Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711687
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711687/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 29-12-2023 t/m 17-06-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Waadhoeke;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- c.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- d.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- e.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De Legesverordening 2023 van 22 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
3. De verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.
De voorzitter,
De griffier,
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
|
a. |
maandag om 9:00 en om 9:30 uur op een door de gemeente te bepalen wijze en locatie. |
€ 0,00 |
b. |
maandag t/m vrijdag tussen 9:00 en 17:00 uur: |
€ 225,00 |
c. |
dinsdag en donderdag om 9:30 uur, in een vergaderruimte/spreekkamer in het gemeentehuis te Franeker een (budget)tarief geldt van: |
€ 120,00 |
d. |
zaterdag tussen 9:00 en 17:00 uur: |
€ 555,00 |
e. |
andere dan de onder 1.1. lid a en b genoemde tijden, na toestemming van het college van B&W, waarvoor het zaterdagtarief van toepassing is |
|
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
|
a. |
maandag t/m vrijdag tussen 9:00 en 17:00 uur: |
€ 225,00 |
b. |
zaterdag tussen 9:00 en 17:00 uur: |
€ 555,00 |
c. |
andere dan de onder 1.2. lid a en b genoemde tijden, na toestemming van het college van B&W, waarvoor het zaterdagtarief van toepassing is |
|
d. |
dinsdag en donderdag om 9:30 uur, in een vergaderruimte/spreekkamer in het gemeentehuis te Franeker |
€ 120,00 |
e. |
Het tarief bedraagt voor de omzetting geregistreerd partnerschap in huwelijk zonder ceremonieel vertoon |
€ 84,00 |
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op maandag t/m vrijdag tussen 9:00 en 17:00 uur |
€ 195,00 |
|
andere dan de onder lid 1 genoemde tijden, na toestemming van het college van B&W, waarvoor het zaterdagtarief van toepassing is |
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
||
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 195,00 |
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
||
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 135,00 |
b. |
als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden: |
€ 350,00 |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
||
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige: |
€ 49,00 |
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen: |
€ 35,00 |
|
Artikel 1.8 Overige tarieven Burgerlijke stand |
||
Het tarief bedraagt voor |
|
|
a. |
het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering: |
€ 14,00 |
b. |
het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering: |
€ 16,00 |
c. |
het laten vertalen door een vertaalbureau van een toespraak bij huwelijk of geregistreerd partnerschap: |
€ 212,00 |
d. |
het inschakelen van een beëdigd tolk bij een huwelijksvoltrekking/partnerregistratie per kwartier: |
€ 36,00 |
e. |
het door de gemeente beschikbaar stellen van een toga (stoomkosten): |
€ 25,00 |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
|
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
|
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 63,40 |
|
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 63,40 |
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 75,80 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 40,90 |
|
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 36,90 |
|
Artikel 1.11 Modaliteiten |
|||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 57,05 |
|
b. |
voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen: |
||
|
€5 |
||
|
€10 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 51,10 |
||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
||
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39,65 |
|
2. |
Voor het verstrekken van een eigen verklaring/gezondheidsverklaring wordt het aankoopbedrag van de eigen verklaring/gezondheidsverklaring vermeerderd met: |
€ 3,00 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities |
||
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 9,30 |
b. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 9,30 |
Artikel 1.16 Gereserveerd |
||
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
||
In afwijking van het artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 7,50 |
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 11,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 1.5 Gereserveerd
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b: |
|
||
1. |
a. |
op papier |
€ 26,00 |
b. |
digitaal |
€ 47,00 |
|
2. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
||
a. |
op papier |
€ 4,00 |
|
b. |
digitaal |
€ 7,00 |
|
3. |
Informatie ten behoeve van taxaties De leges voor het verstrekken aan makelaars/taxateurs van informatie over percelen en hun omgeving ten behoeve van taxatie en/of verkoopopdrachten bedragen per kadastraal perceel of perceel gedeelte |
€ 47,00 |
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
||
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 47,00 |
|
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 47,00 |
|
c. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 47,00 |
|
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed: |
€ 47,00 |
|
e. |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet |
€ 47,00 |
|
Artikel 1.23 Gereserveerd |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 Gereserveerd |
||
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 9,30 |
c. |
tot het verstrekken van informatie ten behoeve van taxaties van roerende en onroerende zaken |
€ 55,00 |
d. |
tot het vertalen van stukken in het Fries - Nederlands (en vice versa) per bladzijde |
€ 2,00 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 11,00 |
Artikel 1.27 & 1.28 Gereserveerd |
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 Gereserveerd |
||||
Artikel 1.30 Leegstandwet |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 78,00 |
||
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 68,00 |
||
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
||
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
||
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
||
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
|||
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 26,00 |
||
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
||||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet: |
€ 312,00 |
||
a. |
als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met: |
€ 1,25 |
||
b. |
als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met: |
€ 1,00 |
||
c. |
als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met: |
€ 208,00 |
||
d. |
Gereserveerd |
|||
e. |
als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
||
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 34,00 |
||
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 29,00 |
||
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 23,00 |
||
d. |
indien het voertuig, waarvoor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is toegekend, wordt vervangen worden de kosten voor een nieuw kentekenbord doorberekend aan de aanvrager. Het tarief bedraagt: |
€ 44,00 |
||
e. |
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing op grond van artikel 10 Wegenverkeerswet juncto artikel 148 Wegenverkeerswet (verklaring van geen bezwaar): |
€ 23,00 |
||
f. |
het verkrijgen van een parkeervergunning bij belanghebbendenplaatsen in de schil buiten het centrum van Franeker (parkeerzones voor vergunninghouders) als bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening voor een periode van 2 jaar: |
€ 16,00 |
||
g. |
het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 om te mogen parkeren in een parkeerschijfzone (blauwe zone) of op plaatsen waar een parkeerverbod geldt, per jaar: |
€ 16,00 |
||
h. |
het tarief voor de opslag van bouwmaterialen (zand, stenen, bouwkeet etc.) op parkeerapparatuurplaatsen en belanghebbendenplaatsen in de binnenstad van Franeker |
|||
1. |
per week |
€16,00 |
||
2. |
per maand |
€ 32,00 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 5,00 |
|
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 14,00 |
|
c. |
Gereserveerd |
||
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1. |
in formaat A4, per bladzijde: |
€ 0,30; |
|
2. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 0,50 |
|
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 0,50 |
|
4. |
Gereserveerd |
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
voor ontheffing voor het gebruik van een terras als bedoeld in artikel 2.3 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 40,00 |
b. |
voor het plaatsen van reclameborden in de openbare ruimte als bedoeld in artikel 2.3 lid 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 68,00 |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
||
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
||
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|||
a. |
omgevingsoverleg; |
||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
||
2.4.1 |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 80,00 |
2.4.2 |
Als met betrekking tot het omgevingsoverleg, met uitzondering van monumentenplannen, advies dient te worden gevraagd aan de welstandscommissie Hûs en Hiem, wordt het tarief als genoemd onder 2.4.1 verhoogd met de door het lichaam in rekening gebrachte vergoeding die zijn vastgesteld in de Gemeenschappelijke Regeling. Zie voor actuele tarieven de website van Hus&Hiem:. |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 5.000: |
€ 155,00 |
|
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000 tot €115.000,00: |
2,51% |
|
c. |
over het deel vanaf €115.000,00: |
2.03% |
|
met een maximum van |
€ 52.500,00 |
||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 212,00 |
|
1. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
€ 86,00 |
|
2. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
€ 86,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 400,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 400,00 |
|
d. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met de door het lichaam in rekening gebrachte vergoeding die zijn vastgesteld in de Gemeenschappelijke Regeling. Zie voor actuele tarieven de website van Hus&Hiem: |
||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 212,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 400,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 400,00 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 212,00 |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 212,00 |
||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 400,00 |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 400,00 |
||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 400,00 |
||
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 400,00 |
||
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 86,00 |
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|||
4 |
In afwijking van artikel 2.8, lid 1, 2 en 3 wordt er een korting toegepast van 100% van het gestelde tarief als het een vergunningaanvraag betreft voor de plaatsing van zonnepanelen op monumenten en op gebouwen in een monumentale structuur of in een beschermd dorpsgezicht; |
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 212,00 |
|
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 212,00 |
|
c. |
In afwijking van artikel 2.8, lid 1, 2 en 3 wordt er een korting toegepast van 100% van het gestelde tarief als het een vergunningaanvraag betreft voor de plaatsing van zonnepanelen op monumenten en op gebouwen in een monumentale structuur of in een beschermd dorpsgezicht; |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 212,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 400,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 400,00 |
|
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 400,00 |
Paragraaf 2.5 Gereserveerd
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 212,00 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 212,00 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met uitzondering van het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedraagt het tarief: |
€ 101,00 |
2. |
Het in het eerste lid genoemde tarief is van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Dit is overeenkomstige van toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ 299,00 |
Artikel 2.24 en 2.25 Gereserveerd |
||
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:4 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 18,00 |
|
Artikel 2.27 en 2.28 Gereserveerd |
Paragraaf 2.8 Gereserveerd
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
€ 212,00 |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 212,00 |
Artikel 2.36 Gereserveerd |
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 212,00 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 106,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 106,00 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 106,00 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 106,00 |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 68,00 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 106,00 |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 106,00 |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ 106,00 |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 1948,00 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 212,00 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
||
met een maximum van: |
€ 5000,00 |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|||
a. |
Gereserveerd |
||
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1948,00 |
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 1948,00 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 86,00 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 86,00 |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 545,00 |
|
d. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 86,00 |
|
Artikel 2.50 Advies & Onderzoek |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor, het opstellen dan wel begeleiden van een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan of het uitvoeren van de noodzakelijke onderzoeken of als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie of bedrijf advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning, een omgevingsoverleg of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 569,00 |
|
b. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdeel a, zoals van het instituut “Nije Pleats” of de agrarische commissie: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
c |
voor het opstellen dan wel begeleiden van een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan of het uitvoeren van de noodzakelijke onderzoeken ten behoeve van het opstellen van een goede ruimtelijke onderbouwing en/of de digitalisering van een besluit waarbij een externe partij dient te worden ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen aan de melder meegedeelde kosten. Deze kosten blijken uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c , is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|||
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Gereserveerd
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
80%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft van: |
€ 116,00 |
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
80%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft van: |
€ 116,00 |
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
72,5% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken na het in behandeling nemen ervan en voordat op de aanvraag is beschikt |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
72,5% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
37,5% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 116,- wordt niet teruggegeven. |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Gereserveerd |
||
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
a.1 |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 200,00 |
a.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting, als bedoeld in artikel 2:15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening, per uur |
|
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 60,00 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 42,00 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 50,00 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 60,00 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 432,00 |
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders: |
€ 132,00 |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 26,00 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 20,00 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
|
a. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een A-evenement (regulier evenement waarbij de aanwezigheid van risico’s (zeer) onwaarschijnlijk is) bedraagt |
€ 50,-. |
b |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een B of C evenement (aandacht- of risicovol evenement waarbij de aanwezigheid van risico’s aannemelijk of zeer waarschijnlijk is) bedraagt |
€ 180,-; |
c |
Indien een veiligheidsadvies nodig is voor een B of C evenement, wordt het overeenkomstig art 3.2.1.2 verhoogd met: |
€ 75,00 |
d |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar op basis van de Wegenverkeerswet |
€ 22,00 |
e |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar op basis van het Besluit niet aangewezen luchtvaartterreinen |
€ 22,00 |
f |
Het tarief bedraagt voor het afgeven van een ontheffing op grond van de algemene plaatselijke verordening op het verbod om toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op zodanige wijze dat er voor omwonenden geluidhinder wordt veroorzaakt |
€ 40,00 |
g |
Het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning tot het opslaan van materialen e.d. op de berm van een openbare weg, per dag of gedeelte daarvan waarvoor de vergunning geldt |
€ 12,00 |
Artikel 3.7 gereserveerd |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 en 3.9 gereserveerd |
||
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
||
Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.12 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
||
a. |
Voor het innemen van een incidentele standplaats (max 1 week) |
€ 45,00 |
b. |
Voor het innemen van een standplaats voor langere duur |
€ 90,00 |
c. |
Als een aanvraag als bedoeld in 3.10.a of 3.10.b wordt geweigerd of buiten behandeling wordt gesteld, bedraagt het tarief |
€ 37,50 |
Paragraaf 3.6 Gereserveerd
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 60,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023
De griffier van gemeente Waadhoeke,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl