Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712200
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR712200/2
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Rijswijk 2024 (Legesverordening Gemeente Rijswijk 2024)
Geldend van 30-12-2023 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Rijswijk 2024 (Legesverordening Gemeente Rijswijk 2024)De raad van de gemeente Rijswijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023, nummer 23.81054
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Rijswijk 2024 (Legesverordening Gemeente Rijswijk 2024).
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maande februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 2 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Persoonlijke vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- 1.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Artikel 5 Zakelijke vrijstellingen
De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen in deze verordening en tarieventabel is voorzien, niet geheven voor:
- a.
het afgeven van bewijzen van onvermogen;
- b.
het bewijs van in leven zijn tot ontvangst van pensioenen, lijfrenten wachtgelden, loon, bezoldiging of riddersoldij;
- c.
het raadplegen van de kadastrale kaarten en/of registers met of zonder hulpverlening en het maken van kopieën daarvan ten behoeve van rijks , provinciale of waterschapsdiensten;
- d.
het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
- e.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;
- f.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschrift daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;
- g.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
Artikel 6 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 7 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg.. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving of nota.
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend met in acht neming van die dienst, besluit of handeling in de tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.4.2.1 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
onderdeel 1.8.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 13 (kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 12 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Legesverordening 2023, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, vierde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3.. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Legesverordening Gemeente Rijswijk 2024”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2023.
de griffier,
J.A. Massaar, bpa
de voorzitter,
H. Sahin
Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024
Titel I |
Algemene dienstverlening |
|
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
|
1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op het gemeentehuis op: |
|
1.1.1.1 |
maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren (9:00 – 16:00 uur) |
€ 273,50 |
1.1.1.2 |
Zaterdag (9:00 – 16:00 uur) |
€ 608,65 |
1.1.1.3 |
Dinsdag, om 9:15 uur en 9:45 (uitsluitend op het gemeentehuis) uur is kosteloos |
€ 0,00 |
1.1.2 |
Het tarief onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2 voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis, worden verhoogd met: |
|
1.1.2.1 |
tijdens kantooruren (09.00 – 16.00 uur) |
€ 203,85 |
1.1.2.2 |
buiten kantooruren (16:30 - 22.00 uur) |
€ 272,05 |
1.1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis op zaterdag (09.00 – 22:00 uur) |
€ 987,70 |
1.1.3.2 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis op zondag (09.00 – 18.00 uur) |
€ 1.050,50 |
1.1.4 |
Voor het sluiten van een huwelijk/partnerschap, in het stadhuis), zonder enig ceremonieel worden de volgende leges geheven op maandag t/m donderdag (9:00 - 11:30 uur) |
€ 188,40 |
1.1.5 |
Bij het niet verschijnen of het niet tijdig verschijnen bij een kosteloze huwelijksceremonie of partnerschapsregistratie zoals bedoeld in artikel 1.1.1.3, worden de volgende leges in rekening gebracht |
€ 108,70 |
1.1.6 |
Voor een plechtigheid zoals genoemd in artikel 1.1.1.1 en 1.1.1.2 is standaard 45 minuten gereserveerd. Als die tijd onvoldoende is, worden de leges zoals vermeld twee maal in rekening gebracht. Dit kan direct bij het inplannen van de plechtigheid gebeuren, als dan al te voorzien is dat er langer dan 45 minuten nodig zal zijn, of nadat de plechtigheid heeft plaatsgevonden, als deze langer dan 45 minuten heeft geduurd. |
|
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
1.1.7.1 |
maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren (9:00 - 16:00 uur) |
€ 273,50 |
1.1.7.2 |
Zaterdag (9:00 – 16:00 uur) |
€ 608,65 |
1.1.8 |
Het tarief onder 1.1.7.1 en 1.1.7.2 voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere daartoe aangewezen locatie dan het gemeentehuis wordt verhoogd met: |
|
|
tijdens kantooruren (09.00 – 16.00 uur) |
€ 203,85 |
|
buiten kantooruren (16:30 - 22.00 uur) |
€ 272,05 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere locatie dan het gemeentehuis op zaterdag (09:00 – 22:00 uur) |
€ 987,70 |
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere locatie dan het gemeentehuis op zondag (09:00 – 18:00 uur) |
€ 1.050,50 |
|
Voor een plechtigheid zoals genoemd in artikel 1.1.7.1 en 1.1.7.2 is standaard 45 minuten gereserveerd. Als die tijd onvoldoende is, worden de leges zoals vermeld twee maal in rekening gebracht. Dit kan direct bij het inplannen van de plechtigheid gebeuren, als dan al te voorzien is dat er langer dan 45 minuten nodig zal zijn, of nadat de plechtigheid heeft plaatsgevonden, als deze langer dan 45 minuten heeft geduurd. |
||
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
||
1.1.9 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.9.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een kunststof uitvoering |
€ 19,75 |
1.1.9.2 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een (kunst) leder uitvoering |
€ 40,90 |
Akten burgerlijke stand |
||
1.1.10 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
1.1.11 |
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij een huwelijksvoltrekking of het opmaken van een akte van geregistreerd partnerschap |
€ 23,30 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
1.1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige benoeming als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand |
€ 66,95 |
Annuleren of wijzigen datum |
||
1.1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 28,25 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten |
|
1.2. |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,80 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,80 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
1.2.3 |
Voor een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 83,80 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 63,40 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 63,40 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 40,90 |
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisver- bod, ongeachte de leeftijd van de betrokken persoon |
€ 36,90 |
1.2.7 |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen: |
€ 57,00 |
1.2.8 |
voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.7 genoemde bedragen: |
€ 18,00 |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 51,10 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 39,65 |
1.3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een gezondheidsverklaring |
€ 41,00 |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen |
|
|
Niet aan afzonderlijke onderdelen toe te bedelen lasten |
|
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 10,90 |
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie personen |
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.4.1 |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 8,75 |
1.4.6 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 7,50 |
1.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 27,40 |
Het op grond van het onder 1.4.7 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk |
||
Hoofdstuk 6 |
Bestuursstukken |
|
|
Niet aan afzonderlijke onderdelen toe te bedelen lasten |
|
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.6.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting |
€ 13,35 |
1.6.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening |
€ 13,35 |
1.6.1.3 |
een afschrift van het burgerjaarverslag |
€ 13,35 |
1.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.2.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.6.2.1.1 |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
€ 0,35 |
1.6.2.1.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina |
€ 0,35 |
1.6.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.6.2.2.1 |
op de verslagen van de raadsvergaderingen |
€ 48,40 |
1.6.2.2.2 |
op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen |
€ 48,40 |
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.3.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.6.3.1.1 |
een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
€ 0,35 |
1.6.3.1.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
€ 0,35 |
1.6.3.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.6.3.2.1 |
op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie |
€ 48,40 |
1.6.3.2.2 |
op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie |
€ 48,40 |
1.6.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.6.4.1 |
een exemplaar van de richtlijnen voor de bijstand |
€ 14,75 |
1.6.4.2 |
Een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Rijswijk |
€ 6,95 |
1.6.4.3 |
Voor het verstrekken van een exemplaar van de Bouwverordening van de Gemeente |
€ 6,95 |
1.6.4.4 |
gedrukte stukken, fotokopieën, minuten, verordeningen, per bladzijde: |
€ 0,35 |
1.6.4.5 |
het gemeenteblad, per pagina |
€ 0,35 |
Hoofdstuk 7 |
Vastgoedinformatie |
|
|
|
|
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.1.1 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij een legger, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
|
1.7.1.1.1 |
niet topografisch, papierafdruk in formaat A4 |
€ 3,80 |
1.7.1.1.2 |
niet topografisch, papierafdruk in formaat A3 |
€ 7,65 |
1.7.1.1.3 |
niet topografisch, papierafdruk in formaat A2 |
€ 10,15 |
1.7.1.1.4 |
niet topografisch, papierafdruk in formaat A1 |
€ 15,60 |
1.7.1.1.5 |
niet topografisch, papierafdruk in formaat A0 |
€ 23,35 |
1.7.2.1 |
topografisch, papierafdruk in formaat A4 |
€ 12,25 |
1.7.2.2 |
topografisch, papierafdruk in formaat A3 |
€ 13,70 |
1.7.2.3 |
topografisch, papierafdruk in formaat A2 |
€ 16,95 |
1.7.2.4 |
topografisch, papierafdruk in formaat A1 |
€ 23,50 |
1.7.2.5 |
topografisch, papierafdruk in formaat A0 |
€ 36,70 |
1.7.2.6 |
topografisch, polyester in formaat A2 |
€ 236,80 |
1.7.2.7 |
topografisch, polyester in formaat A1 |
€ 227,90 |
1.7.2.8 |
topografisch, polyester in formaat A0 |
€ 474,60 |
1.7.3 |
tot het verstrekken van het gemeentelijk adressenbestand of delen daarvan |
€ 104,75 |
1.7.4 |
voor het raadplegen van niet-topografische kaarten, kadastrale stukken door of met behulp van een ambtenaar, voor elk kwartier of gedeelte daarvan |
€ 27,41 |
Hoofdstuk 8 |
Overige publiekszaken |
|
|
|
|
1.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
1.8.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
€ 10,90 |
1.8.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 8,15 |
1.8.4 |
tot het verkrijgen van een lijkenpas |
€ 23,45 |
1.8.5 |
voor het overeenkomstig artikel 17 lid 1 van de Wet op de lijkbezorging stellen van een andere termijn voor de begraving of verbranding van een lijk |
€ 51,55 |
1.8.6 |
Het tarief bedraagt voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd. |
€ - |
Hoofdstuk 9 |
Gemeentearchief |
|
|
|
|
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 26,35 |
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.9.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ 0,35 |
1.9.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 9,30 |
Hoofdstuk 10 |
Huisvestigingswet |
|
|
|
|
1.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.10.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8 eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 34,80 |
1.10.2 |
tot het verkrijgen van een voorrangsverklaring als bedoeld in artikel 13 van de Huisvestingswet 2014 |
€ 73,10 |
Hoofdstuk 11 |
Gereserveerd |
|
Hoofdstuk 12 |
Gemeentegarantie |
|
|
|
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1 |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire lening |
€ 93,05 |
Hoofdstuk 13 |
Kansspelen |
|
|
|
|
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.13.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat |
€ 56,50 |
1.13.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende speelautomaat |
€ 34,00 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
|
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
|
1.13.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 12,65 |
1.13.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in [artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening]: |
€ 2.192,91 |
Hoofdstuk 14 |
Gereserveerd |
|
Hoofdstuk 15 |
Kabels en Leidingen |
|
|
|
|
1.15.1.1 |
Een melding van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, als bedoeld in de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Rijswijk, voor tracés tot 10 strekkende meter |
€ 311,20 |
1.15.1.3.1 |
Leges instemmingsbesluit/vergunning 10 - 500 meter |
€ 701,50 |
1.15.1.3.2 |
Leges instemmingsbesluit/vergunning 500 - 1000 meter |
€ 1.128,25 |
1.15.1.3.3 |
Leges instemmingsbesluit/vergunning > 1000 meter |
€ 1.611,00 |
1.15.1.2 |
Een melding van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, als bedoeld in de Algemene Verordening Kabels en leidingen, voor het maken van handboringen, per boring |
€ 14,50 |
1.15.2 |
Een instemming/vergunningaanvraag van één netbeheerder voor het plaatsen van een transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, ondersteuningswerken en beschermingswerken met een afmeting groter dan 0,60 x 0,30 x 0,80 m (lxbxh). |
€ 701,50 |
1.15.3 |
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.15.1 genoemde tarief per overleg verhoogd met |
€ 234,75 |
1.15.4 |
Indien een onderzoek met betrekking tot de status van een kabel of leiding moet plaatsvinden bedraagt het tarief, onverminderd de overige bepalingen in dit hoofdstuk |
€ 469,50 |
1.15.5 |
voor extra controle, tweede, derde per keer etc. incl. reistijd, op de aangevraagde melding en/of instemming/vergunning bedraagt het tarief, onverminderd de overige bepalingen in dit hoofdstuk |
€ 121,50 |
Hoofdstuk 16 |
Verkeer en vervoer |
|
|
|
|
1.16 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.16.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met uitzondering van de aanvragen tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 1.19.2 van dit hoofdstuk |
€ 36,05 |
1.16.2.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 om toegang te hebben tot de milieuzone met een geldigheidsduur van ten hoogste één dag |
€ 29,05 |
1.16.2.2 |
tot het verkrijgen van een langdurige ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 om toegang te hebben tot de milieuzone |
€ 139,05 |
1.16.3 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 36,05 |
1.16.4 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
|
1.16.4.1 |
voor een gehandicaptenparkeerkaart waarbij geen medisch of dossieronderzoek noodzakelijk is |
€ 51,80 |
1.16.4.2 |
voor een gehandicaptenparkeerkaart waarbij medisch onderzoek noodzakelijk is wordt het in 1.16.4.1 genoemde tarief verhoogd met |
€ 100,35 |
1.16.4.3 |
voor een gehandicaptenparkeerkaart waarbij dossieronderzoek noodzakelijk is wordt het in 1.16.4.1 genoemde tarief verhoogd met |
€ 85,30 |
Hoofdstuk 17 |
Diversen |
|
|
|
|
1.71.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.17.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning voor het in de uitoefening van een (neven) bedrijf afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van vuurwerk als bedoeld in artikel 2.71 en 2.72 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk |
€ 359,55 |
1.17.1.2 |
tot het afgeven en verlengen van een vergunning tot het opkopen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk |
€ 7,10 |
1.17.1.3 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 9,80 |
1.17.1.5 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 5,25 |
Titel 2 |
DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
|
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
|
Artikel 2.1 |
Definities |
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de 'Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten inclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
Omgevingsoverleg: het omgevingsoverleg is een proces waarin initiatiefnemers hun plan ter beoordeling aan de gemeente kunnen voorleggen voordat de daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend. Van het initiatief wordt in het Ruimtelijk Initiatieven Overleg (RIO) beoordeeld of het wenselijk is. Als het initiatief wenselijk is, gaat het initiatief door naar de smalle omgevingstafel en/of de brede omgevingstafel, een en ander afhankelijk van de aard van het initiatief. Hier wordt de haalbaarheid beoordeeld. |
||
'Ruimtelijk Initiatieven Overleg (RIO): aan de intaketafel wordt van een initiatief dat niet past binnen de regels van het omgevingsplan beoordeeld op welke wijze het toch kan worden gerealiseerd. De beoordeling leidt tot een standpunt van de gemeente over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces. 'Ruimtelijk Initiatieven Overleg (RIO): aan de intaketafel wordt van een initiatief dat niet past binnen de regels van het omgevingsplan beoordeeld op welke wijze het toch kan worden gerealiseerd. De beoordeling leidt tot een standpunt van de gemeente over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces. |
||
|
Smalle omgevingstafel: doel van een beoordeling aan de smalle omgevingstafel is om de haalbaarheid van het verzoek te beoordelen en om, in samenwerking met alle betrokken partijen, het verzoek mogelijk te maken. Het verzoek ziet op een initiatief dat niet (zeer) complex en/of bestuurlijk gevoelig ligt en waarvoor inzet van de externe ketenpartners niet vereist is. Het uiteindelijke resultaat van de beoordeling is een plan met feedback over welke onderzoeken en/of welke aanpassingen nodig zijn om tot een juridisch juiste en goed gemotiveerde aanvraag omgevingsvergunning te komen. Hierbij staan de adviezen van alle betrokkenen aan tafel vernoemd. Dit resultaat wordt mogelijk pas na meerdere beoordelingen behaald. |
|
|
Brede omgevingstafel: doel van een beoordeling aan de brede omgevingstafel is om de haalbaarheid van het verzoek te beoordelen en om, in samenwerking met alle betrokken partijen en om, in samenwerking met alle betrokken partijen, het verzoek mogelijk te maken. Het verzoek ziet op een initiatief dat (zeer) complex en/of bestuurlijk gevoelig ligt en waarvoor inzet van de externe ketenpartners wel vereist is. Het uiteindelijke resultaat van de beoordeling is een plan met feedback over welke onderzoeken en/of welke aanpassingen nodig zijn om tot een juridisch juiste en goed gemotiveerde aanvraag omgevingsvergunning te komen. Hierbij staan de adviezen van alle betrokkenen aan tafel vernoemd. Dit resultaat wordt mogelijk pas na meerdere beoordelingen behaald. |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567. |
|
5. |
Voor de definitie van bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; Als minimale ondergrens voor de bouwkosten wordt gehanteerd de door Casadata bepaalde basisbedragen per gebouwsoort voor de provincie Zuid-Holland voor 2024, zoals benoemd in de Bouwkostenwijzer, Richtprijzen en normen bouwkundig werk, vierde kwartaal 2023. De Bouwkostenwijzer, Richtprijzen en normen bouwkundig werk, vierde kwartaal 2023 is als bijlage deze tarieventabel opgenomen. (De Bouwkostenwijzer komt in oktober 2023 uit en zal voor heel 2024 worden gehanteerd) . |
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
omgevingsoverleg; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
|
Artikel 2.4 |
Omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief voor een beoordeling in het Ruimtelijk Initiatieven Overleg (RIO), per beoordeling: |
|
a. |
voor een overleg aan de intaketafel, per overleg: |
€ 89,80 |
b. |
voor een gesprek aan de omgevingstafel |
|
|
per overleg aan de eenvoudige omgevingstafel: |
€ 1.243,40 |
|
per overleg aan de complexe omgevingstafel: |
€ 3.574,75 |
2. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten. |
|
3. |
Onverminderd de overige onderdelen in deze paragraaf zijn, in afwijking van de tarieven vermeld onder lid 1, sub a, geen leges verschuldigd voor een overleg aan de intaketafel als de uitkomst van dat overleg aan de intaketafel is dat geen medewerking kan worden verleend aan het initiatief. |
|
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 200.000: |
1,2500% |
|
van de bouwkosten met een minimum van |
€ 128,90 |
|
en met een maximum van |
€ 2.500,00 |
b. |
Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
1,0000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 5.000,00 |
c. |
Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
0,7500% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 7.500,00 |
d. |
Indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: |
0,5000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 10.000,00 |
e. |
Indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: |
0,4000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 20.000,00 |
f. |
Indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: |
0,2500% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 250.000,00 |
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
en het gaat om |
|
|
a. |
een dakterras: |
€ 84,10 |
b. |
een dakopbouw: |
€ 904,70 |
c. |
het uitbouwen of aanbouwen van woonruimte: |
€ 226,20 |
d. |
een (fietsen)berging in de voortuin: |
€ 84,10 |
2. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit anders dan genoemd onder lid 1: |
|
a |
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 200.000: |
1,8000% |
|
van de bouwkosten met een minimum van |
€ 128,90 |
|
en met een maximum van |
€ 3.600,00 |
b. |
Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: |
1,0000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 5.000,00 |
c. |
Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
0,9000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 9.000,00 |
d. |
Indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: |
0,8000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 16.000,00 |
e. |
Indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: |
0,7000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 35.000,00 |
f. |
Indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: |
0,6000% |
|
van de bouwkosten met een maximum van |
€ 750.000,00 |
3. |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ 1.052,65 |
4 |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt, indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet in combinatie met een bouwactiviteit, het tarief verhoogd met: |
|
a |
indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4: |
|
1 |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A: |
€ 781,60 |
2 |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1: |
€ 4.890,65 |
b |
Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met: |
€ 3.574,75 |
De tarieven genoemd in het vierde lid van dit artikel worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen. |
||
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:: |
|
|
per kubieke meter sloopafval |
€ 5,70 |
|
met een minimum van: |
€ 88,55 |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:: |
|
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 310,85 |
2. |
Het eerste lid en aanhef is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:: |
€ 1.546,50 |
Artikel 2.10 |
gereserveerd |
|
Artikel 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.657,85 |
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
|
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, of als de aanvraag betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.464,15 |
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.886,80 |
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.309,45 |
|
Artikel 2.13 t/m 2.20 |
gereserveerd |
|
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
|
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 515,50 |
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.031,00 |
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
|
Artikel 2.23 |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd) |
|
Artikel 2.24 |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd) |
|
Artikel 2.25 |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:: |
€ 1.657,85 |
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 6.2.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht van de aanlegkosten |
2,5400% |
Artikel 2.27 |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/inrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 6.2.2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:: |
€ 88,55 |
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:: |
2,3950% |
|
van de aanlegkosten, met een minimum van: |
€ 86,35 |
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
|
Artikel 2.29 |
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd) |
|
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.1.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 88,55 |
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd) |
|
Artikel 2.32 |
Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van objecten op de weg, bedoeld in artikel 8.1.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 828,90 |
Artikel 2.33 |
Gereserveerd |
|
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 114,60 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
1. |
voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 114,60 |
2. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 114,60 |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
|
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
1. |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
2. |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
3. |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|
4. |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 932,55 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 932,55 |
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit bedraagt het tarief: |
|
a. |
voor één maatwerkvoorschrift: |
€ 2.083,65 |
b. |
voor twee tot vijf maatwerkvoorschriften, per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.041,85 |
c. |
voor vijf of meer maatwerkvoorschriften, per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.041,85 |
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 932,55 |
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
|
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 932,55 |
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 932,55 |
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 2.083,65 |
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 932,55 |
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
|
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 414,45 |
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
1. |
het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 414,45 |
2. |
het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning: |
€ 207,25 |
3. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid 1 of lid 2 is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 2.083,65 |
Artikel 2.42 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
0,6000% |
|
van de projectkosten, met een minimum van: |
€ 1.113,85 |
|
tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen: |
|
Artikel 2.43 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 114,50 |
Artikelen 2.44 t/m 2.45 |
Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
|
Artikel 2.46 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
25,00% |
Artikel 2.47 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.604,55 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 984,35 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 984,35 |
Artikel 2.48 |
Gereserveerd |
|
Artikel 2.49 |
Advies |
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 1.243,40 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Rijswijk over een bouwplan dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand zonder dat een omgevingsvergunning is aangevraagd , als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 310,85 |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] over een bouwplan dat uitsluitend betrekking heeft op monumenten, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 310,85 |
|
c. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.50 |
Instemming |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
a. |
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
b. |
Het bedrag bedoeld in artikel 2.50 onder a wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
|
Artikel 2.51 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
|
c. binnen 16 weken na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 128,90 |
Artikel 2.52 |
Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
|
Artikel 2.53 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van het verschuldigde bedrag aan leges. |
85,0000% |
Artikel 2.54 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: van het verschuldigde bedrag aan leges. |
85,0000% |
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf twee weken tot vier weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag wordt geen teruggaaf verleend. |
||
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
60% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot twaalf weken na de indiening van de aanvraag: |
40% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twaalf weken tot zestien weken na de indiening van de aanvraag: |
15% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
d. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zestien weken na de indiening van de aanvraag wordt geen teruggaaf verleend. |
|
Artikel 2.57 – 2.58 |
Gereserveerd |
|
Artikel 2.59 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.60 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven. |
|
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
|
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 375,10 |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 62,15 |
|
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 140,70 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 98,10 |
|
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 140,70 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf exclusief terras (artikel 2.10 van de APV) |
€ 562,60 |
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf inclusief terras (artikel 2.10 van de APV) |
€ 750,20 |
3.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning zoals bedoeld in artikel 2:10e van de APV: |
€ 176,15 |
Hoofdstuk 2 |
Organiseren van evenementen of markten |
|
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.8 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) voor een: |
|
een middelgroot evenement |
€ 250,00 |
|
een groot evenement |
€ 750,00 |
|
een herdenkingsplechtigheid: |
€ 46,60 |
|
een braderie: |
€ 46,60 |
|
een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg: |
€ 250,00 |
|
een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg: |
€ 250,00 |
|
een klein evenement dat niet voldoet aan de eis bedoeld in artikel 2.7, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 46,20 |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
||
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:6 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 46,60 |
|
Hoofdstuk 3 |
Prostitutiebedrijven |
|
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
3.3.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ 2.876,70 |
3.3.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 2.876,70 |
3.3.1.3 |
voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in de onderdelen 3.3.1.1 of 3.3.1.2 |
€ 2.876,70 |
3.3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van: |
|
de exploitant aan wie de vergunning is verleend: |
€ 197,45 |
|
de activiteit waarvoor de vergunning is verleend: |
€ 197,45 |
|
het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt: |
€ 197,45 |
|
het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend: |
€ 197,45 |
|
het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend: |
€ 197,45 |
|
het aantal prostituees dat ten hoogste voor of bij het seksbedrijf mag werken: |
€ 197,45 |
|
In afwijking van het eerste lid, bedraagt het tarief voor een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
||
voor een seksinrichting: |
€ 197,45 |
|
voor een escortbedrijf: |
€ 197,45 |
|
Hoofdstuk 4 |
Splitsingsvergunning woonruimte |
|
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 375,10 |
Hoofdstuk 5 |
Gereserveerd |
|
Hoofdstuk 6 |
Winkeltijdenwet |
|
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.6.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 70,25 |
3.6.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing |
€ 70,25 |
Hoofdstuk 7 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 46,60 |
Hoofdstuk 8 |
Automotive |
|
3.8 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het exploiteren van een automotive bedrijf als bedoeld in artikel 2:22 APV en het aanwijzingsbesluit van de burgemeester van Rijswijk d.d. 17 december 2019 |
€ 811,65 |
3.9 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een vergunning voor het exploiteren van een automotive bedrijf als bedoeld in artikel 2:22 APV, elfde lid en het aanwijzingsbesluit van de burgemeester van |
€ 214,80 |
Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 7 november 2023.
de griffier,
J.A. Massaar, bpa
de voorzitter,
H. Sahin
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl