Regeling vervallen per 31-08-2024

Beleidsregels energietoeslag gemeenten Cranendonck 2023

Geldend van 29-12-2023 t/m 30-08-2024

Intitulé

Beleidsregels energietoeslag gemeenten Cranendonck 2023

De eenmalige energietoeslag 2023 is bedoeld om zelfstandige huishoudens met een laag inkomen deels te compenseren voor de hoge energieprijzen. De energietoeslag wordt op grond van artikel 35 lid 4 Participatiewet verstrekt in de vorm van categoriale bijzondere bijstand.

Het college vinden het wenselijk om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden zelfstandige huishoudens in aanmerking kunnen komen voor de energietoeslag, waardoor deze beleidsregels zijn opgesteld.

Artikel 1: begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1)

    Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

  • 2)

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Cranendonck.

  • 3)

    Energietoeslag: de eenmalige energietoeslag 2023, die kan worden verstrekt tot en met 31 augustus 2024.

  • 4)

    Inkomen:

    • a)

      Voor de ‘particuliere’ inwoner: bestaat uit alle netto inkomensbestanddelen inclusief vakantiegeld waarover de alleenstaande of het gezin in de referteperiode beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Waarbij wordt aangesloten bij de regels die ook gelden voor de algemene bijstand.

    • b)

      Voor de ‘ondernemer’: één twaalfde deel van het jaarinkomen uit de onderneming over de referteperiode.

  • 5)

    IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers.

  • 6)

    IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

  • 7)

    Peildatum:

    • a)

      Voor de ‘particuliere’ inwoner: de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is gedaan of waarop ambtshalve het recht wordt vastgesteld.

    • b)

      Voor de ‘ondernemer’: 1 januari 2023.

  • 8)

    PW: Participatiewet.

  • 9)

    Referteperiode:

    • a)

      Voor de ‘particuliere’ inwoner: de volledige kalendermaand voorafgaand aan de peildatum.

    • b)

      Voor de ‘ondernemer’: het volledige kalenderjaar voorafgaand aan de peildatum.

  • 10)

    Vermogen: alle vermogensbestanddelen waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken;

  • 11)

    Zelfstandig(e) huishouden(s): alleenstaande (ouder) of gezin die gezamenlijk op één adres wonen.

Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023

  • 1) De energietoeslag van € 800,00 is bedoeld voor zelfstandige huishoudens met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als categoriale bijzondere bijstand verleend.

  • 2) Indien huishoudens nog geen deel van de energietoeslag hebben ontvangen als een verhoging van 2022 op grond van de kasschuif. Dan hebben deze huishoudens nog recht op een aanvulling tot maximaal €1.300,00.

  • 3) Een zelfstandig huishouden heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm, waarbij er geen rekening gehouden wordt met de kostendelersnorm.

  • 4) Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 5) De energietoeslag wordt eenmalig per zelfstandig huishouden verstrekt.

  • 6) Indien er energietoeslag is verstrekt vanuit een andere gemeente, bestaat er geen recht op energietoeslag vanuit het college.

  • 7) Tot een zelfstandig huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in de PW, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners.

    Deze personen komen niet voor een energietoeslag in aanmerking.

Artikel 3: Ambtshalve toekenning energietoeslag

Het college kunnen de energietoeslag ambtshalve toekennen aan zelfstandige huishoudens die op de peildatum voldoen aan de doelgroep omschrijving van artikel 2 van deze beleidsregels en:

  • a.

    Huishoudens die energietoeslag 2022 hebben ontvangen;

  • b.

    Een lopende uitkering o.g.v. de PW, IOAW, IOAZ en Bbz voor levensonderhoud van het college ontvangt;

  • c.

    Een AIO-uitkering ontvangt van de Sociale verzekeringsbank o.g.v. artikel 47a PW of;

  • d.

    Een premiebijdrage in het kader van de collectieve zorgverzekering, individuele inkomenstoeslag of periodieke bijzondere bijstand ontvangen.

Artikel 4: Aanvraag energietoeslag

  • 1) Zelfstandig huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag kunnen een aanvraag indienen zodra het college het recht op energietoeslag van de ambtshalve-doelgroep hebben beoordeeld, doch niet later dan uiterlijk 1 maart 2024. Deze aanvraag kan ingediend worden met gebruikmaking van het aanvraagformulier.

  • 2) De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via het aanvraagformulier op de website van de gemeente Cranendonck. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 3) Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag kan worden ingediend tot en met 30 juni 2024.

Artikel 5: Hardheidsclausule

Als een zelfstandig huishouden niet in aanmerking komt voor de energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 6. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1) Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie.

  • 2) Deze beleidsregels vervallen op 31 augustus 2024.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels energietoeslag gemeenten Cranendonck 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op datum door de college van burgemeester en wethouders.

Artikelsgewijze toelichting

Daar waar hierna geen toelichting wordt gegeven worden de beleidsregels voldoende duidelijk geacht.

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt een onderscheid gemaakt voor ‘particuliere’ inwoners en ondernemers. Echter, wanneer er naast de inkomsten uit onderneming ook sprake is van inkomsten uit bijvoorbeeld loondienst of uitkering dan wordt één twaalfde deel van het jaarinkomen uit de onderneming gedurende de referteperiode voor ondernemers opgeteld bij het inkomen over de volledige kalendermaand voorafgaand aan de peildatum voor particulieren zoals bedoeld in artikel 1 lid 3, onderdeel a, van deze beleidsregels in aanmerking genomen worden.

Wanneer het inkomen uit de zelfstandige onderneming in 2023 dusdanig is gewijzigd ten opzichte van 2022, waardoor er op grond van de inkomsten uit de zelfstandige onderneming van 2023 wel recht bestaat op energietoeslag kunnen deze inkomsten in aanmerking worden genomen. Mits de beschikbare informatie naar oordeel van het college voldoende is om de hoogte van de inkomsten in 2023 vast te stellen.

Artikel 2

Huishoudens die we ambtshalve energietoeslag uitkeren ontvangen in eerste instantie € 800,00, ongeacht of ze op grond van lid 2 aanspraak hebben op een aanvulling tot € 1.300,00. Inwoners ontvangen voor 1 maart 2024 bericht hoe ze aanspraak kunnen maken op deze aanvulling.

Als het zelfstandige huishouden wisselende inkomsten heeft, wordt het inkomen vastgesteld door het gemiddelde inkomen over de drie volledige kalendermaand voorafgaand aan de peildatum te berekenen.

De PW sluit in artikel 35 lid 5 de persoon die jonger is dan 21 jaar, studenten die studiefinanciering ontvangen en studenten die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 en diegene die is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres reeds uit voor energietoeslag. Deze beleidsregel voegt hier personen in een inrichting aan toe, voor zover de inrichting voorziet in de energiekosten en deze niet in rekening worden gebracht. Omdat deze groep niet wordt geconfronteerd met energiekosten, is compensatie ook niet z'n plaats. Volledigheidshalve komen dus vier groepen niet in aanmerking voor energietoeslag.

Artikel 3

Wanneer een huishouden tot de doelgroep voor een ambtshalve toekenning behoort, beoordeelt het inlichtingenbureau aan de hand van de inkomensgegevens of een ambtshalve toekenning ook mogelijk is. Het inlichtingenbureau kijkt dan naar de twee maanden voorafgaand aan het toetsingsmoment. Huishoudens die volgens het inlichtingenbureau niet voldoen aan de voorwaarden en daarom geen ambtshalve energietoeslag krijgen toegekend kunnen alsnog een aanvraag doen zoals beschreven onder artikel 4 van deze beleidsregels.

Artikel 4

Er is gekozen om eerst te beoordelen of de doelgroepen van artikel 3 in aanmerking komen voor energietoeslag, alvorens de mogelijkheid tot aanvragen open te stellen. Hiermee wordt voorkomen dat er onnodig aanvragen binnen komen, hetgeen leidt tot langere wachttijden waardoor huishoudens die niet ambtshalve energietoeslag krijgen langer moeten wachten op compensatie.

Deze aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 30 juni 2024, omdat de energietoeslag uitbetaald moet zijn vóór 1 september 2024. Deze periode is nodig om te kunnen garanderen dat iedereen die energietoeslag aanvraagt, deze ook uitbetaald kan krijgen als daar recht op bestaat.