Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711189
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR711189/1
Verordening toeristenbelasting 2024
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening toeristenbelasting 2024De raad van de gemeente Sluis;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Samenleving/Middelen van 6 december 2023;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2024
(Verordening toeristenbelasting 2024)
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
- b.
mobiele kampeeronderkomens: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan of een soortgelijk onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
- c.
verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
- d.
vaste jaarplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode;
- e.
vaste seizoenplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode;
- f.
seizoenplaats: een terrein of terreingedeelte op een kampeerterrein, dat is gehuurd van de exploitant van het kampeerterrein, bestemd voor het gedurende het seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen wordt verwijderd, voor het gebruik door de huurders voor toeristische of recreatieve doeleinden gedurende de totale huurperiode;
- g.
toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;
- h.
verhuureenheden: vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens of verhuurde ruimten die door de eigenaar of exploitant worden verhuurd voor perioden korter dan een maand aan steeds wisselende personen;
- i.
kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie;
- j.
stacaravans: caravans die op een seizoens-, vaste seizoens- of jaarplaats op een kampeerterrein zijn neergezet om voor langere tijd als verblijfsplaats te dienen en die bestemd zijn voor en gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
- k.
arrangement: een reservering op een toeristische plaats voor een gezin, echtpaar of samenreizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor een vast huurbedrag;
- l.
voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend aan het eind van de maand juni;
- m.
verlengd voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend in de eerste helft van de maand juli;
- n.
naseizoenarrangement: een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen;
- o.
maandarrangement: een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september;
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
- 3.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
- 1.
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;
- 2.
van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;
- 3.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.
- 4.
Op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- 1.
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
- a.
mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen en vaste seizoenplaatsen, bepaald op 2,5
- b.
mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op seizoen-, of toeristische plaatsen, bepaald op:
- i.
2,4, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;
- ii.
2,4, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement
- iii.
2,2, indien sprake is van een naseizoenarrangement
- iv.
2,1, indien sprake is van een maandarrangement.
- i.
- a.
- 2.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:
- a.
in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op 55
- b.
in geval van het eerste lid, sub b, betaald op:
- i.
29, indien sprake is van een voorseizoenarrangement
- ii.
39, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement
- iii.
14, indien sprake is van een naseizoenarrangement
- iv.
12, indien sprake is van een maandarrangement.
- i.
- a.
- 3.
Op basis van lid 1 en 2 en met toepassing van de tarieven zoals vermeld in artikel 8, worden de forfaits als volgt berekend:
soort verblijf
aantal personen
aantal overnachtingen
tarief overnachting
forfait (afgerond)
vaste jaarplaats
2,5
55
€ 2,10
€ 289
vaste seizoenplaats
2,5
55
€ 1,65
€ 227
voorseizoenarrangement
2,4
29
€ 1,65
€ 115
verlengd voorseizoenarrangement
2,4
39
€ 1,65
€ 154
naseizoenarrangement
2,2
14
€ 1,65
€ 51
maandarrangement
2,1
12
€ 1,65
€ 42
- 4.
In afwijking van de eerste twee leden wordt het forfait niet toegepast op verblijf in verhuureenheden, vakantieonderkomens en mobiele kampeeronderkomens, die niet door dezelfde persoon of personen worden gehuurd voor de gehele jaar-, seizoens- of arrangementenperiode, doch steeds worden gehuurd door wisselende verblijfhoudenden voor een korte periode.
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Artikel 8 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting voor:
- a.
(mini)campings en kampeerboerderijen, met uitzondering van strandslaaphuisjes en vaste jaarplaatsen € 1,65
- b.
vaste jaarplaatsen € 2,10
- c.
pensions en vakantieonderkomens € 2,10
- d.
hotels € 2,75
- e.
strandslaaphuisjes € 2,75
- f.
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten € 2,10
- g.
voor het houden van verblijf anders dan genoemd in de onderdelen a. t/m f. € 2,10
Artikel 9 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10 Wijze van heffing
- 1.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
- 2.
Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 11 Aanslaggrens
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 12 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 13 Kwijtschelding
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14 Aanmeldingsplicht
- 1.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
- 2.
De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.
Artikel 15 Registratieplicht
- 1.
De belastingplichtige, als bedoeld in artikel 3, is gehouden, degenen die verblijf houden te registreren in een daarvoor bestemd nachtverblijfregister.
- 2.
Met betrekking tot de inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister kunnen nadere regels gesteld worden.
- 3.
Het bepaalde in lid 2 van dit artikel geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van een eigen registratiesysteem.
- 4.
Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.
Artikel 16 Aangifteplicht
- 1.
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, tot een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.
- 2.
De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen.
- 3.
Indien beschikbaar zal de grondslag voor de aanslag als bedoeld in het voorgaande lid tenminste gelijk zijn aan de grondslag van het voorgaande belastingjaar.
Artikel 17 Overgangsrecht
De ‘Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2023’ vastgesteld op 22 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 18 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 19 Citeertitel
De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2024’.
Ondertekening
Sluis, 14 december 2023
DE RAAD VOORNOEMD,
De griffier, De voorzitter,
Mr. P.T.G. Claeijs Mr. M.M.D. Vermue
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl