Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711601
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711601/1
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Maasgouw 2024
Geldend van 29-12-2023 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Maasgouw 2024De raad van de gemeente Maasgouw,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Maasgouw 2009;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Maasgouw 2024
(Verordening parkeerbelastingen Maasgouw 2024).
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- -
houder: degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994 was ingeschreven;
- -
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;
- -
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- -
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
- a
een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b
een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
-
2 Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
- a
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat
- 1
als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
- 2
als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
- 1
- a
-
3 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
-
4 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Wijze van heffing
-
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
-
2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
-
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.
-
2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
-
2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
-
3 Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 9 Kosten naheffingsaanslag
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 76,70.
Artikel 10 Overgangsrecht
De 'Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Maasgouw 2023' van 20 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen Maasgouw 2024'.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw, d.d. 19 december 2023.
De raad voornoemd;
De griffier,
G.H. Bakkes
De voorzitter,
D.W.J. Schneider
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Maasgouw 2024
1 |
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt: |
||
1.1 |
parkeerplaats Meers te Thorn |
dagtarief |
€ 3,00 |
1.2 |
parkeerplaats Waterstraat te Thorn |
dagtarief |
€ 3,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2023.
De griffier van Maasgouw,
G.H. Bakkes
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl