzij hiervoor een bouwvergunning is verleend.

  • 4.

    Voor het Coolplein en Kwarts zijn terrasschermen haaks op de gevels toegestaan (schermen evenwijdig aan de gevel zijn hier niet toegestaan) en in één situatie diagonaal (bij de entree Middenwaardzijde).

  • 5.

    Op de centrale terraszone in de bladvorm op het Coolplein zijn geen terrasschermen toegestaan.

  • 6.

    De hoogte van terrasschermen mag maximaal 1,50 meter bedragen, waarbij het terrasschot vanaf 1,00 meter vanaf de grond gemeten volledig transparant dient te zijn. De terrasschermen dienen op elkaar afgestemd te worden.

  • 7.

    Een reclame-uiting wordt alleen bevestigd op het niet-transparante deel van het terrasschot en omvat niet meer dan één reclame-uiting. De schermen van het Coolplein/ Kwarts mogen geen reclame uitingen of opschriften bevatten.

4.3 Parasols

  • 1.

    Parasols dienen na sluitingstijd van het terras in het inpandige deel van de inrichting te worden opgeslagen.

  • 2.

    Parasols, die niet binnen het inpandige deel van de inrichting kunnen worden opgeslagen, zijn vervaardigd van brandvertragend materiaal, minimaal klasse 2.

  • 3.

    Het is toegestaan (een) vaste parasol(s) op een terras te plaatsen, mits daarvoor een bouwvergunning is verleend. Parasols mogen in uitgeklapte toestand de grenzen van het terras niet overschrijden.

  • 4.

    Op het Coolplein en Kwarts mogen alleen door de gemeente verzonken parasolvoeten geplaatst worden.

  • 5.

    Indien de parasols op het Coolplein en Kwarts niet in de verzonken parasolvoeten zijn geplaatst, dient de horecaondernemer er voor te zorgen dat de afdekplaatjes op de verzonken parasolvoeten zitten.

  • 6.

    Op grond van het bestemmingsplan is de maximale hoogte 2,5 meter. De maximale breedte is 3 meter.

4.4 Plantenbakken

  • 1.

    Voor het Coolplein en Kwarts mogen plantenbakken niet als terrasafscheiding worden gebruikt.*

4.5 Gebruik terrasverwarming

  • 1.

    Terrasverwarming is alleen toegestaan wanneer de energie die gebruikt wordt duurzaam is.

4.6 Geluid

  • 1.

    Het ten gehore brengen van muziek en/of gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van geluid is niet toegestaan.

4.7 Objecten op het terras

  • 1.

    De aan het terras gerelateerde objecten, waaronder maximaal 1 reclamebord, mogen niet groter zijn dat 0.8 bij 1.15 meter. De totale constructie mag niet hoger zijn dan 1.50 meter en niet breder en dieper zijn dan 1 meter. Deze objecten moeten binnen de grenzen van het terras worden geplaatst.

Toelichting artikelen terrassenbeleid

1. Begripsomschrijvingen

1.1 Voor het begrip is aansluiting gezocht bij de in de Algemene plaatselijke verordening (APV) opgenomen begrippen. In het tweede lid is bepaald dat onder horecabedrijf mede bedoeld wordt het terras. In de Alcoholwet is dit eveneens bepaald. Deze formele wet is uiteraard leidend. Indien aan een inrichting een terras is verbonden wordt daarvan aantekening gemaakt op de alcoholvergunning. Hoewel het terras dus gevoegd is als onderdeel van een inrichting en daarop ook de Alcoholwet van toepassing is, kan naar eigen lokaal inzicht een terrassenbeleid worden vastgesteld.

1.2 en 1.3 De onderdelen "sta/zitgelegenheid bieden” en “tegen vergoeding dranken nuttigen” duiden er op dat het terras voor publiek toegankelijk is en een openbaar karakter draagt. Het gebeurt dat ondernemers de mening toegedaan zijn dat het terras bij hun horecabedrijf niet vergunning verplicht is, omdat bijvoorbeeld de grond in eigendom is, of dat het terras dermate omheind is dat van een feitelijke toegankelijkheid geen sprake zou zijn. Bepalend is echter of een terras bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd. Hierbij is dus niet relevant of een terras bijvoorbeeld op het eigen terrein is gesitueerd. Als het terras voor klanten bereikbaar is - dat is voor het publiek toegankelijk is - dient een vergunning aanwezig te zijn. Dat geldt eveneens voor terrassen, die op afgesloten grote terreinen liggen. Slechts terrassen in particuliere tuinen vallen niet onder het terrassenbeleid.

