Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2024

De raad van de gemeente Uithoorn;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 december 2023, nr. 2023-103539;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3. Onder perceel wordt gelijkgesteld een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ter gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ter gebruik heeft afgestaan.

    • c.

      Indien de onroerende zaak voor volgtijdig gebruik ter beschikking wordt gesteld; degene die het gebruik van de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. De tarieven genoemd in de tarieventabel, zijn inclusief de verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Ten aanzien van de verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel:

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien in de loop van het belastingjaar het aantal ter beschikking gestelde mini-containers voor restafval toeneemt, dan is voor de meer geplaatste container(s) een extra belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na toename van het aantal containers, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Met wijzigingen van de gezinssamenstelling na 1 januari van het belastingjaar of na aanvang van de belastingplicht, wordt geen rekening gehouden.

  • 6.

    Ten aanzien van de verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel:

  • 7.

    de belasting is verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ophalen van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval of voor het ophalen van een koelkast/ diepvriezer.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 10.000 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Een verzoek tot kwijtschelding van de afvalstoffenheffing moet worden ingediend bij de invorderingsambtenaar van de gemeente.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening afvalstoffenheffing 2023” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking maar niet eerder dan 1 januari 2024.

  • 3. De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening afvalstoffenheffing Uithoorn 2024”.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2023, nr. 2023-103539.

De griffier,

(mr. J.H. van Leeuwen)

De voorzitter,

(dhr. P. Heiliegers)

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening Afvalstoffenheffing Uithoorn 2024

Nr.

Omschrijving

Tarief

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

 

1.1.1

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon:

€ 323,06

1.1.2

Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen:

€ 368,20

1.2

In de gevallen waarin verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen plaatsvindt met behulp van minicontainers, heeft de belasting betrekking op ten hoogste één minicontainer per perceel voor restafvalstoffen

 

1.3

Indien bij een perceel, bedoeld in het eerste lid onder 1.1.1 en 1.1.2, meer dan één minicontainer ter beschikking is gesteld voor restafval, wordt het tarief vermeld in het eerste lid per extra container per jaar verhoogd met:

€ 157,88

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

 

2.1.1

per 1 m3 grof huishoudelijk afval

€ 54,70

2.1.2

per aanbieding van één of meerdere koelkast(en)/diepvriezer(s)

€ 12,36

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2023, nr. 2023-103539.

De griffier,

(mr. J.H. van Leeuwen)

De voorzitter,

(dhr. P. Heiliegers)