Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024

Geldend van 11-07-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024

Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ;

overwegende dat het wenselijk is om ter uitwerking van de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023 regels voor subsidieverlening vast te stellen;

 

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023;

b e s l u i t e n :

de Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024 vast te stellen, die luidt als volgt:

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

Voor deze subsidieregeling gelden de begripsomschrijvingen zoals hieronder vermeld. Voor zover begrippen niet gedefinieerd zijn geldt de begripsomschrijving zoals opgenomen in de algemene subsidieverordening Landgraaf 2023.

  • 1.

    Actief lid: een natuurlijk persoon die is ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie, deelneemt aan de kernactiviteiten van de organisatie, vermeld staat op de (bonds)ledenlijst en hiervoor contributie betaalt of deelneemt aan het bestuur of trainer/instructeur is bij de organisatie.

  • 2.

    Alliantie: samenwerkingsverband van professionele organisaties, gericht op het in gang zetten van een gezamenlijke ontwikkeling binnen het sociaal domein.

  • 3.

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023.

  • 4.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • 5.

    Badhuur-uren: kosten die gemaakt worden voor de huur van uren zwembadwater per accommodatie in Landgraaf, ten behoeve van de subsidiabele activiteiten.

  • 6.

    Basissubsidie: een jaarlijkse of meerjarige subsidie die wordt verleend aan vrijwilligersorganisaties als tegemoetkoming in de kosten die direct verbonden zijn aan de kernactiviteiten.

  • 7.

    Budgetsubsidie: een subsidie voor (semi-)professionele organisaties die werkzaam zijn in de gemeente Landgraaf, voor activiteiten die de gemeente Landgraaf ondersteunen in het uitvoeren van haar wettelijke taken en/of bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen binnen het sociaal domein.

  • 8.

    Burgerinitiatief: een niet beroepsmatig maatschappelijk en innovatief initiatief van een of meer bewoners van de gemeente Landgraaf en/of van een of meer in Landgraaf gevestigde verenigingen.

  • 9.

    Buurt: een herkenbaar en samenhangend deel van een wijk.

  • 10.

    Buurtevenement: een bijzondere gebeurtenis van tijdelijke aard met een eenmalig of terugkerend karakter, waarbij de activiteiten zijn georganiseerd voor de eigen buurt.

  • 11.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf.

  • 12.

    Evenement: een bijzondere, openbaar toegankelijke vertoning of gebeurtenis van tijdelijke aard waarbij de activiteiten zijn georganiseerd met het oog op het aantrekken van publiek.

  • 13.

    Huisvestingskosten: kosten die gemaakt worden voor gebouwen en eventuele buitenterreinen, die structureel worden gebruikt voor de subsidiabele activiteiten.

  • 14.

    Innovatiesubsidie: subsidie ten behoeve van een project van een professionele organisatie of een alliantie gericht op sociale innovatie dat mede ten goede komt aan de Landgraafse samenleving.

  • 15.

    Jeugdlid: een lid dat op 1 januari van het betreffende subsidiejaar jonger is dan 23 jaar.

  • 16.

    Jubileumsubsidie: een subsidie als symbolische bijdrage voor de feestvreugde in het geval een vrijwilligersorganisatie een door het college erkend bestaansjubileum viert.

  • 17.

    Kernactiviteit: de activiteit die de vrijwilligersorganisatie bestaansrecht geeft en die de organisatie typeert.

  • 18.

    Lid: een natuurlijk persoon, ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie en vermeld op de (bonds)ledenlijst.

  • 19.

    Maatschappelijke activiteiten: activiteiten die een (sociale) meerwaarde hebben voor de lokale samenleving en kwetsbare burgers in het bijzonder.

  • 20.

    Nevenactiviteit: diensten of activiteiten die de organisatie naast de kernactiviteit(en) of –diensten verricht.

  • 21.

    Ouderen: personen in de leeftijd van 60 jaar en ouder.

  • 22.

    Project: samenhangende activiteiten, gericht op het bereiken van concrete doelen binnen een vooraf vastgestelde begroting en periode.

  • 23.

    Reserve: een reserve als bedoeld in artikel 2:373 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 24.

    Samenwerkingssubsidie: subsidie ten behoeve van een project van rechtspersonen gericht op de verwezenlijking van meer samenwerking binnen het sociaal domein in de gemeente Landgraaf.

  • 25.

    Sociale innovatie: inzet gericht op vernieuwing van (onderdelen van) het sociaal domein die leidt tot verbetering van producten, diensten, methodieken en systemen

  • 26.

    Stimuleringssubsidie: subsidie voor vrijwilligersorganisaties die hun kernactiviteit(en) toegankelijk maken voor mensen met een beperking en/of inwoners in de gemeente Landgraaf stimuleren om te participeren aan hun kernactiviteit(en).

  • 27.

    Subsidiabele kosten: kosten die volgens de subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen.

  • 28.

    Subsidieovereenkomst: de overeenkomst, die op grond van artikel 4:36 Awb tussen de subsidieontvanger en het college gesloten kan worden ter uitvoering van de subsidiebeschikking.

  • 29.

    Vrijwilligersorganisatie: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die door vrijwilligers wordt bestuurd, gevestigd en actief in de gemeente Landgraaf.

  • 30.

    Werksoort: een verzameling van gelijke dan wel gelijksoortige activiteiten of belangen als bedoeld in artikel 3.1 van deze subsidieregeling.

  • 31.

    Wijk: Schaesberg, Ubach over Worms of Nieuwenhagen.

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Het college kan subsidie verstrekken voor activiteiten binnen de gemeente Landgraaf die een bijdrage leveren aan de bevordering van:

  • 1.

    de leefbaarheid en de sociale cohesie;

  • 2.

    de maatschappelijke participatie van inwoners;

  • 3.

    de zelfredzaamheid/samenredzaamheid van inwoners;

  • 4.

    de formele en informele netwerken;

  • 5.

    de fysieke en mentale gezondheid van inwoners;

  • 6.

    de promotie en toeristische aantrekkelijkheid;

  • 7.

    de culturele infrastructuur;

  • 8.

    (sociale) activering van kwetsbare doelgroepen;

  • 9.

    de ontwikkeling van kinderen met kans op (onderwijs)achterstanden en/of;

  • 10.

    een robuust verenigingsleven dat een duurzame bijdrage levert aan het participeren van inwoners aan activiteiten.

Hoofdstuk 2: Budgetsubsidie

Artikel 2.1 Doelgroep

Budgetsubsidie is bedoeld voor (semi-)professionele organisaties die met hun activiteiten de gemeente Landgraaf ondersteunen in het uitvoeren van haar wettelijke taken en/of bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen binnen het sociaal domein.

Artikel 2.2 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • 1.

    Als een (semi-)professionele organisatie voldoet aan artikel 2.1 kan het college subsidie verlenen mits de activiteiten gericht zijn op welzijn, jeugd, onderwijs, maatschappelijke dienstverlening, maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid, sociaal-cultureel werk, emancipatie, bibliotheekwerk, gezondheidszorg, sport, welzijn, peuteropvang, ouderen, gehandicapten, armoede en opvang en integratie van vreemdelingen.

  • 2.

    Voor zover de activiteiten in het voorgaande jaar reeds zijn uitgevoerd, dienen deze naar het oordeel van het college naar tevredenheid te zijn uitgevoerd en de organisatie dient te hebben voldaan aan haar verplichtingen.

  • 3.

    Voor budgetsubsidie komen alleen die gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de opgedragen activiteiten en producten.

Artikel 2.3 Meerjarige subsidies

  • 1. Subsidies boven de € 10.000 worden jaarlijks verstrekt.

  • 2. Subsidies tot € 10.000 kunnen meerjarig worden verstrekt, met een maximum van 4 jaar:

    • a.

      indien de (semi-)professionele organisatie over tenminste drie kalenderjaren voorafgaand aan het subsidiejaar subsidie heeft ontvangen voor vergelijkbare activiteiten en heeft voldaan aan alle aan die subsidie verbonden verplichtingen;

    • b.

      indien de aard van de activiteiten en de (semi-)professionele organisatie het toelaten om meerjarige afspraken te maken, en

    • c.

      onder voorbehoud van voldoende financiële middelen en ongewijzigde omstandigheden.

Artikel 2.4 Berekening subsidie

  • 1. De budgetsubsidie is proportioneel ten opzichte van de beoogde beleidsdoelen en de beoogde effecten van de uit te voeren activiteiten. Uitgangspunt voor de subsidieberekening is de door de aanvrager ingediende begroting en jaarrekening.

  • 2. Een peuteropvangorganisatie komt in aanmerking voor een budgetsubsidie op basis van de grootte en de zwaarte van de groepen. De subsidie wordt berekend overeenkomstig de tabel in bijlage vermenigvuldigd met de indexering van de maximale uurprijs voor de kinderopvangtoeslag ten op zichte van het basisjaar 2020.

  • 3.

    • a.

      Een peuteropvangorganisatie komt voorts in aanmerking voor een budgetsubsidie niet-KOT (kinderopvangtoeslag) ter compensatie van de kosten voor de opvang van kinderen wier ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. De kostprijs per uur die daarbij maximaal voor vergoeding in aanmerking komt, is gelijk aan de kostprijs per uur die de Belastingdienst hanteert in het kader van de berekening van kinderopvangtoeslag.

    • b.

      Een peuteropvangorganisatie moet streven naar een halfjaarlijkse nauwkeurig geschatte aanvraag inzake een budgetsubsidie niet-KOT. Ook moet de aanbieder van de peuteropvang kunnen aantonen dat de betreffende ouders geen recht hebben op KOT. De verlening van budgetsubsidie niet-KOT kan alleen worden gewijzigd wanneer er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

Artikel 2.5 Subsidieplafond

Het jaarlijks door de gemeenteraad in de begroting per organisatie en/of maatschappelijke taak beschikbaar gestelde bedrag is het subsidieplafond.

Artikel 2.6 Uitvoeringsovereenkomst, overleg en subsidieverantwoording

  • 1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een subsidieovereenkomst worden afgesloten.

  • 2. De (semi-)professionele organisatie neemt deel aan ambtelijk en/of bestuurlijk overleg met de gemeente Landgraaf. Minimaal 1 keer per jaar wordt dit overleg gevoerd om na te gaan welke doelen zijn gerealiseerd en vindt er door de (semi-)professionele organisatie een financiële toelichting plaats.

  • 3. Waar nodig werkt de (semi-)professionele organisatie samen met andere organisaties.

Hoofdstuk 3: Basissubsidie

Artikel 3.1 Doelgroep

Dit hoofdstuk is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college ten behoeve van de kernactiviteiten van vrijwilligersorganisaties op het gebied van:

  • 1.

    amateurkunst: richt zich op activiteiten in groepsverband ter bevordering van kunstzinnige vorming en samenkomst gericht op het beoefenen van een kunstvorm, waaronder fotografie, niet vallend onder een andere werksoort.

  • 2.

    belangenbehartiging: het in groepsverband ontplooien van regelmatige activiteiten ter instandhouding en bevordering van natuur en milieu en/of, zelfstandigheid en maatschappelijke participatie van ouderen en/of, sociaal-culturele activiteiten gericht op vrouwenontplooiing en/of, lokale scholing en dienstverlening rondom het verlenen van EHBO en reanimatie en/of het ondersteunen van vrijwilligers in de gezondheidszorg en/of andere door de gemeenteraad erkende belangenbehartiging.

  • 3.

    carnaval: activiteiten in groepsverband gericht op de instandhouding van de viering van carnaval als algemeen volksvermaak in de vorm van het organiseren van een optocht, revue of zitting.

  • 4.

    dans- en Wandelsport: danskunst en/of wandelsport beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening.

  • 5.

    denk- en behendigheidssporten: denk of behendigheidssporten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening.

  • 6.

    dierensport: sportactiviteiten met dieren beoefend in groepsverband door een vrijwilligersorganisatie, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

  • 7.

    folklore en Cultuurhistorie: activiteiten gericht op de bevordering van onderzoek, bestudering en beschrijving van de lokale geschiedenis, gebruiken en gewoonten, het publiceren daarover, evenals het verzamelen, conserveren en beschrijven van voorwerpen en geschriften en/of activiteiten voor het behouden en bevorderen van de culturele identiteit en/of cultuurhistorie en folklore van Landgraaf.

  • 8.

    kerkgenootschappen: activiteiten gericht op de ontplooiing van de sociaal-maatschappelijke activiteiten door een in Landgraaf gevestigde gemeenschap van gelovigen die onderdeel uitmaakt van een landelijke overkoepelende organisatiestructuur c.q. geloofsgemeenschap ten dienste van de (buurt)bewoners van Landgraaf.

  • 9.

    gymnastiek en Turnen: door het NOC*NSF erkende gymnastiek- en/of turnactiviteiten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

  • 10.

    instrumentale muziek (HaFa): instrumentale muziek beoefend in groepsverband, zijnde uitsluitend een harmonie of fanfare, waarbij de muziek wordt beoefend door muzikale vorming en samenkomst onder leiding van een dirigent of instructeur.

  • 11.

    jeugd- en Jongerenwerk: activiteiten die zich richten op regelmatige activiteiten in groepsverband ter instandhouding en bevordering van sociale, culturele, educatieve en recreatieve activiteiten of tradities voor jongeren.

  • 12.

    overig: stichting Oefenbunker Live, stichting Theater Landgraaf, stichting Hartveilig Landgraaf en stichting Bijzonder in beweging ter uitvoering van activiteiten zoals statutair vastgelegd en overeengekomen met de gemeente Landgraaf.

  • 13.

    schutterswezen: activiteiten gericht op de instandhouding en bevordering van het schutterswezen en de schutterijfolklore.

  • 14.

    sjpasskapellen: activiteiten gericht op het beoefenen van instrumentale muziek in groepsverband, al dan niet onder leiding van een dirigent of instructeur, vaak ontstaan vanuit het carnaval, maar tegenwoordig gericht op opluistering van sociale festiviteiten in bredere zin.

  • 15.

    speeltuinwerk: activiteiten gericht op het aanbieden van speelmogelijkheden ten behoeve van jeugdigen in de leeftijd tot en met 12 jaar met een recreatief, creatief dan wel educatief karakter.

  • 16.

    overige buitensport (tennis en atletiek): door het NOC*NSF erkende tennis en/of atletiek beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

  • 17.

    toneel: activiteiten gericht op het beoefenen van de toneelkunst.

  • 18.

    verdedigingssport: door het NOC*NSF erkende verdedigingssporten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

  • 19.

    vocale muziek: vocale muziek beoefend in groepsverband, zijnde wereldlijke en kerkelijke zangkoren, jeugd- en jongerenkoren of kinderkoren. De muziek wordt beoefend door muzikale vorming en samenkomst onder leiding van een dirigent of instructeur.

  • 20.

    veldvoetbal: door het NOC*NSF erkend veldvoetbal beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

  • 21.

    overige binnensport (volleybal, zaalvoetbal, handbal en badminton): door het NOC*NSF erkende volleybal en/of zaalvoetbal en/of handbal en/of badminton beoefend in groepsverband door een vrijwilligersorganisatie, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

  • 22.

    wielersport: door het NOC*NSF erkende wielersport beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

  • 23.

    zwemsport: door het NOC*NSF erkende zwem en/of duikactiviteiten beoefend in groepsverband, gericht op competitieve dan wel recreatieve sportbeoefening onder leiding van een trainer of instructeur.

Artikel 3.2 Subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen voor basissubsidie dienen vóór 1 maart van het betreffende subsidiejaar, via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier te worden ingediend.

  • 2. Een vrijwilligersorganisatie die voor de eerste keer een subsidieaanvraag voor basissubsidie indient stuurt tevens mee:

    • a.

      een afschrift van de statuten van de vrijwilligersorganisatie;

    • b.

      een recent bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • d.

      een omschrijving van de kernactiviteiten van de vrijwilligersorganisatie;

    • e.

      een bewijs van lidmaatschap van de koepelorganisatie, indien van toepassing;

    • f.

      andere door het college gevraagde stukken die van belang zijn voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag.

  • 3. Vrijwilligersorganisaties die niet bij de aanvang van een subsidieperiode, als bedoeld in artikel 3.4 lid 2 zijn meegenomen in de algemene vierjaarlijkse vaststelling van de subsidies, kunnen alsnog later een subsidieaanvraag indienen.

  • 4. Een aanvraag voor tussentijdse herziening of een latere aanvraag kan schriftelijk worden ingediend tot uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar/de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 3.3. Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • 1.

    Een vrijwilligersorganisatie telt minimaal 15 actieve leden op 1 januari van het betreffende subsidiejaar. Ter controle dient voorafgaand aan de subsidieperiode een ondertekende (bonds)ledenlijst te worden overhandigd, waarop het aantal actieve leden duidelijk zichtbaar is.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien voor de betreffende vrijwilligersorganisatie, door het college voor deze bij naam genoemde vrijwilligersorganisatie een vast bedrag aan basissubsidie is opgenomen in bijlage II, ongeacht het actieve ledenaantal.

Artikel 3.4 Berekening subsidie

  • 1.

    Het college kan basissubsidie verlenen ten behoeve van de redelijk te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de kernactiviteit(en) van deze organisatie, zoals omschreven in artikel 3.1.

  • 2.

    De te verlenen subsidie wordt eenmaal per vier jaar vastgesteld.

  • 3.

    De subsidieberekening per werksoort is opgenomen in bijlage II van deze subsidieregeling.

Artikel 3.5 Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt jaarlijks de deelbudgetten voor de diverse werksoorten vast.

  • 2. In afwijking van artikel 11, tweede lid onder g, van de Asv wordt indien het totale bedrag van de subsidiebedragen het subsidieplafond binnen de werksoort overschrijdt, naar rato het subsidiebedrag per organisatie verminderd.

  • 3. De verdeling bij overschrijding van het subsidieplafond geschiedt als volgt: het subsidiebedrag (A), wordt gedeeld door het totaal van de subsidies (B), vermenigvuldigd met het bedrag van het subsidieplafond (C). Dit ziet er in een formule als volgt uit: (A/B)*C.

Artikel 3.6 Tussentijdse aanvraag en herziening meerjarige basissubsidie

  • 1.

    Het college kan een verleende subsidie gedurende het subsidietijdvak tussentijds herzien indien ten opzichte van de oorspronkelijke opgave het aantal actieve leden met tenminste met 15 procent of met tenminste 15 leden is toegenomen/afgenomen. Peildatum voor het ledenaantal is 1 januari van het subsidiejaar.

