Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2024

Geldend van 29-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2024

De gemeenteraad van Nunspeet in zijn openbare vergadering van 21 december 2023;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 december 2023;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • b.

    Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken;

  • c.

    perceel: een onroerende zaak zoals afgebakend op grond van artikel 16 van de Wet WOZ;

  • d.

    woning: een onroerende zaak die onder het regime van de Wet WOZ als zodanig moet worden aangemerkt. Als woning wordt aangemerkt een onroerende zaak waarvan de WOZ-waarde van het object als geheel in hoofdzaak (voor meer dan 70%) kan worden toegerekend aan delen die (volledig) dienen tot woning, dan wel aan delen die volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • a.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • b.

    Als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de Basisregistratie Kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 5 Belastingtarieven

De belasting bedraagt voor:

  • a.

    percelen die in hoofdzaak tot woning dienen: € 142,50;

  • b.

    percelen die niet in hoofdzaak tot woning dienen: € 322,50;

  • c.

    percelen waarvan enkel hemelwater wordt afgevoerd: € 20,45.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later;

  • 2. In afwijking van het eerste lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later;

  • 3. In afwijking van het tweede lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen minder is dan € 5.000,00;

  • 4. In afwijking van het tweede lid wordt, voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen minder is dan € 50,00, het verschuldigde bedrag in twee gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijn een maand later geincasseerd;

  • 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening rioolheffing 2023’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 22 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening rioolheffing 2024’.

Ondertekening

Vastgesteld ter openbare vergadering van 21 december 2023,

de griffier,

de voorzitter,