1.4 Op een terras kunnen diverse objecten geplaatst worden. Echter, niet alle objecten zijn uit het oogpunt van een ordelijk straatbeeld gewenst. Om deze reden is bepaald welk objecten of soort van objecten op een terras geplaatst mogen worden. Het gaat dan om die objecten die er toe leiden dat een terras geëxploiteerd kan worden en die het terras ‘aankleden’, zoals plantenbakken. Partytenten vallen hier niet onder.

1.5 Het kan gewenst zijn om een terras vanwege de specifieke ligging of anderszins af te bakenen. Dat kan soms nodig zijn om bijvoorbeeld de grens tussen twee terrassen van verschillende ondernemers aan te geven, of om een geordende uitstraling te geven aan het terras. Bovendien voorkomt een terrasschot dat het terrasmeubilair buiten de terrasafmetingen wordt geplaatst. Een reclamebord dat tussen twee terrassen is geplaatst, wordt uiteraard niet als een terrasschot aangemerkt.

1.6 De ongehinderde doorgang is in verband met de toegang voor hulpverleningsdiensten een noodzaak. Ook moet hierbij gedacht worden aan de voetgangersstroom; voorkomen dient te worden dat straten worden geblokkeerd door terrassen.

2. Vergunning

De vergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend. Reden hiervoor is onder meer dat ook de alcoholvergunning een onbepaalde duur kent. Er dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd indien, gelet op de bepalingen van de Alcoholwet, een nieuwe alcoholvergunning moet worden aangevraagd, of indien er veranderingen zijn met betrekking tot de inrichting. Hierbij kan gedacht worden aan een wijziging in de exploitatie of in het beheer van de inrichting, of een wijziging in de afmetingen en/of de situering van het terras.

De vergunning kan geweigerd worden. De weigeringsgronden zijn opgenomen in APV ,“Toezicht op openbare inrichtingen”.

3. Algemene bepalingen

3.1. Terrastijden

De openingstijden van het terras zijn geregeld in de APV.

Elke aanvraag zal op het aspect van risico van overlast beoordeeld worden. Dat zou ertoe kunnen leiden dat met betrekking tot een bepaalde inrichting besloten wordt tot een vroegere sluitingstijd. De plaats van het terras en de inrichting is daarbij bepalend. Bij evenementen kan worden besloten de openingstijden van de terrassen aan te passen.

3.2 Opruimen van het terras buiten de openingstijden

Artikel 3.2 lid 2. Indien een terras (gedurende een seizoen/periode van meer dan vier weken) niet meer gebruikt wordt, dient het terrasmeubilair verwijderd te worden. Hierdoor wordt er voor gewaakt dat het terras een opslagplaats wordt van terrasmeubilair. Voor het Coolplein/Kwarts wordt in de verhuurcontracten geregeld dat het terrasmeubilair, indien het terras feitelijk meer dan vier weken niet meer in gebruik is, niet buiten opgeslagen mag worden.

Artikel 3.2 lid 3. Deze bepaling is in nauw overleg met horeca, brandweer en politie tot stand gekomen. De vergunninghouder wordt verantwoordelijk gehouden voor het onderhoud van het terras; daartoe behoort ook de ondergrond. Het zal duidelijk zijn dat naast vegen, enz. ook gedoeld wordt op het verwijderen van zwerfvuil en onkruid.

3.3 Terraskaart

Bij het toezicht en de handhaving op terrassen is het praktisch om in één oogopslag te kunnen zien wat de afmetingen zijn van het terras en tot hoe laat het terras dagelijks geopend mag zijn. Dit geldt voor zowel gemeente als politie, welke laatste met name op de sluitingstijden zal controleren. Ook voor het publiek dat gebruik maakt van het terras is het middels de terraskaart duidelijk tot welk tijdstip zij op het terras kunnen blijven zitten, zodat de sluitingstijden beter gehanteerd kunnen worden. De terraskaart krijgt een waarmerk door middel van een stempel en een ondertekening door de afdeling VTH van de gemeente. Bij elke wijziging dient een nieuwe terraskaart geplaatst te worden.

3.4 Ongehinderde doorgang

De ongehinderde doorgang is een eis die met name door de brandweer wordt gesteld. De brandweer moet met de brandweervoertuigen alle locaties goed kunnen bereiken. Ditzelfde geldt voor ambulance en politie. Aangezien de benodigde ruimte vanwege de brandweervoertuigen het grootst is, zijn de hun minimale eisen als norm genomen. Naast de breedtenorm van 3.50 meter geldt een hoogtenorm van 4.20 meter in verband met bijvoorbeeld luifels en dergelijke. De normen gelden in alle situaties.

Er doen zich situaties voor dat niet zozeer sprake is van een 'rijbaan', zoals bedoeld is in de Wegenverkeerswet. Denk in deze aan het voetgangersdomein. In deze situatie is er ook geen stoep aanwezig, maar grenzen aan de "weg" direct de buitengevels. Ook smalle straten of onderdoorgangen zijn situaties waar deze bepaling op doelt. Aangezien een brandweervoertuig in deze gevallen minder wendbaar is, dan wanneer bijvoorbeeld nog een stoep aanwezig is, moet in dergelijke gevallen een obstakelvrije breedte van tenminste 3.50 meter worden aangehouden. In verband met de mogelijkheid om gelijktijdig alle deuren van een voertuig te kunnen openen, zou een breedte van 4.00 meter wenselijk zijn. Dit wordt echter niet opportuun geacht.

Indien het terras is geplaatst op een trottoir, wordt de vrije doorgang voor voetgangers gemeten vanaf de trottoirband tot het begin van het terras. Dit om te voorkomen dat voetgangers zich op de rijbaan moeten begeven wegens gebrek aan ruimte. Indien geen trottoir aanwezig is, wordt gemeten vanaf de rand van het terras tot het eerstvolgende obstakel dat een vrije doorgang belemmert. De afstand bedraagt in beide gevallen minimaal een 1,50m brede vrije doorgang.

Inrichting van terrassen

4.1 Meubilair

1. Alhoewel terughoudendheid betracht dient te worden, dient in het beleid naast veiligheid ook gestuurd te worden op kwaliteit. De vergunninghouder bepaalt zelf de soort meubilair, maar deze dient te passen bij de aard en uitstraling van de inrichting. Een vergunninghouder wenst zich nu eenmaal met het terras te onderscheiden van overige inrichtingen. In lid 1 is bepaald dat slechts meubilair gebruikt mag worden van hoogwaardig materiaal.

2. Brandvertragend materiaal: daarbij wordt ook gedacht aan moeilijk brandbaar hout en metaal. Onder hout kan ook verstaan worden rotan en riet, mits de gebruikte materialen aan de eis van brandvertragendheid voldoen en dus conform klasse 2 afdoende geïmpregneerd zijn. Indien het meubilair alleen geïmpregneerd is met een brandvertragend middel dient daarvan een certificaat overgelegd te kunnen worden. De vergunninghouder dient regelmatig de mate van brandvertragendheid te doen controleren. Ook kan imitatie rotan- of rieten meubilair gebruikt worden. Het gebruik van kunststof is evenwel niet wenselijk; bij brand gaat dat veelal gepaard met een enorme rookontwikkeling. Indien een ondernemer toch van kunststof meubilair gebruik wenst te maken, dient dit meubilair van brandwerend materiaal klasse 2 vervaardigd te zijn. Ook hiervan dient de vergunninghouder een certificaat te kunnen tonen.

Klasse 2 moet voldoen aan NEN 6065 of Klasse B volgens de NEN-EN13501-1.

4.2 Terrasschermen

Terrasschermen dienen tenminste demontabel te zijn. Indien het terras tijdens de winterperiode bijvoorbeeld gesloten is, dient de vergunninghouder ook de terrasschermen te verwijderen. Uitzondering geldt alleen het terrasschot dat aan de muur bevestigd is; een dergelijk schot behoeft gedurende de wintermaanden niet verwijderd te worden, mits het terrasschot tegen de gevel ingeklapt wordt en blijft.

Het transparante deel van een terrasscherm mag niet als reclamebord gebruikt worden. Het is evenwel toegestaan om op het niet transparante deel van een terrasschot één reclame-uiting aan te (doen) brengen. Dit geldt niet voor het Coolplein en aangrenzend gebied waar helemaal geen reclameuiting op het terrasscherm is toegestaan.

4.3 Parasols

Artikel 4.3.2 : klasse 2 moet voldoen aan NEN 6065 of Klasse B volgens de NEN-EN13501-1.

Aangezien een kleine parasol weinig ruimte inneemt en makkelijk verplaatsbaar is, dient deze in de inrichting te worden opgeslagen na sluitingstijd van het terras. Ten aanzien van grote parasols is dit, gezien het gewicht, enz. niet realiseerbaar. Hierbij geldt dat de verrijdbare parasols tegen de gevel van het horecapand moeten worden geplaatst na sluitingstijd van de inrichting; dit in verband met vernieling e.d. Parasols, die buiten de inrichting worden opgeslagen, dienen in alle gevallen vervaardigd te zijn van brandvertragend materiaal.

Al het terrasmeubilair dient binnen de afmetingen van het terras geplaatst te worden. Aangezien een parasol als zodanig is aangemerkt, dient deze ook binnen de afmetingen te blijven. Hierbij wordt uitgegaan van een uitgeklapte toestand. Doorslaggevend hierbij is aldus de volant en niet de voet van de parasol. Op deze wijze worden ook geen stoelen buiten de toegestane afmetingen van het terras geplaatst.

4.5 Terrasverwarming

De gemeente heeft duurzaamheid in zijn beleid opgenomen. Het installeren en gebruiken van terrasverwarming zorgt voor een toename van het energiegebruik en dus energiekosten.

Terrasverwarming is toegestaan, mits de energie hiervan duurzaam wordt opgewekt.

Dit kan zowel Biogas als groene stroom zijn. De levering kan via contracten worden afgesloten bij energiebedrijven (aantoonbaar met certificaten). De leidingen kunnen in principe vrij eenvoudig worden aangelegd (uiteraard in overleg met de verhuurder).

4.6 Geluid

Het ten gehore brengen van muziek en/of gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van geluid is niet toegestaan. Dit is in alle verleende vergunningen reeds opgenomen. Dit wordt nu in beleid vastgelegd.

4.7 Objecten op het terras

Het terrasbeleid heeft geen relatie met het uitstallingenbeleid. Voor uitstallingen gelden dan ook andere beleidsregels. In dit artikel is de omvang e.d. van toegestane objecten op een terras specifiek omschreven. De objecten, die op het terras zijn toegestaan, zijn mede gelet op de begripsomschrijving, alle aan te merken als terrasmeubilair.

Beleidsregels voor terrassen op grond van artikel 2:28 van de APV in voormalig Langedijk

Terrassen zijn niet toegestaan in het publieke domein.

Een terras is alleen toegestaan voor of nabij het horecabedrijf, op eigen grond en voor zover hierop de bestemming “horeca” rust.

Een terras mag in beginsel worden gebruikt ter ondersteuning van de activiteiten van het horecabedrijf. Hieraan worden echter wel beperkingen gesteld die in verband met de bescherming van de woon- en leefomgeving noodzakelijk zijn. Deze voorwaarden kunnen voor een afzonderlijk horecabedrijf worden opgenomen in een exploitatievergunning.

Twee concrete voorschriften met betrekking tot het gebruik van het terras, zijn in de exploitatievergunningen voor horecabedrijven in Langedijk in ieder geval opgenomen ter bescherming van de woon- en leefomgeving.

Hierbij gaat het om het verbod op het gebruik van terrasverwarming en het verbod op het plaatsen van barbecues op het terras van een horecabedrijf.

Terrasverwarming

Terrasverwarming maakt het mogelijk een terras intensiever te gebruiken dan waarvoor de terrassen gezien de ligging in de dorpen geschikt zijn. Met uitzondering van een aantal horecabedrijven, liggen alle horecabedrijven in de directe nabijheid van woningen. Deze ligging tussen woningen in, verdraagt zich er niet mee dat de buitenruimte bij een horecabedrijf zo wordt ingericht dat hiervan, onafhankelijk van weersinvloeden of temperaturen, ten volle gebruik kan worden gemaakt. Door het gebruik van terrasverwarming kan een terras namelijk zowel langer in het jaar als langer en later op een dag worden gebruikt. Ook al wordt in de APV een absolute sluitingstijd op het gebruik van het terras gesteld, dan nog kan het gebruik van terrasverwarming ertoe leiden dat binnen deze tijden zodanig intensief van het terras gebruik kan worden gemaakt, dat dit onevenredige hinder en overlast oplevert voor omwonenden en de woon- en leefomgeving daardoor onredelijk aantast.

Om deze reden wordt, met het oog op bescherming van de woon- en leefomgeving, in beginsel aan elk horecabedrijf met een terras, het voorschrift aan de exploitatievergunning verbonden dat plaatsing en/of het gebruik van iedere vorm van terrasverwarming verboden is.

Hierop kan een uitzondering worden gemaakt voor horecabedrijven die zijn gelegen in het buitengebied, in Geestmerambacht, op een bedrijventerrein of op een specifieke locatie en waarbij geen woningen in de directe nabijheid hinder kunnen ondervinden van een intensiever gebruik van het terras.

Bereiden van etenswaren of dranken op het terras

Vanwege de hierboven al genoemde bescherming van de woon- en leefomgeving geldt, net als voor terrasverwarming, dat het bereiden van etenswaren of dranken op het terras verboden is. Dit wordt als voorschrift in de exploitatievergunning opgenomen. Hierdoor is het gebruik van bijvoorbeeld barbecues of buitentaps niet toegestaan.

Het gebruik van een terras voor de bereiding van etenswaren of dranken zorgt ervoor dat een belangrijk deel van de bedrijfsvoering van het horecabedrijf naar buiten wordt verplaatst, waardoor de effecten van deze activiteiten meer hinder en overlast kunnen veroorzaken voor omwonenden. Het terras kan hierdoor veel intensiever worden gebruikt dan waarvoor de buitenruimte van een horecabedrijf is bedoeld. Het gebruik van het terras voorde bereiding van etenswaren en dranken komt daarnaast in de regel vooral in combinatie met grotere groepen bezoekers die gedurende langere tijd gebruik maken van het terras. Dit zorgt voor een onevenredige inbreuk op de woon- en leefomgeving rondom het horecabedrijf.

Dat zich hierdoor ook daadwerkelijk een aantasting van de woon- en leefomgeving voordoet is erg aannemelijk door de ligging van de meeste horecabedrijven in de directe nabijheid van woningen. Om deze reden wordt, met het oog op bescherming van de woon- en leefomgeving, in beginsel aan elk horecabedrijf met een terras, het voorschrift aan de exploitatievergunning verbonden dat het bereiden van etenswaren op het terras is verboden. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt voor horecabedrijven die zijn gelegen in het buitengebied, in Geestmerambacht, op een bedrijventerrein of op een specifieke locatie en waarbij geen woningen in de directe nabijheid hinder kunnen ondervinden van een intensiever gebruik van het terras.

SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2024.

  • 2.

    De Beleidsregels terrassen gemeente Heerhugowaard 2012 en hoofdstuk 3.7 van het Horecabeleid 2012 Gemeente Langedijk zijn bij besluit nr. 747042 per gelijke datum door het college van burgemeester en wethouders ingetrokken.

Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Terrassenbeleid Dijk en Waard 2024.”

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, d.d. 19 december 2023.

de Secretaris,

A.Doesburg

de Burgemeester,

M. Poorter

Plattegrond

afbeelding binnen de regeling