Regeling vervallen per 01-01-2024

Lijst met gevallen voor toepassing van het bindend advies en toepassing van de uitgebreide procedure in het kader van de Omgevingswet

Geldend van 01-01-2024 t/m 31-12-2023

Intitulé

Lijst met gevallen voor toepassing van het bindend advies en toepassing van de uitgebreide procedure in het kader van de Omgevingswet

De raad van de gemeente Bladel;

gelezen het voorstel R20.139 van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2021;

gelet op de aanstaande invoering van de Omgevingswet;

overwegende dat de raad bevoegd is om nadere besluiten te nemen over de uitvoering van de Omgevingswet;

besluit:

  • 1.

    De lijst met gevallen voor toepassing van het bindend advies en toepassing van de uitgebreide procedure in het kader van de Omgevingswet vast te stellen, zoals opgenomen in bijlage 1. van dit besluit.

  • 2.

    Aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid te delegeren tot het opnemen van de volgende nieuwe ontwikkelingen in het omgevingsplan voor de gemeente Bladel:

    • a)

      verleende omgevingsvergunningen in afwijking van het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteiten).

    • b)

      nieuwe ontwikkelingen op basis van de wijzigingsbevoegdheden en binnenplanse afwijkingsbevoegdheden die opgenomen waren in de op 1 juli 2022 geldende bestemmingsplannen, tot uiterlijk 1 juli 2027.

    • c)

      Nieuwe ontwikkelingen die niet vallen onder de lijst van het adviesrecht zoals opgenomen in de lijst vastgesteld op 16 december 2021 of daarna is aangepast.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking op de dag nadat deze is bekendgemaakt, echter niet eerder dan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 16 december 2021.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 behorende bij het besluit 21.22843 (R21.139)

1.Overzicht activiteiten voor toepassing van het bindend advies

Begrippen

Dorpskernen: gebied van de bestemmingsplannen:

  • -

    Bladel: Komplan Bladel 2010, Kempenland 2018, uitbreiding Veilig Oord en Hooge Akkers;

  • -

    Hapert: Komplan Hapert 2010, Ganzeakkers, plan Wijer De Kuil, herziening Dennenoord.

  • -

    Netersel: Komplan Netersel, De Hoeve 19-21, De Hoeve 22, Latestraat en Latestraat – De Muilen.

  • -

    Hoogeloon: Komplan Hoogeloon 2010, Dorpstraat 63, Meuleneind,

  • -

    Casteren: Komplan Casteren, Kerkeneind –Wagenbroeken, De Bucht

Bedrijventerreinen: gebied van de bestemmingsplannen:

  • -

    Bladel: De Beemd, Eikenbos en De Sleutel

  • -

    Hapert: Kempisch bedrijvenpark en Hapert

Buitengebied:

Alle gebieden binnen de gemeente Bladel gelegen buiten de dorpskernen en bedrijventerreinen.

Commissie Grondgebied:

Commissie ingesteld op basis van artikel 82 van de Gemeentewet en onder andere belast met advisering van de raad op het gebied van ruimtelijke ordening en overige aspecten van de fysieke leefomgeving.

De activiteiten, waarover de raad advies wenst te geven, zijn alle activiteiten in strijd met het geldende (tijdelijke) omgevingsplan met uitzondering van:

De dorpskernen

het bouwen, verbouwen, veranderen, uitbreiden, vervangen en /of wijzigen van het gebruik voor maximaal 4 woningen of 4 zorgwoningen of 4 recreatiewoningen of 4 appartementen, al dan niet in combinatie met commerciële ruimtes en/of zorgvoorzieningen op de begane grond;

De bedrijventerreinen

voor het bouwen, verbouwen, veranderen, uitbreiden, vervangen en/of wijzigen van het gebruik van bedrijfsgebouwen, mits de bedrijfsactiviteiten beperkt blijven tot de op grond van het geldende bestemmingsplan maximaal toegelaten milieucategorie en de uitbreiding niet groter is dan 50% van de bestaande oppervlakte.

Het buitengebied

Voor het bouwen, verbouwen, veranderen, uitbreiden, vervangen en/of wijzigen van het gebruik voor:

  • a.

    Projecten voor duurzame energie voor zover voldaan wordt aan het beleid opgenomen in de kadernota Energie & Klimaat met dien verstande dat tot 2025 geen medewerking wordt verleend aan projecten voor grootschalige opwek van niet-fossiele energie met uitzondering van het realiseren van windpark De Pals te Hapert;

  • b.

    Het veranderen van de bedrijfsvoering van alle bedrijven in het buitengebied, met uitzondering van intensieve veehouderijen, mits sprake is van maximaal categorie 2 op basis van de VNG brochure Bedrijven en milieuzonering c.q. het geldende bestemmingsplan Buitengebied;

  • c.

    Om het omschakelen binnen een diersoort en/ of de uitbreiding van dieraantallen mogelijk te maken in afwijking van de diersoorten en dieraantallen in bijlage 1 van het bestemmingsplan buitengebied, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • i.

      Er is aangetoond dat de emissie van geur, fijnstof en endotoxine op gemeentelijk niveau niet toeneemt ten opzichte van de vergunde milieusituatie ten tijde van de vaststelling van de Omgevingsvisie 1.1 van 20 september 2018;

    • ii.

      Er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12 % en in het buitengebied niet hoger is dan 20%;

    • iii.

      Er is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 μg/m3;

    • iv.

      Er is aangetoond dat de norm van 30 EU/m3 (endotoxine) niet wordt overschreden.

Het gehele grondgebied

  • a.

    Het herinrichten, veranderen en vernieuwen van de openbare ruimte en de daarin aanwezige verkeers-,parkeer, groen- en watervoorzieningen en verblijfsgebieden of nutsvoorzieningen, waarvoor middelen ter beschikking zijn gesteld in de begroting;

  • b.

    Het wijzigen van het gebruik van onbebouwde gronden, niet ten behoeve van bouwen;

  • c.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van een detailhandel-, kantoor of zakelijke dienstverleningsfunctie;

  • d.

    Het wijzigen van bouwvlakken;

  • e.

    Het uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van een maatschappelijk voorziening;

  • f.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een zorgvoorziening;

  • g.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bedrijfsgebouw ten behoeve van een bedrijf behorend tot milieucategorie 1 of 2;

  • h.

    Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een gebouw ten behoeve van recreatieve en sportvoorzieningen.

Een advies is niet nodig als een activiteit mede betrekking heeft op (een) andere activiteit(en), en:

  • a.

    op voorhand duidelijk is dat de aanvraag om omgevingsvergunning op andere gronden dan strijd met het (tijdelijke) omgevingsplan geweigerd moet worden en;

  • b.

    de aanvrager geen verzoek heeft gedaan om een vergunning voor die activiteit(en).

1.1 Procedure besluitvorming

  • 1.

    Zodra een omgevingsvergunningaanvraag is ontvangen door burgemeester en wethouders, wordt deze met de daarbij behorende ruimtelijke onderbouwing doorgezonden aan de raad en de commissie Grondgebied.

  • 2.

    De aanvraag wordt behandeld in de eerstvolgende commissie Grondgebied, waarvoor een aanleveringstermijn geldt van tenminste 2 weken.

  • 3.

    Als de commissie Grondgebied aangeeft dat:

    • -

      Er geen bezwaren bestaan tegen de activiteit(en) wordt een positief advies geacht in ontwerp te zijn verleend namens de raad.

    • -

      Er wel bezwaren bestaan tegen de activiteit(en) dient uw raad in de eerstvolgende vergadering een besluit te nemen over het geven van advies.

  • 4.

    Het college stelt daarna de ontwerp omgevingsvergunning vast en publiceert die.

  • 5.

    Het ontwerpbesluit ligt gedurende zes weken ter inzage.

  • 6.

    Worden er zienswijzen ingediend dan zal uw raad gevraagd worden hierover zo spoedig mogelijk een besluit te nemen op basis van een ontwerpnota van zienswijzen. Hiervoor geldt een aanleveringstermijn van minimaal 2 weken.

  • 7.

    Als er geen zienswijzen worden ingediend kan op basis van het eerdere advies worden aangenomen dat het advies ongewijzigd is gebleven.

1.2Procedure voor advies ander bestuursorgaan

  • a.

    Als er een aanvraag binnenkomt waarvoor advies door een ander bestuursorgaan verplicht is, stuurt het bevoegd gezag de aanvraag naar het adviesorgaan. Het bevoegd gezag verwerkt het advies in zijn besluit. Het geeft in de motivering van het besluit aan wat het advies was.

  • b.

    Als het bevoegd gezag afwijkt van het advies, moet het zorgvuldig motiveren waarom. Het bevoegd gezag moet zich aan het advies houden als het gaat om een door de gemeenteraad aangewezen geval van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (artikel 16.15b Omgevingswet).

  • c.

    Als de reguliere procedure geldt, bepaalt het bevoegd gezag binnen welke termijn het advies binnen moet zijn. Deze termijn moet lang genoeg zijn om een goed advies te kunnen geven (artikel 3:6 Awb). Welke termijn redelijk is, hangt af van de soort aanvraag waar het bevoegd gezag advies over vraagt.

  • d.

    Als de uitgebreide procedure geldt, moet het advies binnen 6 weken na ter inzagelegging van het ontwerpbesluit binnen zijn. Als het adviesorgaan het advies niet binnen de gestelde termijn geeft, mag het bevoegd gezag het besluit zonder advies nemen.

2Toelichting overzicht gevallen uitgebreide procedure

In de Omgevingswet is opgenomen dat de toepassing van de reguliere procedure bij de voorbereiding van een beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning het uitgangspunt is. In sommige gevallen is de uitgebreide procedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht mogelijk:

  • -

    Op verzoek en instemming van aanvrager;

  • -

    Door besluit van burgemeester en wethouders na zienswijze aanvrager (bij afwijkactiviteit);

  • -

    Op aanvraag gemeenteraad.

Op verzoek en instemming van aanvrager.

Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid om per aanvraag te bepalen dat de uitgebreide procedure van toepassing is. Deze bevoegdheid is geregeld in artikel 16.65 Omgevingswet. In artikel 16.65 eerste lid onderdeel b is geregeld dat op verzoek of met instemming van de aanvrager de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning via de uitgebreide procedure te laten verlopen. Er kunnen namelijk omstandigheden zijn waarin de toepassing van de uitgebreide procedure voordelen biedt ten opzichte van toepassing van de reguliere procedure. Bijvoorbeeld bij een grootschalig project, waarvoor een complexe afweging is vereist. Kortweg kan een aanvrager wanneer hij of zij dat wil dus een uitgebreide procedure aanvragen.

Door besluit van college burgemeester en wethouders na zienswijze aanvrager (bij afwijkactiviteit)

In het vierde lid van dat artikel staat dat het bevoegd gezag (burgemeester en wethouders) de uitgebreide procedure van afdeling 3.4 Awb bij besluit ook van toepassing kan verklaren op de voorbereiding van de beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Dus als kan en moet worden afgeweken van het Omgevingsplan. Dat kan alleen als het gaat om een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving, en waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben. Als hier toepassing aan wordt gegeven, stellen burgemeester en wethouder, voorafgaand aan het nemen van het besluit, de aanvrager in de gelegenheid zijn zienswijze daarover naar voren te brengen. Kortweg kan het college van B&W dus besluiten om de uitgebreide procedure van toepassing te verklaren.

Op aanvraag gemeenteraad

De gemeenteraad kan, indien die situatie zich voordoet van het vierde lid van artikel 16.65 (een aanvraag waarvoor moet worden afgeweken van het omgevingsplan), het college verzoeken om in overleg te treden met de aanvrager (bij voorkeur tijdens het voortraject van de aanvraag) met het doel om de uitgebreide procedure toe te (gaan) passen. Is besloten tot het toepassen van de uitgebreide procedure dan wordt een ontwerp-omgevingsvergunning ter inzage gelegd voor de duur van zes weken. In die periode kunnen zienswijzen worden ingediend.

Reguliere procedure

De reguliere procedure houdt in dat het college binnen acht weken op de aanvraag beslist. De beslistermijn kan eenmaal met ten hoogste zes weken verlengd worden. Dit besluit moet binnen de beslistermijn bekend gemaakt worden. Als de raad instemming moet geven, wordt de beslistermijn verlengd met vier weken. In totaal heb je dan een beslistermijn van 8 + 4 + 6 = achttien weken. Mocht dat ook niet lukken, dan is de vergunning niet meer van rechtswege verleend bij niet tijdig beslissen. Maar initiatiefnemer kan dan wel een bestuurlijke dwangsom bij niet tijdig beslissen indienen. Dan moet er binnen twee weken alsnog besloten worden op de vergunning. Als er geen advies ligt van de raad betekent dat een weigering, of het betalen van een dwangsom. Bij de reguliere procedure wordt geen ontwerpbesluit ter inzage gelegd. De wetgever gaat ervan uit dat de initiatiefnemer zelf de omwonenden bij het plan betrekt, naar hun mening luistert en het plan hier eventueel op aanpast. De gemeente hoeft dat dan na ontvangst van de aanvraag niet nog eens over te doen.

Uitgebreide procedure

Op de regel dat de reguliere procedure van toepassing is, bestaan enkele uitzonderingen:

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan de uitgebreide procedure alléén (!) van toepassing verklaren:

    • a.

      als het gaat om een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving, en;

    • b.

      waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben. Aanvrager moet in de gelegenheid gesteld worden om hiervoor zijn zienswijze naar voren te brengen.

  • 2.

    Ook kan de raad het bevoegd gezag adviseren om bij de behandeling van een aanvraag te kiezen voor de uitgebreide procedure. Dit kan in het geval dat er sprake is van zwaarwegende gevallen of een grote groep belanghebbenden.

  • 3.

    In drie gevallen moet alsnog de uitgebreide procedure worden gevolgd:

    • a.

      Indien voor de voorbereiding van het plan een milieueffectrapport moet worden gemaakt;

    • b.

      Indien de aanvraag betrekking heeft op een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen geval (o.a. rijksmonumentenactiviteit in geval het een archeologisch monument betreft, lozingsactiviteit op oppervlaktewater en milieubelastende activiteiten);

    • c.

      Indien de aanvrager zelf verzoekt om het toepassen van de uitgebreide procedure of hiermee instemt.

Indien bezwaren vanuit de buurt worden verwacht, kan het verstandig zijn om de uitgebreide procedure te volgen: dan kan immers de bezwaarfase overgeslagen worden. De uitgebreide procedure moet dan wel expliciet van toepassing worden verklaard. Maar let op: het bevoegd gezag mag de uitgebreide procedure niet te lichtvaardig van toepassing verklaren, alléén in gevallen waarin het gaat om een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving, en waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben, mag dit. Dit is zo geregeld vanwege de bedoeling van de wetgever: snellere besluitvorming. Als gemeenten te pas en te onpas uitgebreide procedures gaan toepassen, gaat dat in tegen het doel van de Omgevingswet.

Op de uitgebreide procedure is afdeling 3.4 Awb van toepassing. Het ontwerpbesluit moet zes weken ter inzage worden gelegd. Het besluit moet genomen worden binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag. In de kennisgeving moet vermeld worden dat het gaat om een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Indien geen zienswijzen naar voren zijn gebracht, moet hiervan kennisgeving worden gedaan.

Overzicht gevallen adviesrecht raad en toepassing uitbreide procedure

Gebied

Activiteit

(beknopt en positief geformuleerd op basis van onderdeel 1.)

Adviesrecht raad

Uitgebreide procedure

Dorpskern

Meer dan 4 (zorg-/recreatie/appartement)woningen, eventueel in combinatie met commerciële ruimten en/of zorgvoorzieningen op de begane grond

Ja

Ja

Bedrijventerrein

Bedrijfsgebouwen: grotere milieucategorie en uitbreiding groter dan 50% bestaande toegestane oppervlakte

Ja

Nee

Buitengebied

Projecten duurzame energie in afwijking van de kadernota Energie & Klimaat, inclusief projecten voor grootschalige opwek van niet-fossiele energie

Ja

Ja

 

Het uitbreiden van Intensieve veehouderijbedrijven en alle overige bedrijven groter dan milieucategorie 2

Ja

Ja

 

Omschakelen naar andere diersoort als niet voldaan wordt aan voorwaarden (zie onderdeel 1.c.)

Ja

Ja

Hele grondgebied

Herinrichten openbare ruimte als er geen middelen beschikbaar gesteld zijn.

Ja

Ja

 

Het wijzigen van het gebruik van gronden door middel van bouwen

Ja

Ja

 

Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een gebouw anders dan ten behoeve van een detailhandel-, kantoor of zakelijke dienstverleningsfunctie

Ja

Ja

 

n.v.t. (onderdeel d.)

 
 
 

Het uitbreiden of wijzigen van een gebouw, behalve voor maatschappelijke dienstverlening

Ja

Ja

 

Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een gebouw behalve als zorgvoorziening

Ja

Ja

 

Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een bedrijfsgebouw ten behoeve van een bedrijf behorend tot

milieucategorie 3 of groter

Ja

Ja

 

Het realiseren, uitbreiden of wijzigen van een gebouw, behalve ten behoeve van recreatieve en sportvoorzieningen

Ja

Ja