Lijst Bindend Adviesrecht Ommen

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Lijst Bindend Adviesrecht Ommen

De raad van de gemeente Ommen;

overwegende dat:

  • -

    het streven is om de overgang naar de Omgevingswet beleidsneutraal te laten verlopen;

  • -

    het daarom wenselijk is om gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen nodig was nu ook niet onder het bindend adviesrecht te brengen;

  • -

    het wenselijk is dat de raad adviseert over omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten met aanzienlijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving;

  • -

    Participatie een belangrijke pijler is onder de Omgevingswet;

  • -

    Het tevens wenselijk is om bij afwijkingen van het Omgevingsplan meer te doen dan enkel het stimuleren van participatie door de initiatiefnemer;

  • -

    Het college (raad?) het participatiebeleid “???” heeft vastgesteld

gelet op artikel 16.15a (van de nog inwerking te treden) Omgevingswet, artikel 16.55, lid 7 van de Omgevingswet, artikel 150 van de Gemeentewet, titel 4.1. Awb en afdeling 3.4. Awb

besluit vast te stellen:

Besluit lijst bindend adviesrecht

Artikel 1 Bindend adviesrecht

Wanneer voor de volgende gevallen een aanvraag omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt aangevraagd, dan gaat de aanvraag voor advies naar degemeenteraad en is dat advies bindend voor het besluit van het college van burgemeester en wethouders:

1. Wonen

  • 1.1

    Het toevoegen van meer dan twee woningen in bestaand stedelijk gebied.

  • 1.2

    Het toevoegen van één of meer woningen buiten bestaand stedelijk gebied.

  • 1.3

    Deze regel geldt niet als de gemeenteraad al eerder heeft besloten op de toevoeging van de woningen uit het voorgenomen plan, bijvoorbeeld via een stedenbouwkundige visie of een beleidsnotitie.

Toelichting: De realisatie van maximaal twee woningen in bestaand stedelijk gebied is in planologisch opzicht van beperkte impact.. Grotere bouwprojecten dienen door middels van deze regeling dus wel voor bindend advies aan de gemeenteraad voorgelegd te worden. In het buitengebied is de toevoeging van woningen niet zondermeer toegestaan. Gezien de complexere afweging dienen deze altijd aan de gemeenteraad voor advies voorgelegd worden.

2. Agrarische bedrijven 

  • 2.1

    Het (nieuw)vestigen van een agrarisch bedrijf.

  • 2.2

    Het uitbreiden van een bestaand agrarisch bedrijf, waarbij het bouwblok groter wordt dan 2 hectare en de afstand tot milieugevoelige functies minder dan 500 meter is.

  • 2.3

    Het toepassen van de rood voor rood regeling, voor zover het betreft de toevoeging van extra woningen of functies;

  • 2.4

    Het toestaan van nevenfuncties, voorzover niet opgenomen in het (tijdelijk) Omgevingsplan

  • 2.5

    Het toestaan van vervolgfuncties voorzover niet opgenomen in het (tijdelijk) Omgevingsplan

Toelichting: De nieuwvestiging van agrarische bedrijven kan een grote impact hebben op de omgeving. Vandaar dat deze voor advies worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Dit geldt ook voor de uitbreiding van een agrarisch bedrijf, waarbij het bouwblok groter wordt dan 2 hectare of als de afstand tot milieugevoelige functies minder is dan 500 meter. Dit sluit ook aan bij de regelingen in het bestemmingsplan Buitengebied zoals dat gold voor inwerkingtreding van de Omgevingswet. In dit bestemmingsplan Buitengebied dat op 1 januari 2024 geldt als tijdelijk Omgevingsplan is ook een regeling opgenomen voor nevenfuncties en vervolgfuncties. Naar analogie van deze regeling geldend voor 1 januari 2024 is deze regeling opgesteld, waarbij het college zelfstandig beslist als voldaan wordt aan het bestaande beleid en de gemeenteraad advies geeft als het hier niet aan voldoet. Als laatste is ook rood voor rood opgenomen, voor zover er woningen of functies worden toegevoegd. Reden hiervoor is dat voor rood voor rood wijziging van het gemeentelijk Omgevingsplan als instrument wenselijk is, zodat ook de agrarische activiteit wordt geschrapt in het Omgevingsplan. Als Rood voor Rood hier niet genoemd wordt dan is het college bevoegd en zouden initiatiefnemers gezien de beperkte proceduretijd kunnen kezen voor een dergelijke aanvraag. Nu is dit gelijkgetrokken met wijziging van het Omgevingsplan en is dit ook het meest logische instrument hiervoor.

3. Bedrijven en commerciële voorzieningen

  • 3.1

    Realisering van / (ver)bouw van commerciële voorzieningen (zoals winkels en kantoren en bedrijfsruimten) in bestaand stedelijk gebied met een vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2 met inbegrip van de daarbij behorende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde en andere voorzieningen. Deze regel geldt voor alle commerciële voorzieningen indien het betreffende plan niet in overeenstemming is met de “Ontwikkelstrategie Ommen centrum, Vitaal hart van het Vechtdal” en ander of daaropvolgend gemeentelijk beleid op dit gebied.

  • 3.2

    Realisering van / (ver)bouw van commerciële voorzieningen (zoals winkels en kantoren en bedrijfsruimten) buiten bestaand stedelijk gebied.

Toelichting: In de wetgeving voor inwerkingtreding van de Omgevingswet was het college bij wet bevoegd te beslissen op het transformeren van bestaande gebouwen naar andere functies. Deze regeling is met de komst van de Omgevingswet vervallen. De gemeente Ommen hanteerde al de regel dat ook bij nieuwbouw in dezelfde gevallen de gemeenteraad geen verklaring van geen bedenkingen hoefde af te geven. Deze regel zorgt voor bestendiging van deze lijn, waarmee het college tot maximaal 1.500 m2 kan beslissen op transformatie en nieuwbouw in bestaand stedelijk gebied mits passend binnen het geldende beleid. Indien hier niet aan voldaan kan worden en voor plannen buiten bestaand stedelijk gebied dient uw raad een advies af te geven.

4. Verkeer, vervoer en openbare ruimte

  • 4.1

    aanleg van nieuwe en aanpassing van bestaande: bovenlokale weg- en waterinfrastructuur en de daarbij behorende voorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen.

Toelichting: Aanpassing van de openbare ruimte en in het bijzonder de optimalisatie van de verkeersafwikkeling, het oppervlaktewaterbeheer en openbare groenvoorzieningen vindt plaats in het kader van het algemeen belang en komt veelal voort uit sectoraal beleid. Deze bevoegdheid blijft bij het college, zoals het was geregeld voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Als er gemeentelijke middelen noodzakelijk zijn is uiteraard wel een raadsbesluit nodig. Met deze regel wordt wel geborgd dat de gemeenteraad advies moet geven bij bovenlokale wegen, zoals provinciale wegen en rijkswegen.

5. Maatschappelijke voorzieningen

  • 5.1

    Het realiseren van / (ver)bouw van maatschappelijke en recreatieve voorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van sport met een vloeroppervlakte aan voorzieningen van meer dan 1.500 m2, met inbegrip van de daarbij behorende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde en andere voorzieningen.

Voorbeeld: Een sportaccommodatie, sportveld of speelterrein, klaslokaal, kinderopvang of andersoortige opvang, buurthuis of ontmoetingsplek, museum, etc.

Toelichting: Deze activiteiten vinden plaats in het kader van het algemeen belang en komen veelal voort uit sectoraal raadsbeleid, zoals de Omgevingsvisie, woonbeleid, etc. Tot medewerking aan deze voorzieningen kan het college tot 1.500 m2 op grond van het maatschappelijk belang, op basis van deze lijst, zonder nadere overweging van de gemeenteraad beslissen. Wanneer gemeentelijke middelen noodzakelijk zijn dan is hiervoor uiteraard wel een raadsbesluit noodzakelijk.

6. Algemeen

  • 6.1

    Het buiten stedelijk gebied afwijken van een in het Omgevingsplan gehanteerde maat als de overschrijding meer dan 20% bedraagt.

Toelichting: Een afwijking van meer dan 20% van de maten in het Omgevingsplan buiten stedelijk gebied kan een aanzienlijke ruimtelijke impact hebben. Binnen stedelijk gebied was ook voor inwerkingtreding van de Omgevingswet het uitbreiden van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken een bevoegdheid van het college.

7. Overige

  • 7.1

    Aanvragen voor grootschalige energieopwekking in de vorm van windturbines met een ashoogte van meer dan 25 meter.

  • 7.2

    Grondgebonden zonnevelden.

  • 7.3

    Oprichten en veranderen van antenne-installaties hoger dan 40 meter.

Toelichting: Het is wenselijk dat de raad adviseert over omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten met aanzienlijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Ingevolge artikel 2 van dit besluit is participatie op deze gevallen verplicht.

Artikel 2 Gevallen waarbij participatie verplicht is

  • 3.1 De gevallen genoemd in deze regeling, waarbij de gemeenteraad een bindend advies geeft hebben een aanzienlijke planologisch impact. Om deze reden is in deze gevallen participatie op grond van artikel 16.55, lid 7 van de Omgevingswet verplicht.

  • 3.2 Initiatiefnemers wordt aangemoedigd aan om de verplichte participatie vorm te geven vol-gens het vastgestelde beleid

Artikel 3 Evaluatie

De lijst met categorieën van gevallen waarvoor de raad gebruik maakt van het bindend advies-recht zal één jaar na inwerkingtreding van de wet worden geëvalueerd.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Lijst Bindend Adviesrecht Ommen”.

Artikel 5 Kennisgeving

Dit besluit wordt bekendgemaakt

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen van 23 november 2023.

De raad voornoemd,

de griffier,

S.G.M. Dijk-Horenberg

de voorzitter,

mr. drs. J.M. Vroomen