Verordening van de raad van Waalwijk regelende de heffing en invordering van leges 2024

Geldend van 20-02-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening van de raad van Waalwijk regelende de heffing en invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Waalwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

“Legesverordening 2024”

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    diensten welke betrekking hebben op een evenement dat wordt aangevraagd door een persoon of organisatie die van de gemeente hiervoor structureel subsidie volgens artikel 4:21, 1e lid Awb ontvangt.

  • d.

    diensten welke betrekking hebben op een evenement dat uitsluitend ten doel heeft het inzamelen van geld ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

    a. van zuiver redactionele aard zijn;

    b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    3. artikel 1.1 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    4. artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    5. artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

    een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

  • 2.

    Het college is bevoegd tot het opstellen van een lijst van duurzame maatregelen die legesvrij zijn bij de renovatie van een monument.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2023 van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.

Ondertekening

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

Namens deze,

de griffier, de voorzitter,

Jeske W.M. Louer, Sacha C.A.M. Ausems

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

2024

2023

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap en voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 
 

a.

maandag tot en met vrijdag vanaf 09.00 t/m 17.00 uur

€ 502,40

€ 478,45

b.

maandag tot en met vrijdag vanaf 18.00 t/m 21.00 uur

€ 602,95

€ 574,20

c.

maandag tot en met vrijdag vanaf 22.00 t/m 23.00 uur

€ 712,60

€ 678,65

d.

zaterdag vanaf 09.00 t/m 17.00 uur

€ 743,50

€ 708,05

e.

zaterdag vanaf 18.00 t/m 21.00 uur

€ 1.078,60

€ 1.027,20

f.

zaterdag vanaf 22.00 t/m 23.00 uur

€ 1.078,60

€ 1.027,20

g.

zondag vanaf 09.00 t/m 17.00 uur

€ 743,50

€ 708,05

h.

zondag vanaf 18.00 t/m 22.00 uur

€ 1.301,65

€ 1.239,65

i.

Zondag vanaf 22.00 t/m 23.00 uur

€ 1.301,65

€ 1.239,65

j.

Voor huwelijken tussen 09:00 en 17:00 uur voor Paswijzerhouders worden geen leges geheven.

 
 

Artikel 1.2 trouwlocatie

 
 

a.

Het tarief voor het benoemen van een eigen tijdelijke trouwlocatie bedraagt:

€ 193,85

€ 184,60

b.

Het tarief voor de aanvraag van een ondernemer om een locatie te laten benoemen tot trouwlocatie voor 5 jaar:

€ 581,70

€554,40

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie of omzetting partnerschap in bijzonder huis

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 502,40

€ 478,45

Artikel 1.4 Administratief huwelijk

Voor een administratief huwelijk bedraagt het tarief:

€ 161,90

€ 154,15

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag en uittreksel huwelijksbevoegdheid

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 
 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 72,35

€ 68,90

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 169,55

€ 161,45

c.

Het tarief voor het verstrekken van een uittreksel huwelijksbevoegdheid bedraagt:

€ 28,90

€ 27,50

d.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk (waaronder het meertalig modelformulier) als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand, is het tarief zoals is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 
 

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 32,55

€ 31,00

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum en/of locatie voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van:

 
 

a. 28 dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum: 15% van de oorspronkelijk verschuldigde leges met een minimum van

€ 39,60

€ 37,70

b. Annuleren of verzetten tussen de vier en twaalf weken voor het geplande tijdstip

€ 39,60

€ 37,70

c. Voor het verzetten langer dan twaalf weken voor het geplande tijdstip zijn geen leges verschuldigd.

 
 

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 
 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 
 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 26,05

€ 24,70

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€ 39,15

€ 37,25

 
 
 
 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

2024

2023

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: (* = wettelijk vastgesteld tarief)

 
 
 

a.

een nationaal paspoort:

 
 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87*

€ 77,85

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42*

€ 58,85

 

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87*

€ 77,85

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42*

€ 58,85

 

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87*

€ 77,85

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42*

€ 58,85

 

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,42*

€ 58,85

 

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 
 
 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 
 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80*

€ 70,35

 
 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,92*

€ 37,95

 

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,93*

€ 34,25

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 
 
 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,09*

€ 53,00

 

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€ 18,01*

€ 16,70

 

1.11.2 Optie en naturalisatie

Het tarief bedraagt voor:

 
 

a. Optie: enkelvoudig

€ 217,00*

€ 206,00

b. Optie: gemeenschappelijk

€ 370,00*

€ 351,00

c. Optie: medeopterende minderjarige

€ 24,00*

€ 23,00

d. Naturalisatie: enkelvoudig; standaard

€ 1023,00*

€ 970,00

e. Naturalisatie: gemeenschappelijk; standaard

€ 1.305,00*

€ 1.238,00

f. Naturalisatie: enkelvoudig: verlaagd

€ 760,00*

€ 722,00

g. Naturalisatie: gemeenschappelijk; verlaagd

€ 1044,00*

€ 991,0

h. Naturalisatie: meenaturaliserende minderjarige

€ 151,00*

€ 143,00

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10.*

€ 44,65

Artikel 1.13 Modaliteiten

 
 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 
 
 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65*

€ 34,10

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een eigen verklaring rijbewijs

€ 44,50*

€ 41,00

3.

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

 
 
 
  • .

    Wanneer de nieuwe rijkstarieven bekend zijn worden deze tarieven overeenkomstig aangepast.

 
 
 
 
 
 
 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 
 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 
 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 
 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 12,90

€ 12,30

d.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

  • € 12,90

 

Artikel 1.16 gereserveerd

 
 

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 
 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,90

€ 7,50

Artikel 1.18 gereserveerd

 
 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 

a.

Een exemplaar van de gemeentebegroting (beleidsbegroting)

€ 17,50

€ 16,65

b.

een exemplaar van de gemeentebegroting (beheersbegroting)

€ 17,50

€ 16,65

c.

een exemplaar van de bestuursrapportage

€ 13,80

€ 13,15

d.

een exemplaar van de jaarrekening van de gemeente (beleidsrekening)

€ 17,50

€ 16,65

e.

een exemplaar van de jaarrekening van de gemeente (beheersrekening)

€ 17,50

€ 16,65

f.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: het gemeenteblad, per pagina

€ 0,60

€ 0,55

Artikel 1.20 gereserveerd

 
 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie en registers

Artikel 1.21 gereserveerd

 
 

Artikel 1.22 Informatie uit registers

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 
 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 13,50

€ 12,85

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 13,50

€ 12,85

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 13,50

€ 12,85

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 13,50

€ 12,85

e.

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 13,50

€ 12,85

f.

Het register, bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Woningwet

€ 13,50

€ 12,85

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 
 

a.

Gegevens uit de gemeentelijke kadastrale/topografische informatie, per object

€ 14,20

€ 13,50

b.

Het tarief bedraagt ter zake van het verlenen van inzage in een kadastrale/topografische kaart, desgewenst tevens inhoudende de verstrekking van een reproductie op papier op formaat A3 of A4

€ 14,20

€ 13,50

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gereserveerd

 
 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35*

€ 41,35*

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 6,30

€ 6,00

c.

tot het verkrijgen van een attestatie de vita (internationaal, uitgezonderd tbv pensioen)

€ 16,50

€ 15,70

d.

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (nationaal, uitgezonderd tbv pensioen)

€ 15,75

€ 15,00

e.

tot het verkrijgen van een verklaring van Nederlanderschap

€ 10,50

€ 10,00

f.

Tot het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager

€ 6,30

€ 6,00

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief/informatievoorziening/kopiekosten

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief, register burgerlijke stand

 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: Een deel van een kwartier wordt voor de berekening van de leges als één kwartier beschouwd.

€ 28,55

€ 27,20

2.

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van:

 
 

a.

Reader-printafdruk van een bij de gemeente berustend stuk op:

 
 

b.

Formaat A4

€ 0,60

€ 0,55

c.

Formaat A3

€ 4,90

€ 4,65

d.

Formaat A2

€ 6,70

€ 6,35

e.

Formaat A1

€ 8,40

€ 8,00

f.

Formaat A0 of bouwtekening op origineel formaat

€ 9,75

€ 9,25

g.

Onverminderd het dit hoofdstuk 1.26 bepaalde, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift van of uittreksel uit de berustende registers van de Burgerlijke Stand en de daarbij behorende bijlagen of uit andere archiefbescheiden, per akte of set bijlagen

€ 15,55

€ 14,80

h.

Foto’s en prentbriefkaarten waarvan de gemeente het auteursrecht bezit. De gemeente verstrekt uitsluitend afdrukken of bestanden van gedigitaliseerd materiaal. Voor het verstekken van fotografische reproducties (z/w of kleur) worden de kosten uit deze paragraaf verhoogd met de kosten (inclusief de arbeidstijd) die voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag zijn medegedeeld en blijken deze uit een begroting die door of vanwege het college is opgesteld.

 
 

i.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het maken van een scan van een nog niet gedigitaliseerd origineel (resolutie 300 dpi), per opname

€ 6,85

€ 6,50

j.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reproductie van een digitale foto of prentbriefkaart (300 dpi, tiff-bestand):

 
 

1

indien de reproductie wordt opgestuurd per e-mail, per bestand

€ 5,55

€ 5,25

2

indien de reproductie wordt gebrand op cd-rom, per opname

€ 5,55

€ 5,25

3

het onder 1.9.4.2.2 berekende bedrag wordt verhoogd met eenmalige kosten voor de cd-rom, per benodigde cd-rom

€ 3,50

€ 3,20

4

indien de reproductie wordt geleverd als afdruk (z/w en kleur) op A4 papier (200 grams) in origineel formaat

€ 1,95

€ 1,85

5

indien de reproductie wordt geleverd als afdruk (z/w en kleur) op fotopapier (A4) in origineel formaat

€ 8,85

€ 8,40

6.

Voor gebruik van een afdruk of scan van beeldmateriaal voor commerciële doeleinden is een gebruiksvergoeding verschuldigd, waarvoor het tarief bedraagt, per stuk

€ 27,25

€ 25,95

k.

Het tarief voor het afhandelen van het toezenden van prints, afdrukken, kopieën, gedigitaliseerd materiaal (via e-mail of andere drager) etc. bedraagt, per zending

€ 3,15

€ 3,00

l.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een print, afdruk, kopie (al dan niet in digitale vorm) van een eerder door de gemeente verzonden, verstrekte of voor digitale raadpleging beschikbaar gestelde brief, rapportage, taxatieverslag, beschikking of belastingaanslag/WOZ-beschikking aan de belanghebbende of een gemachtigde van de belanghebbende: Voor een print, afdruk, kopie (al dan niet in digitale vorm) van een taxatieverslag, een belastingaanslag of WOZ-beschikking worden de leges uitsluitend in rekening gebracht als de hierop vermelde gegevens raadpleegbaar zijn via de website of het digitale loket van de gemeente Waalwijk.

€ 5,00

€ 29,15

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief , VOG

 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk, dat niet valt onder een al genoemd tarief in deze verordening: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

a.

Een tarief bedraagt voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) het hiervoor door het rijk vastgestelde tarief.

 
 

Artikel 1.28 gereserveerd

 
 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29 Huisvestingsvergunning

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 
 

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 314,25

€ 299,25

 

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 314,25

€ 299,25

 

Artikel 1.30 gereserveerd

 
 
 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 
 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50;*

€ 56,50;

 
 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;*

€ 56,50;

 
 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;*

€ 34,00;

 
 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50;*

€ 226,50;

 
 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;*

€ 226,50;

 
 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.*

€ 136,00.

 

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 
 
 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 55,45

€ 52,80

 

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de Verordening speelautomaten (hallen)

€ 1.905,90

€ 1.815,12

 

5.

Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 
 
 

* Dit is het maximumtarief.

 

Artikel 1.32 Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI) gemeente Waalwijk.

 
 
 

1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) van de gemeente Waalwijk voor de aanleg van kabels, c.q. leidingen of ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming, toestemming en vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, per locatie voor een ononderbroken tracé,

 
 
 
 

a.

Tot een lengte van 25 meter

€ 0,00

€ 0,00

 
 

b.

Tot een lengte van 100 meter

€ 304,75

€ 290,20

 
 

c.

Met een lengte van 100 tot en met 500 meter

€ 473,05

€ 450,50

 
 

d.

Met een lengte van meer dan 500 meter wordt het onder c vermelde tarief verhoogd voor elke 100 meter boven 500 meter of gedeelte daarvan, met een bedrag van

€ 35,05

€ 33,35

 
 

e.

Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare gemeentegrond en de aanbieder van het netwerk, wordt het op grond van dit hoofdstuk berekende bedrag verhoogd met:

€ 70,15

€ 66,80

 
 

f.

Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het op grond van dit hoofdstuk berekende bedrag verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 

2.

Als een begroting als bedoeld in artikel 1.32, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 
 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: (jaarontheffing)

€ 113,10

€ 107,70

 

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: (dagontheffing)

€ 56,55

€ 53,85

 

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 113,10

€ 107,70

 

d.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 113,10

€ 107,70

 

e.

Tot het verkrijgen van een vervangende parkeerkaart als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen

€ 68,10

€ 64,85

 

f.

Het bedrag als genoemd onder lid e. wordt verhoogd met het bedrag, dat aan de door de gemeente aangestelde medisch adviseur voor de ter zake te verrichten wettelijke verplichte medische keuring verschuldigd is.

€ 68,10

€ 64,85

 

g.

Tot het verkrijgen van een ontheffing voor toegang tot de Promenade met een motorvoertuig voor de periode van één jaar

 
 
 

h.

Tot het verkrijgen van een magneetkaart om daarmee toegang te krijgen tot de Promenade

€ 68,10

€ 64,85

 

i.

Bij het inleveren van een magneetkaart als bedoeld onder h. wordt teruggaaf verleend van 100% van de voor de verkregen magneetkaart geheven leges.

€ 34,25

€ 32,60

 

j.

Voor het aanbrengen van mutaties in een ontheffing, als bedoeld onder lid g.

€ 34,25

€ 32,60

 

k.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 
 
 

l.

het aanbrengen van markering, paal en borden ter aanduiding van een nieuwe belanghebbendenparkeerplaats (bord E9 uit bijlage I RVV 1990 + kentekenbord + bord wegsleepregeling)

€ 113,10

€ 107,70

 

m.

het verplaatsen van een bestaande belanghebbende parkeerplaats

€ 113,10

€ 107,70

 

n.

het aanbrengen van een nieuw onderbord met kenteken (bedrag is incl. bord)

€ 113,10

€ 107,70

 

o.

het verkrijgen van een parkeerontheffing in het kader van een specifieke blauwe zone voor 2 jaar

€ 113,10

€ 107,70

 

p.

het verkrijgen, verlengen of wijzigen van een gemarkeerde plaats (individuele gehandicaptenparkeerplaats) bij de woning of het werkadres als bedoeld in art. 26 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, exclusief medische keuring (incl. verkeersbesluit)

€ 56,55

€ 53,85

 

q.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een besluit als bedoeld in art. 34 jo 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel)

€ 56,55

€ 53,85

 

r.

