Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710930
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710930/1
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2024
Geldend van 29-12-2023 t/m 22-03-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2024De raad van de gemeente Oegstgeest;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
b e s l u i t:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2024
(Legesverordening Oegstgeest 2024)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Verordening fysieke leefomgeving Oegstgeest artikelen 3.41 en 3.43 (De weg anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan), artikel 3.69 (Standplaatsvergunning), het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Algemene plaatselijke verordening Oegstgeest 2021, artikel 2:6 (Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen), artikel 2:25 (Evenementen), artikel 5:14 (Venten), indien de aanvraag wordt gedaan ten behoeve van een non-profit activiteit van maatschappelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve en/of culturele aard.
- c.
vervallen
- d.
stukken of verrichtingen, in hun persoonlijk belang benodigd door personen die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats, of op andere wijze van hun onvermogen doen blijken;
- e.
stukken nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;
- f.
beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
- g.
de aan de belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afgifte daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;
- h.
de aan de belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;
- i.
muziekuitvoeringen door muziekverenigingen op de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd of op verjaardagen van andere leden van het Koninklijk Huis, op andere feestdagen of voor die ten bate van een liefdadig, sociaal of cultureel doel;
- j.
collecten met een ideëel doel, ter verzameling van gelden;
- k.
de in de tarieventabel onderdelen 1.18.2 en 1.18.3 genoemde leges indien de daarin vermelde stukken of verrichtingen worden aangevraagd door of ten behoeve van een politieke groepering;
- l.
de in onderdeel k genoemde diensten die worden aangevraagd door de publiciteitsmedia; diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van et overigens in dit artikel bepaalde.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
-
2. Indien het bedrag dat vermoedelijk gevorderd zal worden zulks rechtvaardigt, kan een voorlopig bedrag gevorderd worden.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
bij een elektronische indiending van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van het doen van elektronische aanvraag.
- a.
-
2. Indien de leges, in afwijking van het eerste lid, niet kunnen worden vastgesteld, worden deze betaald indien het betreft:
- a.
de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen op het tijdstip waarop dat stuk wordt afgegeven onderscheidenlijk die inlichtingen worden verstrekt;
- b.
de afgifte van een vergunning, ter zake waarvan het bedrag van de verschuldigde leges worden berekend in verhouding tot een begroting van kosten, binnen acht dagen na de schriftelijke kennisgeving;
- c.
een niet onder 1 of 2 genoemd geval, binnen acht dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en het tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Indien een abonnement, waarvoor de verschuldigde leges zijn voldaan, binnen het verstrijken van een half jaar na de aanvang de geldigheidsduur wordt beëindigd, vindt teruggaaf plaats van de helft van het betaalde bedrag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of onderdelen van Hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten};
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen};
- 3.
paragraaf 1.4.3 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen};
- 4.
paragraaf 1.8 artikel 1.1 en .1.2 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
paragraaf 1.14 (kansspelen};
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De 'Legesverordening 2023' van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Oegstgeest 2024
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023,
de voorzitter,
Dhr. E.R. Jaensch
de griffier,
Dhr. F. Kromhout
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Oegstgeest 2024
Hoofdstuk 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING |
|
|
|
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
|
|
|
|
|
|
|
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het gemeentehuis op: |
|
|
1.1.1.1 |
maandagochtend tussen 09.00 en 10.00 uur |
|
kosteloos |
1.1.1.2 |
maandag tussen 10.00 en 17.00 uur, dinsdag en woensdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
323,95 |
1.1.1.3 |
donderdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
453,50 |
1.1.1.4 |
vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
583,05 |
1.1.1.5 |
zaterdagochtend tussen 09.00 en 12.00 uur |
€ |
971,90 |
1.1.1.6 |
zaterdagmiddag tussen 12.00 en 17.00 uur |
€ |
1.231,00 |
1.1.1.7 |
zon- en feestdagen tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ |
1.943,80 |
1.1.1.8 |
Indien de huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap plaatsvindt buiten de tijden genoemd onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.7 worden de aldaar genoemde tarieven verhoogd met een bedrag van |
€ |
124,15 |
1.1.1.9 |
Indien de huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap voor een gezelschap bestaande uit 9 personen of meer plaatsvindt in het trouwpaviljoen worden de onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.7 genoemde tarieven verhoogd met een bedrag van |
€ |
244,00 |
1.1.1.10 |
Indien de huwelijksvoltrekking of partnerregistratie plaatsvindt op een alternatieve locatie, worden de onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.7 genoemde tarieven verhoogd met een bedrag van |
€ |
60,90 |
1.1.1.11 |
Voor het door de gemeente tijdelijk ter beschikking stellen van personeel wordt een vergoeding in rekening gebracht: voor huwelijksvoltrekking of partnerregistratie, per getuige |
€ |
43,75 |
1.1.2 |
Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte, is gelijk aan de tarieven voor huwelijksvoltrekkingen zoals genoemd onder 1.1.1. |
|
|
1.1.3 |
De tarieven voor de medewerking aan een verzoek tot ceremoniële herbevestiging van een huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn gelijk aan de tarieven voor huwelijksvoltrekkingen zoals genoemd onder 1.1.1. |
|
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
1.1.4.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering, exclusief uittreksel van de huwelijksakte of uittreksel van de akte van de registratie van het partnerschap, bedraagt |
€ |
16,65 |
1.1.5 |
vervallen |
|
|
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
|
|
|
|
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort, een nationaal paspoort dat een groter aantal bladzijden bevat dan een nationaal paspoort (zakenpaspoort) of een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.2 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.3 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.4 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.3 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
1.2.5 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon, geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
|
|
|
|
|
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent |
|
|
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt: |
|
|
1.3.2.1 |
bij een spoedlevering vermeerderd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW rijbewijstarieven voor 2020, afgerond naar beneden op vijf cent |
|
|
1.3.2.2 |
bij een aanvraag waarbij het eerder afgegeven rijbewijs niet kan worden overgelegd, vermeerderd met: |
€ |
25,70 |
|
tenzij de aanvrager zich op een andere wijze kan legitimeren met een document als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht |
|
|
1.3.3 |
De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd. |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
|
|
|
|
|
|
|
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
12,50 |
1.4.2.2 |
indien de verstrekking meer gegevens dan van één persoon betreffen, voor iedere persoon meer |
€ |
4,95 |
1.4.3 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand |
|
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor iedere bestede 5 minuten |
€ |
7,10 |
1.4.5 |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200) het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.5 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.6 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.7 Vastgoedinformatie |
|
|
|
|
|
|
|
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
1.7.1.1 |
een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet |
€ |
14,10 |
1.7.1.2 |
een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier, per kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
21,70 |
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift uit de kadastrale registratie, per object |
€ |
7,85 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.8 Overige publiekszaken |
|
|
|
|
|
|
|
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.8.1.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: het maximaal te heffen bedrag, zoals dit laatstelijk door het Rijk is vastgesteld. |
|
|
1.8.1.2 |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn: het maximaal te heffen bedrag, zoals dit laatstelijk door het Rijk is vastgesteld. |
|
|
1.8.1.3 |
tot het legaliseren van een handtekening |
€ |
12,45 |
1.8.1.4 |
tot het waarmerken van een stuk (copy conform) |
€ |
12,45 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.9 Gemeentearchief |
|
|
|
|
|
|
|
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor: |
|
|
1.9.1.1 |
voor het daaraan bestede eerste kwartier |
€ |
21,70 |
1.9.1.2 |
voor ieder daarop volgende bestede 5 minuten |
€ |
7,25 |
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
1.9.2.1 |
tot het verzenden per e-mail van een gescande afbeelding uit de fotocollectie, per afbeelding |
€ |
10,10 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.10 Huisvestingswet |
|
|
|
|
|
|
|
1.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.10.1 |
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
38,80 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.11 Leegstandwet |
|
|
|
|
|
|
|
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.11.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
130,20 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.12 Kinderopvang |
|
|
|
|
|
|
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.12.1 |
tot exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45 eerste lid van de Wet kinderopvang |
€ |
1.518,35 |
1.12.2 |
tot exploitatie voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 tweede lid van de Wet kinderopvang |
€ |
362,85 |
1.12.3 |
tot exploitatie van een voorziening voor gastouderopvang op het woonadres van één van de vraagouders op een reeds geregistreerde opvanglocatie als bedoeld in artikel 1.45 tweede lid van de Wet kinderopvang |
€ |
181,40 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.13 Geluidhinder |
|
|
|
|
|
|
|
1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.13.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de artikelen 1.4 en 3.30 van de Verordening fysieke leefomgeving |
€ |
200,55 |
1.13.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing door non profit organisaties, verenigingen en stichtingen tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de artikelen 1.4 en 3.30 van de Verordening fysieke leefomgeving |
€ |
60,90 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.14 Kansspelen |
|
|
|
|
|
|
|
1.14.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
1.14.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.1.4 |
voor twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
|
|
1.14.2 |
De subonderdelen 1.14.1.1 en 1.14.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.15 Telecommunicatie- en Leidingverordening |
|
|
|
|
|
|
|
1.15.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ |
860,75 |
1.15.1.1 |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,55 |
1.15.1.2 |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,55 |
1.15.1.3 |
indien met betrekking tot een melding op verzoek van de melder overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk om inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen , verhoogd met |
€ |
214,75 |
1.15.2 |
vervallen |
|
|
1.15.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2 van de Leidingenverordening gemeente Oegstgeest bedraagt per aanvraag |
€ |
860,65 |
1.15.3.1 |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,55 |
1.15.3.2 |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ |
1,55 |
1.15.3.3 |
indien met betrekking tot een aanvraag om vergunning op verzoek van de aanvrager overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk om inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen, verhoogd met |
€ |
214,75 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.16 Verkeer en vervoer |
|
|
|
|
|
|
|
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.16.1.1 |
tot het verlenen van een parkeerontheffing in het kader van een specifieke blauwe zone |
€ |
60,90 |
1.16.1.2 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ |
60,90 |
1.16.1.3 |
tot het verlenen van een nieuwe gehandicaptenparkeerkaart (exclusief de kosten van een keuring) |
€ |
60,90 |
1.16.1.4 |
tot het verlenen van een verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart (exclusief de kosten van een keuring) |
€ |
60,90 |
1.16.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.16.2.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing om gevaarlijke stoffen buiten de aangewezen wegen of weggedeelten te transporteren, als bedoeld in artikel 29, eerste lid Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
€ |
368,70 |
1.16.2.2 |
tot het verkrijgen van een verlenging van een eerder verleende ontheffing als bedoeld in 1.16.2.1 |
€ |
368,70 |
1.16.3 |
Het tarief bedraag |
|
|
1.16.3.1 |
ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
84,45 |
1.16.3.2 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, inclusief de kosten die voortvloeien uit de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken |
€ |
211,10 |
1.16.3.3 |
voor het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats op verzoek van gebruiker |
€ |
163,60 |
1.16.3.4 |
voor het wijzigen van een kenteken voor een gehandicaptenparkeerplaats |
€ |
26,35 |
1.16.3.5 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal |
€ |
150,00 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.17 Ligplaatsvergunningen |
|
|
|
|
|
|
|
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.17.1.1 |
tot het verstrekken van een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Woonschepenverordening 1999 van de gemeente Oegstgeest |
€ |
119,60 |
1.17.1.2 |
tot het wijzigen van een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 9 van de Woonschepenverordening 1999 van de gemeente Oegstgeest |
€ |
119,60 |
1.17.2 |
Het onder 1.17.1.1 en 1.17.1.2 genoemde bedrag wordt: |
|
|
1.17.2.1 |
indien voor de beoordeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid van dit onderdeel een advies van de Stichting Dorp, Stad en Land te Rotterdam (Welstandscommissie) is vereist, verhoogd met de daaraan verbonden kosten |
|
|
1.17.2.2 |
indien voor de beoordeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid van dit onderdeel een brandpreventieadvies van de Regionale Brandweer Hollands Midden is vereist, verhoogd met de daaraan verbonden kosten. |
|
|
1.17.3 |
Begroting kosten: |
|
|
|
Bij het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld onder 1.17.1 worden, indien van toepassing, de leges verhoogd met de kosten zoals vermeld onder 1.17.2. Het bedrag van deze kosten wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder medegedeeld, blijkend uit een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet is opgesteld. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag vóór deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
1.17.4 |
Overschrijving ligplaatsvergunning: |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overdragen van een verleende ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 8 van de Woonschepenverordening 1999 van de gemeente Oegstgeest |
€ |
20,75 |
1.17.5 |
Wachtlijst ligplaatsvergunning: |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot plaatsing op de wachtlijst ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 7 van de Woonschepenverordening 1999 |
€ |
59,75 |
1.17.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een pleziervaartuigvergunning |
€ |
105,55 |
|
|
|
|
Paragraaf 1.18 Diversen |
|
|
|
|
|
|
|
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.18.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning niet elders benoemd |
€ |
60,90 |
1.18.1.2 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
60,90 |
1.18.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1.18.2.1 |
voor de eerste gehele of gedeeltelijke pagina |
€ |
5,40 |
1.18.2.2 |
voor iedere volgende pagina: |
|
|
1.18.2.2.1 |
A4 zwart/wit enkelzijdig |
€ |
0,05 |
1.18.2.2.2 |
A4 zwart/wit dubbelzijdig |
€ |
0,10 |
1.18.2.2.3 |
A4 kleurenkopie enkelzijdig |
€ |
0,10 |
1.18.2.2.4 |
A4 kleurenkopie dubbelzijdig |
€ |
0,20 |
1.18.2.2.5 |
A3 zwart/wit enkelzijdig |
€ |
0,10 |
1.18.2.2.6 |
A3 zwart/wit dubbelzijdig |
€ |
0,15 |
1.18.2.2.7 |
A3 kleurenkopie enkelzijdig |
€ |
0,25 |
1.18.2.2.8 |
A3 kleurenkopie dubbelzijdig |
€ |
0,60 |
1.18.2.2.9 |
A0 zwart/wit enkelzijdig |
€ |
4,70 |
1.18.2.2.10 |
A0 kleurenkopie enkelzijdig |
€ |
11,80 |
1.18.2.3 |
indien het om een omvangrijk of tijdrovend verzoek gaat, dan wel stukken groter dan A3 formaat worden gevraagd, kan een externe drukker worden gevraagd de afschriften, doorslagen of fotokopieën of uittreksels te verzorgen. De kosten daarvan worden dan als leges doorberekend aan de verzoeker. |
|
|
1.18.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in subonderdeel 1.18.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ |
23,35 |
1.18.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per stuk of uittreksel |
€ |
60,90 |
1.18.5 |
Indien voor het verlenen van een vergunning of een ontheffing of een vrijstelling een kennisgeving in één of meer dag-, week- en huis-aan-huisbladen of de Staatscourant is voorgeschreven, wordt hiervoor per publicatie in rekening gebracht |
€ |
158,15 |
|
Alvorens tot publicatie wordt overgegaan, wordt belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis gesteld, waarbij tevens de verschuldigde leges worden medegedeeld. |
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
|||
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|
|
|
Artikel 2.1 Definities |
|
|
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
|
a. |
omgevingsoverleg; |
|
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
|
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|
|
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
|
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor elk omgevingsoverleg: |
€ |
300,00 |
|
