Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711384
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711384/1
2.12 Beleidsregel voor het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam ten behoeve van beregening en/of bevloeiing.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
2.12 Beleidsregel voor het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam ten behoeve van beregening en/of bevloeiing.Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel heeft tijdens haar vergadering van 29 augustus 2023 besloten onderstaande beleidsregels vast te stellen.
Artikel 1
- 1.
Het is verboden water te onttrekken ten behoeve van beregening en/of bevloeiing uit een oppervlaktewaterlichaam welke is weergegeven op de bij deze beleidsregel behorende kaart.
- 2.
Het is verboden water te onttrekken ten behoeve van beregening en/of bevloeiing uit een oppervlaktewaterlichaam als het eerst benedenstrooms gelegen peilregulerend kunstwerk niet meer afvoert.
Artikel 2. Overgangsbepaling
- 1.
Het bepaalde in artikel 1, eerste lid, is niet van toepassing op onttrekkingen die
vóór 21 mei 2013 rechtmatig tot stand zijn gekomen.
Kader
In de waterschapsverordening is opgenomen dat het verboden is zonder vergunning van het bestuur water te onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam indien de te onttrekken hoeveelheid water meer kan bedragen dan 1 m3 per uur.
De beleidsregel vormt het kader voor een beslissing omtrent de toelaatbaarheid die nodig
is voor het verkrijgen van een vergunning op grond van de waterschapsverordening.
Motivering
Beregening uit een oppervlaktewaterlichaam is in beginsel toegestaan (binnen het
vigerende meldings- en vergunningenbeleid uit de waterschapsverordening), tenzij sprake is van gebieden die een aanvullende bescherming vergen.
In bepaalde gebieden is het onwenselijk dat water onttrokken wordt uit oppervlaktewater.
Hierbij moet gedacht worden aan oppervlaktewaterlichamen met een hoge ecologische
doelstelling of oppervlaktewaterlichamen die zeer kwetsbaar worden door onttrekkingen.
Daarom wordt het nodig geacht in deze gebieden het onttrekken van oppervlaktewater te
allen tijde te verbieden. In de kaart behorende bij deze beleidsregel worden de
betreffende oppervlaktewaterlichamen weergegeven.
Het tweede lid is opgenomen ter bescherming van het betreffende pand van het
oppervlaktewaterlichaam waaruit wordt onttrokken. Met een pand wordt bedoeld het stuk
oppervlaktewaterlichaam tussen 2 opeenvolgende peilregulerende kunstwerken, waarbij
een vistrap ook als peilregulerend kunstwerk wordt beschouwd. Wanneer de afvoer over
het eerst benedenstrooms gelegen peilregulerende kunstwerk of onderleider stagneert,
ontstaat het risico dat het betreffende pand droog komt te staan door onttrekking uit het
oppervlaktewaterlichaam. Dit is niet wenselijk voor het watersysteem en niet voor de
ecologische toestand van het systeem. Dit verbod geldt voor alle oppervlaktewaterlichamen die niet op de kaart zijn aangegeven als bedoeld in het eerste lid.
In gebieden met watervoorziening gelden onverkort de bepalingen die voortvloeien uit de
desbetreffende waterakkoorden.
Artikel 2. Overgangsbepaling
De overgangsbepaling beoogt onttrekkingen ten behoeve van beregening of bevloeiing die
voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel (voor het eerst vastgesteld op 21 mei 2013) rechtmatig tot stand gekomen zijn, buiten de werkingssfeer van het eerste lid van artikel 1 van de beleidsregel te houden.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl