Regeling vervalt per 01-01-2025

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bladel 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m 11-01-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bladel 2024

De raad van de gemeente Bladel;

gelezen het voorstel R23.079 van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet op

  • a.

    de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet;

  • b.

    de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

  • c.

    de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

  • d.

    artikel 13.1a van de Omgevingswet;

overwegende dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet verwerkt dient te worden in de legesverordening en bijbehorende tarieventabel

dat een gedeelte van de tarieven verhoogd wordt met een nagecalculeerd van percentage van 3,1%;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bladel 2024.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • 2. een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.\

  • 3. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

  • 4.

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag; of

    • c.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

      een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Persoonlijke vrijstellingen

  • 1. Uitgezonderd de heffingen, als bedoeld in Hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, zijn van de verplichting tot betalen van de in deze verordening genoemde leges, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, vrijgesteld openbare besturen, ambtenaren of instellingen voor de diensten door hen in het openbare belang verzocht.

  • 2. De leges in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven voor zover de daarbij vermelde stukken worden afgegeven aan politieke groeperingen, waarvan de aanduiding bij de kiesraad is geregistreerd dan wel welke aan de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen hebben deelgenomen tot een maximum van twee exemplaren per politieke groepering.

  • 3. De leges, als bedoeld in Hoofdstuk 1, paragraaf 7 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven voor zover het betreft de exemplaren van de raads- en commissie-agenda, voorstellen en notulen welke op aanvraag aan belangstellenden worden verstrekt teneinde het deze mogelijk te maken de vergaderingen van de gemeenteraad aan de hand van deze stukken te volgen, een en ander voor zover de belangstellenden hieromtrent uiterlijk tweemaal vierentwintig uren vóór het houden van de vergadering schriftelijk hebben verzocht en indien de stukken persoonlijk door de belanghebbenden op de gemeentesecretarie worden afgehaald.

  • 4. Diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Zakelijke vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • 2.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • 3.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging of soldij;

  • 4.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • 5.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • 6.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • 7.

    het afgeven van stukken en het verrichten van handelingen, welke ambtshalve of ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos worden afgegeven of verricht;

  • 8.

    het verstrekken van inlichtingen en opgaven, het afgeven van stukken en het verrichten van handelingen, welke met vergunning van burgemeester en wethouders worden verstrekt, afgegeven of verricht ten behoeve van rechtstreeks gebruik voor het algemeen belang dienende voorlichting over de gemeente, haar organen en instellingen;

  • 9.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoek unit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend;

  • 10.

    voor het plaatsen van containers, bouwhekken en bouwmaterialen op de openbare weg op grond van artikel 2:10 van de APV.

Artikel 6 Ontheffing bij tussentijdse beëindiging van abonnementen

Indien de heffing wegens leges geschiedt bij abonnement, bedoeld in Hoofdstuk 1. Paragraaf 1.4 en 1.5 van de tarieventabel, wordt bij tussentijdse beëindiging van een jaarabonnement, indien deze plaatsvindt voordat een halfjaar van de geldigheidsduur is verstreken en het abonnement ten hoogste voor de helft van het aantal inlichtingen, casu quo exemplaren van bescheiden waarop het recht heeft, is verbruikt, ontheffing van de betaling van deze leges verleend. De ontheffing wordt verleend tot een bedrag gelijkstaande met de helft van het verschuldigde

Artikel 7 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2,10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en Herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 8 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • c.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen veertien dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 12 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.15 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.23, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.28 (wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds eerder bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van leges.

Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling

  • 1. De Legesverordening 2023, word ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 3. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024

  • 5. De in artikel 7 genoemde tarieventabel wordt tevens bekendgemaakt door terinzagelegging aan de balie van het gemeentehuis.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Bladel 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Bladel 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

Werkdagen

€  485,00;

b.

Zaterdag

€  565,00.

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

a.

Werkdagen

€ 485,00;

b.

Zaterdag

€  565,00.

Artikel 1.2.1 Administratief omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder dat daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte (administratief omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk):

€ 72,50.

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap op andere locatie

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.1 en 1.2 bedraagt het tarief voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, op een andere locatie dan het gemeentehuis:

€  90,00.

Artikel 1.4 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 36,25.