per in te schakelen externe adviseur verhoogd met: |
€ |
100,00 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000: |
|
5,00% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
265,00 |
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000: |
|
5,10% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 100.000: |
|
4,90% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 200.000: |
|
4,70% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 350.000: |
|
4,50% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
f. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 350.000 tot € 500.000: |
|
4,30% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
g. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000: |
|
4,10% |
|
van de bouwkosten; |
|
|
h. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 of meer bedragen: |
|
3,90% |
|
|
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
118,75 |
1. |
als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
€ |
66,65 |
2. |
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
€ |
964,70 |
3. |
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
€ |
399,15 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
3.993,25 |
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
399,15 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ |
399,15 |
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ |
399,15 |
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ |
399,15 |
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ |
399,15 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Oegstgeest 2021 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ |
399,15 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ |
399,15 |
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
99,15 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
399,15 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
399,15 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
2.087,00 |
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.174,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.921,80 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.504,40 |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4.tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.174,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.921,80 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.504,40 |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.174,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.921,80 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.504,40 |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.174,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.921,80 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.504,40 |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
4.174,00 |
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ |
4.174,00 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.921,80 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ |
2.504,40 |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
4.174,00 |
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
|
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
521,75 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een archeologieactiviteit, een grondactiviteit of een wegactiviteit, bedraagt het tarief per omgevingsplanactiviteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
120,00 |
2. |
De in het eerste lid genoemde tarief is van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze is van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
€ |
120,00 |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan: |
€ |
120,00 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
240,00 |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
200,55 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
200,55 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 3.54 van de Verordening fysieke leefomgeving Oegstgeest in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
199,55 |
|
|
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 3.57 van de Verordening fysieke leefomgeving Oegstgeest in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
399,15 |
|
|
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
399,15 |
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ |
399,15 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
399,15 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3:100 en 3:101 van de Verordening fysieke leefomgeving Oegstgeest, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
199,55 |
|
|
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: weg anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 3.43 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ |
126,60 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ |
126,60 |
|
|
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 3.69 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
voor het verlenen van een vaste-standplaatsvergunning (een of meer dagen wekelijks gedurende het hele jaar) |
€ |
148,50 |
|
voor het verlenen van een dagplaatsvergunning (niet zijnde vaste-standplaatsvergunning) |
€ |
82,10 |
|
voor het overschrijven van een vaste-standplaatsvergunning op naam van een ander |
€ |
65,20 |
|
voor het toestaan van vervanging van de vaste standplaatsvergunninghouder |
€ |
65,20 |
|
|
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ |
146,60 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
1° |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
146,60 |
2° |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
146,60 |
3° |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ |
146,60 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
|
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
|
a. |
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ |
2.087,00 |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ |
2.087,00 |
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ |
1.005,20 |
|
|
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|
|
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ |
238,60 |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
€ |
186,10 |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ |
358,95 |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, de aan aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ |
245,95 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|
|
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
€ |
10% |
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ |
2.608,75 |
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ |
3.993,25 |
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ |
3.993,25 |
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ |
1.043,50 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ |
1.043,50 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ |
1.043,50 |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ |
1.043,50 |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ |
1.043,50 |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ |
1.043,50 |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ |
1.043,50 |
Artikel 2.50 Advies |
|
|
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ |
575,45 |
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Oegstgeest dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
|
|
|
Indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen: |
|
1,43% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
61,00 |
|
Indien de bouwkosten € 5.000 tot € 25.000 bedragen: |
|
0,65% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
77,65 |
|
Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 100.000 bedragen: |
|
0,42% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
174,75 |
|
Indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen: |
|
0,38% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
466,00 |
|
Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 350.000 bedragen: |
|
0,30% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
807,75 |
|
Indien de bouwkosten € 350.000 tot € 500.000 bedragen: |
|
0,27% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.141,70 |
|
Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
|
0,15% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.475,75 |
|
Indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: |
|
0,12% |
|
van de totale bouwkosten, met een minimum van: |
€ |
1.708,75 |
|
Bij ambtelijke toets welstand ongeacht kosten per bouwplan |
€ |
65,10 |
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
|
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering |
|
|
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|
100% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
|
|
|
bij 5 tot 10 activiteiten: |
|
2% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
|
3% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
|
5% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
70% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 4 weken tot 7 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 7 weken tot 52 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
70% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 4 weken tot 7 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 7 weken tot 52 weken na de indiening van de aanvraag: |
|
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
|
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
|
Een bedrag minder dan |
€ |
245,95 |
|
wordt niet teruggegeven |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 DIENSVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2 |
|||
|
|
|
|
Paragraaf 3.1 Horeca |
|
|
|
|
|
|
|
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
3.1.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid van de Alcoholwet |
€ |
464,85 |
3.1.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
€ |
81,25 |
3.1.1.3 |
een aanvraag tot het wijzigen van de alcoholvergunning als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, en artikel 30 van de Alcoholwet |
€ |
81,25 |
3.1.1.4 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Alcoholwet |
€ |
114,25 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
|
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel3.78 Verordening fysieke leefomgeving (terrasvergunning) |
€ |
264,00 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten |
|
|
|
|
|
|
|
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een A-evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
61,00 |
3.2.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een B-evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
341,10 |
3.2.2.2 |
Het onder 3.2.2.1 genoemde bedrag wordt, indien een veiligheidsadvies (inclusief vooroverleg met de hulpdiensten) nodig is voor een B-evenement, verhoogd met |
€ |
207,80 |
3.2.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een C-evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening |
€ |
623,50 |
3.2.3.2 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 3.3 Prostitutiebedrijven |
|
|
|
|
|
|
|
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.3.1 |
tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ |
1.666,40 |
3.3.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ |
710,70 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.4 Huisvestingswet |
|
|
|
|
|
|
|
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.4.1. |
tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
245,40 |
3.4.2 |
tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
242,35 |
3.4.3 |
tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingsweg 2014 |
€ |
925,00 |
3.4.4 |
tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van een woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingsweg 2014 |
€ |
925,00 |
3.4.5 |
tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 |
€ |
245,40 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.5 Brandbeveiligingsverordening |
|
|
|
|
|
|
|
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening |
€ |
126,70 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.6 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 3.6A Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 3.7 Winkeltijdenwet |
|
|
|
|
|
|
|
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.7.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van artikel 3, tweede lid Winkeltijdenwet |
€ |
69,30 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.8 Voorwerpen op de openbare weg |
|
|
|
3.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing, dan wel vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg |
€ |
126,65 |
|
|
|
|
Paragraaf 3.9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
|
|
|
|
|
3.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking |
€ |
60,90 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl