Legesverordening Omgevingswet 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening Omgevingswet 2024

De raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2023 (raadsvoorstel nr. 23bb008177/23bo008998);

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,

aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

overwegende, dat de leges Omgevingswet bij verordening worden geregeld;

besluit:

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: periode van 00.00 uur tot en met 23.59 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: tijdvak dat loopt van de n dag in een kalenderjaar tot en met de n-1 dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de n-1 dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de n-1 dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges Omgevingswet’ worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 en 13.7 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3. Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges Omgevingswet worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De aanslagen worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overgangsbepaling

De Verordening leges omgevingsvergunning 2023 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2024 hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Omgevingswet 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2023.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Bijlage Tarieventabel als bedoeld in artikel 5 van de Legesverordening Omgevingswet 2024, tarieven in €.

Hoofdstuk 1Algemene bepalingen

1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage, bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn ook van toepassing, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

  • 2.

    Begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

1.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

  • a.

    een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang gelezen met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

  • b.

    een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet.

1.3 Bepalen bouwkosten

De totale bouwkosten worden berekend volgens de NEN 2699 (investerings- en exploitatiekosten van gebouwen – Begripsomschrijvingen en indelingen) en hierop gebaseerde kengetallen en ramingsprogramma’s. Oppervlakte en in houdsmaten worden bepaald conform de artikelen 4.2 en 5.2 van de NEN 2580. NEN 2699 (investerings- en exploitatiekosten van gebouwen – Begripsomschrijvingen en indelingen) en NEN 2580 (oppervlakte en inhoudsmaten) liggen op afspraak ter inzage in de studiezaal van het Stadsarchief Rotterdam, Hofdijk 651 3032 CG Rotterdam.

Hoofdstuk 2Bouwactiviteiten

2.1 Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid onderdeel a van de Omgevingswet, bedraagt het tarief:

2.1.1

Schijf 1

bij bouwkosten tot en met 35.900,00:

0,80% van de totale bouwsom met een minimum van 48,30;

2.1.2

Schijf 2

bij bouwkosten vanaf 35.900,01 tot en met 530.000,00 wordt het tarief van schijf 1 over het bij die schijf genoemde bedrag vermeerderd met:

1,02% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.1.3

Schijf 3

bij bouwkosten vanaf 530.000,01 tot en met 1.100.000,00 wordt het tarief van de schijven 1 en 2 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met:

1,38% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.1.4

Schijf 4

bij bouwkosten vanaf 1.100.000,01 tot en met 10.700.000,00 wordt het tarief van de schijven 1, 2 en 3 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met:

1,63% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.1.5

Schijf 5

bij bouwkosten vanaf 10.700.000,01 tot en met 26.700.000,00 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3 en 4 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met:

1,99% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.1.6

Schijf 6

bij bouwkosten vanaf 26.700.000,01 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3, 4 en 5 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met 0,78% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf met een totaal maximum van:

958.338,80

2.2 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerken (ruimtelijk deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief:

2.2.1

Schijf 1

bij bouwkosten tot en met 35.900,00:

1,04% van de totale bouwsom met een minimum van 64,10;

2.2.2

Schijf 2

bij bouwkosten vanaf 35.900,01 tot en met 530.000,00 wordt het tarief van schijf 1 over het bij die schijf genoemde bedrag vermeerderd met:

1,08% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.2.3

Schijf 3

bij bouwkosten vanaf 530.000,01 tot en met  1.100.000,00 wordt het tarief van de schijven 1 en 2 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met:

0,90% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.2.4

Schijf 4

bij bouwkosten vanaf 1.100.000,01 tot en met 10.700.000,00 wordt het tarief van de schijven 1, 2 en 3 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met:

0,71% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.2.5

Schijf 5

bij bouwkosten vanaf 10.700.000,01 tot en met 26.700.000,00 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3 en 4 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met:

0,53% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

2.2.6

Schijf 6

bij bouwkosten vanaf 26.700.000,01 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3, 4 en 5 over de bij die schijven genoemde bedragen vermeerderd met 0,19% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf met een totaal maximum van:

224.795,50

Hoofdstuk 3 Milieubelastende activiteiten

3.1 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

3.1.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.240,00

3.2 Milieubelastende activiteiten

3.2.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Omgevingswet:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

3.360,00

b.

voor twee tot en met vier milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.800,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

2.240,00

Hoofdstuk 4Overige activiteiten

4.1

Uitweg/uitrit  

 

4.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 in samenhang gelezen met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief:

326,40

4.2

Kappen van bomen of vellen van houtopstanden

4.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 in samenhang gelezen met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief:

445,20

4.3

Andere activiteiten

4.3

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in 4.1 en 4.2 genoemde activiteiten en die activiteit:

 

4.3.1

behoort tot een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen categorie activiteiten, uitgezonderd de activiteiten bedoeld in onderdeel 4.3.2., bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

112,50

4.3.2

behoort tot een in het omgevingsplan of een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang gelezen met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen categorie vergunningplichtige activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

112,50

4.3.3

In afwijking van het bepaalde onder 4.3.1. en 4.3.2. bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor het veranderen van een monument voor zover het betreft de beoordeling van de monumentenactiviteit:

nihil

Hoofdstuk 5Maatwerkvoorschriften

5.1

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

5.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

800,00

5.2

Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

5.2.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

één maatwerkvoorschrift of één vergunningvoorschrift bedraagt het tarief:

2.240,00

 

b.

twee of meer milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief, de som van het tarief onder a. en per extra maatwerkvoorschrift of vergunningsvoorschrift:

1.120,00

5.2.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet:

2.240,00

5.3

Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij overige activiteiten

5.3.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in 5.1 en 5.2, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift:

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift is verschuldigd als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

400,00

Hoofdstuk 6Gelijkwaardigheid

6.1

Gelijkwaardige maatregel

6.1

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

2.240,00

Hoofdstuk 7Overige tarieven

7.1.1 Wijzigen omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit zoals genoemd in hoofdstuk 2, betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag aan leges dat verschuldigd is voor de ingediende aanvraag tot wijziging met betrekking tot het betreffende ruimtelijk of bouwtechnisch deel met dien verstande dat altijd ten minste het bedrag dat verschuldigd is voor Schijf 1 in rekening wordt gebracht. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking van de verleende vergunning zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouwplan.

7.1.2 Wijzigen omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning voor een of meerdere milieubelastende activiteiten is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van hoofdstuk 3 verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een of meerdere milieubelastende activiteiten

7.2 Leges Pilot regelluw maken

Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen worden geen leges in rekening gebracht als er sprake is van een klein bouwwerk als bedoeld in bijlage 1 van het raadsbesluit van 28 november 2020, raadsvoorstel 19bb18904 (Pilot regelluw maken) dat wordt opgericht in de delen van de wijken Ommoord, Nesselande, Zevenkamp en Hoogvliet, zoals aangegeven op de tekeningen van bijlage 3 van voornoemd raadsbesluit waarbij belanghebbenden als bedoeld in bijlage 2 van voornoemd raadsbesluit hebben ingestemd.

Hoofdstuk 8Teruggaaf

Teruggaaf van 30% van de geheven leges wordt verleend indien:

  • a.

    na het indienen van een aanvraag omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit die bestaat uit een bouwactiviteit (ruimtelijk deel) of een aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (bouwtechnisch deel), deze aanvraag vóór het verlenen van de vergunning(en), wordt ingetrokken;

  • b.

    van een verleende omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit die bestaat uit een bouwactiviteit (ruimtelijk deel) of een aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) geen gebruik wordt gemaakt en de vergunning(en) binnen twee jaar na de verlening schriftelijk wordt ingetrokken;

  • c.

    de gevraagde omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit die bestaat uit een bouwactiviteit (ruimtelijk deel) of de gevraagde omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)niet wordt verleend.

Toelichting op de Legesverordening Omgevingswet 2024

Algemene toelichting

De Legesverordening Omgevingswet 2024 ziet op de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van aanvragen om omgevingsvergunning en het verlenen van andere diensten door het college in het kader van de Omgevingswet. Deze leges worden geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. Hoewel het begrip ‘leges’ al sinds 1995 niet meer voorkomt in de Gemeentewet, deze spreekt over ‘rechten’, wordt dat begrip binnen deze verordening nog wel gebruikt. De reden hiervan is dat het begrip ‘bouwleges’ een binnen de bouwsector diepgeworteld begrip is. Nu er vanuit juridische optiek geen verschil bestaat tussen leges en rechten, maakt dat dat er geen reden is dit begrip te wijzigen.

Deze Legesverordening Omgevingswet 2024 bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten, de heffingsmaatstaven en de tarieven. Omdat artikel 217 van de Gemeentewet bepaalt dat het voorwerp van de belasting en het tarief moeten zijn vermeld in de belastingverordening, mag er geen twijfel over bestaan dat de tarieventabel deel uitmaakt van de verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2Belastbaar feit

De verordening kent naast het in behandeling nemen van aanvragen om omgevingsvergunning nog enkele door de gemeente op basis van de Omgevingswet te verlenen diensten aan een belanghebbende waarvoor op basis van deze verordening leges kunnen worden geheven. Om zo duidelijk mogelijk te maken welke diensten met welk tarief worden belast, is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel voor iedere dienst afzonderlijk een nadere omschrijving van het betreffende belastbare feit opgenomen. Dat is dan ook de reden dat in artikel 2 wordt gesproken van ‘genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel’.

De omschrijving van het belastbare feit is daarbij niet alleen van belang voor de vraag of de materiële belastingschuld ontstaat maar ook voor het tijdstip waarop die belastingschuld ontstaat.

In de verordening is voor de dienstverlening rond aanvragen om omgevingsvergunningen namelijk gekozen voor de formulering ‘voor het in behandeling nemen van een aanvraag’. Dit leidt ertoe dat de leges al verschuldigd zijn op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag en dat bijvoorbeeld niet bepalend is het moment waarop de vergunning wordt verleend. Ook is niet van belang of de vergunning daadwerkelijk wordt verleend of geweigerd. Zou het belastbare feit zijn ‘het verlenen van de vergunning’ dan zouden de leges pas op een (soms veel) later moment verschuldigd zijn. Ook kan dan niet worden geheven als de vergunning wordt geweigerd, wat onwenselijk is aangezien de gemeente ook bij een weigering de kosten van behandeling van de betreffende aanvraag heeft gemaakt. Vandaar dat binnen deze verordening voor op aanvraag te leveren diensten is gekozen voor het ontstaan van de legesverplichting bij het indienen van een aanvraag.

Artikel 3Belastingplicht

Een belastingverordening moet vermelden wie de belastingplichtige is (artikel 217 van de Gemeentewet). Vanwege het uiteenlopende karakter van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.

Uitgangspunt is dat de aanvrager degene is die als belastingplichtige wordt gezien. Zeker nu aanvragen over het algemeen via digi-d, e-herkenning of een ander elektronische identificatie zullen worden ingediend, is relatief eenvoudig vast te stellen wie een aanvraag heeft ingediend en wie daarmee als belastingplichtige is te beschouwen. Als het echter niet mogelijk is de aanvrager als belastingplichtige aan te wijzen, bijvoorbeeld wanneer de aanvrager duidelijk niet als belanghebbende bij een gevraagd besluit is te kenmerken, dan kan degene ten behoeve van wie de dienst is verleend als belastingplichtige worden aangemerkt. Dit laatste zal zich niet snel voordoen omdat, zoals al eerder is aangegeven, de aanvrager per definitie een belang heeft bij de door hem of haar aangevraagde dienstverlening of handelingen.

Artikel 4Vrijstellingen

In dit artikel is een (verplichte) vrijstelling opgenomen voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald. Afdeling 13.6 van de Omgevingswet bevat de regeling over kostenverhaal bij bouwactiviteiten en activiteiten vanwege gebruikswijzigingen in het kader van gebiedsontwikkeling. Op IPLO.nl is het volgende te lezen over deze kosten: “Wie een woning of ander gebouw bouwt of verbouwt, moet hiervoor in veel gevallen een bijdrage betalen aan het bevoegd gezag. Deze bijdrage is onder andere voor de kosten van het opstellen van plannen, het aanleggen van openbare voorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte. Dit wordt aangeduid als kostenverhaal. Overheden zijn verplicht om die kosten te verhalen.” Wanneer sprake is van een project waar kostenverhaal plaats moet vinden, zal dit gebeuren via ofwel een overeenkomst ofwel een kostenbijdrage die is gekoppeld aan een verleende omgevingsvergunning. De kosten waar een dergelijke overeenkomst of bijdrage betrekking op heeft, zijn vastgelegd in of bij de Omgevingswet. De leges voor het afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunningen vallen niet binnen de daar genoemde kosten, dus daarmee zou een vrijstelling als deze wellicht overbodig zijn. Maar om buiten twijfel te stellen dat de leges en een eventueel kostenverhaalstraject volledig los staan van elkaar, is deze vrijstelling hier opgenomen.

Artikel 5Maatstaf van heffing en belastingtarieven

Voor de maatstaven van heffing en tarieven wordt in dit artikel verwezen naar de bij de verordening behorende tarieventabel. Bij de vaststelling van deze verordening is nadrukkelijk aandacht besteed aan eisen die voortvloeien uit de wettelijke kaders voor legesheffing en daarop ontstane jurisprudentie. Hieruit vloeit voort dat de leges tot een maximaal kostendekkend stelsel mogen leiden en dat geen sprake mag zijn van een willekeurige en onredelijke heffing. De in deze verordening vastgelegde tarieven worden daarbij niet afzonderlijk op hun kostendekkendheid en redelijkheid beoordeeld, het gaat om het stelsel van de verordening in zijn geheel. Een kostendekkendheidstoets per afzonderlijk tarief zou ook moeilijk realiseerbaar zijn gezien het feit dat de kosten qua tijdsbesteding voor de individuele diensten moeilijk zijn te bepalen. Daarom is gekozen voor een stelsel waarin een zekere mate van kruissubsidiëring plaatsvindt. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. De kosten van het verrichten van de in deze verordening genoemde diensten zijn dus omgeslagen over de in zijn totaliteit verwachtte hoeveelheid aanvragen en daar zijn de in de Tarieventabel opgenomen tarieven op gebaseerd.

Bij de beantwoording van de vraag welke kosten via de legestarieven worden doorberekend, is in ieder geval rekening gehouden met:

  • -

    de Handreiking kostenonderbouwing paragraaf lokale heffingen die de VNG op haar website vermeldt;

  • -

    de Handreiking kostentoerekening leges en tarieven, die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties via haar website vermeldt. Deze handreiking geeft inzicht in de doorberekening van de kosten in de rechten, heffingen en tarieven die maximaal 100% kostendekkend mogen zijn.

Artikel 6Wijze van heffing

Op grond van artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In deze verordening is voor een heldere systematiek gekozen: de belastingplicht ontstaat altijd door het toezenden van een digitale dan wel schriftelijke kennisgeving, zijnde de legesaanslag.

Artikel 8Kwijtschelding

Er wordt geen kwijtschelding van leges verleend. Reden hiervan is dat het heffen van leges als een betaling voor een bepaalde prestatie van de gemeente is aan te merken.

Artikel 9Vermindering of teruggaaf

De tarieventabel kent vermindering- en teruggaafbepalingen in Hoofdstuk 8 Teruggaaf. De verminderingsbeschikking leidt tot een verlaging van de leges. De teruggaafbeschikking laat de legesbeschikking intact, maar leidt er ook toe dat men een deel van de leges terugkrijgt. In verband hiermee is er geen aanleiding te bepalen dat over een eventueel terug te geven bedrag invorderingsrente wordt vergoed.

Toelichting op de tarieventabel

Hoofstuk 1 Algemene bepalingen

Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit (ruimtelijk deel), en aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) wordt de hoogte van de verschuldigde leges bepaald aan de hand van hoofdstuk 1.3 vastgelegde objectieve prijsbepalingsmethodiek. Daarbij gaat het altijd om de prijs die van toepassing is op de bedrijfsmatige realisatie van het aangevraagde plan. Dit betekent dat het niet relevant is of de werkzaamheden door een aannemer of in eigen beheer worden uitgevoerd, dat niet relevant is of sprake is van een tijdelijke of een permanente instandhouding van het bouwwerk, dat niet relevant is of gebruik wordt gemaakt van nieuwe of van tweedehands materialen en dat alle als bouwactiviteit te duiden objecten onder deze regeling vallen. Ook voor het plaatsen van bijvoorbeeld woonwagens, strandpaviljoens en voor het gedurende enkele maanden plaatsen van een aantal Portacabins (officieel geregistreerd als handelsmerk: Portakabin) als tijdelijke bedrijfshuisvesting wordt de hoogte van de verschuldigde leges daarmee bepaald aan de hand van de vraag wat het realiseren van deze bouwwerken kost bij het gebruiken van nieuwe materialen en realisatie door een professionele aannemer. Juist door het op deze wijze objectiveren van de bouwkosten kan worden bereikt dat de door de gemeente te verrichten werkzaamheden in het kader van het beoordelen van bouwprojecten op vergelijkbare wijze worden belast. Voor de toets aan bijvoorbeeld stedenbouwkundige regels, welstandsregels en bouwkundige regels maakt het geen verschil of sprake is van een volledig uit nieuwe materialen en door een professioneel aannemer te realiseren bedrijfsloods of dat wordt gekozen voor een in eigen beheer te plaatsen tweedehands-loods.

Hoofdstuk 2 Bouwactiviteiten

Deze artikelen bepalen de tariefbepaling voor de afhandeling van aanvragen om omgevingsvergunningen die nodig zijn om een bouwontwikkeling te kunnen realiseren. Onder 2.1 wordt het tarief bepaald dat wordt geheven voor de afhandeling van een aanvraag voor de bouwactiviteit, de aanvraag die wordt getoetst aan het Besluit bouwwerken leefomgeving en eventueel daarvan afwijkende maatwerkregels uit het omgevingsplan. Onder 2.2 wordt het tarief bepaald dat wordt geheven voor de afhandeling van een aanvraag voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken, de aanvraag die wordt getoetst aan de locatie gebonden kwaliteitsregels uit het omgevingsplan, al dan niet aangevuld met de zogenaamde bruidsschatregels. Wanneer beide activiteiten voor een project vergund moeten worden, dient dus zowel de eerste als de tweede activiteit aangevraagd te worden en zal voor beide activiteiten een legesaanslag volgen.

Hoofdstuk 4 Overige activiteiten

Onder 4.3 wordt voor de afhandeling van aanvragen voor activiteiten die in de tarieventabel niet eerder zijn benoemd een legestarief geheven van 112,50 euro. Dit tarief is dus een restbepaling die alleen relevant is voor niet genoemde activiteiten. Daarnaast bevat 4.3.3 een uitzondering voor een aanvraag die ziet op de activiteit ‘het veranderen van een monument’. Voor de beoordeling van de aanvraag betreffende een monumentenactiviteit worden binnen Rotterdam geen leges in rekening gebracht, ongeacht het antwoord op de vraag of het gaat om een rijksmonument of om een gemeentelijk monument. Maar voor alle duidelijkheid: wanneer voor het veranderen van een monument bijvoorbeeld ook een vergunning voor de bouwactiviteit nodig is, dan dient ook daar een aanvraag voor te worden ingediend en is voor de behandeling van die aanvraag het toepasselijke tarief, genoemd in de Tarieventabel verschuldigd.

Hoofdstuk 5 Maatwerkvoorschriften

In Hoofdstuk 5 zijn de tarieven opgenomen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om maatwerkvoorschriften. De grondslag voor het stellen van maatwerkvoorschriften is artikel 4.5 van de Omgevingswet. Met een maatwerkvoorschrift kan het bevoegd gezag voor concrete gevallen afwijken van algemene regels voor een activiteit. Het stellen van maatwerkvoorschriften kan uitsluitend als dat in het omgevingsplan, de (provinciale) omgevingsverordening, de waterschapsverordening of de rijksregels is bepaald. Het vaststellen van een maatwerkvoorschrift zal vaak op verzoek van de initiatiefnemer gebeuren, vandaar dat hier in deze verordening een legestarief aan is verbonden.

De in 5.1 opgenomen tariefbepalingen zijn overigens alleen van toepassing als geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Want wanneer maatwerkvoorschriften worden opgenomen in een omgevingsvergunning, maken ze onlosmakelijk onderdeel uit van het beoordelen van de betreffende aanvraag om een omgevingsvergunning en is geen sprake van een als zelfstandig te beoordelen dienst. Voor specifieke aanvragen tot het vaststellen of wijzigen van maatwerkvoorschriften zonder dat gelijktijdig een (nieuwe) omgevingsvergunning wordt aangevraagd geldt dit echter niet en is het beoordelen van het verzoek tot het opleggen of wijzigen van een maatwerkvoorschrift een als zelfstandige dienst. Vandaar dat voor die categorie verzoeken in Hoofdstuk 5 een eigen tarifering is opgenomen.

De in Hoofdstuk 5 opgenomen tariefbepalingen zijn gesplitst in bouwactiviteiten, milieubelastende activiteiten en overige activiteiten. De tariefstelling geldt per te stellen maatwerkvoorschrift, waarbij bij milieubelastende activiteiten, vanwege de daar te maken beoordeling en inhoudelijke afstemming van eventuele maatwerkvoorschriften, een opslag op het basistarief volgt wanneer meerdere maatwerkvoorschriften tegelijk worden vastgesteld.

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl