Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711851
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711851/1
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Losser;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Losser d.d. 7 november 2023;
Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,
aanhef onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
(Legesverordening 2024)
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges wordt niet geheven voor:
- 1.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- 2.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- 3.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning en/of ontheffing op basis van de APV, voor het houden van niet-commerciële activiteiten door organisaties met een politiek, godsdienstig, sociaal, charitatief, cultureel of sportief doel;
- 4.
het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het plaatsen van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend.
Artikel 5 Maatstaven en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Het bedrag van de heffing op grond van hoofdstuk 2 van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges op basis van hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.
-
2. De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving een gedagtekende schriftelijke kennisgeving , waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
-
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de aanslag of kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling of digitaal wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- c.
langs de elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden, op het moment van mailing van de kennisgeving;
- d.
langs de elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.4.1.2 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.7.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.10 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2023’ van 20 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. De bekendmaking van de in titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normbladen geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Legesverordening 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Losser
in zijn openbare vergadering van 19 december 2023.
griffier,
voorzitter,
Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Paragraaf 1.10 Diversen
Hoofdstuk 2 Omgevingswet
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2 Voorfase
Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 8 Overige activiteiten
Paragraaf 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
Paragraaf 10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 11 Overige tarieven
Paragraaf 12 Modaliteiten
Paragraaf 13 Vermindering
Paragraaf 14 Teruggaaf
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Paragraaf 3.1 Horeca
Paragraaf 3.2 Organiseren evenement of markten
Paragraaf 3.3 Seksinrichtingen
Paragraaf 3.4 Standplaatsen
Paragraaf 3.5 In dit hoofdstuk niet genoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening |
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
|
|
Artikel |
|
|
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met een ceremonieel vertoon. |
|
1.1.1.1 |
maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.30 uur in 't Lossers hoes |
€ 494,00 |
1.1.1.2 |
zaterdag van 9.00 tot 13.30 uur in 't Lossers hoes |
€ 859,00 |
1.1.1.2.1 |
zondag tussen 10.00 en 14.00 uur op een buitenlocatie |
€ 1.058,00 |
1.1.1.2.2 |
maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur op een buitenlocatie |
€ 663,00 |
|
maandag t/m vrijdag 17.00 tot 24.00 op een buitenlocatie |
€ 1.058,00 |
1.1.1.2.3 |
zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur op een buitenlocatie |
€ 1.029,00 |
|
zaterdag van 18.00 tot 24.00 op een buitenlocatie |
€ 1.058,00 |
|
(Deze legeskosten zijn exclusief de mogelijke huurkosten voor de locatie) |
|
|
Het is mogelijk op maandagmiddag om tussen 15.45 uur en 16.00 uur een legesvrij huwelijk/partnerschapsregistratie aan te gaan. De legesvrije huwelijken/partnerschapsregistraties worden niet voltrokken op een buitenlocatie Met maximaal 4 personen. Dat is inclusief getuigen. |
|
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder een ceremonieel vertoon |
€ 255,00 |
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
€ 59,00 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
1.1.4.1 |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 101,00 |
1.1.4.2 |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 202,00 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje bij een huwelijk of vervanging |
€ 35,00 |
1.1.6 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van daartoe geschikte opgaven voor publicatie in nieuwsbladen van geboorten, voltrokken huwelijken, partnerschapsregistraties en sterfgevallen per jaar |
€ 332,00 |
1.1.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren: |
|
1.1.8.1 |
vanaf 4 weken vóór voltrekking, met betrekking tot kosteloze huwelijken |
€ 104,00 |
1.1.8.2 |
vanaf 4 weken tot 2 weken vóór voltrekking 50% van de voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges. |
|
1.1.8.3 |
vanaf 2 weken vóór voltrekking 75% voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges. |
|
1.1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum binnen 2 weken voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te wijzigen: |
€ 104,00 |
|
|
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
Artikel |
|
|
1.2. |
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor het desbetreffende document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort) |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
|
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
|
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten |
|
1.2.8 |
Het tarief als genoemd in 1.2.7 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw document als bedoeld in 1.2.1. tot en met 1.2.6 slechts één keer per document berekend. |
|
1.2.9 |
voor het bezorgen van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges. |
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
|
|
Artikel |
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05. |
|
1.3.1.1 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling. |
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
|
|
Artikel |
|
|
1.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.1.1 |
tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen, per verstrekking |
€ 19,00 |
1.4.1.2 |
tot het verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.14 wet BRP geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de BRP moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.1.3 |
Het in 1.4.1.2 bedoelde tarief wordt, gelet op artikel 17 lid 2 van het besluit basisregistratie personen, voor een ieder daaraan besteed kwartier, indien op verzoek de gemeentelijke basis administratie persoonsgegevens wordt doorgenomen, verhoogd met |
€ 27,60 |
1.4.1.4 |
De in 1.4.1.2 genoemde leges wordt bij een spoedlevering (gegarandeerde verstrekking van de gevraagde inlichting binnen 3 werkdagen) vermeerderd met een bedrag per opgevraagde inlichting |
€ 19,00 |
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) |
€ 19,00 |
1.4.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.14 wet BRP geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de BRP moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.4 |
De in 1.4.3 bedoelde tarief wordt, gelet op artikel 17 lid 2 van het besluit basisregistratie personen, voor een ieder daaraan besteed kwartier, indien op verzoek de gemeentelijke Basisregistratie Personen wordt doorgenomen, verhoogd met |
€ 27,60 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken |
|
|
Artikel |
|
|
|
Vervallen |
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie |
|
|
Artikel |
|
|
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.1.1 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een uittreksel uit de kadastrale legger |
€ 8,70 |
1.6.1.2 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A4 |
€ 8,70 |
1.6.1.3 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A3 |
€ 18,60 |
1.6.1.4 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A2 |
€ 25,70 |
1.6.1.5 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A1 |
€ 34,80 |
1.6.1.6 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een kadastrale kaart, per perceel, in formaat A0 |
€ 43,20 |
1.6.2 |
Voor toezending van de gegevens bedoeld in 1.6.1 worden de kosten verhoogd met |
€ 8,70 |
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.3.1 |
tot het verstrekken van een totaal aangemaakt digitaal bestand van een verkavelings- c.q. matenplan, ongeacht de grootte |
€ 217,00 |
1.6.3.2 |
voor een deel uit het onder 1.6.3.1 genoemde digitale bestand |
€ 130,30 |
1.6.3.3 |
tot het verstrekken van een digitaal bestand vanuit de GBT en overige gemeentelijke topografie: |
|
1.6.3.3.1 |
betreffende de aanmaakkosten van het bestand |
€ 63,00 |
1.6.3.3.2 |
verhoogd per hectare buitengebied |
€ 8,70 |
1.6.3.3.3 |
verhoogd per hectare stedelijk gebied |
€ 18,60 |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken |
|
|
Artikel |
|
|
1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag natuurlijke personen: het in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden genoemde bedrag |
|
1.7.2 |
tot het verkrijgen van een verklaring van in leven zijn |
€ 19,00 |
1.7.2.a |
Bij het tonen van een brief van een (buitenlandse) pensioeninstantie kan de verklaring genoemd in 1.7.2. kosteloos worden verstrekt |
|
1.7.3 |
tot het verstrekken van een legalisatie van een handtekening of het waarmerken van een fotokopie |
€ 19,00 |
1.7.4 |
tot het verstrekken van iedere andere verklaring omtrent een bepaalde persoon |
€ 19,00 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief |
|
|
Artikel |
|
|
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek verrichten van naspeuringen in en het verstrekken van gegevens uit de in het archief respectievelijk in het informatiesysteem berustende stukken ter zake van milieugegevens, bestemmingsplangegevens en omgevingsvergunningen, zoals van bodem, hinder en bouwtekeningen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ 25,75 |
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.2.1 |
voor het scannen van een foto, per scan |
€ 7,85 |
1.8.2.2 |
voor het scannen van elk ander document tot A3, per scan |
€ 5,25 |
1.8.2.3 |
voor het scannen van elk ander document groter dan A3, per scan |
€ 10,45 |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten |
|
|
Artikel 1.9 Leegstandwet |
|
|
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet |
€ 340,00 |
1.9.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandswet |
€ 59,40 |
Artikel 1.10 Wet op de kansspelen |
|
|
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.10.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
1.10.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
1.10.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar |
€ 226,50 |
1.10.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 0,00 |
Artikel 1.11 Telecommunicatiewet |
|
|
1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 424,00 |
1.11.1.1 |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 294,00 |
1.11.2 |
Indien met betrekking tot een melding, als bedoeld in 1.11.1, onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
1.11.3 |
Indien een begroting als bedoeld in 1.11.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
1.11.4 |
Het tarief bedoeld in onderdeel 1.11.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen. |
|
Artikel 1.12 Verkeer en vervoer |
|
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 47,80 |
1.12.2 |
tot uitgifte van een parkeerkaart |
€ 22,00 |
1.12.3 |
tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 98,20 |
1.12.3.1 |
Het tarief bedraagt indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.12.3 wordt afgewezen |
€ 61,00 |
1.12.3.2 |
Het tarief voor het verstrekken van een duplicaat van een reeds eerder verstrekte gehandicaptenparkeerkaart bedraagt |
€ 37,00 |
1.12.3.3 |
Het tarief voor de verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart bedraagt |
€ 37,00 |
1.12.4 |
Het tarief bedraagt voor het inrichten van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 208,90 |
1.12.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verstrekken van een ontheffing in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS) |
€ 152,40 |
1.12.6 |
Het tarief bedraagt voor het treffen van een verkeersmaatregel overeenkomstig art. 62 RVV 1990 en artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 0,00 |
Paragraaf 1.10 Diversen |
|
|
Artikel |
|
|
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag : |
|
1.135.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van verwijsborden of informatiekasten |
€ 108,40 |
1.13.1.2 |
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV (opslag/uitstallen op trottoir) |
€ 122,00 |
1.13.1.3 |
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV voor het ophangen van een spandoek |
€ 0,00 |
1.13.1.4 |
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de APV voor het inzamelen van goederen |
€ 122,00 |
1.13.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.13.2.1 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.13.2.1.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,10 |
1.13.2.1.2 |
per pagina op papier op A3-formaat |
€ 0,19 |
1.13.2.1.3 |
per pagina op papier op A-2 formaat |
€ 0,37 |
1.13.2.1.4 |
per pagina op papier op A-1 formaat |
€ 0,74 |
1.13.2.1.5 |
per pagina op papier op A-0 formaat |
€ 1,49 |
1.13.2.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat, in kleur |
€ 2,31 |
1.13.2.2.2 |
per pagina op papier van A3-formaat, in kleur |
€ 4,62 |
1.13.2.2.3 |
per pagina op papier van A3-formaat, in kleur |
€ 9,24 |
1.13.2.2.4 |
per pagina op papier van A1-formaat, in kleur |
€ 18,48 |
1.13.2.2.5 |
per pagina op papier van A0-formaat, in kleur |
€ 36,97 |
1.13.2.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, niet behorend bij de in het onderdeel 1.13.2.1 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk, per A4 |
€ 0,89 |
1.13.2.4 |
kleurenplots van reeds geproduceerde werken, per: |
|
1.13.2.4.1 |
A4 |
€ 18,60 |
1.13.2.4.2 |
A3 |
€ 25,70 |
1.13.2.4.3 |
A2 |
€ 35,60 |
1.13.2.4.4 |
A1 |
€ 43,30 |
1.13.2.4.5 |
A0 |
€ 52,70 |
1.13.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.13.3.1 |
tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring van bestemming, per perceel |
€ 65,80 |
1.13.3.2 |
tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring van gebruik, per perceel |
€ 65,80 |
1.13.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|
1.13.4.1 |
een vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1, van de Verordening op de verblijfsrecreatie |
€ 760,00 |
1.13.4.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 2, lid 3, van de Verordening op de verblijfsrecreatie |
€ 0,00 |
1.13.5.1 |
een beschikking/vergunning/ontheffing op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 340,00 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet |
|
|
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|
|
Artikel 2.1 Definities |
|
|
2.1.1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2.1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2.1.3 |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
2.1.4 |
Bouwkosten; In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.4.a |
bouwwerk: een compleet bouwwerk, inclusief de voorzieningen waar zonder zij niet aan haar doel beantwoordt en die nodig zijn om het bouwwerk te laten functioneren. |
|
2.1.4.b.1 |
Onder verplaatsing wordt in deze gevallen verstaan als bedoeld in art. 5.6 Besluit Bouwwerken Leefomgeving. |
|
2.1.4.b.2 |
Onder tijdelijk wordt in deze gevallen verstaan als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit Bouwwerken leefomgeving. |
|
2.1.4.c.1 |
Zonneveld: een ruimtelijk samenhangende grondgebonden installatie voor het opwekken van zonne-energie. |
|
2.1.4.c.2 |
Wp (WattPiek): de internationale standaard-meeteenheid voor de capaciteit van zonnecellen en zonnepanelen om zonne-energie in elektriciteit om te zetten. |
|
2.1.4.d |
A. Uitgangspunten “standaard” bouwwerken: Bij de in onderstaande tabel genoemde gebouwen, wordt het aantal kubieke meters of het aantal vierkante meters berekend volgens NEN 2580 (bruto-oppervlakte- en inhoudsberekening gebouwen) |
|
I. Woningen: |
|
|
Rijtjeswoningen |
|
€ 200,= per m3 |
Twee onder één kapwoningen |
|
€ 225,= per m3 |
Vrijstaande woning tot en met 600 m3 |
|
€ 260,= per m3 |
Vrijstaande woning > 600 m3 |
|
€ 290,= per m3 |
Appartement, één of meer bouwlagen |
|
€ 260,= per m3 |
|
|
|
II. Bijgebouwen bij woningen: |
|
|
Latere aanbouw zoals een erker |
|
€ 350,= per m3 |
Garage / berging / tuinhuisje |
Hout |
€ 95,= per m3 |
|
Half steens met plat dak |
€ 125,= per m3 |
|
Half steens met kap |
€ 135,= per m3 |
|
Spouw met plat dak |
€ 150,= per m3 |
|
Spouw met kap |
€ 170,= per m3 |
Dakkapel |
|
€ 1.000,= per m breedte |
Carport |
|
€ 150,= per m2 |
Schuttingen en hekwerken |
|
€ 100,= per m |
|
|
|
III. Agrarische bouwwerken: |
|
|
1. Stallen |
|
€ 43,= per m3 |
2. Werktuigberging / schuur Damwandprofiel |
|
€ 25,= per m3 |
Metselwerk |
|
€ 48,= per m3 |
3. Mestkelders onder de stallen |
|
€ 83,= per m3 |
4. Kassen |
|
€ 31,= per m2 |
|
|
|
IV. Niet agrarische bouwwerken: |
|
|
1. Opslagloodsen (plaatstaal damwandprofiel) |
|
€ 19,= per m3 |
(metselwerk) |
|
€ 52,= per m3 |
2. Kantoren / showroom / winkel / horeca |
|
€ 273,= per m3 |
3. Scholen / sporthal / verkoophal (grootschalige detailhandels vestiging) |
|
€ 258,= per m3 |
4. Noodschool / kleedgebouw (sportvereniging) / semipermanente unit |
|
€ 185,= per m3 |
5. Industriehal (plaatstaal geïsoleerd) |
|
€ 62,= per m3 |
(metselwerk) |
|
€ 105,= per m3 |
2.1.4.e |
B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken: Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), van het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft |
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
conceptverzoek; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
|
2.3.1 |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk als wel als in artikel 2.1.4 uitgangspunten bouwwerken, waaronder de in artikel 2.1.4.d genoemde “Standaard bouwwerken” als 1e uitgangspunt worden genomen voor het bepalen van de bouwkosten. |
|
2.3.2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
2.3.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
2.3.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
2.3.5 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
2.3.6 |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
2.3.7 |
In afwijking van artikel 2.2 worden er voor de bouwactiviteit geen leges in rekening gebracht wanneer er sprake is van het aanbrengen van duurzaamheidsmaatregelen op/aan/bij een monument (zoals het aanbrengen van zonnepanelen, buitenunits voor warmtepompen/airco-installaties, het aan de binnenzijde isoleren van de uitwendige scheidingsconstructie van een pand, isolerend glas) wanneer het aanbrengen hiervan voor niet-monumentale panden vergunningsvrij voor de bouwactiviteit zou zijn geweest (op grond van de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht). |
|
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|
|
Artikel 2.4 Conceptverzoek |
|
|
2.4.1 |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 350,00 |
2.4.2 |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van conceptverzoek voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.12 (milieubelastende activiteit) bedraagt het tarief: |
€ 1.009,90 |
2.4.3 |
Het legesbedrag genoemd in artikel 2.4 wordt indien van toepassing verrekend met de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8. Zie artikel Artikel 2.52 Vermindering na Conceptverzoek |
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
2.5.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
20,00% |
|
van het tarief per vastgestelde bouwkosten conform artikel 2.1.4.d. en artikel 2.1.4.e (Het tarief per m3 geldt niet voor aanvragen tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor verbouw. Hiervoor gelden de tarieven zoals vermeld onder 2.6.d). |
|
2.5.1.a |
Indien de bouwkosten minder dan € 2.500,- bedragen: |
€ 350,00 |
2.5.1.b |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500 tot € 50.000: |
2,40% |
|
van de bouwkosten; |
|
2.5.1.c |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 100.000: |
2,30% |
|
van de bouwkosten; |
|
2.5.1.d |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 4.500.000: |
2,10% |
|
van de bouwkosten; |
|
2.5.1.e |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 4.500.000: |
1,80% |
|
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€ 332.000,00 |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
||
a. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, worden de leges berekend op basis van |
80% |
|
van het tarief berekend onder artikel 2.5 |
|
b. |
voor een afwijking van de regels middels een binnenplanse omgevingsplanactiviteit conform art. 22.280 Bruidsschat Omgevingswet: |
€ 326,00 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit onder de reguliere voorbereidingsprocedure: |
€ 526,00 |
d. |
Indien een aanvraag betrekking heeft op bouwwerken welke niet bij 2.1.4.d worden benoemd dan worden de leges berekend conform artikel 2.5.1 volgens de in artikel 2.1.4.e bedoelde bouwkosten |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor een afwijking van de regels middels een binnenplanse omgevingsplanactiviteit conform art. 22.280 Bruidsschat Omgevingswet: |
€ 386,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit onder de reguliere voorbereidingsprocedure: |
€ 386,00 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
2.8.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 459,00 |
2.8.2 |
In afwijking van de artikelen 2.8.a worden er voor de monumentenactiviteit geen leges in rekening gebracht wanneer er sprake is van het aanbrengen van duurzaamheidsmaatregelen op/aan/bij een monument (zoals het aanbrengen van zonnepanelen, buitenunits voor warmtepompen/airco-installaties, het aan de binnenzijde isoleren van de uitwendige scheidingsconstructie van een pand, isolerend glas) wanneer het aanbrengen hiervan voor niet-monumentale panden vergunningsvrij voor de bouwactiviteit zou zijn geweest (op grond van de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht). |
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 459,00 |
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: Beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: Overig cultureel erfgoed en wereldgoed |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten; |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
|
2.20.1 |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2.20.2 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.019,80 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
2.23.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel 1.1 van de telecommunicatiewet, bedraagt het tarief: |
€ 534,00 |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: Plaatsen van voorwerpen op of aan de weg |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg (uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid) |
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 459,00 |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten (b.v. buisleidingen door natuurbescherming)uitweg/uitrit |
||
|
€ 459,00 |
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in [artikel [4:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 84,00 |
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg |
|
|
2.32.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
2.32.1.a |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 122,00 |
2.32.1.b |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 122,00 |
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 341,00 |
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 459,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
|
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
2.36.1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
€ 1.009,90 |
2.36.2 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.009,90 |
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
|
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
|
2.38.1 |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
2.38.1.a |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105,00 |
2.38.1.b |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 105,00 |
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
2.40.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
a. |
Indien de bouwkosten minder dan € 50.000,- bedragen: |
€ 85,00 |
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 100.000: |
0,45% |
|
van de bouwkosten; |
|
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 4.500.000: |
0,30% |
|
van de bouwkosten; |
|
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 4.500.000: |
0,20% |
Artikel 2.41 Anders dan via het Omgevingsloket online (OLO) ingediende aanvraag |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag niet wordt ingediend via het omgevingsloket online, maar via een andere digitale weg of op papier. |
€ 106,00 |
Artikel 2.42 Intrekking omgevingsvergunning |
|
|
2.42.a |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 0,00 |
2.42.b |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning voor één of meer milieubelastende activiteiten, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 1.009,90 |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten zonder dat er sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van een omgevingsplan |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 2.324,00 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
50% |
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.019,80 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 2.855,00 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 2.855,00 |
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport Vooronderzoek als bedoeld in de NEN 5725:2017: |
€ 211,00 |
b. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport Verkennend onderzoek volgens NEN 5740:2009+A1:2016 nl: |
€ 422,00 |
c. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport als bedoeld in de NTA5755, uitgave 2010 of het protocol voor nader onderzoek, 1995 is, |
€ 211,00 |
d. |
voor de beoordeling van een onderzoek naar asbest in de bodem conform de NEN 5707+C2:2017 |
€ 211,00 |
e. |
Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrappart. |
€ 211,00 |
f. |
Voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting |
€ 211,00 |
Artikel 2.50 Advies |
|
|
2.50.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
2.50.1.a |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als de gemeenteraad, op grond van artikel 16.15, lid 1 jo. artikel 16.15a onder b, sub Omgevingswet jo. art. 4.21, lid 1 Omgevingsbesluit, advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.50.1.b |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
|
|
- 3 ‰ van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 0,-- en € 230.000,- met een minimum van € 95,--; |
|
|
- plus 0,5 ‰ van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen €230.000,-- en €455.000,--; |
|
|
- plus 0,25 ‰ van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen €455.000,-- en € 680.000,--; |
|
|
- plus 0,13 ‰ van het deel van de bouwkosten dat € 680.000 ,-- te boven gaat. |
|
2.50.1.c |
Indien een bouwplan wordt getoetst door de monumentencommissie, wordt 150% extra welstand leges in rekening gebracht. |
|
2.50.1.d |
Indien een advies van de Agrarische Beoordelings Commissie wordt aangevraagd. |
|
|
voor een standaardadvies voor bestaande bedrijven |
€ 1.209,00 |
|
voor nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een nieuwe bedrijfsplan |
€ 1.397,00 |
|
indien uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken daarbij moeten worden betrokken |
€ 1.458,00 |
|
bij nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen |
€ 604,00 |
|
voor een second opinion |
€ 1.575,00 |
2.50.1.e |
voor de beoordeling van een erfinrichtingsplan, als bedoeld in 5.2.1 onder d van het bestemmingsplan Buitengebied, respectievelijk het omgevingsplan |
€ 145,00 |
|
voor de beoordeling van een landschappelijk inpassingsplan, als bedoeld in 5.2.1 onder d van het bestemmingsplan Buitengebied, respectievelijk het omgevingsplan |
€ 289,00 |
2.50.1f |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
|
|
Gereserveerd |
|
2.50.1.g |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met f: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.50.2 |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
|
2.51.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
2.51.1.a |
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: (VVGB) |
€ 1.838,00 |
2.51.1.b |
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2.51.2 |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering |
|
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
|
2.52.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2 en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptverzoek geheven leges volledig in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 |
100% |
2.52.2 |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
2.52.2.a |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
2.52.2.b |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
2.52.2.c |
c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
|
Als de gemeente een aangevraagde omgevingsvergunning niet verder behandelt op grond van artikel 4:5 Algemene Wet Bestuursrecht, is sprake van vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt |
70% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de op basis van artikel 2.5 en 2.6 geheven leges. De vermindering bedraagt: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Gereserveerd |
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
c. |
De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- sloopactiviteiten of milieubelastende activiteit, worden verrekend met de leges van een eerdere weigering of intrekking tijdens behandeling van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de weigering. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
Een bedrag minder dan € 50 wordt niet teruggegeven. |
|
Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn |
|
|||
|
|
|
||
Artikel |
Omschrijving |
|
||
Paragraaf 3.1 Horeca |
|
|||
Artikel |
|
|||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
||
3.1.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
|
||
|
a. voor het uitoefenen van het horecabedrijf |
€ 664,60 |
||
|
b. voor het uitoefenen van het slijtersbedrijf |
€ 343,40 |
||
3.1.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de APV |
€ 340,40 |
||
3.1.1.3 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
€ 176,60 |
||
3.1.1.4 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 193,60 |
||
3.1.1.5 |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet |
€ 193,60 |
||
3.1.1.6 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 93,50 |
||
3.1.1.7 |
Iedere andere vergunning, ontheffing of wijziging op grond van de Drank- en horecaverordening/Alcoholwet, voor zover niet anders is bepaald |
€ 176,60 |
||
3.1.1.8 |
Als een aanvraag voor een vergunning genoemd in hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 wordt ingetrokken, geweigerd of buiten behandeling wordt gelaten wordt 50% van de leges in rekening gebracht. |
|
||
Paragraaf 3.2 Organiseren evenement of markten |
|
|||
Artikel |
|
|||
3.2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.24 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 0,00 |
||
Paragraaf 3.3 Seksinrichtingen |
|
|||
Artikel |
|
|||
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|
||
3.3.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening (APV), anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.4: |
|
||
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting met niet meer dan één werkruimte |
€ 1.225,90 |
||
3.3.1.2 |
voor een seksinrichting met meer dan één werkruimte |
€ 1.467,40 |
||
3.3.2 |
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van de exploitatie of het beheer van een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3:16 en 3:17 van de APV |
€ 340,40 |
||
3.3.3 |
een geschiktheid verklaring als bedoeld in artikel 2.1 van de Nadere regels Seksinrichtingen en escortbedrijven |
€ 363,70 |
||
3.3.3.1 |
vermeerderd met voor een seksinrichting met een oppervlakte van: |
|
||
3.3.3.1.1 |
niet meer dan 100 m2 |
€ 355,90 |
||
3.3.3.1.2 |
meer dan 100 m2, maar niet meer dan 500 m2 |
€ 355,90 |
||
3.3.3.1.2.1 |
vermeerderd per m2 met |
€ 1,77 |
||
3.3.3.1.3 |
meer dan 500 m2, maar niet meer dan 1.000 m2 |
€ 1.063,00 |
||
3.3.3.1.3.1 |
vermeerderd per m2 met |
€ 1,24 |
||
3.3.3.1.4 |
meer dan 1.000 m2, maar niet meer dan 1.500 m2 |
€ 1.685,00 |
||
3.3.3.1.4.1 |
vermeerderd per m2 met |
€ 0,88 |
||
3.3.3.1.5 |
meer dan 1.500 m2, maar niet meer dan 2.500 m2 |
€ 2.127,00 |
||
3.3.3.1.5.1 |
vermeerderd per m2 met |
€ 0,59 |
||
3.3.3.1.6 |
meer dan 2.500 |
€ 2.721,00 |
||
3.3.3.1.6.1 |
vermeerderd per m2 met |
€ 0,29 |
||
Paragraaf 3.4 Standplaatsen |
|
|||
Artikel |
|
|||
3.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
||
3.4.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de APV |
€ 341,40 |
||
Paragraaf 3 5 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|||
Artikel |
|
|||
3.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 340,00 |
Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2023
De griffier van de gemeente Losser,
J.H. ten Voorde
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl