Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711741
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711741/1
Regeling vervallen per 01-01-2025
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Schouwen – Duiveland 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Schouwen – Duiveland 2024De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; 14 november 2023
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit:
Vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Schouwen – Duiveland 2024
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. kampeermiddelen, standplaatsen, niet – permanente standplaatsen en zomerseizoen:
zie hiervoor de begrippenlijst als opgenomen in de door de raad in de vergadering van
21 juni 2023 vastgestelde Nota Recreatiebeleid;
b. permanente standplaatsen: in afwijking van de omschrijving als opgenomen in
de onder sub a genoemde Nota Recreatiebeleid, wordt hieronder verstaan: standplaatsen bestemd
voor het plaatsen van een kampeermiddel of een gebouw voor recreatief nachtverblijf en twee
bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter per bijzettent, dat gedurende het gehele jaar aanwezig
mag zijn ten behoeve van recreatiefnachtverblijf en waarbij de standplaatsen niet ter beschikking
worden gesteld voor de volgtijdig plaatsing van verschillende kampeermiddelen.
c. seizoenplaatsen: standplaatsen, permanent of niet – permanent, die ter beschikking worden gesteld
voor de plaatsing van een kampeermiddel gedurende een zomerseizoen, dat na afloop van het seizoen
van de plaats verwijderd wordt en waarbij de standplaatsen niet ter beschikking worden gesteld voor de
volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen;
d. arrangement: een reservering op een niet – permanente plaats voor een gezin, echtpaar of
samenreizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor
een vast huurbedrag;
e. voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf 1 maart en eindigend op 30 juni;
f. naseizoenarrangement: een arrangement met een looptijd van twee maanden, startend op 1 september
en eindigend op 1 november;
g. maandarrangement: een arrangement met een looptijd van één kalendermaand gedurende de maand
juni of september;
h. particulier eigenaar: een natuurlijk persoon die eigenaar is van een kampeermiddel en geen bedrijf of
beroep uitoefent in de exploitatie van dat kampeermiddel
i. gezin: ouder(s)/partners en hun thuiswonende kinderen;
j. laagseizoen: de periode van 1 januari tot en met 30 april en van 1 september tot en met 31 december.
k. hoogseizoen: de periode van 1 mei tot en met 31 augustus.
l. niet-regulier kampeerterrein: Een minicamping of kleinschalig kampeerterrein bij een (voormalig) agrarisch bedrijf of een permanent bewoonde (dienst-)woning in het buitengebied met verblijfsrecreatie als neventak, waarbij minder intensief op het terrein wordt gerecreëerd en maximaal 25 standplaatsen mogen worden geëxploiteerd. En als dusdanig is vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan.
Artikel 2. Belastbaar feit
Ter zake van het houden van verblijf met overnachtingen binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
Artikel 3. Belastingplicht
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter
beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens
verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig
degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4. Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1. a. van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding
zorgaanbieders.
b. op last of bevel van de overheid binnen de gemeente verblijf houdt.
2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die
rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en
voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening,
onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
1. De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal
overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal
nachten dat zij verblijf houden.
2. In afwijking van het eerste lid kan de belasting worden geheven naar een vast bedrag per
kampeermiddel, als opgenomen in artikel 6, lid 2, voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen,
voorseizoenarrangement, en/of naseizoenarrangement die in bezit zijn van particuliere eigenaren en
die uitsluitend bedoeld zijn voor eigen gebruik van de particuliere eigenaar en zijn gezin.
3. In afwijking van het eerste lid kan de belasting worden geheven naar een vast bedrag per
kampeermiddel, als opgenomen in artikel 6, lid 3, voor kampeermiddelen op standplaatsen waar sprake
is van een arrangement te weten een maandarrangement,.
4. Onverminderd het in de leden 2 en 3 is opgenomen is lid 1 van toepassing op het verblijf in de in de
leden 2 en 3 bedoelde kampeermiddelen door anderen dan de particuliere eigenaar en zijn gezin
Artikel 6. Belastingtarief
1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting
- hoogseizoen € 2,04
- laagseizoen € 1,83
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting bij toepassing van artikel 5, tweede lid, per
belastingjaar, per kampeermiddel wanneer sprake is van:
a) een vaste jaarplaatsen of op vaste seizoenplaatsen € 363,81
b) een voorseizoenarrangement € 158,67
c) van een naseizoenarrangement, € 117,12
3. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting bij toepassing van artikel 5, derde lid, per
belastingjaar, per kampeermiddel
indien sprake is van een maandarrangement juni, per belastingjaar € 51,41
indien sprake is van een maandarrangement september, per belastingjaar € 46,12
4. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief bij toepassing van artikel 5, eerste lid, per
belastingjaar, per kampeermiddel wanneer sprake is van overnachting op een niet-regulier
kampeerterrein € 1,57 per persoon per overnachting.
5. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting bij toepassing van artikel 5, tweede lid, per
belastingjaar, per kampeermiddel wanneer sprake is van overnachting op een niet-regulier
kampeerterrein:
a) een vaste jaarplaatsen of op vaste seizoenplaatsen € 288,88
b) een voorseizoenarrangement € 128,74
c) van een naseizoenarrangement, € 100,48
6. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting bij toepassing van artikel 5, derde lid, per
belastingjaar, per kampeermiddel
indien sprake is van een maandarrangement juni, per belastingjaar € 39,56
indien sprake is van een maandarrangement september, per belastingjaar € 39,56
Artikel 7. Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8. Wijze van heffing
1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
2. Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag
vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 9. Aanslaggrens
Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.
Artikel 10. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de
aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de
maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van
automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald
in zoveel gelijke termijnen, als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet
nog maanden tot 31 december in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd
overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vijf en ten hoogste tien
bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet elk
van de volgende termijnen telkens een maand later.
3.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor gestelde termijnen.
Artikel 11. Kwijtschelding
Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12. Aanmeldingsplicht
1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste
na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks
schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen
gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de
Gemeentewet.
2. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die
met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de
toeristenbelasting betrokken is.
Artikel 13. Overgangsbepaling
De “Verordening toeristenbelasting Schouwen-Duiveland 2023” van 22 december 2022, wordt ingetrokken
met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. De verordening toeristenbelasting Schouwen-Duiveland 2024 vastgesteld in de raadsvergadering van 23 juni 2023 wordt hierbij eveneens ingetrokken.
Artikel 14. Inwerkingtreding
1. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 15. Citeertitel
De verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Schouwen-Duiveland 2024”.
S.J.A. Bronsveld |
J. Chr. van der Hoek |
griffier |
voorzitter |
Ondertekening
Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 21 december 2023.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl