Regeling vervalt per 01-01-2027

Tijdelijke subsidieverordening lokale aanpak Isolatie particuliere woningen gemeente Deventer

Geldend van 25-10-2024 t/m 31-12-2026 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Tijdelijke subsidieverordening lokale aanpak Isolatie particuliere woningen gemeente Deventer

Artikel 1 Doel van de verordening

Deze verordening heeft als doel het ondersteunen van eigenaren-bewoners bij het isoleren van hun slecht geïsoleerde woning met een benedengemiddelde WOZ-waarde conform de voorwaarden van de SPUK lokale aanpak.

Artikel 2 Keuze-opties bij het isoleren van de woning

Voor het isoleren van de woning kan de eigenaar-bewoner op basis van deze verordening op aanvraag zijn keuze kenbaar maken voor één van de volgende opties:

  • a.

    Het indienen van een subsidieaanvraag ter verkrijging van geldelijke middelen voor woningisolatie, al dan niet na deelname aan een collectieve inkoopactie voor woningisolatie;

  • b.

    Het indienen van een subsidieaanvraag ter verkrijging van een kadokaart voor Doe-het -zelf isolatiemaatregelen.

Artikel 3 De te isoleren woning

  • 1. Om aanspraak te kunnen maken op subsidie op basis van deze verordening dient de te isoleren woning gelegen te zijn in de gemeente Deventer en te voldoen aan de voorwaarden van de SPUK Lokale Aanpak, hetgeen inhoudt dat de woning in kwestie slecht geïsoleerd is en de WOZ-waarde van de woning volgens de peildatum 1 januari 2022 lager is dan €340.000,-

  • 2. Indien het aantal aanvragen achterblijft bij de verwachting is het college bevoegd om de te hanteren norm van de in het eerste lid vermelde WOZ-waarde te verhogen tot maximaal €429.300.

Artikel 4 De onder de subsidieverordening vallende isolatiemaatregelen

  • 1. De onder deze verordening vallende isolatiemaatregelen waarvoor subsidie kan worden verstrekt betreffen de volgende maatregelen:

    • a.

      spouwmuurisolatie;

    • b.

      gevelisolatie;

    • c.

      vloerisolatie;

    • d.

      bodemisolatie;

    • e.

      dakisolatie;

    • f.

      zolder/vliering-vloerisolatie;

    • g.

      glas en kozijnpanelen;

    • h.

      isolerende deuren; en

    • i.

      bevestigingsmaterialen voor aanbrengen isolatie in het geval van Doe-het-zelf.

  • 2. De in het eerste lid vermelde isolatiemaatregelen dienen te voldoen aan de minimale isolatiewaarden en oppervlaktes die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.

  • 3. De eigenaar-bewoner moet in de volgende gevallen een keuze maken tussen twee mogelijke isolatiemaatregelen zoals vermeld in dit artikel:

    • a.

      vloerisolatie of bodemisolatie;

    • b.

      dakisolatie of zolder/vlieringisolatie.

  • 4. Subsidie bij isolatie middels isolerende deuren en/of isolerende panelen in kozijnen is alleen mogelijk indien dit wordt toegepast in combinatie met HR++, triple- of vacuümglas.

  • 5. De eigenaar-bewoner kan per woning slechts eenmaal subsidie op basis van deze verordening aanvragen.

Artikel 5 Subsidie voor isolatiemaatregelen

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten op aanvragen om subsidie op basis van deze verordening.

  • 2. De subsidie kan worden verstrekt in de vorm van geldelijke middelen, of in de vorm van een kadokaart voor Doe-het-zelf isolatiemaatregelen.

  • 3. Subsidie in de vorm van geldelijke middelen kan worden aangevraagd al dan niet na het doorlopen van een collectieve inkoopactie voor woningisolatie. De wens tot deelname aan een dergelijke collectieve inkoopactie dient middels een voor dat doel vastgesteld formulier te worden gemeld bij de gemeente.

  • 4. Indien uit het in het derde lid vermelde meldingsformulier blijkt dat betrokkene aan de voorwaarden voor subsidie voldoet, kan hij middels een daarvoor bestemd formulier de subsidie aanvragen. Het bepaalde in artikel 6, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op dit aanvraagformulier.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in artikel 4:29 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie op basis van deze verordening middels een enkele beschikking door het college verstrekt.

  • 6. Een subsidie kan zowel vooraf als achteraf worden verstrekt, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan de voorwaarden van deze verordening. Om aanspraak te kunnen maken op subsidie achteraf dienen de isolatiemaatregelen waarvoor subsidie wordt gevraagd te zijn uitgevoerd op of na 1 januari 2023.

  • 7. Bij een subsidie vooraf, dat wil zeggen een subsidie voor nog uit te voeren isolatiemaatregelen, vermeldt de beschikking tot subsidieverstrekking een datum of termijn waarbinnen de subsidieontvanger het gereedkomen van de betreffende maatregelen meldt bij het college. Het college kan nadere eisen stellen aan deze gereedmelding.

  • 8. Het college is bevoegd na gereedmelding van de uitgevoerde subsidiemaatregelen een steekproef te doen of aan de voorwaarden van deze verordening en de beschikking is voldaan. Indien niet aan de voorwaarden is voldaan is het college bevoegd de verstrekte subsidie geheel of gedeeltelijk in te trekken en terug te vorderen.

  • 9. Een aanvraag om subsidie kan gedurende de looptijd van deze verordening uiterlijk 31 december 2026 worden ingediend.

  • 10. Indien een aanvraag om subsidie niet tijdig is ingediend, is het college bevoegd de aanvraag niet in behandeling te nemen. In uitzonderlijke gevallen kan het college eenmalig van de in het negende lid vermelde datum afwijken.

Artikel 6 De subsidieaanvraag

  • 1. Voor de indiening van een aanvraag om subsidie maakt de aanvrager gebruik van het voor dat doel bestemde aanvraagformulier.

  • 2. Zowel voor de in artikel 2 vermelde keuze-opties als voor de subsidieaanvraag vooraf en de subsidieaanvraag achteraf kunnen verschillende aanvraagformulieren worden voorgeschreven.

  • 3. De aanvrager overlegt alle in het betreffende aanvraagformulier vermelde gegevens en bescheiden.

  • 4. Indien dat nodig is voor het nemen van een beslissing op de aanvraag kan het college in aanvulling op de in het betreffende aanvraagformulier vermelde gegevens en bescheiden om aanvullende gegevens en bescheiden vragen.

Artikel 7 Beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag om subsidie binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en kan deze termijn met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de te verstrekken subsidie bedraagt maximaal €1.300,- per aanvraag.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1. Bij de verstrekking van subsidies op basis van deze subsidieverordening geldt een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Het subsidieplafond geldt voor de duur van deze verordening en bedraagt € 1.605.500,-

  • 3. De raad is bevoegd indien nodig het subsidieplafond zonder wijziging van deze verordening te verhogen. De besluitvorming daarover wordt expliciet meegenomen bij de kwartaalrapportages. Een eventuele verhoging van het subsidieplafond wordt openbaar bekendgemaakt.

  • 4. De beschikbare subsidie wordt verdeeld op grond van het criterium ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt‘. Daarbij geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de aanvraag ingediend is.

Artikel 10 Weigeringsgronden

De subsidie kan door het college worden geweigerd indien uit de aanvraag blijkt dat:

  • a.

    Niet wordt voldaan aan de in deze verordening vermelde voorwaarden;

  • b.

    De activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van deze verordening;

  • c.

    De maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt en niet dient ter vervanging van een verouderde maatregel;

  • d.

    De maatregel zonder bijzondere inspanning terug te draaien is;

  • e.

    Aannemelijk is dat niet voldaan zal worden c.q. niet voldaan is aan de richtlijnen voor de Wet natuurbescherming inzake natuurvriendelijk isoleren.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening ten gunste van de belanghebbende buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. De afwijkingen worden bijgehouden in een afwijkingenlogboek, zodat gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk behandeld worden.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt terstond na bekendmaking in werking en vervalt van rechtswege op 1 januari 2027.

  • 2. De verordening blijft van kracht ten aanzien van subsidies voor isolatiemaatregelen die op de datum van vervallen van de verordening nog niet gereed zijn gemeld.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieverordening lokale aanpak Isolatie particuliere woningen gemeente Deventer.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023

De raad voornoemd,

De griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König

Bijlage als genoemd in artikel 4, tweede lid van de Tijdelijke subsidieverordening lokale aanpak isolatie particuliere woningen gemeente Deventer

De subsidiabele activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, tweede lid, dienen te voldoen aan de volgende minimale isolatiewaarden en oppervlaktes om in aanmerking te komen voor een subsidie. De minimale oppervlakte-eis kan worden losgelaten mits de eigenaar-bewoner aan kan tonen dat niet aan deze minimale oppervlakte-eis kan worden voldaan. Deze voorwaarden zijn in lijn met de nationale investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE):

  • a.

    spouwmuurisolatie dient minimaal een isolatiewaarde met een Rd-waarde ≥ 1,1 (m2K/W) en een oppervlakte van minimaal 10 m2 te bedragen;

  • b.

    gevelisolatie dient minimaal een isolatiewaarde met Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) en een oppervlakte van minimaal 10 m2 te bedragen;

  • c.

    vloerisolatie dient minimaal een isolatiewaarde met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) en een oppervlakte van minimaal 20 m2 te bedragen;

  • d.

    bodemisolatie dient minimaal een isolatiewaarde met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) en een oppervlakte van minimaal 20 m2 te bedragen;

  • e.

    dakisolatie dient minimaal een isolatiewaarde met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) en een oppervlakte van minimaal 20 m2 te bedragen;

  • f.

    zolder/vlieringisolatie dient minimaal een isolatiewaarde met een Rd-waarde ≥ 3,5 (m2K/W) en een oppervlakte van minimaal 20 m2 te bedragen;

  • g.

    Triple glas dient een maximale Ug-waarde van 0,7 (W/m2K) te hebben, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van maximaal 1,5 (W/m2K), eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen met een lage Ud-waarde van maximaal 1,2 (W/m2K) of een hoge Ud-waarde van maximaal 0,7 (W/m2K), en eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren met een lage Ud-waarde van maximaal 1,5 (W/m2K) of een hoge Ud-waarde van van maximaal 1,0 (W/m2K) en een totale oppervlakte van minimaal 8 m2.

  • h.

    HR++ glas dient een maximale Ug-waarde van 1,2 (W/m2K) te hebben, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen met een lage Ud-waarde van maximaal 1,2 (W/m2K) of een hoge Ud-waarde van maximaal 0,7 (W/m2K), en eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren met een lage Ud-waarde van maximaal 1,5 (W/m2K) of een hoge Ud-waarde van van maximaal 1,0 (W/m2K) en een totale oppervlakte van minimaal 8 m2.