Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711746
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711746/1
Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024 - 2028
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024 - 2028De raad van de gemeente Schouwen Duiveland,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 september 2023;
gelet op artikel 1, eerste lid, en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
Besluit vast te stellen de hierna volgende verordening bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024 - 2028.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- •
bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;
- •
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
- •
uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en de Stichting Ondernemersfonds Bruinisse op 25 oktober 2023 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
- •
wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting
1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van
binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a
Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan
activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de
leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de
economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3. Belasting object
1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.
2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de
Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 4. Belastingplicht
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het
kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in
de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt;
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:
a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven,
aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het
deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene
aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als
gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de
onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te
verhalen op degene aan wie die onroerende zaak ter beschikking is gesteld;
c. als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de
basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
3. In afwijking op het 1e lid wordt, Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar
geen gebruiker kent, de te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar als bedoeld in artikel
220 onderdeel b van de Gemeentewet.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering
onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het
kalenderjaar.
2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van
hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat
belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige
toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de
Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6. Vrijstellingen
1. In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde:
a. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het
houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en
ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
b. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de
gemeente;
c. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde
gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer
of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden,
monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
d. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de
gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van
delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
e. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van
(muziek)onderwijs;
f. belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming
drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor
club en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere
activiteiten van sociale of culturele aard;
g. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake
van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de
regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
h. de objecten die vermeld staan in de bijlage ‘vrijgestelde objecten voor de BIZ-Bijdrage’
(bijlage 2). In bijlage 2 staan vermeld de (vrijgestelde) objecten zoals deze zijn opgenomen in
de WOZ-administratie (zowel qua objectcode als objectbeschrijving).
i. onroerende zaken met een WOZ waarde lager dan € 50.000,--
2. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-
Bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het
belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan
woondoeleinden.
Artikel 7. Tarief BIZ-bijdrage
1. Het tarief van de BIZ-bijdrage voor deze BIZ-Zone bedraagt op jaarbasis bij een WOZ-waarde van:
|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
€ 0.000 t/m € 49.999 |
€ 0 |
€ 0 |
€ 0 |
€ 0 |
€ 0 |
€ 50.000 t/m € 99.999 |
€ 150 |
€ 153 |
€ 156 |
€ 159 |
€ 162 |
€ 100.000 t/m € 199.999 |
€ 200 |
€ 204 |
€ 208 |
€ 212 |
€ 216 |
€ 200.000 t/m € 299.999 |
€ 300 |
€ 306 |
€ 312 |
€ 318 |
€ 324 |
€ 300.000 t/m € 399.999 |
€ 450 |
€ 459 |
€ 468 |
€ 477 |
€ 486 |
€ 400.000 t/m € 599.999 |
€ 600 |
€ 612 |
€ 624 |
€ 636 |
€ 648 |
€ 600.000 t/m € 799.999 |
€ 750 |
€ 765 |
€ 780 |
€ 795 |
€ 810 |
€ 800.000 t/m € 999.999 |
€ 850 |
€ 867 |
€ 884 |
€ 901 |
€ 919 |
€ 1.000.000 t/m € 4.999.999 |
€ 950 |
€ 969 |
€ 988 |
€ 1.007 |
€ 1.027 |
€ 5.000.000 en meer |
€ 1.250 |
€ 1.275 |
€ 1.300 |
€ 1.326 |
€ 1.352 |
2. Genoemde BIZ-bijdragen zullen voor het eerst geheven worden met ingang van het kalenderjaar 2024.
Artikel 8 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van
automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien
gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het
aanslagbiljet, elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 10. Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdragestaffel wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 11. Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene Subsidieverordening Schouwen Duiveland 2013 niet van toepassing.
Artikel 12. Subsidievaststelling
1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de
uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds Bruinisse.
2. De subsidie bedraagt het bedrag van de jaarlijks ontvangen BIZ- bijdragen,
verminderd met de jaarlijkse perceptiekosten, vastgesteld op € 600,00.
3. Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college
nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.
Artikel 13. delegatie van de bevoegdheid tot intrekken/wijzigen subsidievaststelling
Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk IV Slotbepalingen
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 e.e.a. nadat het college
heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is
gebleken.
2. De datum van ingang van de heffing is 1-1-2024.
3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse
2024’.
Artikel 15. Bijlagen behorende bij de Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024.
1. Kaart van de bedrijfsinvesteringszone
2. Lijst met vrijgestelde objectcodes
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 oktober 2023,
de griffier, de voorzitter,
P.M.W. Goossens-Smits de heer J. Chr. van der Hoek
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl