Verordening op de heffing en de invordering van leges Smallingerland 2024

Geldend van 30-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Smallingerland 2024

De raad van de gemeente Smallingerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Smallingerland 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele

  • -

    dag wordt aangemerkt;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van de leges voor de nationale identiteitskaart voor zover de persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

      • 1.

        paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

      • 2.

        paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

      • 3.

        artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

      • 4.

        artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

      • 5.

        artikel 1.33 (Wet op de kansspelen);

    een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Smallingerland 2023, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Smallingerland 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Smallingerland 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

Dinsdag en donderdag om 9.00 uur in de ondertrouwkamer van het gemeentehuis

€ 0,00

b.

Maandag t/m vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 318,40

c.

Maandag t/m vrijdag tussen 17.00 en 22.00 uur (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 474,40

d.

Maandag t/m vrijdag na 22.00 uur (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 581,40

e.

Zaterdag, hele dag (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 474,80

f.

Zon- en feestdagen, hele dag (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 581,40

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

a.

Dinsdag en donderdag om 9.00 uur in de ondertrouwkamer van het gemeentehuis

€ 0,00

b.

Maandag t/m vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 318,40

c.

Maandag t/m vrijdag tussen 17.00 en 22.00 uur (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 474,40

d.

Maandag t/m vrijdag na 22.00 uur (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 581,40

e.

Zaterdag, hele dag (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 474,80

f.

Zon- en feestdagen, hele dag (gemeentehuis of aangewezen/vaste locatie)

€ 581,40

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 309

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis 

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 309

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 163

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 344

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 26

Artikel 1.7 Gereserveerd (Annuleren of wijzigen datum)

 

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 26

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63*

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63*

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63*

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,*

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40*

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36*

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,09*

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€ 18,01*

* Dit is het voorlopige maximumtarief vanaf 1 januari 2024

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 48,15.*

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 
 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10;**

 
 
 
 

* Dit is vanaf 1 juli 2023 het maximumtarief van € 34,95, vermeerderd met het rijkskostendeel van € 13,20.

** Let op: het rijkskostendeel van de verhoging bedraagt sinds 1 januari 2013 € 34,10.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 7,50

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 7,50

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

Artikel 1.18 Gereserveerd (Op aanvraag doornemen basisregistratie personen)

 

* Dit is het maximumtarief.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Gereserveerd (Afschriften van bestuursstukken)

Artikel 1.20 Gereserveerd (Abonnement op bestuursstukken)

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,10

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,30

c.

een lichtdruk in formaat A1, per bladzijde:

€ 3,75

d.

voor het aanleveren van gegevens over planologische aspecten, onderhoudstoestand en bodemverontreiniging (incl. kaartmateriaal)

€ 60,50

,Artikel 1.22 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 7,40

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ [...];

Artikel 1.23 Gereserveerd (Informatie uit adressenbestanden)

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gereserveerd (Gemeentegarantie)

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35*;

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 7,50

c.

voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd:

Rijkstarief

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, ongeacht het resultaat, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 15

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt vijf werkdagen daarna in behandeling genomen, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag verstrekken van een fotokopie, afschrift of uittreksel van de in het gemeentelijk bouwarchief berustende stukken, met het maximum aantal 1 pagina A0 -formaat en 10 pagina's A3/A4 -formaat:

€ 20

2.

Het in het eerste lid benoemde tarief kan uitbreiden met:

 
 

-per pagina A4-formaat

€ 0,40

 

-per pagina A3-formaat

€ 0,80

 

-per pagina A0-formaat

€ 10

 

wanneer er boven het maximum aangegeven pagina's in het eerste lid wordt verstrekt.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag verstrekken van een fotokopie, afschrift of uittreksel van de in het historisch gemeentearchief berustende stukken:

 
 

-per pagina A4-formaat

€ 0,40

 

-per pagina A3-formaat

€ 0,80

 

-per pagina A0-formaat

€ 10

Artikel 1.28 Gereserveerd (Uitlenen archiefbescheiden)

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Gereserveerd (Huisvestingswet 2014)

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 120

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 45

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50;*

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;*

 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;*

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50;*

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;*

 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 109

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Speelautomaten Smallingerland 2020:

€ 4.420

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 
 

a.

vast bedrag

€ 409

 

b.

variabele bedragen per strekkende meter bestaande situaties

€ 1,25

 

c.

variabele leges per strekkende meter maagdelijk terrein (nieuwbouw)

€ 0,60

 

d.

tarieven gelden zowel voor telecomaanbieders als ook voor nutsbedrijven.

In afwijking van de artikelen 1.b en 1.c wordt, indien sprake is van een leidinglengte van 100.000 meter of meer, naast het tarief van artikel 1.a, een bedrag in rekening gebracht als opgenomen in een ter zake opgestelde en door het college van B&W goedgekeurde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de melding/aanvraag worden vastgesteld. Indien een projectbegroting is uitgebracht wordt melding/aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder/aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de melding/aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 35,60

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 27,70

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 43,60

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

-per pagina A4-formaat

€ 0,15

 

-per pagina van een ander formaat

€ 0,30

 

-per kleurenkopie op A4-formaat

€ 1

 

-per kleurenkopie op A3-formaat

€ 1,80

 

-kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in dit artikel genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk (eenheidsformaat A1) of op andere gegevensdragers

€ 9,90

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

-per pagina A4-formaat

€ 12

 

-per pagina A3-formaat

€ 24,20

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 15

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5.25 en 5.25 van de Algemene plaatselijke verordening: (ligplaats)

€ 109

b.

tot het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening: (geluidshinder)

€ 109

c.

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10a van de Algemene plaatselijke verordening: (voorwerpen openbare weg)

€ 146,40

d.

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene plaatselijke verordening: (vuurwerk)

€ 182

e.

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening: (ontsierende, hinderlijke reclame)

€ 203,90

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 
 

-

eenvoudig buitenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 2.6 c van paragraaf 2.3 van deze verordening, als er sprake is van maximaal 1 van de volgende situaties aan de orde is:

 
 
 

een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, dat voldoet aan de volgende eisen:

 
 
 
 

a.

niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

 
 
 
 

b.

de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

 
 
 

een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening dat voldoet aan de volgende eisen:

 
 
 
 

a.

niet hoger dan 5 m, en

 
 
 
 

b.

de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

 
 
 

een bouwwerk, geen gebouw zijne, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, dat voldoet aan de volgende eisen:

 
 
 
 

a.

niet hoger dan 10 m, en

 
 
 
 

b.

de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

 
 
 

een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

 
 
 

een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

 
 
 

het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

 
 
 

het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein en geen kamerverhuur betreft;

 
 
 

het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, dat voldoet aan de volgende eisen:

 
 
 
 

a.

de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, aan een bestaande woning gestelde eisen;

 
 
 
 

b.

de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden, zoals die wetten luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet

 
 
 
 

c.

de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

 
 
 
 

d.

de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

 
 
 

ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 7, voor een termijn van ten hoogste tien jaar;

 
 
 

10°

het wijzigen van de gebruiksmogelijkheden voor snippergroen ten behoeve van de woonactiviteit

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 
 
 
 
 
 
 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een vooroverleg/verkennen initiatief:

€ 512

b.

voor een intaketafel:

€ 662

c.

voor een eerste omgevingstafel:

€ 1.860

 

voor een tweede omgevingstafel:

€ 1.860

 

voor een derde omgevingstafel:

€ 1.048

 
 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot en met € 25.000:

1,21%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 100

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.001 tot en met € 100.000:

1,17%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.001 tot en met € 200.000:

1,24%

 

van de bouwkosten;

 

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.001 tot en met € 500.000:

1,29%

 

van de bouwkosten;

 

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.001 tot en met € 1.000.000:

1,32%

 

van de bouwkosten;

 

f.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.001 tot € 2.500.000:

1,17%

 

van de bouwkosten;

 

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:

0,42%

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 

1.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot en met € 25.000:

1,21%

 
 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 100

 
 

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.001 tot en met € 100.000:

1,17%

 
 

van de bouwkosten;

 
 
 

over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.001 tot en met € 200.000:

1,24%

 
 

van de bouwkosten;

 
 
 

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.001 tot en met € 500.000:

1,29%

 
 

van de bouwkosten;

 
 
 

over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.001 tot en met € 1.000.000:

1,32%

 
 

van de bouwkosten;

 
 
 

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.001 tot € 2.500.000:

1,17%

 
 

van de bouwkosten;

 
 
 

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:

0,42%

 

2.

Gereserveerd

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

 
 

3.

Bij wijziging van gebruik worden de voorgenoemde bedragen verhoogd met een bedrag van:

€ 1.100

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, wordt het onder lid a verschuldigde bedrag verhoogd met een bedrag van:

€ 4.782

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, wordt het onder lid a verschuldigde bedrag verhoogd met een bedrag van:

 
 
  • -

    eenvoudig

€ 350

 
  • -

    complex

€ 4.782

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 170

b.

voor een omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 4.782

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 350

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening gemeente Smallingerland 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 654

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 654

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 654

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 654

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 654

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 654

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Smallingerland 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 654

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 654

Artikel 2.10 Gereserveerd (Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht )

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 654

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Definities

In de branche-MBA zitten alle aspecten van die MBA in de vergunning zolang die aspecten niet in het Omgevingsplan zitten. Voor de "Bal-MBA-plicht waarbij de vergunning maar een deel van de Bal-MBA betreft komt de beoordeling van de aanvraag neer op het beoordelen van een deel van de activiteiten van het bedrijf. In het Bal staat voor deze categorie expliciet het begrip 'voor zover het gaat om'.

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.925

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Bij oprichting of verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

 

a.

per milieubelastende activiteit:

€ 3.925

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

 
 

a. bij oprichting:

 
 
 

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900

 
 

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925

 

b. bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925

 

c. indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 14.715

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

 
 

a. bij oprichting:

 
 
 

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900

 
 

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925

 

b. bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

 
 

a. bij oprichting:

 
 
 

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900

 
 

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925

 

b. bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925

 

c. indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 14.715

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

 
 

a. bij oprichting:

 
 
 

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900

 
 

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925

 

b. bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

 
 

a. bij oprichting:

 
 
 

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900

 
 

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925

 

b. bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

Per milieubelastende activiteit:

 
 

a. bij oprichting:

 
 
 

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 10.900

 
 

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 3.925

 

b. bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 3.925

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Gereserveerd (Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit)

 

Artikel 2.22 Gereserveerd (Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit)

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Gereserveerd (Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven)

 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel [] van het omgevingsplan:

€ 350

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 670

Artikel 2.25 Gereserveerd (Omgevingsplanactiviteit: geluid weg)

 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 654

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 125

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 350

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 295

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 350

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Gereserveerd (Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie)

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:10b van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 350

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 380

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 335

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10a van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 140,60

 
 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

geldig voor één dag

€ 109

b.

geldig voor ten hoogste een kalendermaand

€ 164

c.

geldig voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan, dat langer duurt dan vier maanden:

€ 220

 
 
 
 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 327

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 327

 

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 327

 

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 327

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 109

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 109

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 
 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.616

 

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 2.616

 

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 2.616

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.616

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 76

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 
 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 109;

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 109;

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 109;

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 109.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 251

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 304

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 304

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

in behandeling is genomen:

€ 109

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, tenzij voor het kostenverhaal in samenspraak met de aanvrager in een andere regeling is voorzien:

€ 8.888

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 109

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%,

met een maximum van:

€ 2000

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 480

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 480

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 480

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 436

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 436

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 436

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 436

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 436

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 3.488

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 436

Artikel 2.50 Advies 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 545

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, worden de leges verhoogd met de kosten van advies van "Hûs en Hiem" Welstandsadvisering en Monumentenzorg, volgens onderstaande tabel:

 
 
 

Voor welstandsadviezen berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwsom van:

 
 
 

€ 0 tot en met € 5.000

€ 58

 
 

€ 5.001 tot en met € 25.000

€ 58 + 3,02‰ van de bouwsom boven € 5.000

 
 

€ 25.001 tot en met € 100.000

€ 118 + 2,77‰ van de bouwsom boven € 25.000

 
 

€ 100.001 tot en met € 250.000

€ 326 + 2,67‰ van de bouwsom boven € 100.000

 
 

€ 250.001 tot en met € 750.000

€ 727 + 1,44‰ van de bouwsom boven € 250.000

 
 

€ 750.001 en hoger

€ 1.447 + 0,96‰ van de bouwsom boven € 750.000

 
 

met een maximum van:

€ 2.880

 
 

In het geval het een ondergeschikte wijziging betreft van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht, wordt in rekening gebracht:

€ 58

 
 

Voor adviezen voor overlegplannen betreffende een omgevingsoverleg over de opzet van een plan, worden de leges verhoogd met de kosten van advies van "Hûs en Hiem" Welstandsadvisering en Monumentenzorg, volgens onderstaande tabel:

 
 
 

Bij een tijdsbesteding in de lokale commissie tot 15 minuten

€89

 
 

Bij een tijdsbesteding in de lokale commissie van 15 tot 30 minuten

€122

 
 

Bij een tijdsbesteding in de lokale commissie van 30 tot 45 minuten

€155

 
 

Bij een tijdsbesteding in de lokale commissie van 45 tot 60 minuten

€190

 
 

Bij behandeling in de bureaucommissie

€155

 
 

Bij behandeling in de Centrale commissie

€190

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 132

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

30%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 100

Artikel 2.53 Gereserveerd (Vermindering bij meervoudige aanvraag)

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58 Reserveren (Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten)

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 100 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 161

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, lid 11 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 48

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 200

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 161

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 161

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 109

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 56

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening:

 
 

a.

voor een seksinrichting of escortbedrijf of voor andere seksbedrijven:

€ 3.246

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging:

€ 464

 
 
 
 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 38

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 109

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

type A (klein)

€ 69

b.

type B (groot)

€ 141

c.

type C (zeer groot)

€ 1.221

d.

plaatsen van evenementbordjes

€ 48

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel [5:23] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 48

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Gereserveerd (Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt)

Artikel 3.9 Gereserveerd (Overige administratieve dienstverlening markt)

 

Artikel 3.10 Gereserveerd (Losse standplaatsen)

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap]

Artikel 3.11 Gereserveerd (Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte)

Artikel 3.12 Gereserveerd (Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte)

 

Artikel 3.13 Gereserveerd (Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte)

 

Artikel 3.14 Gereserveerd (Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten)

 

Artikel 3.15 Gereserveerd (Splitsingsvergunning [of -ontheffing])

 

Artikel 3.16 Gereserveerd (Vergunning of ontheffing toeristische verhuur)

 

Artikel 3.17 Gereserveerd (Verhuurvergunning opkoopbescherming)

 

Artikel 3.18 Gereserveerd (Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte)

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 48

b.

voor een kampeerontheffing, als bedoeld in artikel 4:18 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 37

c.

voor een ontheffing voor kampeermiddelen, reclamevoertuigen en grote voertuigen, als bedoeld in artikelen 5:6, 5:7 en 5:8 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 48

d.

voor een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:28, lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 54

e.

voor een ventvergunning als bedoeld in artikel 5:15 van de Algemene plaatselijke verordening:

 
 

geldig voor één dag:

€ 48

 

geldig voor ten hoogste een kalendermaand:

€ 91

 

geldig voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan, dat langer duurt dan vier maanden:

€ 168

f.

voor een collectevergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening:

 
 

geldig voor één dag:

€ 14,20

 

geldig voor ten hoogste een kalendermaand:

€ 36

 

geldig voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan, dat langer duurt dan vier maanden:

€ 146

g.

tot het verlenen van een ontheffing of beschikking ten behoeve van een winkelvergunning

€ 183

h.

tot het afgeven van een gedoogverklaring tbv een coffeeshop

€ 183

i.

voor een verklaring van geen bezwaar

€ 48

Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2023

De griffier van de Gemeente Smallingerland