Regeling vervallen per 12-02-2009

Regeling heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen Leeuwarden 2003

Geldend van 01-01-2003 t/m 11-02-2009

Intitulé

Regeling heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen Leeuwarden 2003

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEEUWARDEN;

gelet op de artikelen 6, derde lid, 13 eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen.

BESLUITEN:

vast te stellen de

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voorzover deze regels in artikel 5 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing zijn verklaard.

Artikel 2 Aangifte

  • 1. De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingtijdvak, het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 3 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingtijdvak, belastingjaar of kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 4 Rente

  • 1. Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • a.

    de afvalstoffenheffing vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4 toepassing;

  • b.

    de begraafrechten vindt artikel 4 toepassing;

  • c.

    de baatbelasting vindt artikel 4 toepassing;

  • d.

    de begraafrechten vindt artikel 4 toepassing;

  • e.

    de brandweerrechten vindt artikel 3 en 4 toepassing;

  • f.

    de bruggelden vindt artikel 4 toepassing;

  • g.

    de havengelden vindt artikel 4 toepassing;

  • h.

    de hondenbelasting vinden de artikelen 2, tweede lid, en 4 toepassing;

  • i.

    de leges vindt artikel 3 en 4 toepassing;

  • j.

    de marktgelden vindt artikel 4 toepassing;

  • k.

    de onroerende-zaakbelastingen vinden de artikelen 2, eerste lid en 4 toepassing;

  • l.

    de parkeerbelasting vindt artikel 4 toepassing;

  • m.

    de precariobelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4 toepassing;

  • n.

    de toeristenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4 toepassing;

  • o.

    de watertoeristenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4 toepassing;

  • p.

    de reinigingsrechten vinden de artikelen 2, eerste lid, en 4 toepassing.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling gemeentelijke belastingen Leeuwarden 2003”.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. De Regeling gemeentelijke belastingen, vastgesteld bij collegebesluit van 17 december 2002, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Leeuwarden 3 december 2003.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester
secretaris