  • 2.

    Een tussentijdse herziening kan slechts twee keer plaatsvinden en geldt vervolgens voor het resterende deel van het subsidietijdvak.

Artikel 3.7 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

  • 1.

    De activiteiten worden uitgevoerd door ten behoeve van een vrijwilligersorganisatie functionerende nevenorganisaties of verzelfstandigde onderdelen/afdelingen waarvan de activiteiten primair ten dienste staan van of zijn toe te rekenen aan de vereniging. De activiteiten van dit soort organisaties worden betrokken bij de subsidievaststelling door de ‘moedervereniging’.

  • 2.

    De vrijwilligersorganisatie minder dan 15 actieve leden heeft.

Artikel 3.8 Verplichtingen

  • 1.

    Op verzoek van het college verleent de vrijwilligersorganisatie medewerking aan evenementen/activiteiten in de gemeente Landgraaf, voor zover dit van de vrijwilligersorganisatie verlangd kan worden.

  • 2.

    De vrijwilligersorganisatie informeert het college onverwijld schriftelijk over een toe- of afname van het ledenaantal met 15 procent of tenminste 15 actieve leden.

  • 3.

    De vrijwilligersorganisatie informeert het college onverwijld schriftelijk over wijzigingen in het bestuur, statuten en adressen.

Artikel 3.9 Subsidieverantwoording en vaststelling

  • 1. Het college kan steekproefsgewijs of wanneer hier aanleiding voor is, de volgende gegevens controleren:

    • a.

      financiële situatie van de vrijwilligersorganisatie;

    • b.

      het ledenaantal;

    • c.

      inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • d.

      uitvoering van kernactiviteiten.

  • 2. Het college is bevoegd om de hiervoor noodzakelijke gegevens bij de vrijwilligersorganisatie en/of bij een overkoepelende organisatie op te vragen. De vrijwilligersorganisatie is gehouden om hier medewerking aan te verlenen.

Hoofdstuk 4: Jubileumsubsidie

Artikel 4.1 Doelgroep

  • 1. Het college kan op aanvraag aan een vrijwilligersorganisatie die een 25-, 50-, 75- of 100- jarig jubileum of een veelvoud daarvan viert subsidie verstrekken, mits de vrijwilligersorganisatie zelf op enige wijze aandacht besteedt aan dit jubileum.

  • 2. In afwijking van lid 1 kan het college op aanvraag aan een vrijwilligersorganisatie uit de werksoort carnaval die een 11- jarig jubileum of een veelvoud daarvan viert, subsidie verstrekken, mits de vrijwilligersorganisatie zelf op enige wijze aandacht besteedt aan dit jubileum.

Artikel 4.2 Subsidieaanvraag

  • 1. De vrijwilligersorganisatie moet de jubileumsubsidie uiterlijk 8 weken voorafgaand aan de activiteit via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier indienen bij het college.

  • 2. De jubilerende vereniging of stichting voegt een bewijsstuk toe waaruit het te vieren jubileum blijkt.

Artikel 4.3 Berekening subsidie

  • 1. Aan een vrijwilligersorganisatie die een jubileum viert als bedoeld in artikel 4.1 lid 1 wordt een jubileumsubsidie verstrekt van respectievelijk: € 200, € 300, € 400, € 500.

  • 2. Bij een opvolgend bestaansjubileum gelden telkens de in lid 1 genoemde oplopende bedragen.

  • 3. Aan een vrijwilligersorganisatie uit de werksoort carnaval die een jubileum viert als bedoeld in artikel 4.1 lid 2 wordt een jubileumsubsidie verstrekt van € 111,11.

Hoofdstuk 5: Evenementensubsidie

Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • 1.

    Het evenement dient bij te dragen aan de verbetering van de sociale samenhang binnen de gemeente of identiteit van de gemeente.

  • 2.

    Het evenement heeft tenminste een uitstraling op buurtniveau, wijkniveau, gemeentelijk of (eu)regionaal niveau.

Artikel 5.2 Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag dient ten hoogste 24 weken en uiterlijk 6 weken voorafgaand aan het evenement via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier te worden ingediend bij het college.

  • 2. De aanvrager kan het college schriftelijk gemotiveerd verzoeken om een afwijkende termijn voor het indienen van de subsidieaanvraag.

  • 3. De aanvraag voor een evenementensubsidie dient tenminste te bevatten:

    • a.

      een omschrijving van het evenement waaruit blijkt dat het bijdraagt aan de verbetering van de sociale samenhang;

    • b.

      datum waarop het evenement plaatsvindt dan wel wordt beoogd;

    • c.

      de wijk waarbinnen en de locatie waar het evenement gaat plaatsvinden;

    • d.

      inzicht in de met het evenement gepaard gaande kosten en baten.

  • 4. De aanvraag voor een buurtevenementensubsidie dient tenminste te bevatten:

    • a.

      indien de aanvrager een natuurlijk persoon is, een verklaring voorzien van namen, adressen en handtekeningen dat de aanvraag door tenminste vier buurtgenoten wordt ondersteund;

    • b.

      een omschrijving van het buurtevenement waaruit blijkt dat het gericht is op de verbetering van de sociale samenhang in de betreffende buurt;

    • c.

      de datum waarop het buurtevenement plaatsvindt dan wel wordt beoogd;

    • d.

      de buurt waarbinnen en de locatie waar het evenement gaat plaatsvinden.

Artikel 5.3 Berekening subsidie

  • 1. De hoogte van subsidie voor een evenement, niet zijnde een buurtevenement, dat voor de eerste keer wordt georganiseerd, is maximaal 50 procent van de kosten met een maximum van € 1000.

  • 2. De hoogte van een subsidie voor een evenement, niet zijnde een buurtevenement, dat voor de tweede keer of vaker wordt georganiseerd is maximaal 50 procent van de kosten met een maximum van € 500.

  • 3. De hoogte van subsidie voor een buurtevenement is maximaal € 250.

  • 4. Subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van het (buurt)evenement verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 5.4 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

  • 1. de subsidieaanvraag is ingediend buiten het in artikel 5.2, lid 1 genoemde tijdvak.

  • 2. het (buurt)evenement niet of onvoldoende in de gemeente Landgraaf plaatsvindt.

  • 3. een benodigde vergunning voor het evenement is geweigerd.

  • 4. de organisatie een winstoogmerk heeft.

  • 5. het (buurt)evenement in hetzelfde kalenderjaar reeds in aanmerking is gebracht voor subsidie op grond van een andere subsidieregeling van de gemeente Landgraaf.

  • 6. het (buurt)evenement behoort tot of rechtstreeks voortvloeit uit de kernactiviteiten van een vrijwilligersorganisatie die in aanmerking komt voor een basissubsidie.

  • 7. het (buurt)evenement onvoldoende bijdraagt aan de kwaliteit en diversiteit van het evenementenaanbod en het imago van de gemeente Landgraaf.

  • 8. het (buurt)evenement onvoldoende bijdraagt aan de verbetering van de sociale samenhang, identiteit van de gemeente of onvoldoende uitstraling heeft.

  • 9. de aanvrager in hetzelfde kalenderjaar reeds in aanmerking is gebracht voor evenementensubsidie of buurtevenementensubsidie.

  • 10. in voorafgaande kalenderjaren de aanvrager niet of onvoldoende heeft voldaan aan de in artikel 5.5 opgenomen verplichtingen.

Artikel 5.5 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger die in aanmerking wordt gebracht voor subsidie voor een evenement, is verplicht in alle tot derden gerichte uitingen met betrekking tot het evenement, waaronder in ieder geval begrepen drukwerk en publicaties, duidelijk leesbaar aan te geven dat het evenement (mede) tot stand gekomen is dankzij subsidie van de gemeente Landgraaf.

  • 2. Het college kan nadere aanwijzingen geven over de aard en wijze van vermelding.

  • 3. Het toegekende subsidiebedrag wordt geheel besteed ten behoeve van het (buurt)evenement.

Artikel 5.6 Subsidieverantwoording en vaststelling

  • 1.

    Het college kan steekproefsgewijs of wanneer hier aanleiding voor is, de volgende gegevens controleren:

    • a.

      financiële situatie van de vrijwilligersorganisatie;

    • b.

      inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • c.

      uitvoering van het (buurt)evenement;

    • d.

      vermelding van de gemeente Landgraaf in tot derden gerichte uitingen.

  • 2.

    Het college is bevoegd om de hiervoor noodzakelijke gegevens bij de vrijwilligersorganisatie/subsidieontvanger op te vragen. De vrijwilligersorganisatie/subsidieontvanger is gehouden om hier medewerking aan te verlenen.

Hoofdstuk 6: Stimuleringssubsidie

Artikel 6.1 Doelgroep

Het college kan aan een vrijwilligersorganisatie op aanvraag een stimuleringssubsidie verstrekken voor de kosten die zij maakt om haar kernactiviteit(en) toegankelijk te maken voor mensen met een beperking of inwoners te stimuleren om te participeren aan hun kernactiviteit(en).

Artikel 6.2 Subsidieaanvraag

Een aanvraag wordt ten hoogste 24 weken en tenminste 8 weken voorafgaand aan de beoogde activiteit(en), via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier, bij het college ingediend.

Artikel 6.3 Berekening subsidie

  • 1. De hoogte van het subsidiebedrag is gelijk aan het bedrag van de gemaakte kosten en bedraagt maximaal € 1.000.

  • 2. Subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van de stimuleringsactiviteit(en) verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 6.4 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

  • 1. de vrijwilligersorganisatie gedurende het subsidiejaar al een stimuleringssubsidie heeft ontvangen.

  • 2. een eerdere subsidie is verstrekt of geweigerd voor eenzelfde stimuleringsactiviteit door de aanvrager.

  • 3. voor de stimuleringsactiviteit(en) al subsidie wordt ontvangen op grond van een andere subsidieregeling.

  • 4. de aanvraag wordt ingediend buiten het in artikel 6.2 opgenomen tijdvak.

Artikel 6.5 Verplichtingen

De vrijwilligersorganisatie deelt haar opgedane kennis en ervaring met andere vrijwilligersorganisaties uit Landgraaf.

Artikel 6.6 Subsidieverantwoording

Indien een steekproefsgewijze controle plaatsvindt zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Asv, dient de subsidieontvanger facturen te overleggen waaruit blijkt dat de kosten zoals bedoeld in artikel 6.3 zijn gemaakt.

Hoofdstuk 7: Burgerinitiatieven

Artikel 7.1 Doelgroep

Het college kan aan een of meer burgers van de gemeente Landgraaf of aan een of meer in Landgraaf gevestigde vrijwilligersorganisaties op aanvraag een subsidie toekennen ten behoeve van de verwezenlijking van een burgerinitiatief, mits dit initiatief een bijdrage levert aan de leefbaarheid, de sociale samenhang en de betrokkenheid van bewoners in (een deel van) de gemeente.

Artikel 7.2 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • 1.

    Het burgerinitiatief draagt bij aan de leefbaarheid, sociale samenhang en betrokkenheid van inwoners in (een deel van) de gemeente.

  • 2.

    Het burgerinitiatief dient binnen 24 weken nadat de subsidie verleend is gerealiseerd te zijn.

  • 3.

    Het college kan op verzoek van de aanvrager afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn indien naar het oordeel van het college uit een gemotiveerd verzoek van de aanvrager blijkt dat dit noodzakelijk is.

Artikel 7.3 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag voor burgerinitiatievensubsidie dient maximaal 24 weken en minimaal 4 weken vóór de start van het burgerinitiatief te worden ingediend en bevat onverminderd het bepaalde in artikel 8 Asv in elk geval:

    • a.

      een beschrijving van het burgerinitiatief waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de hieraan deelnemende partijen;

    • c.

      een begroting voor de kosten van het burgerinitiatief;

    • d.

      de wijze waarop het burgerinitiatief wordt gerealiseerd.

  • 2. Een aanvraag kan slechts betrekking hebben op één burgerinitiatief.

Artikel 7.4 Berekening subsidie

  • 1. De subsidie is proportioneel ten opzichte van het burgerinitiatief en het aantal burgers dat met het initiatief wordt bereikt.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten van:

    • a.

      derden;

    • b.

      consumpties of huur van een locatie voor open activiteiten;

    • c.

      een ontbijt, brunch, lunch of diner;

    • d.

      sponsoring;

    • e.

      kosten voor communicatie zoals telefoon, printer, laptop, computer, drukkosten en eventuele abonnementskosten.

  • 3. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van het burgerinitiatief verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van het burgerinitiatief.

  • 4. Bij de beslissing op een aanvraag neemt het college kennis van een advies van een burgercommissie over het burgerinitiatief waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 7.5 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

  • 1.

    de aanvraag wordt ingediend buiten het in artikel 7.3, lid 1 opgenomen tijdvak.

  • 2.

    het burgerinitiatief niet of onvoldoende bijdraagt aan de leefbaarheid, sociale samenhang of betrokkenheid van bewoners in (een deel van) de gemeente.

  • 3.

    het burgerinitiatief niet wordt gerealiseerd binnen de gemeente Landgraaf of niet voldoende ten goede komt aan de Landgraafse samenleving.

  • 4.

    de aanvrager zelf niet bijdraagt aan de realisering van het burgerinitiatief.

  • 5.

    voor het burgerinitiatief of een vergelijkbaar initiatief reeds subsidie is verleend.

  • 6.

    voor het burgerinitiatief subsidie kan worden verleend op een andere grondslag.

  • 7.

    er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het burgerinitiatief niet of niet binnen 24 weken na de subsidieverlening gerealiseerd zal worden en er geen reden is om van deze termijn af te wijken.

Artikel 7.6 Verplichtingen

De subsidieontvanger deelt opgedane kennis en ervaring met andere burgerinitiatieven uit Landgraaf tijdens een jaarlijkse bijeenkomst.

Artikel 7.7 Subsidieverantwoording en vaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen 8 weken na realisering van het burgerinitiatief een aanvraag tot subsidievaststelling in, voor zover er eerst subsidieverlening heeft plaatsgevonden.

  • 2. Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden in diens aanvraag om subsidievaststelling.

Hoofdstuk 8: Samenwerkingssubsidie

Artikel 8.1 Doelgroep

Het college kan ten behoeve van een project van twee of meer rechtspersonen op hun verzoek subsidie verlenen ten behoeve van een project gericht op de verwezenlijking van meer samenwerking binnen het sociaal domein in de gemeente Landgraaf indien dit project maatschappelijke meerwaarde genereert voor de Landgraafse samenleving en/of een kostenbesparing oplevert en in overwegende mate ten goede komt aan de Landgraafse samenleving.

Artikel 8.2 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • 1.

    Het project dient in belangrijke mate ten goede te komen aan het bereiken van de doelen die de gemeente heeft gesteld binnen het sociaal domein en de aangevraagde samenwerkingssubsidie is noodzakelijk voor het realiseren van het project.

  • 2.

    Samenwerkingssubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de realisering van het project.

  • 3.

    De effecten van het project zijn meetbaar.

  • 4.

    Het project dient binnen 12 weken nadat de subsidie verleend is te zijn gestart.

  • 5.

    Het college kan op verzoek van de aanvrager afwijken van de in het vierde lid genoemde termijn indien naar het oordeel van het college uit een gemotiveerd verzoek van de aanvrager blijkt dat dit noodzakelijk is.

  • 6.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van de aan het project verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de samenwerking.

  • 7.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten van:

    • a.

      alle vormen van exploitatiekosten, die zijn gerelateerd aan gebouwen en systemen;

    • b.

      kosten van onderhoud of verbouwing van gebouwen en inventaris;

    • c.

      reguliere overhead, uurvergoeding (onder)directeuren en/of managers;

    • d.

      accountantskosten;

    • e.

      onvoorziene kosten.

Artikel 8.3 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag voor samenwerkingssubsidie dient maximaal 24 weken en minimaal 4 weken vóór de start van het project bij het college te worden ingediend en bevat onverminderd het bepaalde in artikel 8 Asv in elk geval:

    • a.

      een beschrijving van het project waarvoor de samenwerkingssubsidie wordt aangevraagd,

    • b.

      de hieraan deelnemende partijen en

    • c.

      de wijze waarop het project wordt gerealiseerd.

  • 2. Een aanvraag kan slechts betrekking hebben op één project.

Artikel 8.4 Berekening subsidie

  • 1. De samenwerkingssubsidie is proportioneel ten opzichte van de beoogde doelen en het beoogde effect van het project en wordt verstrekt voor zover de structurele besparing in de kosten en/of structurele kwalitatieve voordelen direct tot het project zijn terug te leiden.

  • 2. Bij de beslissing op een aanvraag neemt het college kennis van een advies van Landgraaf Verbindt over het project waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 8.5 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend buiten het in artikel 8.3 lid 1 opgenomen tijdvak.

  • 2.

    De aanvrager en/of andere deelnemers geen activiteiten uitvoeren in de gemeente Landgraaf.

  • 3.

    Voor het project of een vergelijkbaar initiatief reeds subsidie is verleend of anderszins van overheidswege is bijgedragen aan het project.

  • 4.

    Voor het project subsidie kan worden verleend op een andere grondslag.

  • 5.

    Het project onvoldoende is gericht op samenwerking binnen het sociaal domein.

  • 6.

    De structurele besparing in de kosten en/of structurele kwalitatieve voordelen niet direct tot het project terug zijn te leiden.

  • 7.

    Met het project het maken van winst wordt beoogd.

  • 8.

    Er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het project niet of niet binnen 12 weken na de subsidieverlening zal worden gestart en er geen reden is om op grond van artikel 8.2 lid 5 van deze termijn af te wijken.

Artikel 8.6 Verplichtingen

De subsidieontvanger deelt opgedane kennis en ervaring met andere samenwerkingsinitiatieven uit Landgraaf.

Artikel 8.7 Subsidieverantwoording en vaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen 12 weken na de realisering van het project een aanvraag tot subsidievaststelling in, voor zover er eerst subsidieverlening heeft plaatsgevonden.

  • 2. Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden in diens aanvraag om subsidievaststelling.

Hoofdstuk 9: Innovatiesubsidie

Artikel 9.1 Doelgroep

Het college kan aan een professionele organisatie of alliantie innovatiesubsidie verstrekken ten behoeve van een project dat is gericht op sociale innovatie en dat mede ten goede komt aan de Landgraafse gemeenschap.

Artikel 9.2 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • 1.

    De aangevraagde innovatiesubsidie is noodzakelijk voor het realiseren van het project.

  • 2.

    De innovatiesubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het realiseren van het project.

  • 3.

    De effecten van het project zijn meetbaar.

  • 4.

    Het project dient binnen 12 weken nadat de subsidie is verleend te zijn gestart.

  • 5.

    Het college kan op verzoek van de aanvrager afwijken van de in het vierde lid genoemde termijn indien naar het oordeel van het college uit een gemotiveerd verzoek van de aanvrager blijkt dat dit noodzakelijk is.

  • 6.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van de aan het project verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van het project.

  • 7.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten van:

    • a.

      alle vormen van exploitatiekosten, die zijn gerelateerd aan gebouwen en systemen;

    • b.

      kosten van onderhoud of verbouwing van gebouwen en inventaris;

    • c.

      reguliere overhead, uurvergoeding (onder)directeuren en/of managers;

    • d.

      accountantskosten;

    • e.

      onvoorziene kosten.

Artikel 9.3 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag voor innovatiesubsidie dient maximaal 24 weken en minimaal 4 weken vóór de start van het project te worden ingediend en bevat onverminderd het bepaalde in artikel 8 Asv in elk geval:

    • a.

      een beschrijving van het project waarvoor de samenwerkingssubsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de hieraan deelnemende partijen;

    • c.

      een begroting voor de kosten van het project;

    • d.

      de wijze waarop het project wordt gerealiseerd.

  • 2. Een aanvraag kan slechts betrekking hebben op één project.

Artikel 9.4 Berekening subsidie

De innovatiesubsidie is proportioneel ten opzichte van de beoogde doelen en het beoogde effect van het project en wordt verstrekt voor zover de structurele besparing in de kosten en/of structurele kwalitatieve voordelen direct tot het project zijn terug te leiden.

Artikel 9.5 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

  • 1.

    De aanvrager en/of andere deelnemers geen activiteiten uitvoeren in de gemeente Landgraaf.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend buiten in het artikel 9.2, lid 1 opgenomen tijdvak.

  • 3.

    Voor het project subsidie kan worden verleend op een andere grondslag.

  • 4.

    Het project onvoldoende is gericht op innovatie binnen het sociaal domein.

  • 5.

    De aanvraag een ondersteuningsaanbod betreft waarover geen afstemming heeft plaatsgevonden met (andere) betrokken professionals en/of informele zorgverleners.

  • 6.

    De structurele besparing in de kosten en/of de structurele kwalitatieve voordelen niet direct tot het project zijn terug te leiden.

  • 7.

    Met het project het maken van winst wordt beoogd.

  • 8.

    De activiteiten bestaan uit het verstrekken van geld of goederen.

  • 9.

    Er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het project niet of niet binnen 12 weken na de subsidieverlening zal worden gestart en er geen reden is om van deze termijn af te wijken.

Artikel 9.6 Verplichtingen

De subsidieontvanger deelt opgedane kennis en ervaring met andere sociale innovatieprojecten uit Landgraaf.

Artikel 9.7 Subsidieverantwoording en vaststelling

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen 12 weken na de realisering van het project een aanvraag tot subsidievaststelling in, voor zover er eerst subsidieverlening heeft plaatsgevonden.

  • 2. Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden in diens aanvraag om subsidievaststelling.

Hoofdstuk 9A Subsidie Lokale Aanpak Isolatie gemeente Landgraaf

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 9A.1

Voor dit hoofdstuk gelden de begripsomschrijvingen zoals hieronder vermeld. Voor zover begrippen niet gedefinieerd zijn geldt de begripsomschrijving zoals opgenomen in de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023.

  • 1.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023.

  • 2.

    Eigenaar-bewoner: een natuurlijke persoon die een bestaande grondgebonden woning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of dit direct na renovatie van deze woning zal hebben;

  • 3.

    Energiebesparende isolatiemaatregel: maatregel ten behoeve van verhoging van de energetische kwaliteit van de woning, zoals isolatie en HR++-glas.

  • 4.

    Energielabel: een energielabel als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit energieprestatie gebouwen.

  • 5.

    Energietoeslag: een vergoeding die bedoeld is om huishoudens met een laag inkomen deels te compenseren voor de gestegen energieprijzen.

  • 6.

    Energiezuinige ventilatiemaatregel: het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor een CO2-gestuurde ventilatie of het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor balansventilatie met warmte terugwinning met een rendement van ten minste 90%.

  • 7.

    Hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

  • 8.

    ISDE subsidie: de investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing, zijnde een subsidie voor isolatiemaatregelen.

  • 9.

    Meldcode product: de code van een energiebesparende isolatiemaatregel die is opgenomen in de ISDE meldcodelijst Isolatie en Hoogrendementsglas van RVO, beschikbaar gesteld door de minister:

    • a.

      per type en merk installatie voor de productie van duurzame energie;

    • b.

      per soort isolatiemateriaal voor energiebesparende isolatiemaatregelen.

  • 10.

    Natuurlijk persoon: elke persoon die geen rechtspersoon is.

  • 11.

    Offerte: de offerte van de kosten voor het uitvoeren van energiebesparende isolatiemaatregelen.

  • 12.

    Rc-waarde: een aanduiding van de warmteweerstand van de totale constructie.

  • 13.

    Rd-waarde: een aanduiding van de warmteweerstand van isolatiemateriaal.

  • 14.

    Slecht geïsoleerde woning: een woning met energielabelklasse D,E,F,G of een met die labelklasse vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn met bijbehorende indicatoren:

    • a.

      dak:

      • i.

        Hellend/plat dak: Geen, slechte of matige isolatie (minder dan 9 cm isolatiemateriaal aanwezig/Rc ≤ 2,0);

      • ii.

        Zolder-/vlieringvloerisolatie: Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is (als alternatief voor dakisolatie, alleen toe te passen bij een onverwarmde zolder en gesloten vlieringluik of gesloten toegangsdeur (Rc ≤ 0,5).

    • b.

      gevel: Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig (Rc ≤ 1,1);

    • c.

      vloer-/bodemisolatie: Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig (minder dan 5 cm aanwezig, Rc ≤ 1,3);

    • d.

      ramen (Glas): Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas (Ug waarde ≥ 1,6).

  • 15.

    Ug-waarde: een aanduiding van de hoeveelheid warmteverlies via het glas.

  • 16.

    Uitvoerende partij(en): een entiteit die de energiebesparende isolatiemaatregelen bedrijfsmatig uitvoert.

  • 17.

    WOZ-waarde: waarde Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 9A.2 Toepassingsbereik

Het college kan aan eigenaar-bewoners subsidie verstrekken voor het treffen van energiebesparende isolatiemaatregelen, eventueel in samenhang met energiezuinige ventilatiemaatregelen.

Paragraaf 2 Activiteiten

Artikel 9A.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd voor de volgende energiebesparende isolatiemaatregelen:

    • a.

      spouwmuurisolatie;

    • b.

      vloerisolatie;

    • c.

      bodemisolatie;

    • d.

      dakisolatie;

    • e.

      zolder- of vlieringvloerisolatie;

    • f.

      gevelisolatie;

    • g.

      HR++ glas en kozijnpanelen;

    • h.

      HR+++ glas en kozijnpanelen;

    • i.

      isolerende deuren i.c.m. nieuwe isolerende kozijnen;

    • j.

      energiezuinige ventilatiemaatregelen: CO2-gestuurde ventilatie of balansventilatie met WTW (evt. in combinatie met CO2 sturing).

  • 2. De energiebesparende isolatiemaatregelen waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt, moeten voldoen aan de technische specificaties zoals beschreven in bijlage I Technische Specificaties Energiebesparende Isolatiemaatregelen.

  • 3. Ventilatiemaatregelen worden enkel gesubsidieerd als ook een van de andere energiebesparende isolatiemaatregelen worden getroffen.

  • 4. Van alle in het eerste lid genoemde energiebesparende isolatiemaatregelen moet het merk en type op het moment van indienen van de aanvraag zijn opgenomen in de dan geldende ISDE meldcodelijst Isolatie en Hoogrendementsglas van RVO.

Paragraaf 3 Doelgroep, subsidievoorwaarden en subsidieplafond

Artikel 9A.4 Doelgroep

  • 1. De subsidie kan enkel worden aangevraagd door en verleend worden aan een natuurlijk persoon behorende tot de volgende doelgroepen:

    • a.

      doelgroep A: Eigenaar-bewoner;

    • b.

      doelgroep B: Eigenaar-bewoner, die de energietoeslag 2023 van de gemeente Landgraaf heeft ontvangen.

  • 2. De subsidie kan enkel worden verleend ten behoeve van een slecht geïsoleerde koopwoning die:

    • a.

      binnen de grenzen van gemeente Landgraaf ligt, en

    • b.

      op 1 januari 2022 een WOZ-waarde heeft die lager is dan de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen in de gemeente zoals bepaald in de Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 1 februari 2023, nr. 2022-0000430533 houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma, namelijk €247.000.

Artikel 9A.5 Subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidie kan alleen aangevraagd worden voor het hoofdgebouw.

  • 2. De subsidie kan alleen verleend worden voor (een) energiebesparende isolatiemaatregel(en) waarvan de voorbereiding en de realisatie verricht wordt/worden door (een) uitvoerende partij(en).

Artikel 9A.6 Hoogte subsidiebedrag

  • 1. Aan de doelgroepen genoemd in artikel 9A.4, eerste lid, kunnen de volgende maximale subsidiebedragen worden verleend:

    • a.

      doelgroep A: 70% van de daadwerkelijke kosten aan energiebesparende isolatiemaatregelen tot een maximum van € 1.300;

    • b.

      doelgroep B: 70% van de daadwerkelijke kosten aan energiebesparende isolatiemaatregelen tot een maximum van € 4.300.

  • 2. Het subsidiabele bedrag zal worden bepaald aan de hand van een definitieve offerte van de uitvoerende partij(en).

  • 3. De toegekende subsidie mag er niet toe leiden dat meer dan 100% van de investering in de energiebesparende isolatiemaatregel wordt gesubsidieerd door een stapeling met andere gemeentelijke, provinciale en landelijke subsidies.

Artikel 9A.7 Subsidieplafond en subsidieperiode

  • 1. Het aanvragen van de subsidie is mogelijk vanaf 1 augustus 2024.

  • 2. Voor doelgroep A is er een subsidieplafond van € 1.080.300 en voor doelgroep B is er een subsidieplafond van €602.000.

  • 3. De uiterste aanvraagdatum is 31 maart 2026.

  • 4. Verlening van subsidie vindt plaats totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Paragraaf 4 Subsidieverlenings- en vaststellingsprocedure

Artikel 9A.8 Aanvraag voor subsidieverlening

  • 1. De subsidie voor energiebesparende isolatiemaatregelen dient aangevraagd te worden voordat de aanvrager begint met de gesubsidieerde activiteiten.

  • 2. De aanvraag voor subsidie moet worden ingediend op de door het college aangewezen wijze.

  • 3. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      persoonsgegevens;

    • b.

      adresgegevens over de woning;

    • c.

      IBAN en tenaamstelling waar subsidiebedrag naar kan worden overgemaakt;

    • d.

      energielabel van de woning of bewijs van slecht geïsoleerde bouwdelen;

    • e.

      beschrijving van de toe te passen energiebesparende isolatiemaatregel inclusief

      • i.

        een omschrijving van het product, met onder andere het typenummer, de naam van het merk of de fabrikant;

      • ii.

        meldcode product;

      • iii.

        de hoeveelheid geïsoleerd oppervlak (in m2) per maatregel;

      • iv.

        Rd-isolatiewaarde van de constructie of Ug-waarde in geval van isolatieglas.

    • f.

      de offerte;

    • g.

      de contactgegevens van de beoogde uitvoerende partij(en);

    • h.

      voor doelgroep B: bewijsstuk waaruit blijkt dat de aanvrager in 2023 een energietoeslag heeft ontvangen.

Artikel 9A.9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023 kan subsidie worden geweigerd indien of voor zover:

  • 1.

    de energiebesparende isolatiemaatregel voorafgaande aan de subsidieaanvraag is uitgevoerd of in uitvoering is;

  • 2.

    de subsidieaanvraag de maximale subsidiehoogte overschrijdt;

  • 3.

    het subsidieplafond is bereikt;

  • 4.

    de energiebesparende isolatiemaatregel door de woningeigenaar zelf wordt geplaatst;

  • 5.

    de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;

  • 6.

    al eerder subsidie is verstrekt op grond van deze regeling voor hetzelfde adres;

  • 7.

    de verstrekte gegevens onjuist zijn;

  • 8.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt en niet dient ter vervanging van een bestaand bouwdeel van de woning;

  • 9.

    de energiebesparende isolatiemaatregel zonder bijzondere inspanning terug te draaien is;

  • 10.

    de werkelijke kosten naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • 11.

    niet voldaan is aan de overige eisen, voorwaarden en criteria genoemd in deze regeling.

Artikel 9A.10 Wijze van toekenning

  • 1. Verlening van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen.

  • 2. Het college beslist op een subsidieaanvraag binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 9A.11 Subsidieverantwoording en -vaststelling

  • 1. De aanvrager dient een verzoek tot vaststelling van de subsidie in binnen 8 weken na afronding van de werkzaamheden.

  • 2. Het verzoek tot vaststelling van de subsidie voor uitgevoerde energiebesparende isolatiemaatregelen, wordt vergezeld van:

    • a.

      een factuur;

    • b.

      beschrijving van de toegepaste isolatiemaatregel inclusief

      • i.

        een omschrijving van het product, met onder andere het typenummer, de naam van het merk of de fabrikant;

      • ii.

        meldcode product;

      • iii.

        het aantal m2 isolatiemateriaal dat is aangebracht

      • iv.

        Rd-isolatiewaarde van de constructie of Ug-waarde in geval van isolatieglas.

    • c.

      de datum van de aanschaf en installatie;

    • d.

      de contactgegevens van de uitvoerende partij(en);

    • e.

      foto’s van de uitvoering voorafgaande aan, tijdens en na het treffen van de energiebesparende isolatiemaatregelen.

  • 3. Het college stelt de subsidie binnen 8 weken na een aanvraag tot subsidievaststelling vast.

  • 4. Het college kan een controle uitvoeren. Indien bij de controle blijkt dat de activiteiten niet of niet geheel zijn verricht, kan het college de subsidievaststelling intrekken dan wel de subsidie op een lager bedrag vaststellen en overgaan tot het terugvorderen van de subsidie.

Artikel 9A.12 Uitbetaling

  • 1. Indien de eigenaar-bewoner heeft gekozen voor de door de gemeente aangeboden uitvoerende partij(en), dan wordt de vastgestelde subsidie uitbetaald aan de uitvoerende partij(en).

  • 2. Indien de eigenaar-bewoner niet heeft gekozen voor de door de gemeente aangeboden uitvoerende partij(en), dan wordt de vastgestelde subsidie uitbetaald aan de eigenaar-bewoner.

Paragraaf 5 Verplichtingen

Artikel 9A.13 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De aanvrager is verantwoordelijk voor het verkrijgen van eventuele vereiste vergunning(en) en ontheffing(en). De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het naleven van de zorgplicht zoals die is opgenomen in artikel 11.27 van het Besluit activiteiten leefomgeving( Bal). Subsidieverlening biedt geen garantie dat de vereiste vergunningen en/of ontheffingen worden verleend.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht medewerking te verlenen aan steekproefsgewijze controles, al dan niet ter plaatse, door of vanwege het college.

Hoofdstuk 10: Slotbepalingen

Artikel 10.1 hardheidsclausule

  • 1. Het college kan van deze subsidieregeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

  • 2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit tot afwijking.

Artikel 10.2 inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2024 onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2023.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024.

Ondertekening

Landgraaf, 19 december 2023

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

ir. J.M.C. Rijvers mr. R. de Boer

Bijlage I Berekening budgetsubsidie peuteropvangorganisaties op basis van groepsgrootte en –zwaarte

 

Categorie

(‘zwaarte’)

Aantal peuters in de groep

Basissubsidie-bedrag per groep

Aandeel doelgroeppeuters in groep (aanvullend op het basisbedrag)

Aanvullend subsidiebedrag per groep

Categorie

0

Minder dan 8

€ 0

0 t/m 4 doelgroeppeuters

€ 0

Categorie

1

8 t/m 9 peuters

€ 15.000

5 t/m 8 doelgroeppeuters

€ 4.000

Categorie

2

10 t/m 12 peuters

€ 20.000

9 t/m 12 doelgroeppeuters

€ 8.000

Categorie

3

13 t/m 16 peuters

€ 25.000

13 t/m 16

doelgroeppeuters

€ 12.000

Bijlage II Subsidiebedragen basissubsidie per 2024

 

Werksoort:

 

 

1.Amateurkunst

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor stichting DigiFotoPlus van € 400

Een basissubsidie voor Fotogroep Abedia Landgraaf van € 400

Een basissubsidie voor Fotoclub ISO’73 van € 400

Werksoort:

 

 

2.Belangenbehartiging

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor Stichting Buurtbus Rimburg-Eygelshoven van € 3.551

Een basissubsidie voor stichting Seniorweb Landgraaf van € 1.714

Een basissubsidie voor stichting Service Gilde Landgraaf van € 1.714

Een basissubsidie voor de Zonnebloem van € 3.427

Een basissubsidie voor IVN Ubach over Worms van € 1.714

Een basissubsidie voor IVN De Oude Landgraaf van € 1.714

Een basissubsidie voor stichting Wetswinkel Landgraaf van € 4.650

Een basissubsidie van € 1.679 t.b.v. de internationale vrouwendag voor de organiserende vereniging.

Een basissubsidie voor de Vereniging van Bechterewpatienten Zuid-Limburg van € 286

Een basissubsidie voor Alzheimer Nederland, afdeling Parkstad Limburg van € 286 t.b.v. de organisatie van het Alzheimercafé.

Een basissubsidie voor Stichting Parkinsoncafé Parkstad van € 286 t.b.v. de organisatie van het Parkinsoncafe.

Een basissubsidie voor de Bond Nederlandse Militaire- en Oorlogsslachtoffers (BNMO) (afdeling Limburg) van € 286

Voor andere vrijwilligersorganisaties binnen dit werksoort, een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden:

15-45 actieve leden € 428

46-75 actieve leden € 857

76-125 actieve leden € 1.714

126-300 actieve leden € 3.427

301 en meer actieve leden € 4.227

Werksoort

 

 

3.Carnaval

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor stichting stuurgroep Carnavalsorganisaties Landgraaf van € 1.656

Een basissubsidie voor stichting Overkoepelend Orgaan Carnavalsvereniging Ubach over Worms van € 1.428

Een basissubsidie voor stichting Landgraaf Optocht van € 3.427

Een basissubsidie voor stichting Stadsprinsenwagen-Landgraaf van €521

Voor andere vrijwilligersorganisaties binnen dit werksoort, een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden:

16-30 actieve leden € 171

31-45 actieve leden € 228

46-60 actieve leden € 343

61-70 actieve leden € 457

71-80 actieve leden € 571

81-90 actieve leden € 743

91-100 actieve leden € 800

101-110 actieve leden € 857

111-120 actieve leden € 914

120 en meer actieve leden € 1.028

Werksoort

 

 

4.Dans- en Wandelsport

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor Stichting Avond4daagse Landgraaf van € 1.714

Voor andere vrijwilligersorganisaties bestaat de basissubsidie uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 114 per vrijwilligersorganisatie of € 343 bij meer dan 150 actieve leden.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

16-30 actieve leden € 57

31-60 actieve leden € 69

61-90 actieve leden € 80

91-120 actieve leden € 103

121-150 actieve leden € 126

151-160 actieve leden € 149

161-170 actieve leden € 228

171 en meer actieve leden € 257

Werksoort

 

 

5.Denk- en Behendigheidssporten

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 114 per vrijwilligersorganisatie.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

16-30 actieve leden € 143

31-60 actieve leden € 257

61-90 actieve leden € 343

91 en meer actieve leden € 457

Werksoort

 

 

6.Dierensport

Subsidieberekening

 

 

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

16-45 actieve leden € 114

46-65 actieve leden € 286

66-85 actieve leden € 343

86-105 actieve leden € 457

106-125 actieve leden € 857

126-145 actieve leden € 971

146-160 actieve leden € 1.085

161-180 actieve leden € 1.142

181-200 actieve leden € 1.200

201-220 actieve leden € 1.314

221 en meer actieve leden € 1.371

Werksoort

 

 

7.Folklore en Cultuurhistorie

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor Stichting Heerlyckheyt van € 1.092

Een basissubsidie voor Heemkundevereniging Landgraaf van € 17.364

Een basissubsidie voor ’t Bakkes Rimburg van € 457

Een basissubsidie voor vrienden van de st. Jozefkapel Rimburg van € 457

Een basissubsidie voor Vereniging Levend Kerstspel Nieuwenhagen van € 457

Een basissubsidie voor Volkstuinvereniging Hoefveldje van € 171

Een basissubsidie voor Volkstuinvereniging Achter de Winkel van € 171

Een basissubsidie voor Volkstuinvereniging Ons Genoegen van € 171

Een basissubsidie voor Bargoensclub Ut Keieskwieëste van € 457

Een basissubsidie voor Oranje Comité Landgraaf van € 6.854

Een basissubsidie voor de Stichting Veteranen Landgraaf van € 1.142

Een basissubsidie voor Stichting Linea Recta Landgraaf van € 1.142

Een basissubsidie voor Stichting Bokkenrijders van € 1.142

Werksoort

 

 

8.Kerkgenootschappen

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor Nieuw Apostolische Kerk van € 2.285

Een basissubsidie voor Protestantse Gemeente Oude Mijnstreek van € 2.285

Een basissubsidie voor Gemeente Gods Nederland van € 2.285

Een basissubsidie voor de samenwerkende parochies Schaesberg, Heilig Hart van Jezus Nieuwenhagerheide, Heilige Familie en OLV Hulp der Christenen van € 10.853

Een basissubsidie voor kerkbestuur cluster Ubach over Worms van € 6.283

Werksoort

 

 

9.Gymnastiek en turnen

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een variabel bedrag op basis van het aantal actieve jeugdleden.

Een vast bedrag van € 1.314 bij 15-100 actieve jeugdleden

Een vast bedrag van € 2.285 bij 101-150 actieve jeugdleden

Een vast bedrag van € 3.427 bij 151 en meer actieve jeugdleden

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

15-100 actieve leden € 1.314

101-200 actieve leden € 5.712

201-300 actieve leden € 7.997

301-350 actieve leden € 11.424

351 en meer actieve leden € 16.565

Werksoort

 

 

10.Instrumentale muziek (HaFa)

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 1.142 per vrijwilligersorganisatie.

Een variabele basissubsidie van € 71 per actief lid

Werksoort

 

 

11.Jeugd- en Jongerenwerk

Subsidieberekening

 

 

Een vaste basissubsidie voor Mei-Jongens Abdissenbosch van € 257

Een vaste basissubsidie voor Mei-Jongens Groenstraat van € 257

De basissubsidie voor scouting en Jong Nederland bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 4.570 voor een scouting of Jong NL

Aanvullend een vast bedrag van € 3.427 voor een scouting of Jong NL met meer dan 150 actieve jeugdleden

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

16-50 actieve leden € 2.856

51-100 actieve leden € 6.283

101-150 actieve leden € 8.568

151-200 actieve leden € 11.424

201-250 actieve leden € 13.709

251 en meer actieve leden € 23.419

Werksoort

 

 

12.Overig

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor stichting Oefenbunker Live van € 41.688

Een basissubsidie voor stichting theater Landgraaf van € 57.694

Een basissubsidie voor stichting hartveilig Landgraaf van € 13.901

Een basissubsidie voor stichting Bijzonder in beweging van € 521

Werksoort

 

 

13.Schutterswezen

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 2.285 of een vast bedrag van € 2.570 bij minimaal 20 jeugdleden.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

16-40 actieve leden € 171

41-65 actieve leden € 343

66-80 actieve leden € 571

81 en meer actieve leden € 1.714

Werksoort

 

 

14.Sjpasskapellen

Subsidieberekening

 

 

Een vast bedrag van € 553 per vrijwilligersorganisatie.

Werksoort

 

 

15.Speeltuinwerk

Subsidieberekening

 

 

Een basissubsidie voor stichting speeltuin ’t Eikhoorntje van € 3.973

Een basissubsidie voor stichting speeltuin Abdissenhof van € 3.671

Werksoort

 

 

16. Overige buitensport (tennis en atletiek)

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 1.371 of een vast bedrag van € 1.714 bij meer dan 61 actieve jeugdleden.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

201-250 actieve leden € 1.257

251-300 actieve leden € 1.714

301 en meer actieve leden € 2.285

Werksoort

 

 

17.Toneel

Subsidieberekening

 

 

Een vast bedrag van € 1.428 per vrijwilligersorganisatie.

Werksoort

 

 

18.Verdedigingssport

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 1.142 per vrijwilligersorganisatie of € 4.570 bij meer dan 100 actieve leden.

Het variabel bedrag geldt alleen voor organisaties die zijn aangesloten bij een door NOCNSF erkende nationale bond. Niet aangesloten organisaties ontvangen een bedrag van € 286.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

16-25 actieve leden € 914

26-55 actieve leden € 2.056

56-100 actieve leden € 5.141

101-125 actieve leden € 6.283

126-150 actieve leden € 7.426

151-175 actieve leden € 7.997

176 en meer actieve leden € 8.568

Werksoort

 

 

19.Vocale muziek

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 971 voor een zangkoor, een vast bedrag van € 1.257 voor een zangkoor met meer dan 56 actieve leden of een vast bedrag van € 1.599 voor een zangkoor met minimaal 10 actieve jeugdleden.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

€ 17 per actief lid

€ 44 per actief jeugdlid

Werksoort

 

 

20.Veldvoetbal

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 1.371 per vrijwilligersorganisatie

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

151-200 actieve leden € 914

201-250 actieve leden € 1.942

251-300 actieve leden € 2.856

301-350 actieve leden € 4.284

351-450 actieve leden € 4.570

451-550 actieve leden € 5.712

551 en meer actieve leden € 10.567

Werksoort

 

 

21.Overige binnensport (volleybal, zaalvoetbal, handbal en badminton)

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden.

Een vast bedrag van € 571 of een vast bedrag van € 1.142 bij een vrijwilligersorganisaties met meer dan 51 actieve leden.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

61-70 actieve leden € 743

71-80 actieve leden € 857

81-90 actieve leden € 914

91-100 actieve leden € 1.371

101-150 actieve leden € 3.199

151-200 actieve leden € 4.684

201-250 actieve leden € 5.712

251 en meer actieve leden € 6.626

Werksoort

 

 

22.Wielersport

Subsidieberekening

 

 

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

15-75 actieve leden € 400

76-150 actieve leden € 857

151-200 actieve leden € 1.142

201-225 actieve leden € 1.599

226-250 actieve leden € 1.828

251 en meer actieve leden € 2.056

Werksoort

 

 

23.Zwemsport

Subsidieberekening

 

 

De basissubsidie voor Zwemsport Parkstad bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden afkomstig uit Landgraaf. Daarnaast wordt er badhuursubsidie verstrekt voor huren van badwater binnen de gemeente Landgraaf.

De basissubsidie bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag op basis van het aantal actieve leden. Daarnaast wordt er badhuursubsidie verstrekt.

De badhuursubsidie wordt naar rato van het aantal door de vrijwilligersorganisatie opgegeven uren verstrekt en hiervoor wordt 70% van het subsidiebudget gereserveerd.

Een vast bedrag van € 1.142,39 voor een vrijwilligersorganisatie met meer dan 50 actieve jeugdleden.

Een variabel bedrag per vrijwilligersorganisatie op basis van het aantal actieve leden:

16-25 actieve leden € 628,31

26-50 actieve leden € 1.028,15

51-75 actieve leden € 1.542,22

76 en meer actieve leden € 1.999,18

Bijlage I Technische Specificaties Energiebesparende Isolatiemaatregelen

  • 1.

    Dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van het bestaande dak in de bestaande thermische schil dan wel, indien de zolder of vliering onverwarmd is, van ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande zolder- of vlieringvloer, wordt geïsoleerd;

    • b.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en in geval van een monument is aangebracht na 31 december 2023 en een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft; en

    • c.

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • 2.

    Gevelisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 10 vierkante meter van de oppervlakte van de binnen- of buitengevel van de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd; en

    • b.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en in geval van een monument is aangebracht na 31 december 2023 en een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft.

  • 3.

    Glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door:

    • a.

      het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2022, van glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

    • b.

      het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2022, van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;

    • c.

      het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van een monument indien een maatregel is aangebracht na 31 december 2023, van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K; of

    • d.

      het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van een monument indien een maatregel is aangebracht na 31 december 2023 van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een U-waarde van ten hoogste 1,5W/m2K, of triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K.

  • 4.

    Spouwmuurisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 10 vierkante meter van de oppervlakte van bestaande spouwmuren in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;

    • b

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 1,1 m2K/W heeft; en

    • c

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • 5.

    Vloer- dan wel bodemisolatie, waarbij:

    • a.

      ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;

    • b.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft; en

    • c.

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

Toelichting

De gemeente Landgraaf verstrekt jaarlijks subsidies aan instellingen, verenigingen, organisaties, natuurlijke personen en burgerinitiatieven. Het beleid hiervoor is vastgelegd in de kadernota subsidiebeleid gemeente Landgraaf 2023, de procedures c.q. regelgeving hiervoor zijn vastgelegd in de Algemene subsidieverordening gemeente Landgraaf 2023. De uitwerking van de verschillende subsidiemogelijkheden ingevolge de kadernota subsidiebeleid en de algemene subsidieverordening is uitgewerkt in de Subsidieregeling gemeente Landgraaf 2024.

 

Wat is subsidie?

Subsidie is een bijdrage van de gemeente aan een organisatie of instelling voor het organiseren van activiteiten met een maatschappelijk effect. Het gaat om activiteiten en resultaten die van belang zijn voor de inwoners van de gemeente Landgraaf. De gemeente ondersteunt deze activiteiten via het verlenen van subsidies. Zo kunnen organisaties, instellingen, verenigingen, burgerinitiatieven en de gemeente met elkaar zorgen voor een gevarieerd aanbod van activiteiten voor de inwoners van Landgraaf.

 

Subsidie aanvragen?

Er zijn een aantal subsidiesoorten in Landgraaf waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd. Voor een vrijwilligersorganisatie zijn er vier soorten subsidies:

Een basissubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor een (jaarlijkse) basisbijdrage voor de vrijwilligersorganisatie.

Een Jubileumsubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor een (extra) jubileumbijdrage voor de vrijwilligersorganisatie

Een Evenementensubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor een evenement dat bijdraagt aan de verbetering van de sociale samenhang binnen (een deel van) de gemeente of de identiteit van de gemeente.

Een stimuleringssubsidie kan worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie voor het toegankelijk maken van de kernactiviteit(en) voor mensen met een beperking en/of het stimuleren van inwoners om te participeren aan de kernactiviteit(en).

 

Voor een professionele organisatie, zijn er twee subsidiesoorten in Landgraaf waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd:

Een Budgetsubsidie kan worden aangevraagd door een (semi-)professionele organisatie, voor een (jaarlijkse) bijdrage aan de door de gemeente aan de professionele organisatie opgedragen activiteiten.

Een Innovatiesubsidie kan worden aangevraagd door een professionele organisatie, voor een project gericht op sociale innovatie waarbij de professionele organisatie samenwerkt met één of meerdere organisaties binnen het sociaal domein.

 

Daarnaast kent de gemeente Landgraaf twee subsidiesoorten die breed inzetbaar zijn:

Een subsidieaanvraag voor een Burgerinitiatief kan worden aangevraagd voor een bijdrage voor het uitvoeren van een niet beroepsmatig maatschappelijk en innovatief initiatief met één of meerdere inwoners of verenigingen.

Een subsidieaanvraag voor een Samenwerkingssubsidie kan worden aangevraagd door tenminste twee rechtspersonen die initiatieven ontplooien om (meer) met elkaar te gaan samenwerken en daarmee een bijdrage leveren aan de doelstellingen binnen het sociaal domein.

 

Per subsidiesoort is er in deze subsidieregeling een apart hoofdstuk opgenomen met voorwaarden en verplichtingen waaraan de aanvrager moet voldoen voor de subsidieverstrekking. Deze voorwaarden en verplichtingen zijn specifiek voor het subsidiesoort van toepassing. Daarnaast gelden de algemene regels zoals deze zijn opgenomen in de Algemene subsidieverordening Landgraaf 2019.

 

Toelichting budgetsubsidie

Budgetsubsidie is bedoeld voor professionele en semiprofessionele organisaties. Onder semiprofessioneel verstaan we een organisatie die werkzaam is in de gemeente Landgraaf en taken uitvoert die volgens deze regeling vallen onder de budgetsubsidie.

Afhankelijk van de vastgestelde maatschappelijke taken die een (semi-)professionele organisatie moet vervullen, vindt een analyse plaats. Dit op grond van het jaarlijkse gesprek en tussentijds aan te leveren stukken, in elk geval een begroting en jaarrekening. Hierbij wordt bekeken hoeveel subsidie nodig is om de maatschappelijke taken te kunnen vervullen. Het betreft hier een jaarlijks terugkerend proces. Subsidies van € 10.000 en meer moeten dan ook jaarlijks worden aangevraagd. Voor subsidies tot € 10.000 kan het college besluiten om deze meerjarig, met een maximum van vier jaar te verstrekken.

 

Toelichting basissubsidie

De bassisubsidie is voor vrijwilligersorganisaties ter waardering van de maatschappelijke bijdrage die de vrijwilligersorganisaties leveren. Deze organisaties vormen grotendeels de sociale infrastructuur in de gemeente Landgraaf en zorgen ervoor dat burgers mee kunnen doen aan de samenleving. Er ligt een gedeelde verantwoordelijkheid voor het behoud van de in hoofdstuk 1 benoemde doelstellingen. Voor de verschillende werksoorten geldt dat indien het subsidieplafond wordt overschreden, in afwijking van de algemene subsidieverordening het subsidiebedrag naar rato per organisatie wordt verminderd, zodat alle vrijwilligersorganisaties die in aanmerking komen voor subsidie ook subsidie ontvangen.

 

Voor de berekening van basissubsidie wordt uitgegaan van een basisdeel (vast bedrag) en een variabel deel (per actief lid) of een combinatie van beide. Dit betekent dat vrijwilligersorganisaties bij hun aanvraag een ondertekende (bonds)ledenlijst mee dienen te sturen waarop het aantal actieve leden staat vermeld. Indien er geen (bonds)ledenlijst is om het aantal actieve leden aan te tonen dient op een andere te verifiëren wijze het aantal actieve leden aangetoond te worden. Om voor basissubsidie in aanmerking te komen dient de vrijwilligersorganisatie minimaal 15 actieve leden te hebben. De begripsomschrijving van een actief lid is vastgelegd in de subsidieregeling. Onder een passief lid verstaan we een natuurlijk persoon die is ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie en geen gebruik maakt van de faciliteiten en/of de kernactiviteiten van de organisatie, dan wel zich niet persoonlijk inzet voor de vrijwilligersorganisatie door deelname aan het bestuur of als trainer/instructeur.

Onder actieve leden worden verstaan, natuurlijke personen die deelnemen aan de kernactiviteit(en) of deze organiseren. Het gaat dan bijvoorbeeld om zingen bij zangkoren, voetballen bij een voetbalvereniging, maar ook om deelname aan het bestuur of begeleiding als trainer/instructeur van de kernactiviteit.

 

Voor een aantal vrijwilligersorganisaties stelt het college een vast bedrag ter beschikking voor de uitvoering van hun maatschappelijke activiteiten. Bij deze vrijwilligersorganisaties is het minimumaantal actieve leden niet van toepassing om voor de subsidie in aanmerking te komen. Het gaat dan om organisaties die algemene maatschappelijke activiteiten ontplooien voor een groot deel van de inwoners van Landgraaf.

 

Om de administratieve lasten te verminderen is gekozen voor het verstrekken van meerjarige subsidies, met een maximum van vier jaar. Dit betekent dat vrijwilligersorganisaties één keer per vier jaar een subsidieaanvraag indienen die vervolgens geldt voor het gehele subsidietijdvak. De dan vastgestelde subsidies blijven in principe ongewijzigd, tenzij het jaarlijks subsidieplafond wordt overschreden en afgezien van de jaarlijkse indexeringen of andere algemene bijstellingen. Daarnaast heeft een vrijwilligersorganisatie twee keer in het subsidietijdvak de mogelijkheid om de subsidie te laten bijstellen indien het aantal leden met 15 procent of 15 leden is toe/afgenomen.