Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711217
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711217/2
Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2024
Geldend van 17-04-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2024De raad van de gemeente Sluis
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
gezien het advies van de commissie Samenleving/Middelen van 24 oktober 2023;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van leges gemeente Sluis 2024
(Legesverordening 2024)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 tot 24.00, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een verzoek om een verklaring omtrent inkomen en vermogen;
- b.
het in behandeling nemen van een verzoek om een financiële bijdrage;
- c.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- d.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
- 3.
Indien op grond van de bij deze verordening behorende tarieventabel een bedrag wordt geheven dat afhankelijk is van tijdsbesteding per tijdseenheid, wordt door de behandelend ambtenaar voorafgaand aan het verrichten van de dienst de verwachte tijdsbesteding meegedeeld aan de aanvrager, waarna de aanvrager de mogelijkheid heeft om van de dienstverlening af te zien.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, danwel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- a.
- 2.
De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatcourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De ‘Legesverordening 2023’ vastgesteld op 22 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid. genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in de periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Sluis 2024’.
Ondertekening
Sluis, 2 november 2023
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier, De voorzitter,
Mr. P.T.G. Claeijs Mr. M.M.D. Vermue
Bijlage
Tarieventabel
Indeling tarieventabel |
|
Hoofdstuk 1 |
Algemene dienstverlening |
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens |
Paragraaf 1.5 |
Bestuursstukken |
Paragraaf 1.6 |
Vastgoedinformatie |
Paragraaf 1.7 |
Overige publiekszaken |
Paragraaf 1.8 |
Gemeentearchief |
Paragraaf 1.9 |
Bijzondere wetten |
Paragraaf 1.10 |
Diversen |
Hoofdstuk 2 |
Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet |
Paragraaf 2.1 |
Algemene bepalingen |
Paragraaf 2.2 |
Voorfase |
Paragraaf 2.3 |
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
Paragraaf 2.4 |
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
Paragraaf 2.5 |
Milieubelastende activiteiten |
Paragraaf 2.6 |
Lozingsactiviteiten |
Paragraaf 2.7 |
Aanlegactiviteiten |
Paragraaf 2.8 |
Overige activiteiten |
Paragraaf 2.9 |
Maatwerkvoorschriften |
Paragraaf 2.10 |
Gelijkwaardigheid |
Paragraaf 2.11 |
Overige tarieven |
Paragraaf 2.12 |
Modaliteiten |
Paragraaf 2.13 |
Vermindering |
Paragraaf 2.14 |
Teruggaaf |
Hoofdstuk 3 |
Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder Hoofdstuk 2 |
Paragraaf 3.1 |
Horeca |
Paragraaf 3.2 |
Seksbedrijven |
Paragraaf 3.3 |
Winkeltijdenwet |
Paragraaf 3.4 |
Organiseren van een evenement of markt |
Paragraaf 3.5 |
Standplaatsen |
Paragraaf 3.6 |
Huisvestingswet 2014 |
Paragraaf 3.7 |
In dit hoofdstuk niet genoemd besluit |
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Art. 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap |
|
|
|
a. |
in het gemeentehuis te Oostburg en in het Belfort te Sluis: |
|
|
b. |
op maandag t/m vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur |
€ |
383,95 |
c. |
op zaterdagen en alle andere dagen, geen werkdagen zijnde, alleen mogelijk vanaf 10.00 t/m 15.00 uur |
€ |
652,05 |
d. |
op zondagen alleen mogelijk vanaf 10.00 t/m 15.00 uur |
€ |
958,10 |
e. |
op dinsdagmorgen om 09.00 uur en 09.30 uur in het gemeentehuis te Oostburg (spreekkamer KCC). Voltrekking door een ambtenaar burgerlijke stand zonder toga van de afdeling Burgerzaken. Duur van de voltrekking is maximaal 10 minuten. |
|
gratis |
f. |
Op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 09.00 t/m 16.00 uur in het gemeentehuis te Oostburg (Burgerzaal). Voltrekking door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand per toerbeurt. Duur van de voltrekking is maximaal 20 minuten. Standaardtoespraak, geen voorgesprek. Geen bode aanwezig. Geen muziek. Ringen wisselen mogelijk. |
€ |
100,00 |
g. |
op overige locaties: |
|
|
h. |
op maandag t/m vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur |
€ |
482,40 |
i. |
op zaterdagen en alle andere dagen, geen werkdagen zijnde, alleen mogelijk vanaf 10.00 t/m 15.00 uur |
€ |
831,65 |
j. |
op zondagmiddag, alleen mogelijk op 14.00 en 15.00 uur |
€ |
1.277,45 |
Art. 1.2 |
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte: |
|
|
|
a. |
in het gemeentehuis te Oostburg en in het Belfort te Sluis: |
|
|
b. |
op maandag t/m vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur |
€ |
383,95 |
c. |
op zaterdagen en alle andere dagen, geen werkdagen zijnde, alleen mogelijk vanaf 10.00 t/m 15.00 uur |
€ |
652,05 |
d. |
op zondagmiddag, alleen mogelijk op 14.00 en 15.00 uur |
€ |
958,10 |
e. |
op dinsdagmorgen om 09.00 uur en 09.30 uur in het gemeentehuis te Oostburg (spreekkamer KCC). Voltrekking door een ambtenaar burgerlijke stand zonder toga van de afdeling Burgerzaken. Duur van de voltrekking is maximaal 10 minuten. |
|
gratis |
f. |
Op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 09.00 t/m 16.00 uur in het gemeentehuis te Oostburg (Burgerzaal). Voltrekking door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand per toerbeurt. Duur van de voltrekking is maximaal 20 minuten. Standaardtoespraak, geen voorgesprek. Geen bode aanwezig. Geen muziek. Ringen wisselen mogelijk. |
€ |
100,00 |
g. |
overige locaties: |
|
|
h. |
op maandag t/m vrijdag van 09.00 t/m 16.00 uur |
€ |
482,40 |
i. |
op zaterdagen en alle andere dagen, geen werkdagen zijnde, alleen mogelijk vanaf 10.00 t/m 15.00 uur |
€ |
831,65 |
j. |
op zondagmiddag, alleen mogelijk op 14.00 en 15.00 uur |
€ |
1.277,45 |
Art. 1.3 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
322,05 |
|
Art. 1.4 |
Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
€ |
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
322,05 |
|
Art. 1.5 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Indien het huwelijk wordt voltrokken c.q. het partnerschap wordt geregistreerd door een trouwambtenaar, niet in dienst zijnde bij de gemeente Sluis, |
|
|
|
a. |
en niet beëdigd, worden de tarieven genoemd onder art. 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 verhoogd met een bedrag ad |
€ |
249,50 |
b. |
en wel beëdigd, worden de tarieven genoemd onder 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 verhoogd met een bedrag ad |
€ |
125,25 |
Art. 1.6 |
Beschikbaar stellen getuige door de gemeente (gereserveerd) |
|
|
Art. 1.7 |
Het tarief bedraagt voor het annuleren van de huwelijksdatum c.q. datum registratie partnerschap en/of locatie: |
|
|
a. |
indien het annuleren meer dan 14 dagen voor het geplande huwelijk c.q. de registratie van het partnerschap plaatsvindt |
€ |
35,55 |
b. |
indien het annuleren binnen de periode van 14 dagen voor het geplande huwelijk c.q. de registratie van het partnerschap plaatsvindt |
€ |
68,20 |
Art. 1.8 |
Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ |
30,35 |
|
Art. 1.8.A |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Art. 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
|
a. |
van een nationaal paspoort: |
|
|
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
c. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
d. |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.9.a. (zakenpaspoort): |
|
|
e. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
f. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
g. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
h. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
i. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
j. |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
63,40 |
Art. 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
75,80 |
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
40,90 |
Art. 1.11 |
Modaliteiten |
|
|
Voor het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders die in het buitenland woonachtig zijn bedraagt het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
|
a. |
Van een nationaal paspoort, zakenpaspoort, faciliteitenpaspoort, dienst- en diplomatiek paspoort; |
|
|
|
1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
126,40 |
|
2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
105,95 |
b. |
Van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
|
|
€ |
121,95 |
|
|
€ |
87,00 |
c. |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.9.a, 1.9.d, 1.9.g, 1.9.j, 1.10 en 1.11 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen: |
€ |
57,05 |
d. |
Voor het laten bezorgen in Vlaanderen van één of meer reisdocumenten zoals genoemd in onderdeel 1.11: |
|
|
|
|
€ |
30,00 |
|
|
€ |
16,40 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Art. 1.12 |
Rijbewijzen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
48,15 |
|
Art. 1.13 |
Modaliteiten |
|
|
Het tarief als genoemd in art. 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ |
34,10 |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Art. 1.14 Definities |
|
|
|
1. |
Voor de toepassing van art.1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
||
2. |
Voor de toepassing van 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
||
Art. 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking: |
€ |
4,50 |
Art. 1.16 |
Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ |
4,50 |
Art. 1.17 |
Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ |
7,50 |
|
Art. 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
21,85 |
2. |
tot het verkrijgen van een bewijs van opneming in de Basisregistratie Personen |
€ |
7,80 |
3. |
tot het verkrijgen van een bewijs van opneming in de Basisregistratie Personen met vermelding van de burgerlijke staat, de namen van eventuele vorige echtgenoten en de nationaliteit t.b.v. huwelijksaangifte |
€ |
7,80 |
4. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) |
€ |
7,80 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Art. 1.19 |
Afschriften van bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|
a. |
een afschrift van de programmabegroting |
€ |
67,20 |
b. |
een afschrift van de taakveldenraming |
€ |
67,20 |
c. |
een afschrift van het jaarverslag |
€ |
67,20 |
d. |
een afschrift van de jaarrekening |
€ |
67,20 |
e. |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
€ |
0,35 |
f. |
een afschrift van de agenda van een raadsvergadering, met bijbehorende raadsvoorstellen, per pagina |
€ |
0,35 |
g. |
een afschrift van een gemeentelijke verordening, per pagina |
€ |
0,35 |
h. |
voor het tarief genoemd in onderdeel 1.19.g geldt een maximum per verordening van |
€ |
38,30 |
Art. 1.20 |
Abonnementen op bestuursstukken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een jaar: |
|
|
|
a. |
op de verslagen van de raadsvergaderingen |
€ |
61,50 |
b. |
op de agenda's van de raadsvergaderingen, exclusief bijbehorende raadsvoorstellen en verslagen |
€ |
22,15 |
c. |
op de agenda's van de raadsvergaderingen met bijbehorende raadsvoorstellen, exclusief verslagen |
€ |
122,55 |
d. |
op de agenda's van de raadsvergaderingen met bijbehorende raadsvoorstellen, inclusief verslagen |
€ |
200,60 |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Art. 1.21 |
Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster en/of het gemeentelijke beperkingenregister voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
23,00 |
|
Art. 1.22 |
Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
|
|
a. |
de kadastrale massale output en/of kadastrale kaart |
€ |
7,75 |
b. |
het gemeentelijk beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet |
€ |
14,10 |
c. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of uittreksel voor zover niet afzonderlijk in deze paragraaf opgenomen |
€ |
14,10 |
Art. 1.23 |
Informatie uit adressenbestanden (gereserveerd) |
|
|
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Art. 1.24 |
Gemeentegarantie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
a. |
tot het verstrekken van een gemeentegarantie |
€ |
66,15 |
b. |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde (hypothecaire) geldlening |
€ |
66,15 |
Art. 1.25 |
Overige publiekszaken: |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
a. |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ |
41,35 |
b. |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ |
7,80 |
c. |
tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap |
€ |
7,80 |
d. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1 van de APV (samenscholing en ongeregeldheden) |
€ |
91,90 |
e. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:6 van de APV (beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen) |
€ |
45,95 |
f. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:22 van de APV (objecten onder hoogspanningslijn) |
€ |
45,95 |
g. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:41 van de APV (betreden gesloten woning of lokaal) |
€ |
91,90 |
h. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de artikel 2:45 van de APV (betreden van plantsoenen) |
€ |
45,95 |
i. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:64 van de APV (het houden van bijen) |
€ |
45,95 |
j. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de APV (ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk) |
€ |
91,90 |
k. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:5.c van de APV ((geluid)hinder door knalapparaten) |
€ |
45,95 |
l. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de APV t.b.v. overige geluidhinder |
€ |
45,95 |
m. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:14 van de APV ((tijdelijke) opslag van vaste mest en overige organische mest) |
€ |
45,95 |
n. |
tot het verkrijgen van een vergunning voor het aanbrengen van reclame als bedoeld in artikel 4:15a van de APV |
€ |
91,90 |
o. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:15c van de APV voor het werken met een metaaldetector. |
€ |
45,95 |
p. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18 van de APV (Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen) |
€ |
45,95 |
q. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:2 van de APV (parkeren voertuigen van autobedrijf) |
€ |
45,95 |
r. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:3 van de APV (verkoop voertuigen) |
€ |
45,95 |
s. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:6 van de APV (parkeren kampeermiddelen, aanhangwagens e.a.) |
€ |
45,95 |
t. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:7 van de APV (Parkeren van reclamevoertuigen) |
€ |
45,95 |
u. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8 van de APV (parkeren grote voertuigen) |
€ |
45,95 |
v. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:11 van de APV (aantasting groenvoorziening door voertuigen) |
€ |
45,95 |
w. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de APV (inzameling van geld of goederen) |
€ |
45,95 |
x. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:16 van de APV (vrijheid van meningsuiting) |
€ |
45,95 |
y. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:31 a van de APV (verhuur en gebruik vaartuigen) |
€ |
45,95 |
z. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:33 van de APV (verkeer in natuurgebieden) |
€ |
45,95 |
aa. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 van de APV (stookverbod) |
€ |
45,95 |
ab. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:36 van de APV (verstrooien as) |
€ |
45,95 |
ac. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:38 van de APV (activiteiten en voorwerpen op het strand) |
€ |
45,95 |
ad. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:39 van de APV (zwemverbod) |
€ |
45,95 |
ae. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:40 van de APV (vliegeren, voortbewegen met vliegers, hanggliders e.d.) |
€ |
45,95 |
af. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:41 van de APV (verlichten van het strand en de zee) |
€ |
45,95 |
ag. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:45 van de APV (fuiken, ander vistuig en werphengels) |
|
45,95 |
ah. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:50 van de APV (gebruik gemeentelogo en -wapen) |
€ |
45,95 |
ai. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning voor een aansluiting op de gemeentelijke riolering |
€ |
45,95 |
aj. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ontheffing als bedoeld in artikel 13 van de Bomenverordening (bestrijding besmettelijke ziekten) |
€ |
91,90 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Art. 1.26 Naspeuringen in het gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 22,65 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Art. 1.27 Afschrift of uittreksel uit het gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift, fotokopie of digitale scan van een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 15,00 |
|
vermeerderd met een bedrag per pagina |
|
|
A3/A4 formaat: |
€ 0,35 |
|
A2 formaat: |
€ 10,00 |
|
A1 formaat of groter: |
€ 19,35 |
|
en verder vermeerderd met € 0,27 voor elke dm² waarmee de afbeelding, kaart, tekening het A1 formaat te boven gaat. |
|
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Art. 1.29 |
Huisvestingswet 2014 (gereserveerd) |
|
|
|
Art. 1.30 |
Leegstandswet |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
||
a. |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
161,55 |
|
Art. 1.31 |
Kansspelen |
|
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
|
|
|
€ |
56,50 |
|
|
|
€ |
56,50 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ |
34,00 |
|
|
|
€ |
226,50 |
|
|
|
€ |
226,50 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ |
136,00 |
|
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
13,55 |
|
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een exploitatie-vergunning als bedoeld in de verordening inzake speelautomatenhallen |
€ |
188,40 |
|
Art. 1.32 |
Telecommunicatiewet |
|
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning voor het leggen, in stand houden, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels of leidingen als bedoeld in artikel 4 5 , eerste lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) |
€ |
440,00 |
|
2. |
Het in hiervoor in art.1.32.1 genoemde tarief wordt per strekkende meter bodemsleuf verhoogd met |
€ |
1,45 |
|
Art. 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
|
|
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
|
|
€ |
45,95 |
|
|
|
€ |
45,95 |
|
|
|
€ |
45,95 |
|
b |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen |
€ |
45,95 |
|
c. |
Onverminderd het bepaalde onder 1.33.a en 1.33.b worden de daarin genoemde bedragen, indien middels advertentie publicatie heeft plaatsgevonden, verhoogd met |
€ |
70,65 |
|
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ |
45,95 |
|
e. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het van gemeentewege aanleggen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag tot het van gemeentewege aanleggen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
f. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een enkelvoudige aanvraag om ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen o.g.v. artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ |
75,00 |
|
g. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verzamelontheffing vervoer gevaarlijke stoffen o.g.v. artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ |
225,00 |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.10 Diversen
Art. 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
|
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
||
|
1. gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
2,15 |
||
|
2. fotokopieën of digitale scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
0,35 |
||
|
3. inlichtingen, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per inlichting |
€ |
2,20 |
||
|
4. kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.34a.1 en 1.34a.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening als lichtdruk of digitale scan: |
|
|
||
|
A4 formaat |
€ |
3,80 |
||
|
A3 formaat |
€ |
5,55 |
||
|
A2 formaat |
€ |
10,00 |
||
|
A1 formaat |
€ |
19,35 |
||
|
voor elke kaart, tekening of lichtdruk groter dan A1 formaat |
€ |
19,35 |
||
|
vermeerderd met € 0,27 voor elke dm² waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk het A1 formaat te boven gaat. |
|
|
||
|
5. kaarten en tekeningen, al dan niet behorend bij de in de artikelen 1.34a.1 en 1.34a.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart of per tekening als kleuren-plot: |
|
|
||
|
A4 formaat |
€ |
13,90 |
||
|
A3 formaat |
€ |
23,00 |
||
|
A2 formaat |
€ |
36,80 |
||
|
A1 formaat |
€ |
41,45 |
||
|
A0 formaat |
€ |
46,00 |
||
|
6. kaarten en tekeningen, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.34a.1 en 1.34a.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart of per tekening als polyester-plot: |
|
|
||
|
A4 formaat |
€ |
18,45 |
||
|
A3 formaat |
€ |
27,50 |
||
|
A2 formaat |
€ |
41,45 |
||
|
A1 formaat |
€ |
59,90 |
||
|
A0 formaat |
€ |
91,90 |
||
|
7. een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
45,95 |
||
|
8. stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
22,65 |
||
|
9. gegevens op een door de gemeente aan te leveren digitale drager |
€ |
45,95 |
||
Art. 1.35 |
Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
|
||
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking |
€ |
45,95 |
||
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWETParagraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|
||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemdeUniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
|
5. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende normbouwkostenregeling gemeente Sluis en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% afwijken van deze normbouwkosten. |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
omgevingsoverleg; |
|
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
||
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
|
a. |
voor een overleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is dan wel vergunningsvrij is: |
€ 125,00 |
|
b. |
voor elk ander overleg, voor het eerste overleg: |
€ 550,00 |
|
c. |
voor elk volgend overleg: |
€ 1.500,00 |
2. |
De op grond van het vorige lid, onderdelen b. en c. verschuldigde bedragen worden per in te schakelen adviseur verhoogd met: |
€ 250,00 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000: |
€ 220,00 |
|
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000: |
€ 1.280,00 |
|
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 100.000: |
€ 2.500,00 |
|
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 200.000: |
€ 940,00 |
|
|
Vermeerderd met 2% van de bouwkosten |
|
|
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000 : |
€ 3.120,00 |
|
|
Vermeerderd met 1,5% van de bouwkosten |
|
|
f. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000 : |
€ 4.680,00 |
|
|
Vermeerderd met 1,375% van de bouwkosten |
|
|
g. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 en meer : |
€ 6.240,00 |
|
|
Vermeerderd met 1,25% van de bouwkosten |
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
€ 300,00 |
|
2. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
€ 200,00 |
|
3. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
€ 200,00 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: per uur: |
€ 100,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: per uur: |
€ 100,00 |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit (reserveren) |
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 12 van de Erfgoedverordening gemeente Sluis 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 300,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 300,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 300,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 300,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 300,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 300,00 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 300,00 |
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Sluis 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 300,00 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 300,00 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening gemeente Sluis 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 1.500,00 |
|
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 1.500,00 |
|
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.500,00 |
|
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.000,00 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 996,00 |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.656,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 2.213,00 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.770,00 |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten (Reserveren) |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 155,00 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 155,00 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 150,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 150,00 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 100,00 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 100,00 |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 150,00 |
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 150,00 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 150,00 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 150,00 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (Reserveren) |
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2.1 van de Bomenverordening gemeente Sluis 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 150,00 |
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.15a van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 200,00 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 200,00 |
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: |
€ 100,00 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 100,00 |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 200,00 |
||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.000,00 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
1° |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.000,00 |
|
2° |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.000,00 |
|
3° |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 1.000,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.500,00 |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.500,00 |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
||
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 2.213,00 |
|
b. |
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.770,00 |
|
c. |
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.438,00 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.438,00 |
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.500,00 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 1.000,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 1.000,00 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:: |
€ 2.213,00 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 1.000,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 200,00 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
|
|
€ 1.770,00 |
|
€ 200,00 |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ 100,00 |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ 400,00 |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 5.000,00 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 100,00 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
|||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 2.656,00 |
||
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 5.000,00 |
||
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 1.500,00 |
||
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 400,00 |
||
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 270,00 |
||
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 996,00 |
||
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 996,00 |
||
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 200,00 |
||
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 25.500,00 |
||
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 200,00 |
||
Artikel 2.50 Advies |
|
|||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
||
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 220,00 |
|
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Sluis 2023 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
|
|
|
|
1. |
over het deel van de bouwkosten tot € 50.000: |
€ 100,00 |
|
|
2. |
Indien de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 2.000.000 bedragen: van de bouwkosten |
0,2% |
|
|
3. |
Indien de bouwkosten vanaf € 2.000.000 tot € 6.000.000 bedragen: van de bouwkosten minus € 2.000.000,--, te vermeerderen met € 4.000 |
0,05% |
|
|
4. |
Indien de bouwkosten € 6.000.000 of meer bedragen: |
€ 6.000,00 |
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Sluis 2023 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 750,00 |
|
|
d. |
voor een advies van de agrarische commissie: |
€ 890,00 |
|
|
e. |
Voor een advies van een landschapsdeskundige: |
€ 750,00 |
|
|
f. |
Voor een advies van een molenbiotoop: |
€ 750,00 |
|
|
g. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met f: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
||
Artikel 2.51 Instemming |
|
|||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een ander bestuursorgaan dan de gemeenteraad: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in paragraaf 2.3. |
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
|
|
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
2% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
3% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
5% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.] |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
85% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 112,50 wordt niet teruggegeven. |
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 200,00 |
b. |
een aanvraag tot wijziging van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, van de plaatselijke verordening: |
€ 200,00 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 150,00 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 50,00 |
c. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a en 30b, van de Alcoholwet: |
€ 50,00 |
d. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 50,00 |
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 200,00 |
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf (gereserveerd) |
|
|
|
|
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 70,00 |
|
|
|
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening voor de evenementen Visserijfeesten Breskens, Jaarmarkt Groede, Folkloristische dag IJzendijke, Avondmarkten Sluis: |
€ 210,00 |
b. |
om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening voor andere evenementen dan die zijn genoemd in onderdeel a., waaronder circussen, stuntshows, toeristenmarkten, rommelmarkten e.d.: |
€ 100,00 |
Artikel 3.7 Organiseren markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
|
|
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 100,00 |
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een vaste-standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Marktverordening gemeente Sluis 2020: |
€ 50,00 |
Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt (gereserveerd) |
|
|
Artikel 3.10 Losse standplaatsen (gereserveerd) |
|
|
|
|
|
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Artikel 3.11 Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 300,00 |
Artikel 3.12 Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte (Reserveren) |
|
Artikel 3.13 Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte (Reserveren) |
|
Artikel 3.14 Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten (Reserveren) |
|
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning [of -ontheffing] (Reserveren) |
|
Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur (Reserveren) |
|
Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming (Reserveren) |
|
Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte (Reserveren) |
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
|
|
a. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.10 van de APV (vergunning voor voorwerpen, uitstallingenvergunning op wegen enz.) |
€ 50,00 |
b. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.15 en 5.18 van de APV (incidentele ventvergunning en incidentele standplaatsvergunning) |
€ 50,00 |
c. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 5.15 en 5.18 van de APV (anders dan incidentele standplaats- c.q. ventvergunning) |
€ 100,00 |
d. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 50,00 |
Behorende bij raadsbesluit van 2 november 2023
De griffier van de gemeente Sluis,
Mr. P.T.G. Claeijs
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl