Regeling Nadeelcompensatie provincie Limburg 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Regeling Nadeelcompensatie provincie Limburg 2024

Gedeputeerde Staten van Limburg,

BESLUITEN

Vast te stellen de volgende regeling

Regeling Nadeelcompensatie provincie Limburg 2024

Artikel 1 Toepassingsbereik

Deze regeling heeft betrekking op aanvragen om compensatie van nadeel als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de provincie.

Artikel 2 Indieningsvereisten

  • 1. In aanvulling op de indieningsvereisten van artikel 4:127 Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade in de vorm van winst- of inkomstenderving betreft:

      • i.

        jaarrekeningen en maandcijfers, inclusief winst- en verliesrekening, over het jaar waarin schade is geleden en over de drie daaraan voorafgaande jaren, desgevraagd voorzien van accountsverklaring, en;

      • ii.

        de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

    • b.

      als het schade in de vorm van gederfde huurinkomsten betreft: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte;

    • c.

      als het schade in de vorm van een toename van kosten (zoals transportkosten) betreft:

      • i.

        jaarrekeningen en maandcijfers, inclusief winst- en verliesrekening, over het jaar waarin schade is geleden en over de drie daaraan voorafgaande jaren inclusief winst- en verliesrekening;

      • ii.

        een specificatie van het aantal kilometers per jaar over het jaar waarin schade is geleden en over de drie daaraan voorafgaande jaren als hierom wordt verzocht door het bestuursorgaan;

    • d.

      als het schade betreft wegens de aanpassing van kabels en leidingen geldt de berekeningsmethodiek overeenkomstig de vigerende regeling nadeelcompensatie Kabels en Leidingen.

  • 2. De aanvrager maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld formulier.

Artikel 3 Benoeming adviescommissie

Het bestuursorgaan kan een adviescommissie benoemen bestaande uit één of meerdere deskundigen, met een maximum van drie, die tot taak heeft hen van advies te dienen over de op de aanvraag om nadeelcompensatie te nemen beslissing.

Artikel 4 Benoeming adviescommissie

  • 1. Voordat aan de adviescommissie opdracht tot advisering wordt verstrekt, informeert het bestuursorgaan de aanvrager, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden schriftelijk over het voornemen tot benoeming van de adviescommissie.

  • 2. De aanvrager, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de bekendmaking van het voornemen tot benoeming een verzoek in dienen om de samenstelling van de commissie te wijzigen.

  • 3. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken op het in het tweede lid genoemde verzoek nadat de termijn uit het tweede lid is verstreken.

Artikel 5 Bevoegdheden en verplichtingen

  • 1. Op verzoek van de adviescommissie verstrekt het bestuursorgaan en de aanvrager de gegevens die voor de advisering nodig zijn en waarover zij in redelijkheid de beschikking kunnen krijgen.

  • 2. De adviescommissie kan inlichtingen en adviezen inwinnen bij derden. Indien hiermee kosten zijn gemoeid, wordt deze bevoegdheid pas uitgeoefend na instemming van het bestuursorgaan.

  • 3. De adviescommissie kan zo nodig een plaatsopneming houden.

Artikel 6 Onderzoeksprocedure

  • 1. De adviescommissie stelt de aanvrager, de betrokken bestuursorganen en eventuele andere belanghebbenden in kennis van de te volgen procedure.

  • 2. De adviescommissie stelt de aanvrager in de gelegenheid tot het geven van een toelichting op de aanvraag en vraagt de betrokken bestuursorganen en eventuele andere belanghebbenden, naar hun standpunt over de aanvraag. Partijen kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen.

  • 3. Van de mondelinge toelichtingen wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt aan de aanvrager, het bestuursorgaan, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden toegezonden, als onderdeel of bijlage van het conceptadvies.

  • 4. De adviescommissie kan aanvrager, bestuursorgaan, eventuele andere betrokken bestuursorganen of andere belanghebbenden binnen een door de adviescommissie te stellen termijn om overlegging van nadere gegevens of stukken verzoeken.

  • 5. De adviescommissie stelt een conceptadvies op en zendt dat aan de aanvrager, het bestuursorgaan en eventuele andere betrokken bestuursorganen of andere belanghebbenden.

  • 6. De aanvrager, het bestuursorgaan, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden, kunnen binnen vier weken gerekend vanaf de dag van verzending van het conceptadvies schriftelijk bedenkingen tegen het conceptadvies aan de adviescommissie kenbaar maken.

  • 7. De adviescommissie stelt het advies vast binnen de in artikel 4:130 Algemene wet bestuursrecht gestelde termijnen. Op verzoek van de adviescommissie kan het bestuursorgaan deze termijn met ten hoogste zes maanden verlengen.

  • 8. De adviescommissie zendt het advies binnen zes weken na het ontvangen van de bedenkingen toe aan de aanvrager, het bestuursorgaan, andere betrokken bestuursorganen en andere belanghebbenden.

Artikel 7 Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om nadeelcompensatie, wordt de toegewezen nadeelcompensatie zo spoedig mogelijk uitgekeerd nadat de beslissing op de aanvraag is genomen.

Artikel 8 Voorschotten

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 4:95 en 4:96 Algemene wet bestuursrecht kan het bestuursorgaan, alvorens een besluit te nemen over de toekenning van een voorschot, een adviescommissie horen.

  • 2. Een besluit tot het verlenen van een voorschot is geen erkenning van een aanspraak op nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze Regeling treedt in werking bij inwerkingtreding van titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling nadeelcompensatie provincie Limburg 2024”.

Ondertekening

Maastricht, d.d. 19 december 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

E.G.M. Roemer

secretaris,

D. Timmer

Toelichting

Wat is nadeelcompensatie?

Nadeelcompensatie betreft een vergoeding die de overheid soms verschuldigd is, hoewel haar handelen niet onrechtmatig was. Een voorbeeld daarvan is de nadeelcompensatie die wordt toegekend als door bijvoorbeeld een omgevingsvergunning of projectbesluit er veranderingen in de omgeving plaatsvinden die leiden tot schade. Bij dit type schade is meestal sprake van vermogensschade door waardevermindering van woning, bedrijf of grond. Daarnaast kan het voorkomen dat er sprake is van inkomensschade, bijvoorbeeld als een bedrijf tijdelijk niet of niet goed te bereiken is als gevolg van de reconstructie van een weg.

Rechtmatig overheidshandelen leidt in de praktijk regelmatig tot schade. Dat is niet te voorkomen en de overheid is ook niet verplicht om elke schade te vergoeden, die zij in de rechtmatige uitoefening van haar publieke taken veroorzaakt. Dat overheidsingrijpen voor sommige burgers en ondernemingen nadelige gevolgen kan hebben, is namelijk onvermijdelijk. Tot op zekere hoogte moeten deze gevolgen dus worden geaccepteerd; die schade behoort tot het normaal maatschappelijk risico van elke burger en elk bedrijf. In sommige gevallen moet dergelijke schade echter wel worden vergoed. Het is een algemeen aanvaard beginsel dat degene die in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen (de zogenaamde ‘speciale last’) door rechtmatig overheidshandelen en de schade uitstijgt boven het normaal maatschappelijk risico (de zogenaamde ‘abnormale last’), daarvoor een vergoeding dient te ontvangen. Dit is het beginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten of het égalitébeginsel. De hoogte van de compensatie moet in zo’n geval redelijk zijn. De vergoeding dekt dus niet de volledige schade.

Nieuwe regeling in de Algemene wet bestuursrecht over nadeelcompensatie

Titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht voorziet in een algemene regeling over vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen. In die regeling zijn bestaande wettelijke regelingen voor nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen samengevoegd en geharmoniseerd.

Afdeling 15.1 Omgevingswet bevat ook een regeling over nadeelcompensatie en schade. Deze regeling neemt de algemene regeling van Titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht als uitgangspunt en vult deze op onderdelen aan. Daarom zijn de grondslagen, materiële eisen en procedurele bepalingen van Titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht van toepassing op de toekenning van nadeelcompensatie als gevolg van besluiten die worden genomen op grond van de Omgevingswet.

Daar waar afdeling 15.1 Omgevingswet afwijkt van de regeling in de Algemene wet bestuursrecht, gaat afdeling 15.1 Omgevingswet voor (lex specialis). Afdeling 15.1 Omgevingswet bevat een limitatieve en exclusieve opsomming van schadeoorzaken. In artikel 15.7 is de invulling van het normaal maatschappelijk risico geregeld voor die schadeoorzaken.

Wat regelt deze regeling

Er bestaat behoefte om in aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht procedureregels vast te stellen. Dit maakt het voor aanvragers en andere belanghebbenden inzichtelijk hoe het proces om te komen tot een besluit op een aanvraag om nadeelcompensatie verloopt en wat daarbij de rechten en verplichtingen zijn.

In deze regeling worden als betrokken partijen naast het bestuursorgaan waaraan de aanvraag gericht is en de aanvrager, ook andere bestuursorganen of andere belanghebbenden genoemd. De uitbreiding met deze twee groepen kan zich voordoen bij aanvragen om nadeelcompensatie op basis van een besluit op grond van afdeling 15.1 Omgevingswet. Bij dergelijke besluiten worden soms afspraken gemaakt met andere bestuursorganen of de initiatiefnemer over toedeling van de kosten van nadeelcompensatie.

Voor de beoordeling van aanvragen om nadeelcompensatie, met uitzondering van aanvragen die vallen onder afdeling 15.1 Omgevingswet, past het bestuursorgaan of de adviescommissie de Beleidsregel Nadeelcompensatie Infrastructurele maatregelen en kabels en leidingen provincie Limburg toe. De beleidsregel ziet op de behandeling van aanvragen om nadeelcompensatie in verband met infrastructurele maatregelen en aanvragen om nadeelcompensatie in verband met het verleggen van kabels en leidingen. Hierin zijn de berekeningsmethoden vastgelegd voor het behandelen van een aanvraag om nadeelcompensatie. De beleidsregel bevat ook enkele drempels die in eerste instantie bepalen of de schade al dan niet onder het normaal maatschappelijk risico valt en voor rekening van benadeelde blijft.

Wat regelt deze regeling niet

Deze regeling heeft geen betrekking op schadevergoeding anders dan bedoeld in titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 Omgevingswet. Te denken valt aan schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de overheid schade moet vergoeden omdat ten onrechte een vergunning werd geweigerd.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding kan een recht worden geheven. De mogelijkheid een recht te heffen is vastgelegd in artikel 4:128 Algemene wet bestuursrecht om te voorkomen dat er al te lichtvaardig wordt overgegaan tot indiening van een aanvraag om schadevergoeding. Het recht bedraagt € 300,-. Als het recht niet wordt voldaan, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld. Bij toewijzen van de aanvraag wordt het toe te kennen bedrag verhoogd met het geheven recht (artikel 4:129, aanhef en onder c, Algemene wet bestuursrecht).

Overeenkomstig artikel 4:128 van de Awb moet dit recht worden vastgesteld bij wettelijk voorschrift. Om deze reden is de grondslag voor het heffen van een recht opgenomen in de Financiële verordening van de Provincie Limburg.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Toepassingsbereik

De reikwijdte van de regeling beperkt zich tot afhandeling van aanvragen om nadeelcompensatie als gevolg van rechtmatige overheidsbesluiten of overheidshandelingen. Deze regeling heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding vanwege rechtmatige overheidsdaad. Het gaat om nadeelcompensatie als bedoeld in titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 Omgevingswet.

Artikel 2 Indieningsvereisten

De artikelen 4:2 en 4:127 Algemene wet bestuursrecht bevatten een grondslag voor de aanvraag vereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag om nadeelcompensatie. In artikel 4:2 Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd dat een aanvraag wordt ondertekend en ten minste bevat:

(a) de naam en het adres van de aanvrager, (b) de dagtekening en (c) een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd. In artikel 4:127 Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd dat de aanvraag mede bevat: (d) een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis en (e) een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en, (f) voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade of een specificatie daarvan. Verder verschaft de aanvrager de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Het gaat hier om gegevens en bescheiden die ten minste worden verstrekt.

In aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht zijn in artikel 2 van deze regeling aanvullende vereisten gesteld aan bescheiden en gegevens die, afhankelijk van het type schade waarop de aanvraag ziet, moeten worden ingediend bij de aanvraag.

Als niet aan de aanvraagvereisten wordt voldaan kan de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling worden gesteld.

Artikel 3 Benoeming adviescommissie

In dit artikel is voorzien in de mogelijkheid om de provinciale deskundigheid naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om schadevergoeding aan te vullen. Als die deskundigheid niet, of onvoldoende aanwezig is, of als het een complexe zaak betreft, heeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om een adviescommissie te benoemen die het bestuursorgaan adviseert over de betreffende aanvraag. Waar in de regeling gesproken wordt van adviescommissie kan ook worden gelezen: adviseur. De grondslag hiervoor is te vinden artikel 4:130 Algemene wet bestuursrecht in samenhang met afdeling 3.3 (artikel 3:5 eerste lid) Algemene wet bestuursrecht.

De regeling voorziet niet in een vaste adviseur, zodat de deskundigheid van de adviseur of commissie kan worden afgestemd op de omstandigheden van het geval. In complexe gevallen kan een commissie worden ingesteld die uit maximaal drie onafhankelijke adviseurs bestaat.

Artikel 4 Wraking adviescommissie

Dit artikel maakt het mogelijk voor betrokken partijen om een wrakingsverzoek in te dienen. Een wrakingsverzoek kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een betrokken partij meent dat een adviseur niet objectief kan oordelen over het verzoek om nadeelcompensatie. Er kunnen uiteraard ook andere reden aan een wrakingsverzoek ten grondslag liggen. Een wrakingsverzoek moet worden vergezeld van een onderbouwing.

Artikel 5 Bevoegdheden en verplichtingen

In artikel 5, eerste lid is bepaald dat het betrokken bestuursorgaan en aanvrager zorgen dat de adviseur of adviescommissie alle gegevens krijgt die nodig zijn voor de beoordeling. Het is aan de aanvrager om aan te tonen dat hij schade heeft geleden.

Artikel 6 Onderzoeksprocedure

Artikel 6 bevat de procedure die de adviescommissie volgt alvorens een advies over de aanvraag om nadeelcompensatie uit te brengen.

Aanvullend op hetgeen al is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden informeert als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie.

De procedure bevat onder meer bepalingen over beslistermijnen. De totale beslistermijn voor de afhandeling van een aanvraag om nadeelcompensatie moet uiteraard passen binnen de beslistermijn van artikel 4:130 Algemene wet bestuursrecht. In dit artikel is bepaald dat het bestuursorgaan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag beslist, en in het geval een adviescommissie in ingesteld, binnen zes maanden.

Verlenging van de beslistermijn is eenmalig mogelijk voor ten hoogste acht weken en indien de adviescommissie is ingeschakeld, voor ten hoogste zes maanden.

In het derde lid van art. 4:130 Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat indien de schade mede is veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, het bestuursorgaan de beslissing kan aanhouden totdat het besluit onherroepelijk is geworden.

Op grond van artikel 4:129 Algemene wet bestuursrecht komen als er aanleiding bestaat voor de (gedeeltelijke) toekenning van nadeelcompensatie de redelijke kosten die een aanvrager heeft gemaakt voor rechtsbijstand of andere deskundige bijstand voor vergoeding in aanmerking. Uit de rechtspraak blijkt dat in het geval dat een adviescommissie is benoemd, kosten van deskundigenbijstand die zijn gemaakt alvorens een conceptadvies door de adviescommissie is uitgebracht over het algemeen niet als redelijkerwijs noodzakelijk worden beschouwd.

Artikel 7 Uitbetaling

In deze bepaling is de betaaltermijn geregeld. Als een aanvraag om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag zo snel mogelijk na het besluit tot toekenning van nadeelcompensatie uitbetaald. Eventuele bezwaar- of beroepsprocedures worden daarbij niet afgewacht.

Artikel 8 Voorschotten

De Algemene wet bestuursrecht kent in artikel 4:95 en 4:96 bepalingen over voorschotten. Dat betekent onder andere dat het bestuursorgaan op een daartoe strekkende aanvraag kan beslissen een voorschot te verlenen op het eventueel uit te betalen bedrag aan schadevergoeding. Ook kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht onverschuldigde voorschotten worden teruggevorderd.

Artikel 8 regelt in aanvulling op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht in het eerste lid dat als een adviescommissie is benoemd, deze om advies kan worden gevraagd over het toekennen van een voorschot.

Het tweede lid geeft aan dat een voorschot in geen geval kan worden beschouwd als een erkenning van een aanspraak op schadevergoeding op grond van deze regeling.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

De Regeling nadeelcompensatie 2024 treedt in werking op de dag waarop de regeling is gepubliceerd in het Provinciaal Blad.