Artikel 1.5 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 72,50.

Artikel 1.6 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 36,80.

Artikel 1.7 Aanvraag verklaring huwelijksbevoegdheid

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedraagt het tarief

€ 26, 90.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.8 Paspoorten of andere reisdocumenten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart zijn de tarieven verschuldigd zoals vermeld in artikel 7 van de Paspoortwet en artikel 6 tweede lid van het Besluit paspoortgelden, zoals dit geldt op het moment van de aanvraag, met dien verstande dat de aldaar genoemde tarieven worden afgerond op een veelvoud van € 0.05 naar beneden.

 

Artikel 1.9 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in artikel 1.8 genoemd document, zijnde een toeslag op het voor dat document verschuldigde bedrag:

€  54,65;

b.

voor het bezorgen van een in artikel 1.8 genoemd document, zijnde een toeslag op het voor dat document verschuldigde bedrag:

€ 20,65;

c.

voor een cover van een paspoort

€ 1,75;

d.

voor een cover van een identiteitskaart

€ 1,30;

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.10 Rijbewijzen

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€  53,15.

2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen:

€  16,50.

3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het omwisselen van een buitenlands rijbewijs in een Nederlands rijbewijs

€ 65,85

Artikel 1.11 Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.10 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 35,15

Het tarief voor een aanvraag conform artikel 1.10.3. wordt voor het aangetekend verzenden vermeerderd met een bedrag van

€ 20,65;

2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor een cover van een rijbewijs

€ 1,75;

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.12 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.13 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.14 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.13 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€  9,30;

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.

voor 100 verstrekkingen:

€  9,30;

2.

voor 500 verstrekkingen:

€  45,00;

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€  90,00;

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

€  150,00;

5.

voor 10.000 verstrekkingen:

€  300,00;

Artikel 1.14 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€  9,30;

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.

voor 100 verstrekkingen:

€  9,30;

2.

voor 500 verstrekkingen:

€ 45,00;

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€  90,00;

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

€  150,00;

5.

voor 10.000 verstrekkingen:

€  300,00;

Artikel 1.15 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.13 en 1.14 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€  7,50.

Artikel 1.16 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€  25,60.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.17 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€  86,25;

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€  86,25;

c.

een afschrift van het burgerjaarverslag:

€  20,00;

d.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina:

€  0,70;

e.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

€  0,70;

Op een mondeling verslag van een raadsvergadering vastgelegd op cd-rom

€ 9,35;

Afschrift van de besluitenlijst van een vergadering van een raadscommissie,

per pagina

€ 0,70;

Afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,70;

f.

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€  0,70;

g.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€  0,70;

h.

het gemeenteblad, per pagina:

€ 0,70;

i.

een afschrift van een verordening:

€  9,35;

j.

een afschrift van een bouwverordening

€ 59,85:

k.

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 34,20;

l.

een afschrift van een andere verordening dan genoemd in 1.17.j. en 1.17. k., per pagina

€ 0,70.

Artikel 1.18 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

 

a.

de stukken behorende bij de raadsvergaderingen:

€  114,75;

b.

de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie:

€  114,75;

c.

Abonnement besluitenlijst van de raadsvergadering

€ 21,95;

d.

Abonnement mondelinge verslagen van raadsvergadering op cd-rom

€ 65,95;

e.

Abonnement besluitenlijst van vergadering raadscommissie

€ 21,95;

f.

Abonnement stukken behorende bij vergadering raadscommissie

€ 40,05;

g.

Abonnement mondelinge verslagen van vergadering raadscommissie

€ 65,95

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.19 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.20, onderdeel b:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€  0,70;

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€  1,00;

c.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€  9,80;

d.

in digitale vorm:

€ 5,85.

Artikel 1.20 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€  8,30;

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€  0,00;

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€  0,00;

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 0,00.

Artikel 1.21 Informatie uit adressenbestanden

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën, waarvoor in de voorgaande artikelen geen afzonderlijk recht is opgenomen, zal de kostprijs in rekening worden gebracht op basis van een vooraf aan de aanvrager ter kennis gebrachte begroting van deze kosten.

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.22 Gemeentegarantie RESERVEREN

Gereserveerd

Artikel 1.23 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€  41,35;

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€  11,55;

c.

Tot het waarmerken van een kopie

€ 11,55

d.

voor een verklaring van in leven zijn

€ 9,30;

e.

voor een Attestatie de Vita internationaal

€ 16,20;

f.

bewijs van Nederlanderschap

€ 9,30;

g.

op verzoek doornemen basisregistratie personen voor ieder kwartier

€ 25,60;

h.

Voor het verstrekken van inlichtingen betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet.

€ 8,15.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.24 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€  25,60;

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt verhoogd:

Indien een kopie of scan A4 of kleiner wordt verstrekt, per bladzijde met

€ 0,70;

Indien een kopie of scan A3 wordt verstrekt, per bladzijde

€ 1,00;

Artikel 1.25 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.26 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 51,85;

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€  25,95.

Artikel 1.27 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet:

€  51,85;

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€  25,95.

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

Artikel 1.28 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€  56,50;

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€  56,50;

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€  34,00;

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€  226,50;

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€  226,50;

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€  136,00.

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€  52,05.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€  216,90.

Artikel 1.29 Kabels en leidingen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 en een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Bladel 2018, waarbij de sleuflengte <100 m¹ is of een montagegat c.q. lasgat met een oppervlakte van > 2 m²

€ 213,97;

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 en een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Bladel 2018, waarbij de graaflengte ≥ 100 m¹ is

€ 427,95;

3.

Het tarief als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt vermeerderd met een bedrag welke wordt berekend over de totaal bemeten sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen. Dit bedrag bedraagt per strekkende meter sleuf:

€ 2,06;

4.

Het tarief als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt vermeerderd met een bedrag welke wordt berekend over de totaal bemeten sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen. Dit bedrag wordt als volgt opgebouwd:

a.

over de eerste 2.000m1 van:

€ 1,46;

b.

Over de lengte > 2000m1 en ≤ 10.000m1, van

€  0,86.

5.

Voor degene aan wie leges als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid in rekening is gebracht bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, óf als de gemeente de aanvraag weigert of buiten behandeling stelt. De teruggaaf bedraagt:

50%

6.

Indien er sprake is van een melding in verband met het verkrijgen van vergunning of instemming omtrent het tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.2 c.q. 3.2 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Bladel 2018, waarbij de sleuflengte ≥10.000m¹ bedraagt zijn de leden 1. tot en met 4. van dit artikel, niet van toepassing. Vanaf 10.000m¹ wordt een begroting opgesteld van de kosten voor de te voeren procedure. Deze kosten inclusief onderbouwing worden, voorafgaand aan de aanvraagbehandeling schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.30 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€  89,35;

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€  89,35;

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€  58,55.

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.31 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€  1,80;

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€  19,90;

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€  0,70;

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€  0,70;

vermeerderd voor 6 of meer afschriften, doorslagen, kopieën of ingescande pagina's van A4-formaat, per pagina

€ 0,70;

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€  1,30;

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€  1,30;

4.

in digitale vorm:

€ 5,85.

Artikel 1.32 Diverse vergunningen of beschikkingen

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning of beschikking, waarvoor in de voorgaande artikelen geen afzonderlijk recht is opgenomen, zal de kostprijs in rekening worden gebracht op basis van een vooraf aan de aanvrager ter kennis gebrachte begroting van deze kosten.

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

[5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende [citeertitel gemeentelijke of regionale normbouwkostenregeling] en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan [10]% afwijken van deze normbouwkosten.]

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of voorgenomen project vergunbaar of vergunningsvrij is:

€ 215,00.

Ieder verzoek voorfase verkennen initiatief (behandeling, intake0 en omgevingstafel) onder:

a.

kleinschalige ontwikkeling (voormalig binnenplanse afwijking of kruimelgeval)

€ 215,00.

b.

grootschalige ontwikkeling (voormalig principeverzoek)

€ 655,00

c.

Indien uit de beoordeling op de omgevingstafel blijkt dat de grootschalige ontwikkeling niet kansrijk wordt geacht:

€ 375,00.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

a.

Nieuwbouw, uitbreiding en verbouwing

 

1.1 Woningen, recreatiewoningen, zorgwoningen en woonwagens

€ 28,30/m²

1.2 Uitbreiding, verbouw, kelder, serre, etc. bij categorie 2.3.1.1.1 (per m2)

€ 30,00/m²

1.3 Overige veranderingen bij cat. 1.1 (inpandig, constructie, dak etc

€ 13,60/m²

1.4 Gevelwijziging

€ 16,20/m²

b.

Bijgebouwen, overkappingen en tuinmeubilair

2.1 Berging / garage / tuinhuis

€ 15,25/m²

2.2 Carport / overkapping / zwembad

€ 11,30/m²

2.3 Erfafscheiding / pergola

€ 210,10/stuk

c.

Bedrijfsruimten (niet agrarisch)

3.1 Bedrijfshal / opslagruimte (dicht)

€ 11,05/m²

3.2 Bedrijfskantoor in bedrijfsruimte (extra)

€ 13,60/m²

3.3 Open loods / overkapping bij bedrijfsruimte

€ 6,25/m²

3.4 Gevelwijziging

€ 15,85/m²

d.

Overige gebouwen

4.1 Kantoor / showroom / winkel / horeca / sporthal / school / kinderdagverblijf /etc.

€ 28,30/m²

4.2 Overige veranderingen overige gebouwen (inpandig, constructie, dak, etc.)

€ 8,80/m²

4.3 Gevelwijziging

€ 15,85/m²

4.4 Tuinbouwkas

€ 1,95/m²

4.5 (Parkeer)kelder (ondergronds en/of deels bovengronds)

€  15,25/m²

4.6 Semi-permanente unit

€ 286,90/stuk

e.

Stallen, overige agrarische bedrijfsgebouwen en bouwwerken

5.1 Alle stallen (varkens, rundvee, pluimvee, paarden, nertsen, konijnen, geiten, schapen etc.)

€ 8,30/m²

5.2 Werktuigenloods, aardappelloods, opslagloods, open loods (veldschuur), etc.

€ 5,45/m²

5.3 Mestsilo / -kelder

€ 5,45/m²

5.4 Sleufsilo

€ 210,10/stuk

f.

Overige gebouwen en bouwwerken

6.1 Overige gebouwen en bouwwerken

€ 9,05/m²

6.2 Windmolens, antennemasten en uitkijktorens

€ 239,45/m1

6.3 Zonneparken per hectare € 2.174,35, met een maximum van € 10.000,00

6.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (per stuk)

€ 210,10/stuk

g.

met een minimum over a tot en met f van:

€ 210,10

2

Als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, wordt het onder 1 bedoelde tarief verhoogd met:

€ 278,25.

3

Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij (voormalig binnenplanse afwijking of kruimelgeval)

€ 375,00

4

Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht bedraagt het tarief:

€ 2.009,25.

5

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief:

€ 4.593,95.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 278,25;

b.

Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij (voormalig binnenplanse afwijking of kruimelgeval)

€ 375,00;

c.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 2.009,25;

d.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 4.593,95

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 278,25;

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [14] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 519,60;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 519,60;

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de “Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Bladel 2021”, eerste wijziging is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 519,60;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 519,60.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€  519,60;

 2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€  519,60.

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in [artikel [] van het omgevingsplan of] paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€4.400,00.

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Gereserveerd

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€3.000,00.

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Gereserveerd

2.

Gereserveerd

3.

Gereserveerd

4.

Gereserveerd

5.

Gereserveerd

6.

Gereserveerd

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Gereserveerd

a.

Gereserveerd

b.

Gereserveerd

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€1.606,10;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€2.007,60.

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet)

Gereserveerd

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

Gereserveerd

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 257,75;

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 257,75;

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Variant 1 (regeling in Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet)

Gereserveerd

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:75 van de “Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Bladel 2021, 1e wijziging in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 99,45.

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 5.2 en 5.3 van de “Verordening Fysieke Leefomgeving” in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 72,30;

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ reserveren.

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken of objecten plaatsen op, aan of boven de weg:

€ 72,30.

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 4.128 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Voor het verkrijgen van een vergunning tot het innemen van een standplaats ter uitoefening van straathandel voor zover dit geschiedt buiten de gebruikelijke warenmarkt geldig voor:

a.

Incidentele standplaats (max 12 dagen)

€  27,95;

b.

Reguliere standplaats (max 1 jaar)

€ 236,20

c.

Reguliere standplaats (max 5 jaar)

€ 944,80.

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 278,25;

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€  278,25;

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.948,85;

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 278,25.

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Gereserveerd

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.400,00;

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 1.400,00;

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 1.400,00.

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.400,00.

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 278,25.

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 72,00;

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 131,00;

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 131,00;

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 72,00.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 230,95.

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 3.000,00.

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€  0,00.

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

in behandeling is genomen:

€ 0,00.

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 4.593,95.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het tijdelijke omgevingsplan middels Tijdelijke alternatieve maatregel (TAM) Omgevingsplan via IMRO:

€ 4.593,95.

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€  230,95.

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%,

van de op ,grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van

€ 164,50

met een maximum van:

€ 1.000,00.

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.400,00;

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€  800,00;

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 800,00;

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€  800,00;

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€  800,00;

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€  800,00;

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.950,00;

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 800,00.

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 621,90;

b.

Voor een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen

€ 1.062,65;

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

  100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 3 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 210,10.

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning volgens het principe van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) wordt ingediend en verleend, dan worden de leges als bedoeld in artikel 2.5 verminderd met 25%. Daarbij geldt een maximale vermindering van de leges tot € 25.000,00. De vermindering vindt plaats nadat het gehele traject van het project is doorlopen en de gereed melding met de daarbij behorende stukken is ingediend.

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Gereserveerd

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Gereserveerd.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Gereserveerd

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 210,10 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28van de Algemene plaatselijke verordening:

€  226,90;

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€  17,30;

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€  599,50;

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€  210,65;

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€  210.65;

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€  210,65;

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€  20,75.

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 2,698,60;

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 2.698,60.

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€  96,35;

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€  21,10.

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een meldingsplichtig evenement met maximaal 150 personen en activiteiten tussen 08.00-23.59 uur.:

gratis;

b.

een evenement georganiseerd door een stichting tbv een aantoonbaar liefdadig doel:

gratis;

c.

een evenement zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening dat op basis van de Behandelscan van de Veiligheidsregio Brabant Zuid Oost wordt geïndiceerd als A evenement. (regulier evenement)

gratis;

d.

een evenement zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening dat op basis van de Behandelscan van de Veiligheidsregio Brabant Zuid Oost wordt geïndiceerd als B evenement (verhoogd risico)

gratis;

e.

een evenement zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening dat op basis van de Behandelscan van de Veiligheidsregio Brabant Zuid Oost wordt geïndiceerd als C evenement. (risico evenement)

gratis.

Artikel 3.7 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ [];

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

Gereserveerd

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

Artikel 3.11 Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ [];

Artikel 3.12 Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ [...];

Artikel 3.13 Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ [...];

Artikel 3.14 Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ [];

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning[of -ontheffing]

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ [...].

Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ [].]

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ [].]

Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap :

a.

voor een verhuurvergunning woonruimte:

€ [ ];

b.

voor een verhuurvergunning verblijfsruimte:

€ [ ].]

Paragraaf 3.7 Overige vergunningen

Artikel 3.19 Voorwerpen op- aan of boven de weg

Het tarief tot het verkrijgen van een vergunning voor voorwerpen op- aan of boven de weg als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke verordening

€  17,30.

Artikel 3.20 Collectevergunning

Het tarief tot het verkrijgen van een collectevergunning als bedoeld in artikel 5.13 van de Algemene Plaatselijke verordening

€  17,30.

Artikel 3.21 Verlening sluitingstijd met maximaal 1 uur

Het tarief tot het verkrijgen van een ontheffing tot verlening van sluitingstijd horeca als bedoeld in artikel 2.29 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€  17,30.

Artikel 3.22 ontheffing geluidshinder

Het tarief tot het verkrijgen van een ontheffing geluidshinder als bedoeld in artikel 4.5b van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 49,95;

Artikel 3.23 recreatief nachtverblijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing voor het houden van recreatief nachtverblijf buiten een kampeerterrein

€ 17,30.

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.24 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 17,30.

Behorende bij raadsbesluit van [datum]

De griffier van Bladel

J. van der Wiel