Het tarief bedraagt voor de aanleg van de individuele gehandicaptenparkeerplaats

€ 309,00

€ 294,25

 

s.

Het tarief bedraagt bij verplaatsing (aanleggen) van de individuele gehandicapten parkeerplaats

€ 113,10

€ 107,70

 

t.

Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 

Artikel 1.34 Luchtvaartwet

 
 
  • a.

    Het tarief bedraagt voor het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar in het kader van vergunningverlening krachtens de Luchtvaartwet (helikopterlandingen en het oplaten van ballonnen)

€ 113,10

€ 107,70

  • b.

    Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Artikel 1.35 Wet op de lijkbezorging

 
 

a. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning voor het opgraven/herbegraven van lijken:

€ 113,10

€ 107,70

b.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning tot het plaatsen van een enkele gedenkplaat of enkel gedenkteken:

€ 113,10

€ 107,70

c.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning tot het plaatsen van een dubbele gedenkplaat of dubbel gedenkteken:

€ 113,10

€ 107,70

d. Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 

Artikel 1.36 Milieu

 
 

a. Het tarief bedraagt voor het op verzoek:

 
 

1. verrichten van onderzoek dan wel het verstrekken van informatie uit de archieven, per verstrekking

€ 113,10

€ 107,70

2.verstrekken van inlichtingen uit het Milieu Informatie Systeem of het Bodem Informatie Systeem, verstrekking

€ 56,55

€ 53,85

3. Voor het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in artikel 1.36.2 worden deze kosten verhoogd met telkens:

€ 113,10

€ 107,70

per uur voor elk uur of deel daarvan, waarbij die kosten voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag zijn medegedeeld en blijken uit een begroting die door of vanwege het college is opgesteld.

 
 

4. Verstrekken van een incidentele ontheffing ‘12 dagen regeling’ in de zin van art. 2:21 lid 1 sub b van het Activiteitenbesluit jo artikel 4:3 APV

€ 113,10

€ 107,70

Artikel 1.37 Binnenwater

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in art. 6 van de Woonschepenverordening (ligplaatsvergunning)

€ 282,35

€ 268,90

Artikel 1.38 Openbare ruimte

 
 

a. Het tarief bedraagt voor het realiseren van een uitweg bij woningen, per strekkende meter breedte, gemeten op de perceelsgrens. Exclusief het eventueel verplaatsen van voorzieningen t.b.v. nutsbedrijven.

€ 430,75

€ 410,20

b. Het verwijderen van een uitweg bij woningen, per strekkende meter breedte, gemeten op de perceelsgrens.

€ 430,75

€ 410,20

c. Het realiseren van een uitweg bij een bedrijfspand, per vierkante meter gerekend tussen de wegkant en de perceelsgrens. Exclusief het eventueel verplaatsen van voorzieningen t.b.v. nutsbedrijven.

€ 83,60

€ 79,60

d. Het verwijderen van een uitweg bij een bedrijfspand, per vierkante meter gerekend tussen de wegkant en de perceelsgrens.

€ 83,60

€ 79,60

Artikel 1.39 APV

 
 
  • a.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening:

 
 
  • 1.

    voor het inzamelen van geld of goed (o.a. collecte)

€ 113,10

€ 107,70

2.voor het ter beschikking stellen van vuurwerk voor consumenten tijdens de verkoopdagen

€ 113,10

€ 107,70

3. voor het gebruik van explosieven zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 424,05

€ 403,85

4.voor het houden van sampling

€ 113,10

€ 107,70

5. voor het optreden als straatartiest of straatfotograaf

€ 113,10

€ 107,70

6.voor een ontheffing op het verbod vuur te stoken

€ 113,10

€ 107,70

7.voor een ontheffing van het verbod om in de openlucht geluidhinder te veroorzaken per keer

€ 113,10

€ 107,70

8.Voor het houden van straatmuziek, geldig voor één dag

€ 113,10

€ 107,70

9.voor het maken van geluid door middel van één geluidswagen, per dag of gedeelte daarvan;

€ 113,10

€ 107,70

10.voor het uitoefenen van een bedrijf in een door de Burgemeester aangewezen gebouw en/of voor een door de Burgemeester aangewezen bedrijfsmatige activiteit

€ 330,00

€ 314,25

b.Het tarief bedraagt voor het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een bedrijf waarop het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing is

€ 113,10

€ 107,70

c.Het tarief bedraagt voor het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een bedrijf waarvoor in de vergunning voorschriften zijn gegeven voor het afgrendelen en verzegelen van een geluidsbegrenzer

€ 113,10

€ 107,70

d.Het tarief bedraagt voor het op verzoek opnieuw verzegelen van een geluidsbegrenzer in een bedrijf als bedoeld in 4.3 van de APV tenzij verbreking noodzakelijk was en vooraf gemeld

€ 113,10

€ 107,70

e.Het tarief voor het verlenen van een ontheffing voor geluidhinder in de openlucht muziek bij evenementen als bedoeld in artikel 4:6 APV bedraagt

€ 113,10

€ 107,70

f. Het tarief voor het verlenen van een ontheffing voor het in werking hebben van toestellen/geluidsapparaten of handelingen te verrichten die voor een omwonende of voor de omgeving geluidshinder veroorzaken als bedoeld in artikel 4:6 APV bedraagt:

€ 113,10

€ 107,70

Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.40 Diversen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2024

2023

a.

tot het verkrijgen of wijzigen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling voorzover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen

€ 113,10

€ 107,70

b.

voor het toetsen en/of beoordelen van een programma, rapport, berekening of onderzoek (onder meer Programma van eisen, brandveiligheid, constructieve gegevens of een onderzoek naar bouwfysische elementen)

€ 169,65

€ 161,55

c.

Het tarief onder a. is niet van toepassing wanneer genoemde documenten deel uitmaken van een vergunning en/of melding. Het onder b. genoemde tarief wordt een keer per te toetsen of te beoordelen document geheven, ongeacht het aantal toetsen of beoordelingen.

 
 

d.

een beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, hierbij is een WOZ-beschikking ex art 26 of 28 Wet WOZ uitgesloten van legesheffing

€ 5,45

€ 5,15

e.

Tot het verkrijgen van stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,45

€ 5,15

f.

Tot het verkrijgen van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,50

€ 3,35

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

Tarief 2024

Tarief 2023

Artikel 2.1

Definities

 
 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
 

3.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 
 

4.

In afwijking en in aanvulling op lid 3 worden de bouwkosten als volgt bepaald:

1.De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de digitale bouwkostenberekeningsmodule Casadata. Bij de berekening wordt uitgegaan van het prijsniveau op de datum van aanvraag.

2. indien het bouwwerk/de bouwwerken niet in de module staat(n) vermeld, of deze module niet beschikbaar is, zullen de bouwkosten ambtshalve worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met wat de bouwkosten zouden zijn voor zo goed mogelijk vergelijkbare werken volgens hetgeen onder 1 is opgenomen.

3. Indien het bedrag niet op basis van onderdeel 1 of 2 bepaald kan worden: Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012, 1567), of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen

 
 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

omgevingsoverleg;

 
 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 
 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 
 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 
 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 
 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 
 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 
 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 
 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 
 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 
 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 
 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.

 
 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 
 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 
 

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

 
 

1.

Als de principe-aanvraag betrekking heeft op een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 
 

a.

In behandeling nemen van een principe -aanvraag

€ 250,00

€ 500,00

1.

voor het behandelen op de intaketafel voorzover van toepassing, eenvoudige strijdigheid met omgevingsplan

€ 500,00

-

2.

voor het behandelen op de omgevingstafel voorzover van toepassing, complexe strijdigheid met omgevingsplan

€ 2.500,00

-

 

per in te schakelen (externe) adviseur verhoogd met:

€ 250,00

-

Artikel 2.4.1

Andere in dit hoofdstuk opgenomen diensten

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

 
 

Paragraaf 2.3

Bouwactiviteiten

 
 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

indien de bouwkosten € 0 tot € 25.000 bedragen:

1,3%

-

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 200,00

-

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

1,18%

-

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 325,00

-

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

0,8%

-

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 619,00

-

d.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:

1,06%

-

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.819,00

-

e.

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:

0,81%

-

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 26.256,00

-

 

en een maximum van:

€ 400.000

-

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit

 
 

a.

indien de bouwkosten € 0 tot € 25.000 bedragen:

3,90%

3,75%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 500,00

€ 500,00

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

3,53%

3,25%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 975,00

€ 937,50

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

2,40%

1,75%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.856,00

€ 1.750,00

d.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:

3,19%

2,80%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 5.456,00

€ 4.375,00

e.

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:

2,44%

1,80%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 78.768,00

€ 68.775,00

 

en een maximum van:

€ 400.000,00

€ 400.000,00

2.

De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:

 
 

a.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 118,35

-

3.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) het tarief verhoogd met:

 
 

a.

indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4:

 
 

1.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:

€ 641,25

€ 673,30

2.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1:

€ 7.079,30

€ 7.433,25

b.

Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met de tarieven zoals opgenomen in artikel 2.4:

€ 1.000,00

-

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 652,75

€ 646,30

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 
 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke Erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 
 

1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument danwel het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht::

€ 230,70

€ 228,45

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 
 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 
 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 
 
 

Indien de activiteit bestaat uit maatregelen ter verduurzaming van het monument als bedoeld in bijlage 1 van deze tarieventabel, vinden de leges onder lid 2.8.1.a van dit artikel geen toepassing. (Groene leges)

  • € 0,00

 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument danwel het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 462,00

€ 457,45

b.

Indien de activiteit bestaat uit maatregelen ter verduurzaming van het monument als bedoeld in bijlage 1 van deze tarieventabel, vinden de leges onder lid a van dit artikel geen toepassing.

€ 0,00

 

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)

 
 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 
 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 
 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.591,00

-

2.

In afwijking van 2.12 lid 1 als het gaat om een activiteit voor het installeren van een gesloten bodemenergiesysteem is een tarief verschuldigd van:

€ 1.036,40

-

Artikel 2.13

Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.886,50

-

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 7.125,25

-

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 9.716,25

-

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 
 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 530,40

-

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 
 

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.242,89

€ 1.128,60

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 108,75

€ 107,70

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 435,20

€ 430,90

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: aanlegactiviteiten

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit:

€ 285,55

€ 282,75

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

 
 

b.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 994,50

-

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 
 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: Alarminstallatie (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 108,75

€ 107,70

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] GERESERVEERD

 
 

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.34a

Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving

€ 1.500,00

€ 1.185,00

Artikel 2.34b

Andere activiteiten

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 
 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.060,80

€ 269,30

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 530,40

€ 269,30

2.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 1.060,80

€ 269,30

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 
 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 
 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 
 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 
 

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 
 

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 
 

per maatwerkvoorschrift:

€ 530,40

-

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 530,40

-

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 
 

1.

Bij een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij

 
 

a.

één maatwerkvoorschrift:

€ 2.591,00

-

b.

twee of meer maatwerkvoorschriften, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift:

€ 1.295,50

-

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 
 
 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 530,40

-

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 
 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 
 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 
 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 530,40

-

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 530,40

-

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.591,00

-

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c:

€ 530,40

-

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 
 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 530,40

-

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 
 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit:

€ 2.591,00

-

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)

 
 

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 
 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.

 
 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 12.000,00

€ 12.325,20

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 271,95

-

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 
 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 
 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10,00%

10,00%

 

met een minimum van € 100,00 en een maximum van € 1.000,00

 
 

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 
 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 3.238,75

-

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.060,80

-

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.060,80

-

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 
 

a.

een milieukundig bodemrapport:

€ 473,48

€ 250,00

b.

een archeologisch bodemrapport:

€ 473,48

€ 250,00

c.

een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 473,48

€ 250,00

d.

een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 473,48

€ 250,00

e.

een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 473,48

€ 250,00

f.

een milieueffectrapportage (MER):

€ 8.246,48

-

g.

Een verkeer- en parkeeronderzoek

€ 473,48

€ 250,00

h.

Onderzoek EV

€ 265,20

€ 250,00

i.

een aanmeldnotitie MER

€ 265,20

€ 250,00

j.

een goede onderbouwing van de effecten op de fysieke leefomgeving (Goflo)

€ 265,20

€ 250,00

k.

een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 265,20

€ 250,00

Artikel 2.50

Advies

 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 296,20

€ 296,20

b.

voor elk advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 252,50

€ 250,00

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op het aspect monumenten

€ 252,50

€ 250,00

d.

voor een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen

€ 825,00*

€ 1.016,40

e.

voor een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen en hiertoe een bedrijfsbezoek wordt afgelegd

€ 890,00*

€ 1.098,95

f.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e:

 
 
 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Artikel 2.51

Advies met instemming

 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

a.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 
 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 
 

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 
 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 
 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 
 

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 
 

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 
 

c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 
 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 
 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 
 

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 
 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

-

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%

€ 269,30

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, waarbij het minimale bedrag aan leges van € 256,50 blijft verschuldigd

 
 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

-

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd

 
 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

-

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd

 
 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 
 

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen dertien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

-

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd

 
 
 

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf dertien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

-

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd

 
 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

5%

-

 

van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd

 
 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

5%

-

 

van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is geweigerd, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd

 
 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 
 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 
 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 
 

Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

 
 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 
 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 333,20

€ 317,30

b.

Een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet (inclusief uittreksel inschrijving Kamer van Koophandel)

€ 367,65

€ 350,10

c.

Het aanbrengen van wijzigingen van een in dit hoofdstuk genoemde vergunning

€ 113,10

€ 107,70

d.

Een ontheffing als bedoeld in art. 35 van de Alcoholwet

€ 113,10

€ 107,70

e.

Het wijzigen van een ontheffing genoemd in artikel 3.1

€ 113,10

€ 107,70

f.

Voor een aanvraag uit artikel 3.1 die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 
 
 
 
 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.2 Vergunning seksbedrijf

 
 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

 
 
 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 1799,30

€ 1713,60

 

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 1799,30

€ 1713,60

 

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1799,30

€ 1713,60

2.

Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 

Artikel 3.3 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 
 

a.

Het beheer in een seksinrichting of een escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, 2e lid van de APV

€ 909,15

€ 865,85

b.

De duur van de vergunning (jaarlijkse verlenging)

€ 763,25

€ 726,90

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.4 Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, het overdragen van een toestemming om een ontheffing aan een ander, of het intrekking van een bedoelde ontheffing

€ 113,10

€ 107,70

 
 
 
 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.5 Organiseren evenement

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 
 

a.

Voor een evenement tot 350 bezoekers (klein evenement)

€ 169,65

€ 161,55

b.

Voor een evenement tot 350 bezoekers, passend binnen de voorwaarden van art 2.25 lid 2 APV (melding)

€ 0,00

€ 0,00

c.

Voor een evenement met 350 tot 1600 bezoekers

€ 299,95

€ 285,65

d.

Voor een evenement boven 1600 bezoekers

€ 599,80

€ 571,20

e.

Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 

f.

Indien de aanvraag als bedoeld in artikel 3.2.1 wordt aangevraagd minder dan 10 werkdagen voor de datum van het evenement, worden de volgens dit hoofdstuk verschuldigde leges verhoogd met

25%

25%

Artikel 3.6 gereserveerd

 
 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.7 gereserveerd

 
 

Artikel 3.8 gereserveerd

 
 

Artikel 3.9 Losse standplaatsen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om, en voor het wijzigen/overschrijven van, een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 113,10

€ 107,70

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap]

Artikel 3.10 Vergunning onttrekken woonruimte

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 314,25

€ 299,25;

Artikel 3.11 Vergunning samenvoegen woonruimte

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b,van de Huisvestingswet 2014:

€ 314,25

€ 299,25;

Artikel 3.12 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c,van de Huisvestingswet 2014:

€ 314,25

€ 299,25

Artikel 3.13 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014:

€ 314,25

€ 299,25

Artikel 3.14 Splitsingsvergunning 

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerst lid van de Huisvestingswet 2014:

€ 254,50

€ 242,35

Artikel 3.15 intrekking aanvraag vergunning splitsen/onttrekken/samenvoegen/omzetten

 
 

Voor een aanvraag die voor het einde van de behandeltermijn wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 
 

Artikel 3.17 aanvraag na activiteit

 
 

Onverminderd het bepaalde in deze titel, bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

150%

150%

 
 
 

Paragraaf 3.8 Kinderopvang

Artikel 3.18 Kinderopvang

 
 

a. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het in exploitatie nemen van een kindcentrum als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 787,50

€ 750,00

b.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor bieden van een voorziening voor gastouderopvang(door gastouders) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek van de GGD benodigd is

€ 262,50

€ 250,00

c. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 682,50

€ 650,00

d. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een mededeling van wijziging inzake het bieden van een voorziening voor gastouderopvang indien een reeds geregistreerde voorziening voor gastouderopvang op een ander adres op gaat vangen en er sprake is van een verkort inspectiebezoek

€ 210,00

€ 200,00

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 113,10

€ 107,70

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023

De griffier van Waalwijk,

Jeske W.M. Louer

Bijlage 1: Lijst verduurzamende maatregelen monumenten, zoals bedoeld in artikelen 2.8 en 2.9 van de tarieventabel (‘groene leges’)

Tot de verduurzamende maatregelen worden gerekend:

a. Isolatie van dak, gevel, spouwmuur en vloer

b. Isolatieglas

c. Warmtepomp, bron: bodem, lucht of gevel

d. Warmtepompboiler/combinatiewarmtepomp

e. WTW voor ventilatie

f. Zonnepanelen

g. Zonnecollectoren/zonneboiler

h. LTV (lage temperatuur verwarming)

i. Douche WTW

j. Vraag-/druk-/CO2 gestuurde ventilatieroosters

k. Groen dak

l. Overige maatregelen die naar het oordeel van het College aantoonbaar bijdragen aan de beperking van de energievraag ofwel vermindering van de CO2-uitstoot ofwel bijdragen aan klimaatadaptatie.

Categorie 1: bouwactiviteit in afwijking van een toebedeelde functie

Reikwijdte

1.1

Het verrichten van een bouwactiviteit in strijd met de op grond van het geldende omgevingsplan toebedeelde functie

met uitzondering van:

  • 1.

    Bijbehorende bouwwerken of uitbreidingen daarvan binnen bestaand stedelijk gebied, zoals is aangeduid op de verbeelding van de ten tijde van de aanvraag geldende Omgevingsverordening Noord-Brabant;

  • 2.

    Bijbehorende bouwwerken of uitbreidingen daarvan buiten bestaand stedelijk gebied, zoals is aangeduid op de verbeelding van de ten tijde van de aanvraag geldende Omgevingsverordening Noord-Brabant, met een hoogte van maximaal 5 m of een oppervlakte van maximaal 150 m2;

  • 3.

    Bouwwerken, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk met een maximale hoogte van 10 meter en een oppervlakte van maximaal 50 m2;

  • 4.

    Een antenne-installatie niet hoger dan 40 meter;

  • 5.

    Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening voor zover het betreft: een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, water- of luchtverkeer:

  • a.

    niet hoger dan 5 meter en

  • b.

    minder dan 50 m² oppervlakte

Toelichting begripsbepalingen en wijze van meten

Voor de toepassing van in de hele lijst gebruikte begrippen wordt aangesloten bij de begripsbepalingen zoals die in de betreffende wetgeving en bestaande jurisprudentie zijn opgenomen, tenzij de specifieke artikelsgewijze daar van afwijkt.

Artikelsgewijze toelichting

Ad. 1.1 Aangewezen voor advies van de raad zijn het bouwen, aanleggen, realiseren van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde (in strijd met de op grond van het geldende omgevingsplan toebedeelde functie). Hieronder wordt in ieder geval begrepen bebouwing ten behoeve van een of meerdere woningen, bedrijven, horeca, detailhandel, dienstverlening, energievoorzieningen, maatschappelijke voorzieningen (zoals educatieve, sociale en/of medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, welzijnsvoorzieningen). En daarnaast het oprichten of uitbreiden van nieuwe opstellingen van zonnevelden, windturbines (zowel in aantal turbines als in de hoogte daarvan) en andere installaties voor duurzame energie zoals biomassavergisting.

De opgenomen uitzonderingen zijn gebaseerd op de Kruimellijst en sluiten daarmee aan bij de bestaande situatie onder de Wabo.

Bijbehorende bouwwerken en uitbreidingen daarvan met een bepaalde hoogte of oppervlakte buiten bestaand stedelijk gebied zijn aangewezen. De bepaling van hoogte en oppervlakte geldt afzonderlijk van elkaar. Het woordje ‘of’ betekent dat de bepaling van hoogte en oppervlakte beide afzonderlijk bepalen of een aanvraag om een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bopa) voor een bijbehorend bouwwerk en uitbreiding daarvan buiten bestaand stedelijk gebied moet worden voorgelegd aan de raad of niet. Is bijvoorbeeld de hoogte minder dan 5 meter maar de oppervlakte meer dan 150 m² dan is een advies van de raad nodig.

Bouwwerken die geen gebouwen zijn, zijn eveneens aangewezen als daarvoor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bopa) nodig is en deze bouwwerken hoger zijn dan 10 meter én groter zijn dan 50 m². Of een bouwwerk geen gebouw is, wordt bepaald door de definitie van gebouw. Valt het niet onder die definitie dan is het geen gebouw. Het gaat om bouwwerken als vlaggenmasten of kunstwerken. Er is geen onderscheid gemaakt tussen binnen en buiten bestaand stedelijk gebied.

Onder een antenne installatie wordt hier verstaan: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. Bij het bepalen van de hoogte moet de installatie in uitgeschoven toestand beoordeeld worden.

Een antenne-installatie met een hoogte van meer dan 40 meter is aangewezen als geval waarover de raad advies moet geven indien daarvoor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bopa) wordt gevraagd.

In dit onderdeel worden bepaalde gebouwen ten behoeve van infrastructurele of openbare voorzieningen in openbaar gebied aangewezen.

Als voor deze gebouwen een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bopa) wordt gevraagd, is een bindend advies van de raad nodig indien de gebouwen hoger zijn dan 5 meter én groter zijn dan 50 m².

Categorie 2: Gebruik gronden en/of bestaande bebouwing in afwijking van de toebedeelde functie

Reikwijdte

2.1

Huisvesting van personen die geen huishouden vormen die niet voldoet aan de ‘Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk’ die gelden op het moment dat de aanvraag wordt ingediend.

2.2

Het gebruiken van gronden en bouwwerken voor een periode van meer dan 10 jaar, met uitzondering van:

  • 1.

    Het gebruiken van bestaande bouwwerken en van bij die bouwwerken aansluitend terrein binnen het bestaand stedelijk gebied zoals is aangeduid op de verbeelding van de ten tijde van de aanvraag geldende omgevingsverordening Noord-Brabant.

  • 2.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.

  • 3.

    het uitbreiden met maximaal 20 % van de bestaande oppervlakte van sportaccommodaties/velden, recreatieterreinen en begraafplaatsen.

Artikelsgewijze toelichting

Ad 2.1 Het gaat hier om de logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen. Om op een verantwoorde wijze invulling te geven aan haar autonome bevoegdheid heeft het college beleidsregels vastgesteld; de ‘Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten, vergunninghoudende vluchtelingen en overige personen die geen huishouden vormen gemeente Waalwijk – 4e wijziging’. Wanneer een initiatief niet voldoet aan deze of actuelere beleidsregels is advies van de raad nodig.

Ad 2.2 Het gebruik van gronden en bouwwerken voor een periode van meer dan 10 jaar waarvoor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bopa) nodig is, is aangewezen. De opgenomen uitzonderingen zijn gebaseerd op de Kruimellijst en sluiten daarmee aan bij de bestaande situatie onder de Wabo.

Voor de begrenzing van het bestaand stedelijk gebied wordt aangesloten bij de verbeelding van de Omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant zoals die geldt op het moment dat de aanvraag wordt ingediend.

Binnen de bebouwde kom is gebruik van bestaande bouwwerken niet aangewezen. Tijdelijk gebruik van gronden en bouwwerken voor de duur van maximaal 10 jaar is conform de huidige situatie ook niet aangewezen.

In onderdeel 2 wordt een uitzondering gemaakt voor niet-ingrijpende herinrichtingen van het openbaar gebied. Het gaat in dit geval bv om het aanleggen van een paar parkeerplaatsen in een groenstrook. Voor het bepalen van wat een ingrijpende herinrichting van openbaar gebied is, moeten de te verwachten gevolgen van de herinrichting voor omwonende en gebruikers van het desbetreffende gebied worden beschouwd. We sluiten daarbij aan bij jurisprudentie op dit onderdeel.

Onderdeel 3 is gebaseerd op de VNG handreiking. In dit onderdeel zijn uitbreidingen van sportaccommodaties/velden, recreatieterreinen en begraafplaatsen aangewezen. Er is geen onderscheid gemaakt tussen binnen en buiten bestaand stedelijk gebied. Indien de uitbreidingen groter zijn dan 20 % van de oppervlakte is advies van de raad nodig.