Legesverordening 2024

Geldend van 29-12-2023 t/m heden

Intitulé

Legesverordening 2024

De raad van de gemeente Roerdalen heeft;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023,

mede gezien de Nota van wijzigingen van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

het volgende besluit genomen:

Besluit:

  • 1.

    De "Legesverordening 2023" zoals vastgesteld in de raad van 14 december 2022 laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 6 juli 2023 in te trekken.

  • 2.

    De navolgende "Legesverordening 2024" vast te stellen.

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of;

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend

Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving, die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatcourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • b.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • c.

      artikel 1.16, vierde lid (papieren verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • d.

      artikel 1.18, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • e.

      artikel 1.24 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1. De "Legesverordening 2023" van 14 december 2022 laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 6 juli 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. De in artikel 2.1, vijfde lid van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde, door de burgemeester en wethouders vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk (de BouwKostenIndicator BKI) en bijbehorende regelingen , worden afzonderlijk bekend gemaakt door publicatie in het elektronisch gemeenteblad en treden in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening 2024".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 december 2023.

De gemeenteraad van Roerdalen,

De griffier,

R.J.J. Notermans

De voorzitter,

mr. M.D. de Boer-Beerta

Bijlage Tarieventabel behorende bij de legesverordening Roerdalen 2024

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Tarief 2024

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

maandag t/m vrijdag van 9:00 – 17:00 uur, uitgezonderd feestdagen

€ 374,00

b.

maandag van 9:00 – 9:30, uitgezonderd feestdagen

€ 0,00

c.

zaterdag van 9:00 – 17:00 uur, in de trouwzaal in het gemeentehuis

€ 748,00

d.

zaterdag van 9:00 – 17:00 uur, op een externe trouwlocatie

€ 374,00

2.

De tijdstippen welke in aanmerking komen voor een kosteloze voltrekking van een huwelijk of een registratie van een partnerschap zijn op maandagmorgen van 9:00 – 9:15 uur, en van 9:15 – 9:30 uur, uitsluitend in een spreekkamer van het gemeentehuis.

 

Artikel 1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

1.

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk (omzetting met ceremonie) op:

 

a.

maandag t/m vrijdag van 9:00 – 17:00 uur, uitgezonderd feestdagen

€ 374,00

b.

zaterdag van 9:00 – 17:00 uur, in de trouwzaal in het gemeentehuis

€ 748,00

c.

zaterdag van 9:00 – 17:00 uur, op een externe trouwlocatie

€ 374,00

2.

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk aan de balie van het gemeenteloket binnen de openingsuren van het gemeenteloket

€ 62,00

Artikel 1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

Bij de voltrekking van een huwelijk of een registratie van partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek worden de tarieven genoemd in artikel 1.1 en 1.2 verhoogd met een extra bedrag van

€ 81,00

Artikel 1.4

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap op externe locatie

 

 

Voor andere trouwlocaties dan het gemeentehuis worden de locatiekosten door de beheerder van de betreffende locatie zelf berekend. De gemeente brengt daar geen aanvullende leges voor in rekening.

 

Artikel 1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

1.

Het tarief bedraagt voor de aanwijzing en beëdiging op verzoek tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een huwelijk of registratie van een partnerschap voor één dag

€ 374,00

2.

Het tarief bedraagt voor de aanwijzing op verzoek tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een huwelijk of registratie van een partnerschap voor één dag.

€ 143,00

3.

De kosten van de aanvraag van een verklaring omtrent gedrag (VOG) zijn niet opgenomen in het tarief van artikel 1.4, eerste en tweede lid.

 

Artikel 1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 37,00

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen

 

 

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van gegevens in het voorgenomen huwelijk, geregistreerd partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk (zoals datum, tijdstip, afzegging, getuige), per wijziging

€ 62,00

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 37,00

Artikel 1.9

Overige burgerlijke stand

 

1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

2.

Het tarief bedraagt voor een nasporing in de registers van de burgerlijke stand, per kwartier

€ 20,90

 
 
 

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.10

Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

Wettelijk tarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

Wettelijk tarief

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

Wettelijk tarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

Wettelijk tarief

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

Wettelijk tarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

Wettelijk tarief

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,40

Wettelijk tarief

Artikel 1.11

Nederlandse identiteitskaart

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

Wettelijk tarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,90

Wettelijk tarief

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

€ 36,90

Wettelijk tarief

Artikel 1.12

Modaliteiten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen

€ 57,05

Wettelijk tarief

 
 
 

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

Artikel 1.13

Rijbewijzen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,10

Wettelijk tarief

Artikel 1.14

Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 39,65

Wettelijk tarief

b.

Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag om afgifte van een nieuw rijbewijs het oorspronkelijk afgegeven document niet (compleet) overgelegd kan worden, worden de leges verhoogd met

€ 27,60

2.

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

 

 
 
 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.15

Definities

 

 

Voor de toepassing van artikel 1.16, m.u.v. lid 2 en 3, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

Artikel 1.16

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een door of namens het gemeentebestuur te ondertekenen of af te geven verklaring

€ 18,20

2.

Het tarief bedraagt voor het vervaardigen van incidentele overzichten en selecties uit de geautomatiseerde basisregistratie, indien gebruik wordt gemaakt van standaardselectieprogrammatuur, indien:

 

a.

de gevraagde gegevens aangeleverd moeten worden op papier:

 

1.

voor vaste voorbereidingskosten, per opdracht

€ 159,10

2.

per geselecteerde persoon

€ 0,30

3.

voor het afdrukken van etiketten, per etiket

€ 0,30

4.

per mensuur voor het systeemgebruik

€ 56,10

b.

de gevraagde gegevens aangeleverd moeten worden via een alternatief medium:

 

1.

voor vaste voorbereidingskosten, per opdracht

€ 159,10

2.

per geselecteerd persoon

€ 0,20

3.

alternatief medium

€ 0,20

4.

per mensuur voor het systeemgebruik

€ 56,00

3.

Wanneer door de aard van de opdracht geen gebruik kan worden gemaakt van de standaard selectieprogrammatuur gelden de bovengenoemden tarieven, met uitzondering van het tarief voor de vaste voorbereidingskosten dat per opdracht wordt verhoogd met

€ 44,30

4.

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

Wettelijk tarief

 
 
 

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

 

 
 
 

 
 
 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

 
 
 

 
 
 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

Artikel 1.17

Gemeentegarantie

 

 

Niet van toepassing

 

Artikel 1.18

Overige publiekszaken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

Wettelijk tarief

b.

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 16,60

Wettelijk tarief

c.

tot het legaliseren van een handtekening of legalisatie van een stuk, per legalisatie

€ 26,20

d.

tot het verkrijgen van een certificaat van oorsprong

€ 17,20

e.

tot het verkrijgen van een andere, niet elders in deze tarieventabel genoemde verklaring over een bepaald persoon

€ 17,20

 
 
 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

 

Artikel 1.19

Naspeuringen in het gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 20,90

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.20

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

 

Voor het verstrekken van een afschriften of kopieën gelden de tarieven opgenomen in paragraaf 1.10 van deze tarieventabel.

 

Artikel 1.21

Uitlenen archiefbescheiden

 

 

Niet van toepassing

 

 
 
 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

Artikel 1.22

Huisvestingswet 2014

 

 

Niet van toepassing

 

Artikel 1.23

Leegstandswet

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 62,30

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte, als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandswet

€ 62,30

 
 
 

Artikel 1.24

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 226,50

Wettelijk tarief

b.

voor twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 317,00

Wettelijk tarief

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 10,00

 
 
 

Artikel 1.25

Kabels en leidingen (Telecommunicatiewet)

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4,eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 

a.

indien het betreft tracés vanaf 25m1 tot 250m1

€ 426,40

b.

indien het betreft tracés vanaf 250m1 tot 1.500m1

€ 491,25

c.

indien het betreft tracés vanaf 1.500m1 tot 5.000m1

€ 618,40

d.

indien het betreft tracés vanaf 5.000m1 en meer wordt het tarief berekend aan de hand van een begroting.

 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet omtrent plaats, tijdstip, en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés vanaf 0 tot 25 m¹

€ 74,80

3.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het het eerste lid genoemde bedrag per overleg verhoogd met

€ 382,80

Artikel 1.26

Medegebruik gemeentelijke infrastructuur voor plaatsen small cells

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

10%

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het tweede lid zouden worden vastgesteld.

 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 

a.

voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:

€ 1.039,00

b.

voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:

€ 1.974,10

c.

voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:

€ 2.805,30

d.

voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten:

€ 3.532,60

e.

voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:

€ 4.156,00

f.

voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:

€ 4.675,50

g.

voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:

€ 5.091,10

h.

voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten:

€ 5.402,80

i.

voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:

€ 5.610,60

j.

voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:

€ 5.714,50

3.

Als het verzoek bedoeld in het tweede lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het eerste lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van

80%

 

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

 

 

a. hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had; b. in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en c. is gedaan binnen twaalf weken na het laatste vooroverleg.

 

Artikel 1.27

Wegenverkeerswetgeving

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 106,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing, als bedoeld in artikel 61b van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (toestemming om met een huifkar achter een gemotoriseerd voertuig op de openbare weg te mogen rijden)

€ 142,15

b.

een ontheffing, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

€ 142,15

c.

een ontheffing, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in het eerste lid, onderdeel b (bijvoorbeeld ontheffing vrachtwagenverboden)

€ 71,10

d.

De Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) handelt namens de gemeente de aanvraag om een ontheffing, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor brede landbouwvoertuigen (breder dan 3,0 meter) af. De RDW heft namens de gemeente leges voor een dergelijke ontheffing.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing voor het berijden van "voor het gemotoriseerd verkeer afgesloten wegen", zoals omschreven in de "Beleidsregels ontheffingen afgesloten wegen" voor een periode van 1 dag tot maximaal 1 jaar (hieronder vallen evenementen en kortdurende werkzaamheden)

€ 55,80

b.

een ontheffing zoals omschreven in de "Beleidsregels ontheffingen afgesloten wegen" voor een periode van 1 jaar en 1 dag tot maximaal 3 jaren.

€ 183,90

c.

een ontheffing voor het berijden van de "Meinweg" tussen de spoorwegovergang en de parkeerplaats "Elfenmeer". De ontheffing wordt alleen afgegeven aan houders van een gehandicaptenparkeerkaart, personen van 65 jaar en ouder of mensen met een WMO-aanstelling. De ontheffing wordt afgegeven voor een periode van maximaal 5 jaren.

€ 106,00

d.

Voor een ontheffing bedoeld in het derde lid, onderdeel a, wordt voor evenementen die korter duren dan 7 dagen geen leges geheven.

 

e.

De in het derde lid, onderdeel a en b verschuldigde leges zijn niet van toepassing op eigenaren, pachters en landbouwbeheerders voor het bereiken van hun landbouwgronden.

 

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een nieuwe ontheffing in verband met een administratieve aanpassing vanwege een nieuw kenteken of voertuig

€ 35,50

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een ontheffing voor koetsen en dergelijken:

 

a.

voor aangespannen wagens tot maximaal 6 personen (voor 2 jaren)

€ 142,15

b.

voor één aanspanning per dag

€ 31,80

c.

voor huifkarren met een bedrijfsmatig karakter, per jaar

€ 142,15

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (zonder speciale gehandicapteninrit)

€ 211,95

b.

een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (inclusief een speciale gehandicapteninrit)

€ 317,95

c.

een aangepast onderbord gehandicaptenparkeerplaats op kenteken ten gevolge van het wijzigen van een kenteken

€ 53,00

 
 
 

Artikel 1.28

Herstellen van plantsoenen, bestratingen, verhardingen en wegbermen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het herstellen van plantsoenen, bestratingen, verhardingen of wegbermen, met inbegrip van het gebruik van de aanwezige materialen, per m² herstelde oppervlakte:

 

a.

in het plantsoen

€ 18,70

b.

tegelbestrating 4 cm, 5 cm en 6 cm

€ 16,60

c.

gebakken klinker

€ 37,40

d.

betonklinker

€ 24,95

e.

grindverharding

€ 24,95

f.

gesloten asfalt wegdekconstructie

€ 199,50

g.

afvoeren uitkomende materialen

€ 44,90

h.

sierbestrating

€ 49,85

i.

wegbermen

€ 9,35

2.

Het tarief bedraagt voor het stellen of opnieuw stellen, per m¹:

 

a.

betontrottoirbanden

€ 31,20

b.

betonopsluitbanden

€ 13,70

c.

gootklinkers

€ 24,95

3.

De in het eerste en tweede lid genoemde tarieven gelden ook voor het herstellen van plantsoenen, bestratingen, verhardingen en wegbermen na het gereedkomen van bouw- en andere werkzaamheden, waarbij plantsoenen, bestratingen, verhardingen of wegbermen zijn beschadigd, besmeurd of anderszins niet meer verkeren in de staat waarin zij zich voor de aanvang van de werkzaamheden bevonden. De beschadigde of niet meer aanwezige materialen zullen dan evenwel extra in rekening worden gebracht.

 

4.

Het tarief bedraagt voor het maken van een standaard uitrit op gemeentegrond over een reeds bestaand trottoir van 4 meter

€ 755,55

5

Voor het maken van een uitrit waarbij bijzondere voorzieningen nodig zijn (verplaatsen kabelverdeelkastjes, verwijderen of verplanten van een boom, zwaardere constructie) worden de kosten per geval afzonderlijk begroot.

 

6.

De tarieven uit dit artikel worden verhoogd met het geldende percentage BTW.

 

 
 
 

Paragraaf 1.10

Diversen

 

Artikel 1.29

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,15

b.

een beschikking/vergunning/ontheffing op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 43,65

c.

afschriften, doorslagen en scans fotokopieën, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4, per bladzijde

€ 0,15

2.

in formaat A3, per bladzijde

€ 11,65

 
 
 

Artikel 1.30

Besluit maximumtarieven Wet open overheid (Woo)

 

1.

Voor het verstrekken van kopieën van documenten op grond van artikel 8.6, tweede lid, van de Wet open overheid kan een vergoeding in rekening worden gebracht.

 

2.

Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van documenten, bedraagt het tarief per kopie:

 

a.

in formaat A4 zwart-wit, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,05

Wettelijk tarief

b.

in formaat A3 zwart-wit, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,10

Wettelijk tarief

c.

in formaat A4 kleur, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,20

Wettelijk tarief

d.

in formaat A3 kleur, per bladzijde, enkelzijdig

€ 0,40

Wettelijk tarief

Artikel 1.31

Visvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het vissen op openbare visvijvers.

€ 13,25

2.

De leges als bedoeld in het eerste lid worden niet geheven van personen tot 12 jaar en personen vanaf 65 jaar.

 

Artikel 1.32

Verbranden in de open lucht

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ontheffing op grond van artikel 10.63, lid van de Wet Milieubeheer voor het verbranden van plantaardig- en/of groenafval in de open lucht.

€ 31,15

2.

De leges als bedoeld in het eerste lid worden niet geheven voor ontheffingen ten behoeve van Sint Maartensvieringen en kampvuren bij scoutingactiviteiten.

 

Artikel 1.33

Toeristische bewegwijzering

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de plaatsing van een toeristische bewegwijzering:

 

a.

voor een bord met 1 regel tekst

€ 193,25

b.

voor een bord met 2 regels tekst

€ 236,90

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet

Tarief 2024

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567.

 

5.

in afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: alle kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk tot en met de oplevering van dat (bouw)werk waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend. De kosten worden berekend op basis van de laatstelijk door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk. Deze genormeerde eenheidsprijzen worden bepaald middels de BouwKostenIndicator (BKI), de Regeling vaststellen bouwkosten voor Verbouw en Herbouw en de Regeling toepassing Standaard en Beter bij het vaststellen van bouwkosten. Over deze bouwkosten worden leges berekend en geheven. Het college van burgemeester en wethouders stelt jaarlijks een geactualiseerde BouwKostenIndicator vast. Deze BouwKostenIndicator (BKI) en bijbehorende regelingen worden bekend gemaakt in het elektronisch Gemeenteblad. Voor gebouwtypes en andere bouwwerken waarin de BouwKostenIndicator (BKI) niet voorziet, worden de bouwkosten berekend door een extern bouwkundig calculatiebureau. In bijzondere gevallen kunnen afwijkende en gelijkwaardige berekeningsmethodieken worden gehanteerd bij het vaststellen van de bouwkosten.

 

6.

Intaketafel: De intaketafel is een beoordeling van initiatieven die niet passen binnen de regels van het omgevingsplan. De intaketafel leidt tot een standpunt over de wenselijkheid van het initiatief en het eventuele vervolgproces.

 

7.

Omgevingstafel: Aan de omgevingstafel wordt de haalbaarheid beoordeeld van initiatieven waarvan is geoordeeld dat deze wenselijk zijn. Het doel van een omgevingstafel is het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een definitief plan dat gereed is voor een (vergunning)aanvraag.

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

 

 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief

 

1.

Voor een eerste beoordeling of voor de voorgenomen activiteit een vergunning nodig is:

€ 100,00

2.

voor een beoordeling van het initiatief aan de intaketafel:

€ 100,00

3.

voor een nadere beoordeling aan de omgevingstafel:

 

a.

voor de eerste beoordeling:

€ 311,70

b.

voor elke volgende beoordeling:

€ 311,70

4.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

 

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

1,000%

 

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 77,24

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 250,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 25.000 van:

0,500%

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 375,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 50.000 van:

0,550%

d.

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 1.475,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 250.000 van:

0,600%

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 3.200,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 500.000 van:

0,650%

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 6.450,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.000.000 van:

0,700%

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 16.950,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 2.500.000 van:

0,750%

h.

indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen:

€ 35.700,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 5.000.000 van:

0,800%

i.

indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen:

€ 75.700,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 10.000.000 van:

0,850%

 

met een maximum van:

€ 250.000,00

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij ook sprake is van een bouwactiviteit:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

2,000%

 

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 154,00

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 500,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 25.000 van:

1,900%

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 975,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 50.000 van:

1,900%

d.

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 4.775,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 250.000 van:

1,950%

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 10.000,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 500.000 van:

2,000%

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 20.000,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.000.000 van:

2,100%

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 51.500,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 2.500.000 van:

2,300%

h.

indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen:

€ 109.000,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 5.000.000 van:

2,500%

i.

indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen:

€ 234.000,00

 

vermeerderd met een percentage over het bedrag aan bouwkosten boven de € 10.000.000 van:

2,700%

 

met een maximum van:

€ 250.000,00

2.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 1.658,03

3.

De tarieven genoemd onder lid 1 en lid 2 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:

 

a.

als de activiteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 68,80

b.

als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:

€ 3.117,00

4.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt, indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, het tarief verhoogd met:

 

a.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:

€ 1.581,92

b.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a:

€ 6.234,00

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.100,80

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.100,80

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.100,80

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.816,13

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.816,13

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.816,13

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.816,13

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.816,13

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.816,13

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Roerdalen 2018, 1e wijziging is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.816,13

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.816,13

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)

 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.816,13

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.480,22

Artikel 2.12a

Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.200,22

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.576,22

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.264,22

Artikel 2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 275,20

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 275,20

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.100,80

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.100,80

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:4 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.411,71

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit (gereserveerd)

 

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.173,02

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.173,02

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.173,02

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 200,00

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd)

 

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:3, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 861,71

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 861,71

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)

 

Artikel 2.34

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 861,71

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 861,71

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.035,42

3.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 1.035,42

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

per maatwerkvoorschrift:

€ 622,62

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 622,62

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 622,62

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 622,62

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 622,62

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:

€ 622,62

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 622,62

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet, indien het gaat om:

 

a.

een bouwactiviteit:

€ 688,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed:

€ 416,22

c.

een milieubelastende activiteit:

€ 688,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c:

€ 344,00

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 622,62

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, kleine dan wel ondergeschikte wijziging in het project

€ 500,00

 

Het in het vorige onderdeel bepaalde vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is, dat naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw (bouw)plan sprake is.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 622,62

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 1.141,79

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 137,60

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 6.234,00

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 249,36

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

 

met dien verstande dat de verhoging maximaal bedraagt:

€ 1.000,00

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.134,83

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 3.342,91

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.265,73

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift, danwel op verzoek van de aanvrager om een omgevingsvergunning voor de betreffende aanvraag een programma, een rapport, een berekening, of een onderzoek moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 155,85

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 155,85

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 155,85

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 155,85

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 155,85

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 3.440,00

g.

voor de beoordeling van een aeriusberekening

€ 155,85

h.

voor de beoordeling van een BENG-berekening

€ 155,85

i.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 155,85

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.801,98

b.

voor een advies van de Omgevingscommissie MER als bedoeld in de Verordening Omgevingscommissie MER 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 

i.

Voor de eerste welstandstoets per plan door genoemde commissie:

€ 468,42

ii.

Voor de tweede en volgende welstandstoets per plan, per toets door genoemde commissie, onverminderd de overige onderdelen van dit artikel:

€ 468,42

iii.

en als de aanvrager tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een toelichting wenst te geven, per toelichting, onverminderd de overige onderdelen van dit artikel:

€ 120,94

c.

Indien een plan door de Commissie voor Tweede Adviezen moet worden beoordeeld, bedraagt het tarief, onverminderd de overige onderdelen van dit hoofdstuk, per beoordeling:

€ 499,97

d.

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.50, lid 1, sub b bedraagt het tarief voor een beoordeling van een aanvraag door de Omgevingscommissie MER, als bedoeld in de Verordening Omgevingscommissie MER 2022, indien sprake is van activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten, onafhankelijk van het aantal behandelingen:

€ 312,28

e.

Indien bij een plan of aanvraag een beoordeling nodig is van de Omgevingscommissie MER ten aanzien van de toepassing van het Gemeentelijk Kwaliteitsmenu (Kwaliteitskader Roerdalen) bedraagt het tarief, onverminderd de overige onderdelen van dit hoofdstuk, per beoordeling:

€ 600,00

f.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e bedraagt het tarief:

 

 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, danwel de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.45, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning, of de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning of de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning, danwel de aanvraag om het wijzigen van het omgevingsplan gedaan:

 

 

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

 

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

 

c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

0%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na dagtekening van de verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

 

van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.59a

Intrekking op verzoek van de gemeente

 

 

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning of een reeds verleende omgevingsvergunning op verzoek van de gemeente door de aanvrager wordt ingetrokken of indien een aanvraag op verzoek van de gemeente wordt omgezet naar een omgevingsoverleg zoals bedoeld in paragraaf 2.2, bedraagt de teruggaaf in afwijking van de overige artikelen in deze paragraaf:

100%

 

van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken of is omgezet naar een omgevingsoverleg.

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder

hoofdstuk 2

Tarief 2024

Paragraaf 3.1

Horeca

 

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:13 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 498,75

b.

een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:13, 2:13a en 2:13b van de Algemene plaatselijke verordening

€ 62,35

c.

een melding voor het verlengen van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2:14 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 0,00

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 498,70

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet (paracommercie).

€ 0,00

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet (verandering inrichting/lokaliteit)

€ 56,10

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet (melding wijzigen leidinggevende)

€ 62,35

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 18,70

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf voor een periode van 3 jaar

€ 1.683,20

2.

Het onder het eerste lid genoemde bedrag wordt verhoogd met de bijkomende externe kosten van de GGD

 

 
 
 

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3

€ 829,10

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 83,55

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

€ 83,55

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6

Organiseren evenement

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening, voor:

 

a.

C-evenementen

€ 1.558,50

 

Dit betreft grootschalige recreatieve evenementen of evenementem met een verhoogd risico en waarbij veel bezoekers (ook van buiten de gemeente) worden verwacht.

 

b.

B-evenementen

€ 779,25

 

Dit betreft middelgrote evenementen met een gemiddeld risico en waarbij bezoekers uit zoewel de gemeente als buiten de eigen gemeente worden verwacht.

 

c.

A-evenementen

€ 0,00

 

Dit betreft kleinschalige recreatieve evenementen met een beperkt risico

 

2.

Voor het bepalen van de categorie evenementen (soort, profiel en aantal bezoekers), als bedoeld in het eerste lid, wordt gebruik gemaakt van de format risicoclassificering van de Veiligheidsregio Limburg Noord.

 

Artikel 3.7

Gereserveerd (Organiseren markt)

 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 

Artikel 3.8

Gereserveerd (Marktstandplaatsvergunningen)

 

 
 
 

Artikel 3.9

Gereserveerd (Overige administratieve dienstverlening markt)

 

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:15 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 65,45

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

 

 

Niet van toepassing

 

Paragraaf 3.7

Campings en recreatieparken

 

Artikel 3.12

Campings en recreatieparken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning zoals bedoeld in artikel 2:22b van de Algemene plaatselijke verordening

€ 178,70

b.

wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 2:22b van de Algemene plaatselijke verordening

€ 87,30

Paragraaf 3.8

Algemene plaatselijke verordening Roerdalen

 

Artikel 3.13

Samenscholing en ongeregeldheden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 124,70

Artikel 3.14

Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:3 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 56,10

Artikel 3.15

Houden van hinderlijke of schadelijke dieren

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:36 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 56,10

Artikel 3.16

Bijen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:37 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 56,10

Artikel 3.17

Overige geluidhinder

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 65,45

Artikel 3.18

Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:2 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 56,10

Artikel 3.19

Te koop aanbieden van voertuigen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:3 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 56,10

Artikel 3.20

Kampeermiddelen e.a.

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:6 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 56,10

Artikel 3.21

Parkeren van grote voertuigen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:7 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 65,45

Artikel 3.22

Aantasting groenvoorziening door voertuigen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:9 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 65,45

Artikel 3.23

Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurswerving

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:2 van de Nadere regels collecteren

€ 15,60

Artikel 3.24

Beperking verkeer in natuurgebieden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:22 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 93,50

Artikel 3.25

Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 92,50

Paragraaf 3.9

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.26

Niet benoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 56,10

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. donderdag 14 december 2023.

De raad voornoemd,

Griffier

voorzitter

Bijlage A bij artikel 2.6 lid 4 onder a. Tarieventabel Legesverordening 2024

I In deze bijlage wordt verstaan onder:

  • antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;

  • bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

  • bouwwerken:een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

  • gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of omgevingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

  • hoofdgebouw: gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

  • mantelzorg: intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.

II Gevallen waarin de leges zoals genoemd in artikel 2.6 lid 4 onder a van de tarieventabel Legesverordening 2024 worden geheven:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

  • 7.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 8.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 9.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein;

  • 10.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet of Omgevingswet aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer of de Omgevingswet gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden;

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 11.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 12, voor een termijn van ten hoogste tien jaar;

III Voorwaarden bij bovengenoemde gevallen zijn:

  • a.

    Lid 9 en lid 11 is niet van toepassing op het gebruik dat ziet op een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.

  • b.

    Het aantal woningen mag niet toenemen tenzij sprake is van:

    • o

      een (pré)mantelzorgvoorziening;

    • o

      woningsplitsing in maximaal 2 woningen;

    • o

      een tijdelijke woonunit op een bestaand woonperceel noodzakelijk in verband met verbouw- of nieuwbouwplannen.

Er mag geen sprake zijn van m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten.