Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711754
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711754/1
Regeling vervallen per 01-07-2024
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024-1
Geldend van 29-12-2023 t/m 30-06-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024-1De raad van de gemeente Tilburg;
- -
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
- -
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
Besluit
Vast te stellen de 'Verordening op de heffing en invordering van leges 2024-1’.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
“dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
“week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
“maand”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
“jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
“kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- a.
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
-
1. De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel Titel 1, onderdeel 1.8.2 worden niet geheven in het geval de raadpleging geschiedt:
- a.
ten behoeve van de rijks-, provinciale of gemeentedienst;
- b.
overeenkomstig artikel 15 van de wet van 26 mei 1870, Staatsblad 82.
- a.
-
2. De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel Titel 1, hoofdstuk 10 worden niet geheven:
- a.
in de gevallen waarin de beheerder ingevolge zijn instructie tot kosteloos onderzoek verplicht is;
- b.
voor het raadplegen van analoge archiefbescheiden in de studiezaal en gepubliceerde scans op de website van het Regionaal Archief Tilburg.
- a.
-
3. Van de in artikel 2 bedoelde leges zijn voorts vrijgesteld:
- a.
stukken, welke ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos moeten worden verstrekt;
- b.
beschikkingen op bezwaar- en verzoekschriften met betrekking tot gemeentelijke belastingen;
- c.
inlichtingen, welke anders dan ten behoeve van of in het belang van bepaalde personen, op verzoek worden verstrekt aan ambassades, gezantschappen en consulaten van vreemde mogendheden;
- d.
stukken, vereist voor de militaire dienst, met uitzondering van die welke moeten dienen voor toelating tot enige inrichting van onderwijs waar men wordt opgeleid tot officier of voor de geneeskundige en farmaceutische dienst bij de Koninklijke Marine (KM), de Koninklijke Landmacht (KL), de Koninklijke Luchtmacht (KLu) of de Koninklijke Marechaussee (KMar);
- e.
bewijs van in leven zijn, strekkende tot betaling van pensioenen, wachtgelden, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van publiekrechtelijke lichamen;
- f.
beschikking of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag van subsidie uit de gemeentekas;
- g.
gunstige beschikkingen, genomen krachtens een rechtspositieregeling voor het personeel der gemeente;
- h.
de bevelschriften tot betaling.
- a.
-
4. De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder Titel 1, onderdeel 1.9.1.a, "verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.
-
5. Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de omgevingswet zijn of worden verhaald.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
-
2. De leges als bedoeld in Titel 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden opgelegd bij wege van aanslag.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, eerste lid:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De in artikel 6, tweede lid, bedoelde aanslagen moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Abonnementen
-
1. De in deze verordening bedoelde abonnementen worden per schriftelijke aanvraag verleend.
-
2. De bij abonnement verkregen inlichtingen mogen niet worden gepubliceerd of anderszins bekendgemaakt, noch aan derden worden verstrekt of medegedeeld, noch ten behoeve van derden worden verwerkt.
-
3. Het publicatieverbod geldt niet ten aanzien van abonnementen verleend voor dag-, week- en buurtbladen voor zover betreft de publicatie in de eigen bladen.
-
4. Abonnementen worden geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop het verschuldigde bedrag voor het abonnement is voldaan, tenzij een andere datum is overeengekomen.
-
5. Het voorafgaande geldt mede ten aanzien van inlichtingen, verstrekt door middel van de computer.
Artikel 11 Nadere regels door het college
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die inwerking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.9.1.a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
onderdeel 1.9.3 (naturalisatie)
- 6.
hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 13 Overgangsrecht
De "Legesverordening 2024 ", wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2024-1”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de griffier,
de voorzitter,
Tarieventabel, behorende bij de ´Legesverordening 2024-1´
Inhoudsopgave
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2. Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten
Hoofdstuk 3. Rijbewijzen
Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit de Gemeentelijke Basisregistratie personen
Hoofdstuk 5. Verstrekkingen uit het Kiezersregister- niet van toepassing
Hoofdstuk 6. Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens- vervallen
Hoofdstuk 7. Bestuursstukken- niet van toepassing
Hoofdstuk 8. Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 9. Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10. Regionaal Archief Tilburg
Hoofdstuk 11. Huisvestingswet 2014
Hoofdstuk 12. Leegstandswet
Hoofdstuk 13. Gemeentegarantie- niet van toepassing
Hoofdstuk 14. Vervallen
Hoofdstuk 15. Vervallen
Hoofdstuk 16. Kansspelen
Hoofdstuk 17. Telecommunicatie
Hoofdstuk 18. Verkeer en Vervoer
Hoofdstuk 19. Diversen
Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2. Voorfase
Hoofdstuk 3. Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Hoofdstuk 4. Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Hoofdstuk 5. Milieubelastende activiteiten
Hoofdstuk 6. Lozingsactiviteiten
Hoofdstuk 7. Aanlegactiviteiten
Hoofdstuk 8. Overige activiteiten
Hoofdstuk 9. Maatwerkvoorschriften
Hoofdstuk 10. Gelijkwaardigheid
Hoofdstuk 11. Overige tarieven
Hoofdstuk 12. Modaliteiten
Hoofdstuk 13. Vermindering
Hoofdstuk 14. Teruggaaf
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1. Alcoholwet
Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3. Seksbedrijven
Hoofdstuk 4. Huisvestingswet 2014
Hoofdstuk 5. Marktstandplaatsen- niet van toepassing
Hoofdstuk 6. Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 7. In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Bijlage 1 Tabel Grondslag legesberekening
Memorie van Toelichting behorende bij de "Legesverordening 2024-1"
Titel 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Huwelijksvoltrekking/Partnerschapsregistratie |
|
|
1.1.1.1 |
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op maandag tot en met vrijdag, gelden de hierna te noemen tarieven: |
||
a. in de Oranjezaal: |
€ |
930,50 |
|
b. in de Willem II-zaal: |
€ |
796,50 |
|
c. in de Anna Paulowna-zaal: |
€ |
725,20 |
|
d. in de trouwzaal Udenhout, raadszaal: |
€ |
980,55 |
|
e. in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer: |
€ |
713,95 |
|
f. in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties: |
€ |
794,40 |
|
1.1.1.2 |
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op zaterdag, gelden de hierna te noemen tarieven: |
|
|
a. in de Oranjezaal: |
€ |
1.008,15 |
|
b. in de Willem II-zaal: |
€ |
874,15 |
|
c. in de Anna Paulowna-zaal: |
€ |
802,85 |
|
d. in de trouwzaal Udenhout, raadszaal: |
€ |
1.058,20 |
|
e. in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer; |
€ |
791,60 |
|
f. in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties: |
€ |
794,40 |
|
1.1.1.3 |
Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op zondag, gelden de hierna te noemen tarieven: |
|
|
a. in de Oranjezaal: |
€ |
1.349,50 |
|
b. in de Willem II-zaal: |
€ |
1.215,50 |
|
c. in de Anna Paulowna-zaal: |
€ |
1.144,20 |
|
d. in de trouwzaal Udenhout, raadszaal: |
€ |
1.399,55 |
|
e. in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer: |
€ |
1.132,95 |
|
f. in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties: |
€ |
794,40 |
|
1.1.1.4 |
Voor het in behandeling nemen van een administratief huwelijk, een administratief geregistreerd partnerschap of een administratieve omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk: |
€ |
195,25 |
1.1.2 |
Het incidenteel benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand: |
€ |
262,25 |
1.1.3 |
Voor het voltrekken van een huwelijk of een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, buiten het gemeentehuis, in het geval als bedoeld in artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ |
272,05 |
1.1.3.1 |
Voor het wijzigen en annuleren van een huwelijk, een geregistreerd partnerschap of een omzetting van een geregistreerd in een huwelijk, binnen vier weken voordat het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt: |
€ |
66,35 |
Bovengenoemde tarieven gelden ook voor het zogenaamde "opfrishuwelijk" ook wel "re-wedding" genoemd (de bevestiging van een eerder gesloten huwelijk/geregistreerd partnerschap). |
|
|
|
1.1.4 |
n.v.t |
|
|
1.1.5 |
Het tarief voor het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje: |
€ |
22,20 |
1.1.6 |
n.v.t |
|
|
1.1.7 |
n.v.t |
|
|
|
Nasporingen en inlichtingen burgerlijke stand |
|
|
Vervallen |
|||
1.1.8.1 |
Afschrift van/uittreksel uit akte van de Burgerlijke stand |
€ |
16,60 |
Voor het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit een akte uit de registers van de burgerlijke stand: |
|||
1.1.8.2 |
Verklaring van huwelijksbevoegdheid |
€ |
29,00 |
Nederlanders die in het buitenland een huwelijk willen aangaan, moeten in een aantal gevallen een verklaring van huwelijksbevoegdheid overleggen. Dit is een verklaring, waaruit blijkt dat er naar Nederlands recht geen beletselen bestaan tegen het voorgenomen huwelijk. Voor deze verklaring, die wordt afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de (laatste) woonplaats in Nederland: |
|||
1.1.8.3 |
Meertalig uittreksel: |
€ |
16,60 |
Voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand: |
|||
1.1.8.4 |
Attestatie de vita: |
€ |
16,60 |
Voor elke attestatie de vita bedoeld in artikel 1:19K, BW: |
|||
1.1.8.5 |
Voor elk meertalig Europees modelformulier van een afschrift of uittreksel van een akte van de burgerlijke stand of een attestatie de vita: |
€ |
16,60 |
1.1.8.6 |
Voor elk meertalig Europees modelformulier van een verklaring van huwelijksbevoegdheid: |
€ |
22,30 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ |
83,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ |
63,40 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een paspoort als bedoeld onder 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ |
83,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ |
63,40 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ |
83,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ |
63,40 |
1.2.4 |
tot het afgeven van een reisdocument voor vreemdelingen of vluchtelingen: |
€ |
63,40 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ |
75,80 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ |
40,90 |
1.2.6 |
De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van: |
€ |
57,05 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Rijbewijzen |
|
|
a. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ |
51,10 |
|
b. Voor het in behandeling nemen van en het bemiddelen in een aanvraag voor de omwisseling van een buitenlands, militair of linnen rijbewijs, af te geven door de Rijksdienst voor het Wegverkeer: De kosten voor het rijbewijs zijn overigens inbegrepen en worden met voornoemde instantie verrekend. |
€ |
51,10 |
|
c. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen of elke andere vergunning of ontheffing verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling: |
€ |
14,35 |
|
1.3.2 |
De tarieven als genoemd in de onderdelen a en b worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van: |
€ |
39,65 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
1.4.1 |
Inlichtingen BRP |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een inlichting aan een derde als genoemd in de verordening basisregistratie personen, per verstrekking: |
€ |
22,80 |
|
1.4.2 |
Nasporingen bevolkingsregister |
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van inlichtingen, betreffende niet met namen en adressen aangeduide personen, ten behoeve waarvan één of meer kaartenverzamelingen of registers, behorende tot de bevolkingsadministratie, niet berustende in de archiefbewaarplaatsen, bedoeld in de Archiefwet 1995, geheel of gedeeltelijk moet worden doorlopen, dat voor het verzamelen der gegevens, de verstrekking ervan daaronder begrepen, nodig is, per eenheid van 15 minuten (afgerond naar boven): |
€ |
41,25 |
Hoofdstuk 5, 6 en 7
niet van toepassing
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
1.8.1 |
Voor het namens het Kadaster verstrekken van gegevens gelden de tarieven als bedoeld in de Tarievenregeling Kadaster, dit wil zeggen dat voor het verstrekken van de volgende gegevens de volgende tarieven gelden: |
|
|
|
a. uit de kadastrale registratie (AKR), per object: |
€ |
19,65 |
|
b. uit het Landmeetkundig- en Cartografisch Informatiesysteem (LKI), per object: |
€ |
19,65 |
|
c. uit de geautomatiseerde registratie van hypotheken, per object: |
€ |
19,65 |
|
d. uit de registratie voor schepen, per object: |
€ |
19,65 |
|
e. voor het telefonisch verstrekken van deze informatie uit het kadaster, per object: |
€ |
19,65 |
|
Dit tarief is overeenkomstig de Tarievenregeling Kadaster. Het verstrekken van de gegevens geschiedt door het verschaffen van één of meerdere computerprints. |
|
|
1.8.2 |
Nasporing archief Bouw- en woningtoezicht: |
|
|
|
a. Voor het doen van een opzoeking of een nasporing in het archief Bouw- en woningtoezicht door de daarvoor aangewezen ambtenaren, per kwartier: |
€ |
17,35 |
|
b. Voor het doen van een opzoeking of een nasporing in het digitaal archief Bouw- en woningtoezicht via internet, zonder hulp van ambtenaren: |
€ |
0,00 |
|
c. Voor een kopie van een stuk of gedeelte daarvan per stuk: |
€ |
0,65 |
|
d. Voor het verstrekken van een kopie van grootformaat stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden, per stuk (formaat van origineel groter dan A3): |
€ |
19,65 |
|
e. Voor het verstrekken van een digitaal bestand, van een bij het archief Bouw- en woningtoezicht berustende bouwtekening: |
€ |
8,50 |
|
f. Voor het downloaden van een bestand uit het digitale archief Bouw- en woningtoezicht: |
€ |
0,00 |
|
g. Afhandelingskosten voor toezenden van kopieën, gedigitaliseerd materiaal (via e-mail) etc.: |
€ |
4,40 |
|
h. Voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie met betrekking tot bodemgesteldheid welke wordt aangevraagd via het digitaal loket, per kadastraal perceel: |
€ |
8,50 |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9.1 |
Verklaringen in het bijzonder belang van de aanvragers |
|
|
a. Voor een verklaring omtrent het gedrag: |
€ |
41,35 |
|
b. Voor verklaringen, certificaten en dergelijke - zonder onderscheid - die in het bijzonder belang van de personen, die de stukken vragen, worden afgegeven, en voor zover niet uitdrukkelijk elders in deze verordening een hoger of lager recht is genoemd, per stuk: |
€ |
22,80 |
|
1.9.2 |
Legalisatie |
|
|
Voor de legalisatie van een handtekening/document: |
€ |
22,30 |
|
1.9.3 |
Naturalisatie en optie Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verkrijging van de Nederlandse nationaliteit: |
|
|
|
- Enkelvoudig verlaagd tarief: |
€ |
760,00 |
|
- Gemeenschappelijk verlaagd tarief: |
€ |
1.044,00 |
|
- Enkelvoudig standaard tarief: |
€ |
1.023,00 |
|
- Gemeenschappelijk standaard tarief: |
€ |
1.305,00 |
|
- Per meenaturaliserende minderjarige: |
€ |
151,00 |
|
- Enkelvoudig optieverzoek: |
€ |
217,00 |
|
- Gemeenschappelijk optieverzoek: |
€ |
370,00 |
|
- Per medeopterende minderjarige: |
€ |
24,00 |
1.9.4 |
Lijkbezorging |
|
25,85 |
Voor een verlof tot het doen opgraven en het doen overplaatsen van een lijk: |
€ |
Hoofdstuk 10 Regionaal Archief Tilburg
1.10.1 |
Archiefbescheiden berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg. Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de bij het Regionaal Archief Tilburg berustende archiefbescheiden, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ |
17,35 |
1.10.2.1 |
De tarieven bedragen voor de bestelling van een papieren fotokopie van archiefbescheiden of van een digitale scan van niet gescande archiefbescheiden: |
|
|
1.10.2.1.1 |
per fotokopie formaat A4/A3: |
€ |
0,65 |
1.10.2.1.2 |
per fotokopie formaat A0/A2 (bouwtekeningen en plattegronden): |
€ |
19,65 |
1.10.2.1.3 |
vervallen |
|
|
1.10.2.1.4 |
vervallen |
|
|
1.10.2.2 |
een authentieke kopie per akte opgemaakt door de gemeentearchivaris |
€ |
15,45 |
1.10.3 |
afhandelingskosten voor het toezenden van kopieën, gedigitaliseerd materiaal (per e-mail) etc.: |
€ |
4,45 |
Hoofdstuk 11
Niet van toepassing
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.12.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet: |
€ |
64,60 |
1.12.2 |
Indien aanvragen als bedoeld in onderdeel 1.12.1 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, school of kantoorgebouw betreffen, wordt het in onderdeel 1.12.1 bedoelde tarief slechts éénmaal geheven |
|
|
Hoofdstuk 13, 14 en 15
Niet van toepassing
Hoofdstuk 16 Kansspelen
|
Vergunningen voor speelautomaten |
|
|
1.16.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen, per vergunning: |
€ |
22,50 |
per toestel vermeerderd met een bedrag van: |
€ |
136,00 |
|
1.16.2 |
Indien de periode minder bedraagt dan 4 kalenderjaren, wordt het tarief per toestel naar evenredigheid in rekening gebracht. De bedragen zijn vastgesteld volgens het Speelautomatenbesluit 2000. |
|
|
1.16.2.1 |
Bij staking van de exploitatie wordt op schriftelijk verzoek van de aanvrager teruggaaf verleend over het aantal nog niet verschenen jaren waarvoor de vergunning is afgegeven. |
|
|
|
Wet op de kansspelen |
|
|
1.16.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het aanleggen van een kansspel als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): - bij een prijzenpakket tot € 4.500,00 |
€ |
38,10 |
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
|
Instemmingsbesluit Telecom Aanbieders |
|
|
1.17.1 |
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van een instemming omtrent tijdstip, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, lid 1 van de Telecommunicatiewet, per locatie voor een tracé vanaf 15 tot 100 meter een vast bedrag per vergunning van: |
€ |
391,30 |
1.17.1.a |
Het tarief voor tracés van 100 meter tot 2.000 meter bedraagt: |
€ |
391,30 |
per strekkende meter boven 100 meter vermeerderd met een bedrag van: |
€ |
0,85 |
|
1.17.1.b |
Het tarief voor tracés van 2.000 meter tot 5.000 meter bedraagt: |
€ |
2.229,60 |
1.17.1.c |
Het tarief voor tracés van 5.000 meter tot 10.000 meter bedraagt: |
€ |
2.432,25 |
1.17.1.d |
Het tarief voor tracés van 10.000 meter tot 20.000 meter bedraagt: |
€ |
2.634,95 |
1.17.1.e |
Het tarief voor tracés van 20.000 meter tot 30.000 meter bedraagt: |
€ |
2.837,65 |
1.17.1.f |
Het tarief voor tracés van 30.000 meter tot 40.000 meter bedraagt: |
€ |
3.040,35 |
1.17.1.g |
Het tarief voor tracés van 40.000 meter tot 50.000 meter bedraagt: |
€ |
3.243,00 |
1.17.1.h |
Het tarief voor tracés van 50.000 meter tot 60.000 meter bedraagt: |
€ |
3.445,70 |
1.17.1.i |
Het tarief voor tracés van 60.000 meter tot 70.000 meter bedraagt: |
€ |
3.648,90 |
1.17.1.j |
Het tarief voor tracés van 70.000 meter tot 80.000 meter bedraagt: |
€ |
3.851,10 |
1.17.1.k |
Het tarief voor tracés van 80.000 meter en meer bedraagt: |
€ |
4.053,80 |
1.17.2 |
Het tarief voor in het behandeling nemen van een melding voor het verkrijgen van instemming voor het (ver)plaatsen van ondergrondse en bovengrondse handholes, kasten e.d. t.b.v. een openbaar telecommunicatienetwerk een vast bedrag van: |
€ |
156,95 |
1.17.3 |
Geluidsmeting afstelling geluidsbegrenzer |
|
|
1.17.3.a |
een vast bedrag per meetopdracht: |
€ |
276,10 |
1.17.3.b |
per meetuur: |
€ |
112,75 |
1.17.3.c |
voor het wijzigen van de afstelling en/of het verzegelen van een geluidsbegrenzer: |
€ |
276,10 |
Hoofdstuk 18 Verkeer en Vervoer(onder)
1.18 |
Ontheffingen RVV 1990 |
|
|
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.18.1.1 |
Voor het per kenteken verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in artikel 9 van de Regeling Ontheffingen Milieuzone gemeente Tilburg: |
€ |
193,40 |
1.18.1.1.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het wijzigen van de ontheffing op verzoek van de ontheffingshouder bedraagt: |
€ |
18,05 |
1.18.1.2 |
Voor het verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de Regeling Ontheffingen Milieuzone gemeente Tilburg |
€ |
32,25 |
1.18.1.3 |
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd korter dan twee weken, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3: |
€ |
24,75 |
1.18.1.4 |
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf twee weken tot maximaal drie maanden, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3: |
€ |
49,55 |
1.18.1.5 |
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf drie maanden tot maximaal drie jaar, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3: |
€ |
111,45 |
1.18.1.6 |
Van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels voor een doorlopende ontheffing, uitgezonderd die, bedoeld onder 1.18.1.1, 1.18.1.2, 1.18.3.1 en 1.18.3.3: |
€ |
309,55 |
1.18.2 |
Voor elke andere vergunning of ontheffing verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling, uitgezonderd het gestelde in de onderdelen 1.18.1 en 1.18.3 t/m 1.18.8, dan wel voor een wijziging van een dergelijke vergunning of ontheffing: |
€ |
10,60 |
1.18.3 |
Voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is, per aanvraag, een tarief verschuldigd (exclusief een toeslag voor een, schriftelijke, medische keuring) van: |
|
|
1.18.3.1 |
voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW): |
€ |
35,80 |
1.18.3.2 |
voor het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart bij bijvoorbeeld verlies of diefstal (artikel 52 BABW): |
€ |
35,80 |
1.18.3.3 |
voor het wijzigen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW): |
€ |
35,80 |
1.18.3.4 |
voor het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW): |
€ |
35,80 |
1.18.4 |
Het tarief voor aanbrengen van markering, paal en (onder)borden ter aanduiding van een nieuwe gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (bord E6 uit Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), inclusief het verwijderen van markering, paal en borden bedraagt: |
€ |
748,31 |
1.18.5 |
Het tarief voor het verplaatsen van een bestaande gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in onderdeel 1.18.4 bedraagt: |
€ |
374,16 |
1.18.6 |
Het tarief voor het aanbrengen van een nieuw onderbord met kenteken, bij een kentekenwijziging bedraagt: |
€ |
160,60 |
1.18.7 |
Het tarief voor aanvraag voor een medische keuring ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 1.18.3.1 of een gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 1.18.4 bedraagt: |
€ |
100,00 |
1.18.8 |
Voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gemarkeerde parkeerplaats bij de woning of het werkadres als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is, per aanvraag, een tarief verschuldigd (exclusief een toeslag voor een, schriftelijke, medische keuring) van: |
|
|
1.18.8.1 |
voor het verkrijgen van een gemarkeerde parkeerplaats: |
€ |
33,40 |
1.18.8.2 |
voor het verlengen van een gemarkeerde parkeerplaats: |
€ |
33,40 |
1.18.8.3 |
voor het wijzigen van een gemarkeerde parkeerplaats: |
€ |
33,40 |
1.18.8.4 |
voor een aanvraag op grond van de onderdelen 1.18.8.1, 1.18.8.2 en 1.18.8.3 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
|
1.18.9 |
Taxikeurmerk Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning op grond van de Verordening Kwaliteitskeurmerk straattaxi’s Tilburg 2019: |
€ |
166,55 |
1.18.10 |
Luchtvaartwetgeving Voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar op grond van de Wet Luchtvaart, dan wel een daarvan afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis: |
€ |
100,75 |
1.18.11 |
Landbouwvoertuigen Voor het afgeven van een langlopende ontheffing landbouwvoertuig: |
€ |
35,80 |
Hoofdstuk 19 Diversen
1.19.1 |
Vergunningen, beschikkingen en dergelijke Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking op aanvragen van een vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat: |
|
|
|
per bladzijde: |
€ |
4,10 |
|
met een minimum van: |
€ |
12,30 |
1.19.2 |
Fotokopieën Voor het verstrekken van een fotokopie van een getypt, gedrukt of geschreven stuk, van maximaal het formaat A4, anders dan bedoeld in onderdeel 1.8.2 of 1.10.2.1, per bladzijde: |
|
|
|
A4 enkelzijdig: |
€ |
0,10 |
|
A4 dubbelzijdig: |
€ |
0,15 |
|
A3 enkelzijdig: |
€ |
0,15 |
|
A3 dubbelzijdig: |
€ |
0,25 |
|
A2 formaat: |
€ |
5,95 |
|
A1 formaat: |
€ |
8,90 |
|
A0 formaat: |
€ |
11,85 |
1.19.3 |
Collecten Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het houden van een openbare inzameling van geld en/of goederen als bedoeld in artikel 126 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ |
0,00 |
1.19.4 |
Leges havenvergunning Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om elke vergunning ingevolge de Havenverordening Piushaven 2017: |
€ |
48,65 |
TITEL 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
2.1.1 |
Definities |
2.1.1.1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op deze titel, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
2.1.1.2. |
In deze titel voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in artikel 2.1.1.1 van dit hoofdstuk bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
2.1.1.3. |
In deze titel wordt verstaan onder: |
2.1.1.3.1. |
Stedelijke ontwikkeling: de grotere, complexere en bestuurlijk gevoelige plannen die niet passen binnen het vigerende omgevingsplan. Het gaat hier bijvoorbeeld om ontwikkelvoorstellen voor meer dan 10 woningen, een herontwikkeling in de binnenstad, een transformatie van bedrijf of groen naar wonen, of de realisatie van functies zoals een hotel, supermarkt of maatschappelijke voorzieningen. |
2.1.1.3.2. |
Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond waarop de aanvraag betrekking heeft. |
2.1.1.4. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: de grondslag op basis waarvan de leges worden vastgesteld, die wordt bepaald op basis van de tabel "Grondslag legesberekening". Indien de tabel niet voorziet in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, zal de grondslag, op basis waarvan de leges worden vastgesteld, worden berekend met gebruikmaking van de meest recente uitgave "Taxatieboekjes (Her)Bouwkosten" of het elektronische equivalent daarvan, zoals die worden uitgegeven door Vakmedianet. Indien zowel de tabel als de "Taxatieboekjes (Her)Bouwkosten", inclusief het elektronische equivalent, niet voorzien in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, zullen de bouwkosten door de aanvrager middels een open begroting aannemelijk moeten worden gemaakt. Deze zullen de grondslag vormen voor de berekening van de leges. Oppervlakte en inhoudsmaten worden bepaald conform de artikelen 4.2 en 5.2 van de NEN 2580. De tabel "Grondslag legesberekening" is kosteloos in te zien bij de afdeling Dienstverlening en is tevens via de website van de gemeente Tilburg te raadplegen. De NEN 2580 en de meest recente uitgave van de "Taxatieboekjes (Her)Bouwkosten" en het elektronische equivalent daarvan zijn kosteloos in te zien bij de afdeling Dienstverlening. |
2.1.2. |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
2.1.2.a. |
conceptverzoek; |
2.1.2.b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
2.1.2.c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;. |
2.1.2.d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
2.1.2.e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
2.1.2.f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
2.1.2.g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
2.1.2.h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
2.1.3. |
Bepalen tarief |
2.1.3.1. |
De in hoofdstuk 1 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende hoofdstukken van deze titel. |
2.1.3.2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
2.1.3.3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in hoofdstuk 12 van deze titel. |
2.1.3.4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 13 van deze titel. |
2.1.3.5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
2.1.3.6. |
In afwijking van 2.1.3.2 en 2.1.3.3 kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Hoofdstuk 2 Voorfase
2.2.1. |
Voorfase |
|
|
2.2.1.1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
2.2.1.1.a1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een conceptverzoek omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (omgevingsplanactiviteit): |
€ |
250,00 |
2.2.1.1.a2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een stedelijke ontwikkelingsinitiatief: |
€ |
750,00 |
2.2.1.1.b |
Voor het bespreken van een initiatief aan een Omgevingstafel ter voorbereiding op een aanvraag omgevingsvergunning: |
€ |
5.000,00 |
2.2.1.1.c |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een adviesverzoek dat uitsluitend betrekking heeft op een beoordeling door de omgevingscommissie: |
€ |
0,00 |
2.2.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een conceptverzoek een andere in deze titel opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het conceptverzoek vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten, tenzij in samenspraak met de aanvrager op andere wijze kostenverhaal is overeengekomen middels een gesloten dienstverleningsovereenkomst. |
|
|
Hoofdstuk 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
2.3.1. |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.1.a. |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen: 1% van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
160,00 |
2.3.1.b. |
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: vermeerderd met: 0,99% van de bouwkosten minus € 200.000,00: |
€ |
2.000,00 |
2.3.1.c. |
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 0,94% van de bouwkosten minus € 500.000,00: |
€ |
4.970,00 |
2.3.1.d. |
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 0,73% van de bouwkosten minus € 1.000.000,00: |
€ |
9.670,00 |
2.3.1.e. |
indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 0,69% van de bouwkosten minus € 2.000.000,00: |
€ |
16.970,00 |
2.3.1.f |
Indien de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen: Vermeerderd met: 0,66% van de bouwkosten minus € 5.000.000,00 |
€ |
37.670,00 |
2.3.1.g. |
met een maximum legesbedrag van: |
€ |
165.000,00 |
2.3.1.h |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit bouwwerken leefomgeving voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt per 10 m² vloeroppervlakte (afgerond op een veelvoud van 10 m²): |
€ |
26,50 |
|
Met dien verstande dat minimaal betaald moet worden: |
€ |
180,60 |
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.2. |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere hoofdstukken van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.2.1 |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
2.3.2.1.a |
indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen: 2,18% van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
160,00 |
2.3.2.1.b |
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: vermeerderd met: 2,14% van de bouwkosten minus € 200.000,00: |
€ |
4.360,00 |
2.3.2.1.c |
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 2,05% van de bouwkosten minus € 500.000,00: |
€ |
10.780,00 |
2.3.2.1.d |
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 1,58% van de bouwkosten minus € 1.000.000,00: |
€ |
21.030,00 |
2.3.2.1.e |
indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen: vermeerderd met: 1,49% van de bouwkosten minus € 2.000.000,00: |
€ |
36.830,00 |
2.3.2.1.f |
indien de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen: vermeerderd met: 1,42% van de bouwkosten minus € 5.000.000,00: |
€ |
81.530,00 |
2.3.2.1.g |
Met een maximum legesbedrag |
€ |
358.400,00 |
2.3.2.2 |
voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: |
€ |
267,05 |
2.3.2.3 |
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: |
|
|
2.3.2.3a |
indien de aanvraag is voorafgegaan door een conceptverzoek zoals bedoeld in hoofdstuk 2: |
|
|
2.3.2.3a.1 |
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage 1: tabel grondslag legesberekening: |
€ |
267,05 |
2.3.2.3a.2 |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd in 2.3.2.3a.1 betreft het basistarief: |
€ |
13.863,55 |
|
en wordt het basistarief als volgt verder verhoogd: |
|
|
2.3.2.3a.2.I |
Oppervlakte bouwperceel (oppervlakte van het bouwperceel waarop de aanvraag betrekking heeft): |
|
|
|
tot 500 m²: |
€ |
0,00 |
|
van 500 m² tot 2.500 m²: |
€ |
2.888,25 |
|
van 2.500 m² tot 5.000 m²: |
€ |
6.931,75 |
|
van 5.000 m² tot 10.000 m²: |
€ |
13.863,55 |
|
van 10.000 m² tot 15.000 m²: |
€ |
20.217,65 |
|
van 15.000 m² tot 20.000 m²: |
€ |
25.994,10 |
|
van 20.000 m² tot 30.000 m²: |
€ |
34.658,80 |
|
van 30.000 m² tot 40.000 m²: |
€ |
46.211,75 |
|
van 40.000 m² tot 60.000 m²: |
€ |
57.764,70 |
|
60.000 m² of meer: |
€ |
69.317,65 |
|
tenzij de aanvraag betrekking heeft op 1 woning |
|
|
|
In afwijking voor verplaatsbare bouwwerken |
|
|
|
|
|
|
2.3.2.3a.2.II |
Gestapelde bouw (gestapelde woning- of utiliteitsbouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter) |
|
|
|
bouwhoogte van 10 tot 15 meter: |
€ |
15.018,80 |
|
bouwhoogte van 15 tot 25 meter: |
€ |
34.658,80 |
|
bouwhoogte meer dan 25 meter: |
€ |
57.764,70 |
|
In afwijking voor verplaatsbare bouwwerken |
|
|
2.3.2.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt per 10 m² vloeroppervlakte (afgerond op een veelvoud van 10 m²): |
€ |
57,50 |
|
Met dien verstande dat minimaal betaald moet worden: |
€ |
180,60 |
2.3.3. |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in hoofdstuk 2 (voorfase), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.3.3.a. |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
267,05 |
Hoofdstuk 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
2.4.1. |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
2.4.1.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.4.1.1.a. |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de monumentenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen, wijzigen, herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht indien de bouwkosten: |
|
|
|
minder bedragen dan € 10.000,00: |
€ |
148,95 |
|
liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00 vermeerderd met 0,635% over elk bedrag boven € 10.000,00: |
€ |
148,95 |
|
liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00 vermeerderd met 0,52% over elk bedrag boven € 50.000,00: |
€ |
402,95 |
|
liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00 vermeerderd met 0,39% over elk bedrag boven € 100.000,00: |
€ |
662.95 |
|
liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00 vermeerderd met 0,25% over elk bedrag boven € 500.000,00: |
€ |
2.222,95 |
|
meer bedragen dan € 1.000.000,00: |
€ |
3.472,95 |
|
voor het (gedeeltelijk) slopen van een monument, gebaseerd op de hoeveelheid sloopafval: |
|
|
|
t/m 25 m³: |
€ |
313,10 |
|
26 m³ t/m 50 m³: |
€ |
587,10 |
|
51 m³ t/m 100 m³: |
€ |
1.135,10 |
|
101 m³ t/m 500 m³: |
€ |
2.191,85 |
|
meer dan 500 m³: |
€ |
4.305,45 |
2.4.1.2. |
Als de in 2.4.1.1 bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in 2.4.1.1.a genoemde tarieven verhoogd met: |
€ |
150,00 |
2.4.1.3. |
De artikelen 2.4.1.1 en 2.4.1.1a zijn van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de monumentenverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
|
2.4.1.3.a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
|
2.4.1.3.b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
|
2.4.2. |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
2.4.2.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.4.2.1.a. |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de monumentenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt: |
|
|
|
t/m 25 m³: |
€ |
313,10 |
|
26 m³ t/m 50 m³: |
€ |
587,10 |
|
51 m³ t/m 100 m³: |
€ |
1.135,10 |
|
101 m³ t/m 500 m³: |
€ |
2.191,85 |
|
meer dan 500 m³: |
€ |
4.305,45 |
2.4.2.2. |
Artikel 2.4.2.1.a. is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
|
2.4.3. |
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
2.4.3.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in hoofdstuk 4 van deze titel een cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
€ |
150,00 |
Hoofdstuk 5 Milieubelastende activiteiten
2.5.1 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
2.5.1.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.591,00 |
2.5.1.2 |
In afwijking van artikel 2.5.1.1. als het gaat om een activiteit voor het installeren van een gesloten bodemenergiesysteem is een tarief verschuldigd van: |
€ |
1.036,40 |
2.5.2. |
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
2.5.2.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.5.2.1.a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
3.886,50 |
2.5.2.1.b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.1.3.2.: |
€ |
7.125,25 |
2.5.2.1.c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.1.3.2.: |
€ |
9.716,25 |
Hoofdstuk 6 Lozingsactiviteiten
2.6.1. |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
500,00 |
2.6.2. |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
500,00 |
Hoofdstuk 7 Aanlegactiviteiten
2.7.1. |
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (n.v.t.) |
|
|
2.7.2. |
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (n.v.t.) |
|
|
2.7.3. |
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (n.v.t.) |
|
|
2.7.4. |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
725,90 |
2.7.5. |
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
759,30 |
2.7.6. |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van dit hoofdstuk is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.7.6.a |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
137,30 |
Hoofdstuk 8 Overige activiteiten
2.8.1. |
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (n.v.t.) |
|
|
2.8.2. |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
2.8.2.1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten bedraagt het tarief als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Bomenverordening Tilburg 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, voor de eerste boom: |
€ |
116,20 |
2.8.2.1.a. |
per volgende boom: |
€ |
58,05 |
2.8.2.1.b. |
tot een maximum van: |
€ |
1.161,35 |
2.8.3. |
Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in hoofdstuk 3 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
162,05 |
2.8.4. |
Omgevingsplanactiviteit: Voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg |
|
|
2.8.4.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit Voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 13 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.8.4.1.a. |
Bouwactiviteiten: |
€ |
285,75 |
|
tenzij het gaat om een verlenging dan is een tarief verschuldigd van: |
€ |
142,85 |
2.8.4.1.b. |
(Licht)reclame: |
€ |
285,75 |
2.8.4.1.c. |
Aankondigingsborden: |
€ |
142,85 |
2.8.4.1.d. |
Spandoeken: |
€ |
142,85 |
2.8.4.1.e. |
Winkelwagenopvangsluizen: |
€ |
285,75 |
2.8.4.1.f. |
Rijwielbeugels en -rekken: |
€ |
190,50 |
2.8.4.1.g. |
Overige objecten: |
€ |
190,50 |
2.8.4.1.h. |
Overschrijvingen: |
€ |
95,25 |
2.8.5. |
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (n.v.t.) |
|
|
2.8.6. |
Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde |
|
|
2.8.6.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving: |
€ |
1.256,90 |
2.8.7. |
Andere activiteiten |
|
|
2.8.7.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in dit hoofdstuk en voorgaande hoofdstukken van deze titel bedoeld en die activiteit: |
|
|
2.8.7.1.a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
1.113,55 |
2.8.7.1.b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
2.8.7.1.b1. |
voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
1.113,55 |
2.8.7.1.b2. |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ |
1.113,55 |
Hoofdstuk 9 Maatwerkvoorschriften
2.9.1. |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten (n.v.t.) |
|
|
2.9.2. |
Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
2.9.2.1. |
Bij een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij: |
|
|
2.9.2.1.a. |
één maatwerkvoorschrift: |
€ |
2.591,00 |
2.9.2.1.b. |
twee of meer maatwerkvoorschriften, in afwijking van artikel 2.3.1.2, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift: |
€ |
1.295,50 |
2.9.3. |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten (n.v.t.) |
|
|
Hoofdstuk 10 Gelijkwaardigheid
2.10.1 |
Gelijkwaardige maatregel |
|
|
2.10.1.1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
2.10.1.1.a. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ |
2.591,00 |
Hoofdstuk 11 Overige tarieven
2.11.1. |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning gestelde termijn: |
€ |
170,00 |
|
2.11.2. |
Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van deze titel verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
|
|
2.11.3. |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
|
2.11.3.1. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften of maatwerkvoorschriften van een omgevingsvergunning is een tarief verschuldigd van: |
|
|
|
2.11.3.1.a. |
voor de milieubelastende activiteit: |
€ |
2.591,00 |
|
2.11.4. |
Intrekken omgevingsvergunning (n.v.t.) |
|
|
|
2.11.5. |
Beoordeling aanvullende gegevens (n.v.t.) |
|
|
|
2.11.6. |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
|
De in artikel 2.12.3. opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. |
|
|
|
2.11.7. |
Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
|
2.11.7.1. |
Het (basis) tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: tenzij kostenverhaal op andere wijze met de aanvrager is overeengekomen |
€ |
13.863,55 |
|
2.11.7.2. |
Het bedrag zoals genoemd in artikel 2.11.7.1. wordt vermeerderd met de som van de in onderdelen 2.11.7.2.a en 2.11.7.2.b genoemde bedragen: |
|
|
|
2.11.7.2.a. |
Oppervlakte plangebied (oppervlakte van het plangebied waarop de aanvraag betrekking heeft): |
|
|
|
|
tot 500 m²: |
€ |
0,00 |
|
|
van 500 m² tot 2.500 m² : |
€ |
2.888,25 |
|
|
van 2.500 m² tot 5.000 m²: |
€ |
6.931,75 |
|
|
van 5.000 m² tot 10.000 m²: |
€ |
13.863,55 |
|
|
van 10.000 m² tot 15.000 m²: |
€ |
20.217,65 |
|
|
van 15.000 m² tot 20.000 m²: |
€ |
25.994,10 |
|
|
van 20.000 m² tot 30.000 m²: |
€ |
34.658,80 |
|
|
van 30.000 m² tot 40.000 m²: |
€ |
46.211,75 |
|
|
van 40.000 m² tot 60.000 m²: |
€ |
57.764,70 |
|
|
60.000 m² of meer: |
€ |
69.317,65 |
|
|
tenzij de aanvraag betrekking heeft op 1 woning |
|
|
|
2.11.7.2.b. |
Gestapelde bouw |
|
|
|
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op gestapelde woning- of utiliteitsbouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter, wordt het basisbedrag onder 2.11.7.2.a. verhoogd met: |
|
|
|
|
bouwhoogte van 10 tot 15 meter: |
€ |
15.018,80 |
|
|
bouwhoogte van 15 tot 25 meter: |
€ |
34.658,80 |
|
|
bouwhoogte meer dan 25 meter: |
€ |
57.764,70 |
|
2.11.8. |
Teruggaaf leges omgevingsplan |
|
|
|
2.11.8.1.a. |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken voor de terinzagelegging van het ontwerpbesluit wijziging Omgevingsplan, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in artikel 2.11.7.1., artikel 2.11.7.2.a. en 2.11.7.2.b. De teruggaaf bedraagt 75%. |
|
|
|
2.11.8.1.b. |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken alvorens de gemeenteraad een besluit tot al dan niet vaststellen van het omgevingsplan heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in artikel 2.11.7.1., artikel 2.11.7.2.a. en 2.11.7.2.b. De teruggaaf bedraagt 50%. |
|
|
|
2.11.8.1.c. |
Indien het door de raad vastgestelde omgevingsplan geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, wordt geen teruggave van de leges verleend. |
|
|
|
|
Voor het opnieuw in behandeling nemen van de (desbetreffende) aanvraag zijn wederom leges verschuldigd. |
|
|
|
2.11.8.2. |
Nadere uitwerking van open normen m.b.t. de ruimtelijke structuur van een omgevingsplan in locatiespecifieke regels De kosten verbonden aan het opstellen van locatie-specifieke regels van een omgevingsplan worden bij de aanvrager in rekening gebracht. De kosten worden- voordat gestart wordt met de opstelling van deze regels- aan de aanvrager medegedeeld in een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting. De begroting omvat de kosten van de ambtelijke inzet (uren * tarief) en/ of een onderbouwing van de kosten van extern advies en ondersteuning. |
|
|
|
2.11.9. |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in deze titel niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ |
150,00 |
|
2.11.10 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van consumentenvuurwerk op grond van artikel 92 lid 1 APV |
€ |
98,50 |
|
2.11.11 |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot ontheffing van artikel 110 APV voor het plaatsen of in werking hebben van geluidsapparaten of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt |
€ |
98,50 |
|
2.11.12 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 13 van de APV: |
|
|
|
|
* Bouwactiviteiten |
€ |
285,75 |
|
|
* (Licht)reclame |
€ |
285,75 |
|
|
* Aankondigingborden |
€ |
142,85 |
|
|
* Spandoeken |
€ |
142,85 |
|
|
* Winkelwagenopvangsluizen |
€ |
285,75 |
|
|
* Rijwielbeugels en -rekken |
€ |
190,50 |
|
|
* Overige objecten |
€ |
190,50 |
|
|
* Overschrijvingen |
€ |
95,25 |
|
|
En voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een verlenging voor: |
|
|
|
|
* Bouwactiviteiten |
€ |
142,85 |
|
Hoofdstuk 12 Modaliteiten
2.12.1. |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de hoofdstukken 3 tot en met 8 verschuldigde leges verhoogd met 10% met een minimum van: |
€ |
250,00 |
|
|
met een maximum van: |
€ |
1.000,00 |
|
2.12.2. |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|
|
2.12.2.a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit uit de Afdeling 3.2, 3.4 tot en met 3.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
€ |
3.238,75 |
|
2.12.3. |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|
|
2.12.3.a. |
voor de beoordeling en daarmee de toetsing aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV): |
€ |
1.933,15 |
|
2.12.3.b. |
het beoordelen, namens het bevoegd gezag, van Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 4.1 dan wel de meest recentelijke wijziging: |
€ |
1.132,95 |
|
2.12.3.c. |
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek: |
€ |
298,15 |
|
2.12.3.d. |
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, op basis van de Erfgoedwet, bedragen; |
|
|
|
2.12.3.d.1 |
voor bureauonderzoek (eventueel inclusief verkennend booronderzoek): |
€ |
588,05 |
|
2.12.3.d.2 |
voor Inventariserend proefsleuvenonderzoek inclusief opstellen selectiebesluit: |
€ |
894,40 |
|
2.12.3.d.3 |
voor karterend of waarderend booronderzoek: |
€ |
651,90 |
|
2.12.3.d.4 |
voor bureauonderzoek inclusief karterend vooronderzoek: |
€ |
894,40 |
|
2.12.3.d.5 |
voor opgraving en archeologische begeleiding: |
€ |
1.490,70 |
|
2.12.3.d.6 |
voor evaluatierapporten: |
€ |
588,05 |
|
2.12.3.e. |
de beoordeling van een AERIUS berekening: |
€ |
382,10 |
|
2.12.3.f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ |
7.773,00 |
|
|
|
|
|
|
2.12.4. |
Extra beoordelingen |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief: |
|
|
|
2.12.4.a. |
Indien de ruimtelijke onderbouwing (in afwijking van de indieningsvereisten uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht) door de gemeente wordt opgesteld: |
€ |
3.177,05 |
|
2.12.4.b. |
Inrichting openbaar gebied: Als het plan gepaard gaat met inrichtingen/aanpassingen aan het openbaar gebied bedraagt het tarief voor het beoordelen van het inrichtingsplan en het bepalen van de daaruit voortvloeiende kosten: |
|
|
|
2.12.4.b.1 |
met een oppervlakte van het plangebied van maximaal 2.500 m2: |
€ |
1.000,00 |
|
2.12.4.b.2 |
met een oppervlakte van het plangebied tussen 2.500 en 5.000 m2: |
€ |
2.000,00 |
|
2.12.5. |
Advies |
|
|
|
2.12.5.1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
2.12.5.1.a. |
voor een advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling: |
€ |
1.040,60 |
|
2.12.5.1.a.1. |
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.12.5.1.a. bedraagt het tarief per bedrijfsbezoek: |
€ |
114,95 |
|
2.12.5.1.b. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
2.12.5.1.c |
Voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling. |
|
|
|
2.12.5.2. |
Als een begroting als bedoeld in artikel 2.12.5.1.b. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
2.12.6 |
Instemming |
|
|
|
2.12.6.1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze titel bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
|
|
2.12.6.2. |
Het bedrag bedoeld in 2.12.6.1 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
Hoofdstuk 13 Vermindering
2.13.1. |
Vermindering na voorfase |
|
|
|
2.13.1.1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in de artikelen 2.1.2., 2.1.2.a en 2.1.2.b., en zoals nader omschreven in de hoofdstukken 3 tot en met 8, is voorafgegaan door een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.1.2., 2.1.2.a. en 2.1.2.b en zoals nader omschreven in hoofdstuk 2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in artikel 2.13.1.2. genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt 100% van de voor het conceptverzoek geheven leges. |
|
|
|
2.13.1.2. |
Voor de toepassing van 2.13.1.1 wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
|
|
a. voor dezelfde omgevingsplanactiviteit als waarop het conceptverzoek betrekking had; |
|
|
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en |
|
|
|
|
c. binnen 9 maanden na het laatste overleg over het conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
|
|
2.13.2. |
Vermindering bij meervoudige aanvraag (n.v.t.) |
|
|
|
Hoofdstuk 14 Teruggaaf
2.14.1. |
Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, is een tarief van toepassing van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges zijnde: |
€ |
122,75 |
|
2.14.2. |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten (n.v.t.) |
|
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt 100% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat in alle gevallen een legesbedrag overblijft van: |
€ |
160,00 |
|
2.14.3. |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
|
2.14.3.1. |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, tenzij in een andere regeling in de tarieventabel is voorzien: |
|
|
|
2.14.3.1.a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het bevoegd gezag na de indiening van de aanvraag 100% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
2.14.3.1.b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen acht weken na de indiening van de aanvraag 75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
2.14.4. |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
2.14.4.1. |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, tenzij in een andere regeling in de tarieventabel is voorzien: |
|
|
|
2.14.4.1.a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het bevoegd gezag na de indiening van de aanvraag: 100% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
|
2.14.4.1.b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen acht weken na de indiening van de aanvraag: 75% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
|
2.14.4.1.c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking na acht weken na de indiening van de aanvraag: 60% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges met uitzondering van de leges onder 2.3.2.3.a.2; |
|
|
|
2.14.4.1.d. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking na acht weken na de indiening van de aanvraag: 50% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges betrekking hebbend op artikel 2.3.2.3.a.2; met dien verstande dat een minimumbedrag overblijft van € 13.863,55. |
|
|
|
2.14.5. |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
2.14.6. |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- aanleg-, kap-, sloop- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
2.14.6.a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- aanleg-, kap-, sloop of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
|
2.14.6.b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|
2.14.7. |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in hoofdstuk 12. |
|
|
|
2.14.8. |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 160,00 wordt niet teruggegeven. |
|
|
|
TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER TITEL 2
Hoofdstuk 1 Alcoholwet
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
3.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet voor zover het betreft een commercieel horecabedrijf: |
€ |
1.755,20 |
3.1.1.a |
Indien de in 3.1.1 genoemde aanvraag betreft een para commercieel horecabedrijf of slijtersbedrijf: |
€ |
945,95 |
3.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 31 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ |
1.755,20 |
3.1.2.a |
Indien de in 3.1.2 genoemde aanvraag in combinatie wordt gedaan met de in 3.1.1 genoemde aanvraag: |
€ |
1.755,20 |
3.1.3 |
een aanvraag voor een exploitatievergunning waterpijpcafé/shishalounge op grond van de artikelen 45aa t/m 45dd van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ |
1.755,20 |
3.1.3.a |
Indien de in 3.1.3 genoemde aanvraag in combinatie wordt gedaan met de in 3.1.1 en/of 3.1.2 genoemde aanvraag: |
€ |
1.755,20 |
3.1.4 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 32, van de Algemene plaatselijke verordening: per dag waarvoor ontheffing wordt aangevraagd: |
€ |
112,30 |
3.1.5 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet en/-of een verzoek tot wijziging van de omschrijving van de in de exploitatievergunning vermelde lokaliteiten: |
€ |
94,20 |
3.1.6 |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet en/of de exploitatievergunning wanneer sprake is van een wijziging van de leidinggevende: |
€ |
281,05 |
3.1.7 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ |
64,45 |
3.1.8 |
een aanvraag voor een terrasvergunning ingevolge artikel 13 van de APV: |
€ |
285,75 |
3.1.9 |
een aanvraag voor een tijdelijke terrasvergunning ingevolge artikel 13 van de APV: |
€ |
142,85 |
3.1.10 |
Terrasvergunning (tijdens de kermis) Voor het verlenen van een terrasvergunning op of aan een door de raad aangewezen kermisterrein, tijdens de Tilburgse kermis: |
€ |
254,95 |
3.1.11 |
Teruggaaf Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.1.1, 3.1.2 en 3.1.3 wordt ingetrokken na het in behandeling nemen door de gemeente bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges. |
|
|
3.1.12 |
Indien de aanvraag op grond van artikel 3.1.1 t/m 3.1.10 wegens onvolledigheid niet verder in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat indien het tarief boven € 160,00 ligt, er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft: |
€ |
160,00 |
3.1.12.1 |
Voor een bedrag minder dan: wordt geen teruggaaf verleend |
€ |
160,00 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
3.2.1.a |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 26 van de APV voor het organiseren van een evenement ex artikel 25 van de APV standaard en ingedeeld in de nota “Prettig geregeld” onder, evenement klein regulier (A-evenement) bedraagt: |
€ |
299,60 |
3.2.1.b |
Als onder a, maar dan evenement middel met verhoogde aandacht (B-evenement): |
€ |
873,90 |
3.2.1.c |
Als onder a, maar dan evenement groot met verhoogd risico, met veel aandacht (C-evenement): |
€ |
3.288,70 |
3.2.1.d |
Teruggaaf Indien de aanvrager zijn aanvraag vergunning, als bedoeld in de onderdelen 3.2.1.a t/m 3.2.1.c, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges met dien verstande dat er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft: |
€ |
160,00 |
3.2.1.e |
Voor een bedrag minder dan: wordt geen teruggaaf verleend |
€ |
160,00 |
3.2.2 |
Als onder 3.2.1.a, maar dan voor reguliere kleinschalige evenementen die een herdenking zijn of uitsluitend worden georganiseerd ten behoeve van een goed doel:
Een ander door het college aangewezen goed doel, waarvan de opbrengst onder aftrek van de gemaakte kosten ten goede komt aan het goede doel: |
€ |
0,00 |
3.2.3 |
n.v.t. |
|
|
3.2.4 |
n.v.t. |
|
|
3.2.5 |
n.v.t. |
|
|
3.2.6 |
n.v.t. |
|
|
3.2.7 |
Indien de aanvraag op grond van artikel 26 van de APV wegens onvolledigheid niet verder in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft: |
€ |
160,00 |
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.3.1.1 |
Voor het verlenen van een vergunning op grond van artikel 97 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ |
1.755,20 |
3.3.1.2 |
Tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van: |
|
|
3.3.1.2.1 |
n.v.t |
|
|
3.3.1.2.2 |
De op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders: |
€ |
281,05 |
3.3.1.2.3 t/m 3.3.1.2.7 |
n.v.t |
|
|
3.3.1.2.8 |
Van een wijziging vergunning i.v.m. verandering van de in de vergunning omschreven ruimte(n): |
€ |
94,20 |
3.3.2 t/m 3.3.4 |
n.v.t. |
|
|
3.3.5 |
Teruggaaf Indien de aanvrager zijn aanvraag vergunning, als bedoeld in het onderdeel 3.3.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges. |
|
|
3.3.6. |
Indien de aanvraag op grond van artikel 3.3.1.1 t/m 3.3.1.2.8 wegens onvolledigheid niet verder in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat indien het tarief boven de € 160,00 ligt er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft: |
€ |
160,00 |
3.3.6.1 |
Voor een bedrag minder dan: wordt geen teruggaaf verleend. |
€ |
160,00 |
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014
3.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
3.4.1 |
Onttrekkingsvergunning Om een onttrekkingsvergunning, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, bedraagt: |
€ |
174,20 |
|
3.4.1.1 |
Indien: -op een aanvraag om vergunning negatief wordt beschikt; of -een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of -de vergunning door burgemeester en wethouders wordt ingetrokken op grond van artikel 6 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017: wordt er geen teruggaaf van de geheven leges verleend |
|
|
|
3.4.2 |
n.v.t. |
|
|
|
3.4.3 |
Omzettingsvergunning Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omzettingsvergunning, als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2022, bedraagt per adres: |
€ |
647,85 |
|
3.4.3.1 |
Indien: -op een aanvraag tot vergunning negatief wordt beschikt; of -de vergunning binnen een jaar na dagtekening op verzoek van de aanvrager wordt ingetrokken, omdat daarvan geen gebruik wordt gemaakt; wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend. |
|
|
|
3.4.3.2 |
Indien: Een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, wordt teruggaaf van 60% van de geheven leges verleend. |
|
|
|
3.4.3.3 |
Indien de aanvraag om een omzettingsvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen € 160,00 aan te betalen leges overblijft. |
|
|
|
3.4.3.4 |
Voor aanvragen om een vergunning, als bedoeld in artikel 21, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, die na het in behandeling nemen vergunningvrij blijken te zijn, worden geen leges geheven. |
|
|
|
3.4.3.5 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een wijziging van de tenaamstelling van een omzettingsvergunning, als bedoeld in artikel 21, onder c, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017, bedraagt per adres: |
€ |
65,00 |
|
3.4.4 |
Vergunning woningvorming (Huisvestingswet 2014) Vervallen |
|
|
|
3.4.5 |
Vergunning voor splitsing in appartementsrechten Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een splitsingsvergunning, als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 en artikel 7 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017 bedraagt: |
€ |
174,20 |
|
3.4.5.1 |
Indien: -op een aanvraag om vergunning negatief wordt beschikt; of -een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of -de vergunning door burgemeester en wethouders wordt ingetrokken op grond van artikel 11 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2017: wordt er geen teruggaaf van de geheven leges verleend |
|
|
|
3.4.6 |
Verhuurvergunning Opkoopbescherming Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een verhuurvergunning opkoopbescherming, als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de Huisvestingswet 2014 en artikel 12 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2022, bedraagt: |
€ |
1.160,95 |
|
3.4.6.1 |
Indien: - op een aanvraag om vergunning negatief wordt beschikt; of - een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of - de vergunning door burgemeester en wethouders wordt ingetrokken op grond van artikel 6 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2022: wordt er geen teruggaaf van de geheven leges verleend |
|||
3.4.6.2 |
Voor aanvragen om een vergunning, als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de Huisvestingswet 2014 en artikel 17 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2022, die na het in behandeling nemen vergunningvrij blijken te zijn, worden geen leges geheven. |
|||
|
|
|
|
|
3.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.4.7.1 |
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Huisvestingwet of artikel 13 van de Huisvestingsverordening Tilburg 2020, bedraagt: |
€ |
0,00 |
Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen
niet van toepassing
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.6.1 |
Voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: per dag waarvoor ontheffing wordt aangevraagd: Met een maximum van: |
€ € |
71,45 283,55 |
3.6.1.2 |
Voor een ontheffing voor een nachtwinkel op grond van artikel 7b Winkeltijdenverordening: |
€ |
283,55 |
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.7.1 |
Exploitatievergunning smart- en headshops: |
|
|
3.7.1.1 |
Om vergunning op grond van artikel 45b Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ |
1.755,20 |
3.7.1.2 |
Tot het wijzigen van de leidinggevende: |
€ |
281,05 |
3.7.2 |
Gebouwen en bedrijfsmatige activiteiten waarbij de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat |
|
|
3.7.2.1 |
om vergunning o.g.v. art. 53a APV: |
€ |
1.755,20 |
3.7.2.2 |
Tot het wijzigen van de beheerder: |
€ |
281,05 |
3.7.3 |
Teruggaaf Indien de aanvrager zijn aanvraag vergunning, als bedoeld in de onderdelen 3.7.1 en 3.7.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges met dien verstande dat er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft: |
€ |
160,00 |
3.7.3.1 |
Indien de aanvraag op grond van artikel 3.7.1 en 3.7.2 wegens onvolledigheid niet verder in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft: |
€ |
160,00 |
3.7.3.2 |
Voor een bedrag minder dan: wordt geen teruggaaf verleend. |
€ |
160,00 |
3.7.4 |
Staanplaatsen ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997 voor een staanplaats (ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997): |
€ |
49,95 |
Bijlage 1 Tabel Grondslag legesberekening
1. |
Woningen |
|
|
||
|
1.1 |
Rijtjeswoning (tussen- en eindwoning) |
€ 296,00 |
per m³ |
|
|
1.2 |
Twee-onder-één-kap woning/geschakelde woning |
€ 324,00 |
per m³ |
|
|
1.2 |
Vrijstaande woning |
€ 360,00 |
per m³ |
|
|
1.4 |
Bungalows (plat afgedekt) |
€ 433,00 |
per m³ |
|
|
1.5 |
Gestapelde woning |
|
|
|
|
|
1.5.a |
flat/appartementen < 120m² |
€1.150,00 |
per m² |
|
|
1.5.b |
flat/appartementen > 120m² |
€1.253,00 |
per m² |
|
1.6 |
Kelder |
€ 237,00 |
per m³ |
|
|
1.7 |
Bijgebouw, aanbouw (woonfunctie zoals keuken, woon- en slaapk. etc.) |
€ 419,00 |
per m³ |
|
|
1.8 |
Opbouw (woonfunctie zoals slaapkamer etc.) |
€ 381,00 |
per m³ |
|
|
1.9 |
Bijgebouw, aanbouw (garage, berging etc.) |
€ 264,00 |
per m³ |
|
|
1.10 |
Serre/erker |
€ 583,00 |
per m³ |
|
|
1.11 |
Garage, berging vrijstaand |
€ 258,00 |
per m³ |
|
|
1.12 |
Garagebox |
€ 137,00 |
per m³ |
|
|
1.13 |
Dakkapel |
€ 800,00 |
per m³ |
|
2. |
Overige bouwwerken en activiteiten |
|
|
||
|
2.1 |
Verandering woonruimte (inpandig) |
€ 135,00 |
per m³ |
|
|
2.2 |
Interne wijziging overige gebouwen |
€ 100,00 |
per m³ |
|
|
2.3 |
Gevelwijziging/-vervanging |
|
|
|
|
|
2.3.a |
vervangen gehele gevel, enkele woning |
€ 450,00 |
per m² |
|
|
2.3.b |
vervangen gehele gevel, woningen seriematig |
€ 375,00 |
per m² |
|
|
2.3.c |
vervangen gehele gevel, utiliteitsbouw |
€ 950,00 |
per m² |
|
2.4 |
Nieuw dak |
€ 120,00 |
per m² |
|
|
2.5 |
Carport/overkapping |
€ 165,00 |
per m² |
|
|
2.6 |
Tuinhuisje (prefab) |
€ 195,00 |
per m² |
|
|
2.7 |
Zwembad/vijver |
€ 205,00 |
per m³ |
|
|
2.8 |
Houten schutting/pergola |
€ 70,00 |
per m1 |
|
|
2.9 |
Gemetselde tuinmuur |
€ 125,00 |
per m1 |
|
|
2.10 |
Schotelantenne |
€1.035,00 |
per stuk |
|
|
2.11 |
Hout + metselwerk tuinmuur |
€ 95,00 |
per m1 |
|
|
2.12 |
Gaashekwerk |
€ 52,00 |
per m1 |
|
|
2.13 |
Zonnepanelen |
n.v.t. |
|
|
3. |
Bedrijfspanden |
|
|
||
|
3.1 |
Kantoorgebouw |
|
|
|
|
|
3.1.a |
< 500m² |
€1.300,00 |
per m² |
|
|
3.1.b |
> 500m² en < 1.000m² € 650.000 vermeerderd met voor elke m² boven de 500m² |
€ 928,00 |
per m² |
|
|
3.1.c |
> 1.000m² € 1.114.000 vermeerderd met voor elke m² boven de 1000m² |
€ 816,00 |
per m² |
|
3.2 |
Bedrijfshal met kap |
€ 975,00 |
per m² |
|
|
3.3 |
Bedrijfshal zonder kap |
|
|
|
|
|
3.3.a |
< 200m² |
€ 879,00 |
per m² |
|
|
3.3.b |
> 200m² en < 700m² € 175.800 vermeerderd met voor elke m² boven de 200m² |
€ 585,00 |
per m² |
|
|
3.3.c |
> 700m² € 468.300 vermeerderd met voor elke m² boven de 700m² |
€ 486,00 |
per m² |
|
3.4 |
Bedrijfshal met een sheddak |
€ 766,00 |
per m² |
|
|
3.5 |
Droogloods |
€ 260,00 |
per m² |
|
|
3.6 |
Distributiecentrum |
€ 417,00 |
per m² |
|
|
3.7 |
Doe-het-zelf hal, meubelhal en garage met showroom |
€ 705,00 |
per m² |
|
|
3.8 |
Restaurants, cafés, cafetaria's en hotels (horeca) |
€1.315,00 |
per m² |
|
|
3.9 |
Winkel |
€ 912,00 |
per m² |
|
|
3.10 |
Praktijkruimte bij woning + kleinschalig gezondheidscentrum |
€1.487,00 |
per m² |
|
|
3.11 |
Gezondheidscentrum groot |
€1.220,00 |
per m² |
|
|
3.12 |
Verpleeghuis, verzorgingsflat en zorgcentrum |
€ 997,00 |
per m² |
|
|
3.13 |
Multifunctioneel centrum |
€1.150,00 |
per m² |
|
|
3.14 |
Kantine, douche en kleedruimte bij sportclubs |
€1.294,00 |
per m² |
|
|
3.15 |
Sporthal, gymzaal |
€ 993,00 |
per m² |
|
|
3.16 |
Schoolgebouw 1 bouwlaag |
€1.335,00 |
per m² |
|
|
3.17 |
Schoolgebouw meerdere bouwlagen |
€ 897,00 |
per m² |
|
|
3.18 |
Parkeerdek (2-laags) |
€ 229,00 |
per m² |
|
|
3.19 |
Parkeergarage bovengronds |
€ 303,00 |
per m² |
|
|
3.20 |
Parkeergarage ondergronds |
€ 549,00 |
per m² |
|
4. |
Agrarische gebouwen |
|
|
||
|
4.1 |
Landbouwgebouw modern, type M01 (betonvloer, staalconstructie, metalen dak- en gevelplaten) |
€ 218,00 |
per m² |
|
|
4.2 |
Landbouwgebouw modern, type M02 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, metselwerk spouwmuur) |
€ 367,00 |
per m² |
|
|
4.3 |
Landbouwgebouw modern, type M03 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, houten gevel) |
€ 264,00 |
per m² |
|
|
4.4 |
Landbouwgebouw modern, type M04 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, gevelbetonplaten, houten topgevel) |
€ 283,00 |
per m² |
|
|
4.5 |
Landbouwgebouw modern, type M05 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, open gevel) |
€ 226,00 |
per m² |
|
|
4.6 |
Landbouwgebouw veldschuur (betonpoeren, betonvloer, houtconstr., golfplaten, open gevel, topgevel stalen damwand) |
€ 135,00 |
per m² |
|
|
4.7 |
Landbouwgebouw traditioneel, type R04 (betonvloer, gebinten, sporenkap, dakpannen, 1 steens metselwerk) |
€ 383,00 |
per m² |
|
|
4.8 |
Landbouwgebouw traditioneel, type R07 (betonvloer, spant, sporen, dakpannen, 1 steens metselwerk) |
€ 298,00 |
per m² |
|
|
4.9 |
Magazijn, pakhuis: nissenhut (betonvloer, aluminium of gegalvaniseerde golfplaten) |
€ 86,00 |
per m² |
Memorie van Toelichting behorende bij de "Legesverordening 2024-1”
Tarieven
Voor de producten van Burgerzaken zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- 1.
De producten waarvoor door het Rijk een wettelijk (maximum) tarief is vastgesteld. De betreffende tarieven, bijvoorbeeld een uittreksel uit akte burgerlijke stand, zijn voor zover mogelijk aangepast aan de voor 2024 geldende (maximum) tarieven.
- 2.
Ook zijn de Rijksleges en inkoopkosten, voor zover bekend, aan de prijzen voor 2024 aangepast.
- 3.
Voor de tarieven, waarvoor geen wettelijk maximum geldt, is tevens de nominale stijging van 7,16% van toepassing.
- 4.
De tarieven, die tot stand zijn gekomen na toepassing van de punten 1 t/m 3, zijn afgerond op € 0,05.
- 5.
Voor producten waarvan de Rijkstarieven voor 2024 nog niet bekend zijn bij de totstandkoming van deze legesverordening, zijn de tarieven 2023 gehanteerd. De Rijkstarieven voor 2024 zullen worden gehanteerd nadat deze door het Rijk zijn vastgesteld.
- 6.
De normprijzen uit de Tabel Grondslag legesberekening (bijlage 1 van deze verordening) komt tot stand na raadpleging van de taxatieboekjes van Vakmedianet en eigen ervaringscijfers.
Europese Dienstenrichtlijn (EDR)
Met de invoering van de EDR is het niet meer toegestaan om de baten en de lasten binnen de gehele legesverordening onderling te verrekenen. Een vergunningenstelsel dat specifiek is gericht op dienstverrichters of dienstverleners valt onder de EDR. Een algemeen vergunningenstelsel (bijv. de omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten) valt niet onder de EDR omdat dit niet uitsluitend is gericht op de dienstverrichters/dienstverleners, maar ook op particuliere burgers. Een beperkt aantal vergunningenstelsels uit de tarieventabel van deze legesverordening vallen onder de werking van de EDR en mogen maximaal kostendekkend zijn.
Titel 2 Leges in het kader van de Omgevingswet
Aanleiding
De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) treden per 1 januari 2024 in werking. Echter, het kan zijn dat de invoering van kwaliteitsborging bij verbouwactiviteiten met 6 maanden wordt uitgesteld. Dit moet nog wel formeel bevestigd worden. Dit is nu een overweging van Minister de Jonge. Dit zou dan inhouden dat de Wkb in werking zal treden per 1 januari 2024 voor de nieuwbouw. Voor verbouwactiviteiten zal de Wkb dan per 1 juli 2024 in werking treden, mits te zijner tijd op basis van onafhankelijke toetsing duidelijk is dat er voldoende kwaliteitsborgers beschikbaar zijn en er geen andere signalen zijn die belemmerend werken. Dit zal dan betekenen dat tot de datum van 1 juli 2024, gemeenten vergunningplichtige verbouwactiviteiten dus nog in behandeling blijven nemen.
Beide wetten hebben tot doel om het voor burgers en bedrijven eenvoudiger te maken om nieuwe (bouw) initiatieven te realiseren. Dit door onder andere bij simpele en kleine verbouwingen aan een eengezinswoning, bepaalde zaken vergunningsvrij te maken.
Beide wetten hebben een financieel effect tot gevolg ten aanzien van leges. Voor een groot aantal aanvragen kunnen namelijk straks geen leges meer gevraagd worden. Dit heeft dan bijvoorbeeld betrekking op de bouwtechnische toets.
Daarbij is het, wanneer de Omgevingswet in werking treedt, wel mogelijk om de kosten van de werkzaamheden door de omgevingsdienst, bij milieubelastende activiteiten, in rekening te brengen bij initiatiefnemers. De verandering van spelregels hebben dus invloed op de inhoud (belastbare feiten) en de bijbehorende tarieven in de legesverordening. Via deze college nota wordt u meegenomen in de relevante veranderingen.
Belangrijkste wijzigingen door de Omgevingswet en de Wkb
Wanneer de Omgevingswet en de Wkb ingaan, ontstaat een nieuwe situatie waarin de gemeente proefondervindelijk zal gaan ervaren hoe bepaalde nieuwe processen gaan verlopen. De drie belangrijkste nieuwe elementen die een verandering betekenen op de huidige processen binnen de gemeente worden hieronder toegelicht.
Voorfase
Wanneer de Omgevingswet per 1 januari 2024 in werking treedt, zal de voorfase een belangrijk onderdeel vormen in het totale proces van het indienen van een (bouw)aanvraag voor een nieuw initiatief. Binnen de gemeente Tilburg is ervoor gekozen om nieuwe initiatieven zoveel mogelijk in de voorfase te behandelen. Daar wordt de aanvraag, waarvan een initiatiefnemer denkt een vergunning nodig te hebben, beoordeeld op de wenselijkheid. Hiervoor wordt een laag tarief in rekening gebracht om initiatiefnemers te stimuleren al snel in het proces bij de gemeente aan te kloppen. Wel is een onderscheid aangebracht qua tarief wanneer het gaat om een stedelijke ontwikkeling. Het doel is om de aanvragen van initiatiefnemers zoveel mogelijk in de voorfase te behandelen. Immers wanneer een definitieve aanvraag wordt ingediend, dan moet de aanvraag binnen 8 weken (uitzonderingen daargelaten) zijn afgehandeld.
Wordt een initiatief als wenselijk beschouwd maar is het wel een complexe aanvraag, dan zal veelal aan de omgevingstafel de haalbaarheid worden getoetst. Wanneer nodig schuiven hier ook ketenpartners als de omgevingsdienst of de veiligheidsregio aan tafel. Zo kan dan gezamenlijk gekeken worden naar de haalbaarheid van het betreffende initiatief en hoeft de initiatiefnemer niet langs verschillende loketten.
Gevolgklasse 1 bouwwerken
Wanneer een verbouwing wordt gerealiseerd aan een bouwwerk met gevolgklasse 1 (bijvoorbeeld het aanbrengen van uitbouw aan een eengezinswoning) hoeft door de initiatiefnemer alleen een melding te worden gedaan en geen vergunning te worden aangevraagd. Hiervoor kan de gemeente dan ook geen bouwleges meer heffen. Dit gaat spelen wanneer de Wet kwaliteitsborging in werking treedt.
Milieubelastende activiteiten
Vanaf 1998 is het niet mogelijk om voor milieuactiviteiten leges in rekening te brengen. Met de komst van de Omgevingswet is dat wel een optie. Het grote voordeel is dat een deel van de inzet van de OMWB kan worden 'afgedekt' indien de keuze wordt gemaakt om leges in rekening te brengen bij de aanvrager. Hiervoor is wel een aanpassing van de tarieventabel nodig. Wanneer de Omgevingswet in werking treedt wordt het voor de gemeente Tilburg mogelijk de inzet van de Omgevingsdienst (OMWB) bij milieubelastende activiteiten, 100% in rekening te brengen.
Proces om te komen tot de mate van kostendekking
Om tot de nieuwe legesverordening Omgevingswet te komen, zijn met ruim 20 professionals binnen de gemeente Tilburg als eerste de tarieventabel en de op te nemen belastbare feiten afgestemd. Vervolgens is gekeken naar de gemeentelijke inzet (aantal fte’s en bijbehorende schalen) op de verschillende hoofdonderdelen van de nieuwe legesverordening Omgevingswet. Het betreft hier onderdelen zoals de voorfase, de bouwtechnische- en ruimtelijke toets en overige activiteiten (bijvoorbeeld aanvragen voor het aanleggen van een weg of een kapvergunning). Voorts is per onderdeel, op basis van ervaringscijfers, een schatting gemaakt van de verwachte aantallen aanvragen. Tot slot is de mate van kostendekkendheid waar mogelijk per onderdeel, bepaald.
Inhoudelijke uitgangspunten
Bij het definiëren van de tarieven is verder rekening gehouden met een aantal uitgangspunten en wensen vanuit het College voor wat betreft de tariefstelling. Zo wordt het door het College belangrijk gevonden om het tarief voor het toetsen van de wenselijkheid van een initiatief, in de voorfase, laag te houden. Dit om te stimuleren dat burgers en bedrijven initiatieven in de voorfase aanreiken ter beoordeling.
Voorts is het uitgangspunt meegenomen dat de inkomsten vanuit leges voor grote initiatieven ervoor zorgen dat de leges voor kleine initiatieven betaalbaar gehouden kunnen worden (kruissubsidiëring) en dat de inzet door de omgevingsdienst bij milieubelastende activiteiten waar mogelijk 100% worden doorgerekend.
Financiële uitgangspunten bij bepalen mate van kostendekking leges Omgevingswet
Naast met bovengenoemde inhoudelijke uitgangspunten, is ook rekening gehouden met een aantal financiële condities. Dit voor het bepalen van de tarieven.
Zo is rekening gehouden met het feit dat ook dit jaar de lonen en daarmee de kosten, die worden toegerekend aan de (bouw)leges, stijgen. Het is dan ook logisch om de jaarlijkse indexering hierop toe te passen.
Met de inwerkingtreding van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is de gemeente niet meer bevoegd om een bouwtechnische toets uit te voeren voor de zogenaamde gevolgklasse 1 bouwwerken (o.a. eengezinswoningen, rijtjeswoningen etcetera). Deze werkzaamheden worden dan uitgevoerd door de kwaliteitsborger. De gemeente dient wel de ingediende melding nog (beperkt) te toetsen. Hiervoor mogen echter geen leges worden geheven. Wel kan voor de ruimtelijke toets leges in rekening worden gebracht bij de aanvrager. Dit bijvoorbeeld voor het verbouwen van een woning.
Kosten en baten
De totale kostendekkendheid van de legesverordening mag maximaal 100% zijn.
De totale lasten zijn € 17.655.501,00 en de totale baten € 12.529.802,00. De totale kostendekkendheid van alle leges komt op 71,0%.
|
|
Lasten |
Baten |
Dekkingspercentage |
Titel 1 |
ALGEMENE DIENSTVERLENING |
|
|
|
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
1.512.829 |
387.848 |
25,6% |
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten |
3.525.306 |
2.836.882 |
80,5% |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
665.463 |
744.514 |
111,9% |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie personen |
24.247 |
114.000 |
470,2% |
Hoofdstuk 9 |
Overige Burgerzaken |
1.335.624 |
282.480 |
21,1% |
Hoofdstuk 10 |
Regionaal Archief Tilburg |
2.086 |
2.086 |
100,0% |
Hoofdstuk 16 |
Kansspelen |
10.160 |
7.657 |
75,4% |
Hoofdstuk 17 |
Telecommunicatie |
133.351 |
100.000 |
75,0% |
Hoofdstuk 18 |
Verkeer en Vervoer |
183.382 |
174.347 |
95,1% |
Totaal Titel 1 |
|
7.392.448 |
4.649.813 |
62,9% |
|
|
|
|
|
Titel 2 |
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/ OMGEVINGSWET |
|
|
|
Hoofdstuk 2 |
Voorfase |
|
|
|
Hoofdstuk 3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken -> |
7.518.598 |
6.153.972 |
81,9% |
Hoofdstuk 4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
28.540 |
10.800 |
37,8% |
Hoofdstuk 5 |
Milieubelastende activiteit |
150.000 |
150.000 |
100,0% |
Hoofdstuk 11 |
Overige tarieven |
1.031.864 |
764.676 |
74,1% |
|
Overige activiteiten |
319.554 |
189.222 |
59,2% |
Totaal Titel 2 |
|
9.048.555 |
7.268.671 |
80,3% |
|
|
|
|
|
Titel 3 |
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER TITEL 2 |
|
|
|
Hoofdstuk 1 |
Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet (alcoholwet) |
746.466 |
460.188 |
61,6% |
Hoofdstuk 2 |
Organiseren evenementen of markten |
375.877 |
125.352 |
33,3% |
Hoofdstuk 4 |
Huisvestingswet 2014 |
66.212 |
23.225 |
35,1% |
Hoofdstuk 6 |
Winkeltijdenwet |
3.963 |
855 |
21,6% |
Hoofdstuk 7 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
21.979 |
1.698 |
7,7% |
Totaal Titel 3 |
|
1.214.498 |
611.318 |
50,3% |
|
|
|
|
|
totaal kostendekkendheid |
17.655.501 |
12.529.802 |
71,0% |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl