Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 29-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Barendrecht;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 31 oktober 2023;

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken en Financiën van 27 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

BESLUIT:

Vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning, voorzover de dienst in het belang of van wege de uitoefening van de openbare dienst verricht door of ten behoeve van de Gemeente Barendrecht;

  • d.

    afgifte collectevergunning;

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel(en)3.1.a, 3.1.b, 3.2.b, 3.6.b, 3.21 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning of ontheffing betreft:

    • 1.

      voor een instelling of plaatselijke sociaal belang behartigende instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

  • f.

    diensten met betrekking tot het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning voor activiteiten aan of bij een gemeentelijk monument of voorbeschermd gemeentelijk monument als die activiteiten zonder de monumentale status vergunningvrij waren geweest op basis van artikel 2.29 en 2.30 van het Besluit bouwwerken leefomgeving. Deze vrijstelling geldt niet voor sloopactiviteiten.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    aanpassingen zijn van bestaande tarieven, voor zover deze in overeenstemming zijn met de begroting van het betreffende jaar;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.15.f. (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25.a. (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 ( Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Barendrecht 2023 van 20 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Barendrecht 2024.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 19 december 2023.

De griffier,

mw. C.M. Krouwel

De voorzitter,

drs. R.E. Schneider

Bijlage TARIEVENTABEL LEGES 2024, BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2024.

Indeling tarieventabel

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

  • art. 1.29 Huisvestingswet

  • art. 1.30 Leegstandwet

  • art. 1.31 Wet op de kansspelen

  • art. 1.32 Kabels en leidingen

  • art. 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Paragraaf 1.10 Gereserveerd

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Bouwactiviteiten

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Overige activiteiten

Paragraaf 2.7 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.8 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.9 Overige tarieven

Paragraaf 2.10 Modaliteiten

Paragraaf 2.11 Vermindering

Paragraaf 2.12  Teruggaaf

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 (gereserveerd)

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk:

 

a.

twee vaste momenten per week in het gemeentehuis:

 

b.

maandag t/m vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur incl. trouwboekje:

 

1.

in het gemeentehuis:

€ 440,40

2.

in een aangewezen trouwlocatie:

€ 572,50

3.

op een locatie naar keuze welke eenmalig is aangewezen als trouwlocatie:

€ 785,00

c.

maandag t/m vrijdag tussen 17.30 uur en 23.00 uur incl. trouwboekje:

 

1.

in het gemeentehuis: niet mogelijk

 

2.

in een aangewezen trouwlocatie: niet mogelijk

 

3.

op een locatie naar keuze welke eenmalig is aangewezen als trouwlocatie:

€ 798,30

d.

zaterdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur incl. trouwboekje:

 

1.

in het gemeentehuis: niet mogelijk

 

2.

in een aangewezen trouwlocatie:

€ 798,30

3.

op een locatie naar keuze welke eenmalig is aangewezen als trouwlocatie:

€ 798,30

e.

zaterdag tussen 17.30 uur en 23.00 uur incl. trouwboekje:

 

1.

in het gemeentehuis: niet mogelijk

 

2.

in een aangewezen trouwlocatie: niet mogelijk

 

3.

op een locatie naar keuze welke eenmalig is aangewezen als trouwlocatie:

€ 798,30

Artikel 1.2

gereserveerd

 

Artikel 1.3

gereserveerd

 

Artikel 1.4

gereserveerd

 

Artikel 1.5

gereserveerd

 

Artikel 1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van getuigen voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per twee getuigen:

€ 40,70

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen datum

 
 

Het tarief bedraagt ter zake van de administratiekosten:

 

a.

annuleringskosten:

€ 82,60

 

Volledige annulering kan tot het voorbereidingsgesprek met de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Bij annulering na het gesprek met de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand is het gehele onder artikel 1.1 en 1.8 lid a bedoelde tarief verschuldigd. Met uitzondering van ziekte, acute ziekenhuisopname, en/of overlijden van familieleden.

 

b.

wijzigingskosten rondom de locatie of het tijdstip:

€ 46,20

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje en overige

 
 

Het tarief bedraagt:

 

a.

voor het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje inclusief een uittreksel van de huwelijksakte of partnerschapsregistratieakte:

€ 36,20

b.

voor het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Dit tarief wordt niet geheven, indien van het onvermogen van partijen blijkt door een verklaring van de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats:

 

c.

voor het verstrekken van (meertalige) uittreksels en afschriften uit de registers van de Burgerlijke Stand:

 

d.

voor de verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijke Wetboek:

 

e.

voor de attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek:

 

f.

voor het doen van naspeuringen in de gemeentelijke registers van de burgerlijke stand, voor een ieder daaraan besteed kwartier:

€ 16,60

g.

voor het aanvragen van een vergunning voor uitstel van lijkbezorging buiten de wettelijke termijn:

€ 14,80

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

van een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

b.

van een zakenpaspoort: van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is het bedrag gelijk aan datgene dat vermeld staat in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

Artikel 1.11

Modaliteiten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor een spoedlevering van de in artikel 1.9 en 1.10 genoemde documenten, wordt het tarief vermeerderd met een bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 1 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12

Rijbewijzen

 
 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs bedraagt het door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vastgestelde tarief, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande, dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden:

 

Artikel 1.13

Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met het door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vastgestelde tarief:

 

b.

bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

€ 20,10

 

Uitgezonderd van de heffing van de in b vermelde extra leges is het niet kunnen inleveren van het vorige rijbewijs wegens: vermissing van het vorige rijbewijs door diefstal, brand of inbraak, waarbij het rijbewijs was opgeslagen in een afgesloten woon- of werkruimte; vermissing van het vorige rijbewijs ten gevolge van een overval; vernietiging van het vorige rijbewijs door de houder wegens veroudering, waarbij de bewaartermijn van het document van 13 jaren na datum van verstrekking van dat rijbewijs is verstreken. In al deze gevallen dient er bij de aanvraag een proces-verbaal van de politie overhandigd te worden.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

Artikel 1.14

Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

€ 9,20

a.

tot het digitaal verstrekken van gegevens van een ingezetene, per verstrekking:

€ 5,90

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens:

 

1.

voor 50 verstrekkingen:

€ 416,10

2.

voor 100 verstrekkingen:

€ 833,50

c.

tot het verstrekken van gegevens van een niet-ingezetene, per verstrekking:

€ 9,20

d.

tot het laten verrichten van genealogisch onderzoek bedraagt, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier:

€ 16,60

e.

tot het verstrekken van één of meer gegevens omtrent een persoon waarvoor persoonskaartenarchief moet worden geraadpleegd, per verstrekking:

€ 33,90

f.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen geldt het tarief zoals dat door het Ministerie van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan 1 of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd:

 

Artikel 1.16

gereserveerd

 

Artikel 1.17

gereserveerd

 

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 16,60

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19

Afschriften van bestuursstukken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 38,00

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 38,00

c.

een afschrift van een bestuursrapportage:

€ 15,70

d.

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 21,60

e.

een afschrift van de bouwverordening:

€ 41,50

f.

een afschrift van een andere dan de in d en e genoemde verordeningen:

€ 11,10

g.

afschriften van aanvullingen op de in d, e en f genoemde verordeningen per bladzijde:

€ 1,70

Artikel 1.20

gereserveerd

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21

gereserveerd

 

Artikel 1.22

Informatie uit registers

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 13,60

b.

de BAG (basisregistratie Adressen en Gebouwen) in Excel-formaat per kwartier:

€ 16,60

c.

het tarief genoemd in b wordt verhoogd met:

 

1.

per geleverd adres:

€ 1,10

2.

voor 2.500 geleverde adressen:

€ 1.823,80

3.

voor 5.000 geleverde adressen:

€ 2.990,00

4.

voor 10.000 geleverde adressen:

€ 3.979,80

d.

naar aanleiding van het doen van naspeuring in het Kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 16,60

e.

het Kadester, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting:

€ 13,70

f.

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen:

€ 30,20

Artikel 1.23

gereserveerd

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24

Gemeentegarantie

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een gemeentegarantie:

 

b.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening (gemeentegarantie):

€ 90,70

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag, het in artikel 1 van de ‘Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden’ vermelde bedrag met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,10 naar beneden.

 

b.

tot het legalisatie van een handtekening:

€ 11,50

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap:

€ 11,50

d.

een waarmerking van een stuk:

€ 11,50

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 16,60

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of (digitale) kopie van een in het gemeentearchief te Rotterdam berusten stukken, de tarieven zoals deze op het moment van aanvraag geldt in de legesverordening Rotterdam.

 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een afschrift of (digitale) kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina A4 of A3:

€ 1,10

b.

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk:

€ 7,50

Artikel 1.28

gereserveerd

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29

Huisvestingswet 2014

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

1.

Een urgentieverklaring conform Verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2020.

€ 50,00

2.

Een urgentieverklaring op grond van medische redenen. Dit bedrag dient te worden voldaan naast het in artikel 1.11.1 genoemde bedrag.

€ 50,00

Artikel 1.30

Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 145,70

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 70,10

 

Als aanvragen als bedoeld in a en b gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten:

€ 90,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van 5 jaar:

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vijf jaar, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vijf jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

 

a.

door een persoon of organisatie met commercieel winstoogmerk:

€ 16,50

b.

door een persoon of organisatie voor een ideëel doel:

nihil

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 376,60

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet - Kabels en Leidingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

1.2

Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit (Tracé vanaf 25 m1 tot 250 m1)

€ 354,90

1.3

Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit (Tracé vanaf 250 m1 tot 1500 m1)

€ 467,70

1.4

Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit (Tracé vanaf 1500 m1 tot 5000 m1)

€ 580,30

1.5

Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit (Tracé vanaf 5000 m1 en meer), Per strekkende meter tracélengte een bedrag van:

€ 0,10

1.6

Het tarief bedraagt voor het behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m

€ 59,50

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, anders dan in deze paragraaf opgenomen artikelen: per kenteken en/of voertuig

 

1.

voor een dag:

€ 8,90

2.

voor een week:

€ 21,40

3.

voor een maand:

€ 42,80

4.

voor een jaar:

€ 107,40

b.

het verlenen van een ontheffing voor het parkeren in een parkeerschijfzone (blauwe zone) als bedoeld in artikel 25 van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990, per kenteken en/of voertuig:

€ 30,00

c.

het verkrijgen van andere ontheffingen van krachtens de WVW1994 vastgestelde regels als genoemd in artikel 149 WVW1994, anders dan genoemd in deze paragraaf, per persoon:

€ 107,40

d.

het verkrijgen van een ontheffing voor het houden of deelnemen aan een wedstrijd met voertuigen op de weg als genoemd in artikel 10 WVW 1990, per evenement:

€ 107,40

e.

het verlenen van een ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over andere dan door de gemeenteraad aangewezen wegen als bedoeld in artikel 28 Wet vervoer gevaarlijke stoffen, per kenteken en/of voertuig:

 

1.

voor de duur van een dag:

€ 71,50

2.

voor de duur van één jaar:

€ 104,60

3.

voor de duur van drie jaren:

€ 287,80

f.

het verkrijgen van toestemming voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen/vuurwerk op een openbare plaats binnen de bebouwde kom (stoffen en voorwerpen van klasse I) als bedoeld in hoofdstuk 7.5, aanvullend voorschrift 7.5.11, bepaling CV1 (1) van het ADR (Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg) voor de duur van 1 kalenderjaar, per kenteken en/of voertuig:

€ 71,50

g.

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), per persoon:

€ 31,20

h.

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 van het RVV1990 en gemeentelijke beleidsregels, Per locatie

€ 188,90

i.

het aanbrengen van een wijziging die betrekking heeft op een bestaande gehandicaptenparkeerplaats (BABW), per locatie:

€ 62,90

j.

het verkrijgen van een ontheffing voor de rijbewijsplicht voor het besturen van gehandicaptenvoertuigen voor bestuurders jonger dan 16 jaren als bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Reglement Rijbewijzen:

€ 31,20

Paragraaf 1.10 Gereserveerd

Artikel 1.34

gereserveerd

Artikel 1.35

gereserveerd

 

Hoofdstuk 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.10.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.11.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

 
  • 1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project vergunbaar of vergunningvrij is:

€ 84,40

2.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.500,90

Paragraaf 2.3 Bouwactiviteiten

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000: 2,5% van de bouwkosten, met een minimum van € 100,00

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000: 0,5% van de bouwkosten

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000: 0,25% van de bouwkosten;

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000: 0,2% van de bouwkosten;

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000: 0,16% van de bouwkosten, met een maximum van € 30.000,00

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit bestaande uit bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken (ruimtelijk deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen (binnenplanse omgevingsplanactiviteit):

 

indien de bouwkosten minder dan € 7.500 bedragen: € 120,00

 

indien de bouwkosten tussen de € 7.500 en de € 250.000 bedragen: 2,8% van de bouwsom, met een minimum van € 210,00

 

indien de bouwkosten tussen de € 250.000 en de € 1.000.000 bedragen: 2,6% van de bouwsom, met een minimum van € 7.000,00

 

indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen: 2,4% van de bouwsom, met een minimum van € 26.000,00 en een maximum van € 420.000,00

1.

als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, vermeerderd met:

€ 250,00

2.

als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met een voorbereidingsbesluit of aanwijzing als beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 22.33, tweede lid, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:

€ 0,00

3.

onverminderd het bepaalde in artikel 2.6a bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 1.401,70

b.

voor een bouwactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): 2,65% van de bouwkosten, met een minimum van € 812,00 en een maximum van € 420.000,00

c.

voor een andere bouwactiviteit die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplan activiteit): 2,65% van de bouwkosten, met een minimum van € 812,00 en een maximum van € 420.000,00

Artikel 2.7

Slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 126,10

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 126,10

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 812,00

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8

Monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op:

 
 

a. een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument;

 
 

b. een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden als die activiteit betrekking heeft op een provinciaal monument of een voorbeschermd provinciaal monument,

 
 

c. een rijksmonumentenactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet;

 
 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 126,10

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 126,10

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 126,10

3.

Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder gemeentelijk monument respectievelijk voorbeschermd gemeentelijk monument ook verstaan een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Gemeente Barendrecht 2016 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 
 

a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 
 

b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9

Beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, het omgevingsplan in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 126,10

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.10

Overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 126,10

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.12

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.13

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.14

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.15

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.16

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.17

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.18

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.360,00

Artikel 2.19

Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

3.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.11 tot en met 2.19 sprake is van een project bestaande uit meerdere milieubelastende activiteiten geldt in afwijking van de in die artikelen genoemde tarieven de volgende tariefstelling:

 

a.

voor een aanvraag voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.800,00

b.

voor een aanvraag voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.240,00

Paragraaf 2.6 Overige activiteiten

Artikel 2.20

Aanleggen of veranderen weg (uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 88,40

Artikel 2.21

Uitweg/uitrit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 88,40

Artikel 2.22

Kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4 van de Bomenverordening gemeente Barendrecht 2013 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 88,40

Artikel 2.23

Andere activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 88,40

2.

Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt in voorkomend geval verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van de omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Als een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.7 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.24

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 
 

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 
 

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

Artikel 2.25

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 3.360,00

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.360,00

c.

vijf tot tien milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.360,00

d.

tien tot vijftien milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.360,00

e.

vijftien of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.360,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 3.360,00

Artikel 2.26

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.24 en 2.25, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 250,00

Paragraaf 2.8 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.27

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 250,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 0,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 0,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 250,00

Paragraaf 2.9 Overige tarieven

Artikel 2.28

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 500,00

Artikel 2.29

Wijzigen omgevingsvergunning

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning:

€ 500,00

Artikel 2.30

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 500,00

Artikel 2.31

Intrekken omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.56 van toepassing is:

€ 0,00

Artikel 2.32

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

Artikel 2.33

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 110,80

Paragraaf 2.10 Modaliteiten

Artikel 2.34

Gereserveerd

 

Artikel 2.35

Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met: 10%

 

Artikel 2.36

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 0,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 0,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 0,00

Artikel 2.37

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 132,60

b.

voor het toetsen, opstellen en beoordelen door BOOR (Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam) voor de volgende werkzaamheden bedragen de tarieven:

 
 

het toetsen van een aanvraag archeologievergunning:

€ 302,80

 

het opstellen van nader archeologisch advies voor bouwplannen, ruimtelijke plannen en aanlegvergunningen:

€ 302,80

 

het beoordelen van rapportages van een archeologisch onderzoek:

€ 731,50

 

het opstellen van een Programma van Eisen voor archeologisch onderzoek:

€ 1.188,60

 

het beoordelen/toetsen van een Programma van Eisen:

€ 731,50

 

het beoordelen van offertes, aanbesteding, controle veldwerk (boringen/proefsleuven), rapport en selectieadvies inclusief het toezenden van de beoordeling en voorstel voor een selectiebesluit aan de gemeente:

€ 731,50

 

het verzorgen van een archeologieparagraaf in (de ruimtelijke onderbouwing van) een Omgevingsplan of projectbesluit:

€ 1.487,80

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 0,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 0,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 0,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 0,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 0,00

Artikel 2.38

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 300,90

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Barendrecht 2021 dat betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet]:

 

Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 50.000: € 100,00

 

indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen:

 

0,2% over de bouwkosten tot € 2.000.000;

 

over de bouwkosten van € 2.000.000 tot € 6.000.000: € 4.000,00

 

plus 0,05% over de bouwkosten van € 2.000.000 tot € 6.000.000:

 

indien de bouwkosten meer bedragen dan € 6.000.000: € 6.000,00

 

De tarieven in dit onderdeel worden naar boven afgerond op € 5,00

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Barendrecht 2021 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

 
 

Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 25.000:

€ 0,00

 

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 2.000.000 van de bouwkosten bedragen:

0%

 

indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.000.000

€ 0,00

 

De tarieven in dit onderdeel worden naar boven afgerond op € 5,00

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c:

 
 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.39

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.40

Openstellingsvergunning wegtunnels

 

1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels bedraagt het tarief:

€ 150.000,00

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 8a van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels bedraagt het tarief:

€ 100.000,00

Paragraaf 2.11 Vermindering

Artikel 2.41

Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

 
 

2% van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

 
 

3% van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

 
 

5% van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Paragraaf 2.12 Teruggaaf

Artikel 2.42

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.43

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

 
 

25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.44

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

 
 

50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

 
 

40% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

 
 

30% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.45

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

 
 

50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 
 

40% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 
 

30% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.46

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 
 

25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.47

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

25% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.48

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.

 

Artikel 2.49

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan €100,00 wordt niet teruggegeven.

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 341,00

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 87,90

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 289,20

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 40,90

 

Indien dit samengaat met een ontheffing van de sluitingstijd worden hier geen leges voor in rekening gebracht:

 

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 87,90

 

Indien dit samengaat met een wijziging op de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening worden geen leges in rekening gebracht.

 

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 87,90

 

Indien dit samengaat met een bijschrijving van een beheerder op de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28i en artikel 3:15 van de Algemene plaatselijke verordening worden geen leges in rekening gebracht.

 

e.

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 40,90

f.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een terras, gelet op het bepaalde in artikel 2:28d van de Algemene Plaatselijke verordening:

€ 97,10

g.

aanvraag tot het wijzigen van de gegevens in de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 of 2:79b van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 87,90

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

3.3

Vergunning seksbedrijven

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 465,70

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in 3.3:

€ 465,70

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in 3.3. en 3.4. :

€ 465,70

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

 

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met:

€ 87,90

3.4.

Wijziging vergunning seksbedrijven

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

€ 87,90

b.

op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

€ 87,90

c.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

€ 87,90

d.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

€ 87,90

e.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

€ 87,90

f.

het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend:

€ 87,90

g.

het aantal prostituees dat ten hoogste voor of bij het seksbedrijf mag werken:

€ 87,90

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

3.5

Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 59,70

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 59,70

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

Een A-evenement zoals beschreven in artikel 2:24 lid 3 onder b van de APV

gratis

b.

Een B- of C-evenement zoals beschreven in artikel 2:24 lid 3 onder c en d van de APV door een persoon of organisatie met commercieel winstoogmerk

€ 340,20

c.

Een B- of C-evenement zoals beschreven in artikel 2:24 lid 3 onder c en d van de APV door een persoon of organisatie voor een ideëel doel

gratis

3.7

gereserveerd

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

3.8

gereserveerd

 

3.9

gereserveerd

 

3.10

Losse standplaatsen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 40,50

Paragraaf 6 Huisvestingswet 2014 (gereserveerd)

3.11

gereserveerd

3.12

gereserveerd

 

3.13

gereserveerd

 

3.14

gereserveerd

 

3.15

gereserveerd

 

3.16

gereserveerd

 

3.17

gereserveerd

 

Paragraaf 7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

3.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van ontheffing voor bedrijfsmatig uitgevoerde bouwwerkzaamheden buiten de reguliere werktijden (maandag t/m vrijdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur) die geluidsoverlast kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 4:6, 2e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 442,20

b.

tot bestrijding van ongedierte

€ 41,40

c.

ontheffing voor het onder publiek verspreiden danwel openlijk aanbieden van gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen als bedoeld in artikel 2:6 lid 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 41,40

d.

ontheffing voor het buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu als bedoeld in artikel 21 van de Afvalstoffenverordening

€ 41,40

e.

vergunning voor de verkoop van vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor een periode van 5 jaar

€ 434,80

3.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang van

 

a.

een kindercentrum of gastouderbureau

€ 1.305,70

b.

een voorziening voor gastouderopvang

€ 325,80

3.20

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het plaatsen van een object op de openbare weg:

€ 11,10

3.21

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 41,40

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Tarieventabel leges 2023” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Dit besluit wordt aangehaald als “Tarieventabel legesverordening 2024”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 19 december 2023.

De griffier,

mw. C.M. Krouwel

De voorzitter,

drs. R.E. Schneider