Beleidsregels mandatering vergunningen GVB Infra 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels mandatering vergunningen GVB Infra 2024

Het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam,

Gelet op de Omgevingswet artikel 5.1, lid 2 onder f, sub 4 en op

Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en

gelet op het Mandaatbesluit vergunningen GVB Infra 2024

Besluit vast te stellen de navolgende beleidsregels

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • 1. Deze beleidsregels zijn van toepassing op de uitoefening van de bevoegdheden door GVB Infra B.V. met betrekking tot het verlenen van vergunningen op grond van artikel 5.1 van de Omgevingswet zoals gemandateerd bij besluit van het dagelijks bestuur van 14 december 2023 (Mandaatbesluit vergunningen GVB Infra 2024).

  • 2. GVB Infra oefent deze bevoegdheden uit in het gebied van de Vervoerregio Amsterdam, waaronder begrepen het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn.

Artikel 2 Toezicht en handhaving

  • 1. GVB Infra oefent toezicht uit op de juiste uitvoering van de verleende vergunningen als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet en de daarin vervatte voorschriften.

  • 2. Bij het constateren van een onveilige situatie neemt GVB Infra direct maatregelen om de onveilige situatie op te heffen.

  • 3. GVB Infra is bevoegd een vergunning in te trekken indien de vergunninghouder zich niet houdt aan de vergunning of de daarin vervatte voorschriften.

  • 4. GVB Infra kan het dagelijks bestuur verzoeken tot het uitoefenen van handhavende bevoegdheden op grond van de artikelen 43 (last onder bestuursdwang/dwangsom) en 44 (bestuurlijke boete) van de Wet lokaal spoor.

Artikel 3 Vormgeving en publicatie

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt de vormgeving van het aanvraagformulier en van de vergunning vast.

  • 2. De vergunning bevat altijd de voorschriften waaronder deze worden verleend.

  • 3. De voorschriften bevatten in ieder geval de eisen ten aanzien van het veilig gebruik van de lokale spoorweginfrastructuur en de veiligheid van baanwerkers en weggebruikers zoals aangegeven in artikel 22 van de Wet lokaal spoor.

  • 4. GVB Infra is gemandateerd tot en draagt zorg voor kennisgeving van de beslissing op de aanvraag of van het oordeel dat er geen omgevingsvergunnning benodigd is, middels publicatie in het gemeenschappelijke regelingenblad van de Vervoerregio Amsterdam.

  • 5. In de vergunning wordt aangegeven welke wijzen van bezwaar en beroep mogelijk zijn en hoe deze middelen kunnen worden aangewend.

Artikel 4 Informeren dagelijks bestuur

  • 1. Op grond van artikel 10:6, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht dient GVB Infra op eerste verzoek van het dagelijks bestuur inlichtingen te verschaffen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2. GVB Infra neemt een verzoek om inlichtingen per omgaande in behandeling en bevestigt de ontvangst ervan met vermelding van de (verwachte) reactietermijn, die maximaal vier weken zal betreffen.

  • 3. GVB Infra informeert het dagelijks bestuur tenminste eenmaal per kwartaal, binnen een maand na afloop van het kwartaal, over het aantal verleende vergunningen, over het aantal verstuurde schriftelijke waarschuwingen, alsmede het aantal ingetrokken vergunningen.

  • 4. GVB Infra informeert het dagelijks bestuur uit eigen beweging en onverwijld indien wordt afgeweken van (wettelijke) voorschriften.

Artikel 7 Intrekken regelgeving

  • 1. De Beleidsregels mandatering vergunningen Infra van 18 november 2021 worden ingaande 1 januari 2024 ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024 en wordt aangehaald als ‘Beleidsregels mandatering vergunningen GVB Infra 2024’.

Ondertekening

Dit besluit is vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam op 14 december 2023.

Gerard Slegers

Portefeuillehouder Wet lokaal spoor

Roel Salden

Secretaris-directeur