Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710809
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710809/2
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Geldend van 28-02-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
Besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
-
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- 1.
diensten waarvan de kosten krachtens artikel 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- 2.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- 3.
voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenement als bedoeld in artikel 2:12, lid 4, Algemene plaatselijke verordening Breda 2018.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
-
2. Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
Hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
Hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);
- 4.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)
- 5.
Hoofdstuk 16 (kansspelen);
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
- 1.
Artikel 11 Overgangsrecht
De 'Legesverordening Breda 2023, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2022, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: 'Legesverordening Breda 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 december 2023
,voorzitter.
,griffier.
Bijlage Tarieventabel leges 2024
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Breda 2024
Indeling tarieventabel
Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 n.v.t.
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming
Hoofdstuk 7 n.v.t.
Hoofdstuk 8 n.v.t.
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10 Archeologie
Hoofdstuk 11 n.v.t.
Hoofdstuk 12 Leegstandswet
Hoofdstuk 13 n.v.t.
Hoofdstuk 14 n.v.t.
Hoofdstuk 15 n.v.t.
Hoofdstuk 16 Kansspelen
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 19 Diversen
Titel 2Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.2 Voorfase
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Paragraaf 2.13 Vermindering
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven en coffeeshops
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
Hoofdstuk 5 Verhuurvergunning opkoopbescherming
Hoofdstuk 6 Exploitatievergunning
Hoofdstuk 7 Markt- en standplaatsen
Hoofdstuk 8 Kabels en leidingen
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
||
1.1.1.1 |
maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 18.00 uur |
|
€ |
475,00 |
1.1.1.2 |
maandag tot en met vrijdag op andere tijdstippen dan tussen 9.00 en 18.00 uur en op zaterdag, op het Stadhuis |
|
€ |
907,00 |
1.1.1.3 |
maandag tot en met vrijdag op andere tijdstippen dan tussen 9.00 en 18.00 uur en op zaterdag, op een andere locatie dan het Stadhuis |
|
€ |
734,00 |
1.1.1.4 |
maandag van 10.00 tot 11.00 uur in de Kleine Zaal van het Stadhuis zonder ceremonie |
|
€ |
110,00 |
1.1.1.5 |
zondag, en een daarmee gelijkgestelde feestdag, op het Stadhuis |
|
€ |
1.157,00 |
1.1.1.6 |
Zondag, en een daarmee gelijkgestelde feestdag, op een locatie anders dan het Stadhuis |
|
€ |
956,00 |
|
|
|
|
|
1.1.2 |
Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk voor zover de omzetting zonder ceremonie plaatsvindt in het Stadskantoor te Breda bedraagt: |
|
€ |
44,45 |
|
|
|
|
|
1.1.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige benoeming honorair buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand bedraagt: |
|
€ |
102,50 |
|
|
|
|
|
1.1.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige benoeming honorair buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand inclusief beëdiging bij de Rechtbank, bedraagt : |
|
€ |
205,00 |
|
|
|
|
|
1.1.5 |
Het tarief voor het verstrekken van een (vervangend) trouwboekje of een (vervangend) partnerschapsregistratieboekje bedraagt |
|
€ |
23,25 |
|
|
|
|
|
1.1.6 |
n.v.t. |
|
|
|
1.1.7 |
n.v.t |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.1.8. |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
||
1.1.9 |
Voor het reserveren van een huwelijksvoltrekking en de werkzaamheden daartoe worden bij annulering van de huwelijksvoltrekking de volgende leges in rekening gebracht: |
|
||
1.1.9.1 |
bij annulering eerder dan vijf weken voor de huwelijksdatum |
|
€ |
46,25 |
1.1.9.2 |
bij annulering van vijf weken of later dan vijf weken voor de huwelijksdatum |
|
€ |
92,50 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2.1 |
Ingezetenen: Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.1.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
|
1.2.1.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
1.2.1.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
1.2.1.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
|
1.2.1.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
1.2.1.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
1.2.1.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.1.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
83,85 |
1.2.1.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
63,40 |
1.2.1.4.1 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
63,40 |
1.2.1.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.1.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
75,80 |
1.2.1.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
40,90 |
1.2.1.5.3 |
vervallen |
|
|
1.2.1.6 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.2 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ |
57,05 |
1.2.1.7.1 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner |
€ |
5,15 |
1.2.1.7.2 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner meerdere bezorgingen op éénzelfde adres |
€ |
10,30 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.2.2 |
Niet ingezetenen: Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
|
1.2.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
126,40 |
1.2.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
105,95 |
1.2.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
|
1.2.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
126,40 |
1.2.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
105,95 |
1.2.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.2.3.1 |
vervallen |
|
|
1.2.2.3.2 |
vervallen |
|
|
1.2.2.4 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.2.4.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ |
121,95 |
1.2.2.4.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
87,00 |
1.2.2.5.1 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner |
€ |
30,00 |
1.2.2.5.2 |
Bezorgen van een reisdocument binnen bezorggebied contractpartner meerdere bezorgingen op éénzelfde adres |
€ |
45,00 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
|
€ |
51,10 |
|
|
|
|
|
1.3.2. |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
|
€ |
39,65 |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen |
||||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.3 , wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen (BRP) moet worden geraadpleegd. |
|
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van een uittreksel uit de BRP, per verstrekking |
|
€ |
10,80 |
1.4.2.2 |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier BRP, per verstrekking |
|
€ |
10,80 |
|
|
|
|
|
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens over een persoon, die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen, per verstrekking |
|
€ |
10,80 |
|
|
|
|
|
1.4.4. |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.4.5 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.4.6 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.4.7 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier, na voorafgaande prijsopgave |
|
€ |
27,75 |
1.4.8 |
Het op grond van onderdeel 1.4.7 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
1.4.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van ingezetenschap |
|
€ |
10,80 |
|
|
|
|
|
1.4.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een uittreksel uit of een verklaring ontleend aan het Register Niet-Ingezetenen |
|
€ |
17,30 |
Hoofdstuk 5 n.v.t.
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming
1.6 |
Het tarief voor twee of meer kopieën van een dossier in het kader van een inzageverzoek op grond van artikel 15 AVG bedraagt: |
|
|
|
1.6.1 |
bij verstrekking op papier: |
|
|
|
1.6.1.1 |
ten hoogste 100 pagina's, per pagina |
|
€ |
0,25 |
|
met een maximum per bericht van |
|
€ |
5,40 |
1.6.1.2 |
meer dan 100 pagina's |
|
€ |
24,30 |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 n.v.t.
Hoofdstuk 8 n.v.t.
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
1.9.1.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag verwijst de gemeente Breda naar het tarief zoals bepaald door Justis |
|
|
|
1.9.1.2 |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
|
€ |
10,80 |
1.9.1.3 |
tot het legaliseren van een handtekening |
|
€ |
14,20 |
|
|
|
|
|
1.9.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere termijn voor de begraving of verbranding als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging bedraagt |
|
€ |
19,00 |
Hoofdstuk 10 Archeologie
|
|
|
|
|
|
Archeologie |
|
|
|
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
|
1.10.1.1 |
de begeleiding en beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde bureauonderzoeken, Programma’s van Eisen, Plannen van Aanpak en rapportages inzake archeologisch (voor)onderzoek, alsmede het toezicht houden op veldwerk |
|
€ |
1.060,00 |
1.10.1.2 |
vervallen |
|
|
|
1.10.1.3 |
vervallen |
|
|
|
1.10.1.4 |
vervallen |
|
|
|
1.10.1.5 |
vervallen |
|
|
|
Hoofdstuk 11 n.v.t.
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
|
|
|
1.12.1.1 |
voor één woning, een woning in een rijen- of appartementencomplex of (on)zelfstandige woonruimte in een gebouw bestemd voor groepsgewijze huisvesting, verzorging of verpleging, logiesverschaffing administratie en/of onderwijs dat in afwachting is van een bepaalde andere bestemming |
|
€ |
153,00 |
1.12.1.2 |
voor meerdere woningen in een rijen- of appartementencomplex:
|
|
€ |
306,00 |
|
|
|
€ |
459,00 |
|
|
|
€ |
612,00 |
|
|
|
€ |
765,00 |
|
|
|
|
|
1.12.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor verlenging van een vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
|
|
|
1.12.2.1 |
voor één woning, een woning in een rijen- of appartementencomplex of (on)zelfstandige woonruimte in een gebouw bestemd voor groepsgewijze huisvesting, verzorging of verpleging, logiesverschaffing administratie en/of onderwijs dat in afwachting is van een bepaalde andere bestemming |
|
€ |
76,55 |
1.12.2.2 |
voor meerdere woningen in een rijen- of appartementencomplex:
|
|
€ |
153,00 |
|
|
|
€ |
229,50 |
|
|
|
€ |
306,00 |
|
|
|
€ |
382,55 |
Hoofdstuk 13 Vervallen
Hoofdstuk 14 Vervallen
Hoofdstuk 15 Vervallen
Hoofdstuk 16 Kansspelen
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
|
1.16.1.1 |
voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat |
|
€ |
56,50 |
1.16.1.2 |
voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
|
€ |
56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
|
€ |
34,00 |
1.16.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd |
|
€ |
226,50 |
1.16.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
|
€ |
226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
|
€ |
136,00 |
|
|
|
|
|
1.16.2 |
De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal, als bedoeld in artikel 2 van de ‘Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen Breda’ |
|
€ |
200,45 |
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 13 van de ‘Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009’: |
|
€ |
455,62 |
1.17.2 |
indien de melding betrekking heeft op een tracé van 100 tot en met 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 1.17.1 per strekkende meter vermeerderd met |
|
€ |
0,42 |
1.17.3 |
indien de melding betrekking heeft op een tracé langer dan 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 1.17.1 vermeerderd met |
|
€ |
411,39 |
|
alsmede per strekkende meter boven de 1.000 meter met |
|
€ |
0,18 |
1.17.4 |
In afwijking van het bepaalde in de vorige onderdelen 1.17.1 tot en met 1.17.3 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 13 van de “Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009” voor een grootschalig (met trace lengte van meer dan 30 km) behelzende de nieuwe aanleg van een nieuw telecommunicatienet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot instemming aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een projectbegroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
1.17.5 |
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 1.17.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, uitgezonderd bord C22a (milieuzone): |
|
|
|
1.18.1.1 |
per dag ontheffing per voertuig: |
|
€ |
25,40 |
1.18.1.2 |
Voor een tijdelijke ontheffing anders dan onder 1.18.1.1 of jaarontheffing |
|
€ |
60,55 |
1.18.1.3 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.18.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een tijdelijke- of jaarontheffing als bedoeld in artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990: |
|
€ |
36,27 |
|
|
|
|
|
1.18.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, lid 1 van de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen: |
|
|
|
|
|
|
€ |
155,33 |
|
|
|
€ |
155,33 |
|
vermeerderd voor elk volgend adres met |
|
€ |
37,80 |
|
|
|
|
|
1.18.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van toestemming voor het lossen van tanks via bovenlossing en voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen binnen de bebouwde kom, op een voor het publiek toegankelijke plaats als bedoeld in artikel 5, bijlage 2 van het Reglement Vervoer over land van gevaarlijke stoffen |
|
€ |
155,33 |
|
|
|
|
|
1.18.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 10 van de Wet Explosieven voor civiel gebruik: |
|
|
|
|
|
|
€ |
155,33 |
|
|
|
€ |
155,33 |
|
vermeerderd voor elk volgend adres met |
|
€ |
37,80 |
|
|
|
|
|
1.18.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 Wegenverkeerswet juncto artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 bestemd voor extra lange, hoge brede of zware voertuigen die door de bebouwde kom van de gemeente Breda moeten rijden |
|
€ |
123,41 |
|
|
|
|
|
1.18.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing milieuzonering op basis van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor voertuigen waarvoor een verbod geldt om te rijden in de aangewezen milieuzone (bord C22a): |
|
|
|
|
a. per dagontheffing |
|
€ |
29,12 |
|
b. op basis van de hardheidsclausule, per kenteken |
|
€ |
174,66 |
|
c. per tijdelijke ontheffing lange levertijd |
|
€ |
29,12 |
|
d. ontheffing in verband met aanbesteding essentiële overheidstaak |
|
€ |
28,30 |
1.18.8. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
1.18.8.1 |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart |
|
€ |
32,03 |
1.18.8.2 |
tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart |
|
€ |
32,03 |
1.18.8.3 |
indien voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van onderdeel 1.18.8.1 medisch advies dient te worden gevraagd, wordt het aldaar genoemde tarief verhoogd met |
|
€ |
111,97 |
1.18.8.4 |
bij het niet op het juiste tijdstip verschijnen voor de medische keuring als bedoeld in onderdeel 1.18.8.3 wordt een bedrag in rekening gebracht van |
|
€ |
10,80 |
1.18.8.5 |
Voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken |
|
€ |
162,00 |
1.18.8.6 |
Voor de verplaatsing van een gehandicaptenparkeerplaats in verband met verhuizing |
|
€ |
108,00 |
1.18.8.7 |
Tot wijziging van de bebording gehandicaptenparkeerplaats vanwege wijziging van het kenteken van het voertuig dat daar geparkeerd wordt |
|
€ |
27,00 |
1.18.9 |
Vervallen |
|
|
|
1.18.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, derde lid, van de ‘Parkeerverordening Breda 2022’: |
|
|
|
1.18.10.1 |
(voor de eerste aanvraag) geldig voor ten hoogste één week |
|
€ |
22,45 |
1.18.10.2 |
nadat de eerste aanvraag als bedoeld in 1.18.10.1 is verstrekt voor iedere vervolgaanvraag welke geldig is voor ten hoogste één week |
|
€ |
15,19 |
1.18.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een verklaring van geen bezwaar op grond van de Luchtvaartwet en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten |
|
€ |
107,58 |
1.18.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek in verband met het aan het openbaar verkeer onttrekken van een weg als bedoelt in artikel 4, 9 en 11 van de Wegenwet |
|
€ |
1050,90 |
1.18.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een Bredase taxi vergunning (Btx) |
|
€ |
141,94 |
Hoofdstuk 19 Diversen
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gedrukte, gecyclostileerde of anderszins gereproduceerde stukken, alsmede fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|
|
|
|
|
Nihil |
|
|
|
€ |
0,42 |
|
Indien een bladzijde een grotere afmeting heeft dan A4-formaat, bedragen de leges voor die bladzijde even zoveel malen het tarief als de oppervlakte een veelvoud is van het formaat A4. Een eventueel resterend gedeelte wordt daarbij als een geheel formaat A4 gerekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.19.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
|
€ |
7,62 |
|
|
|
|
|
1.19.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
|
€ |
7,62 |
|
|
|
|
|
1.19.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het waarmerken van (fotokopieën van) documenten |
|
€ |
10,80 |
|
|
|
|
|
1.19.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling Pachtwet nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van verklaringen, bedoeld in artikel 56 f van de Pachtwet, per verklaring |
|
€ |
3,12 |
|
|
|
|
|
1.19.6 |
Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.19.7 |
Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.19.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|
1.19.8.1 |
een opkopersregister |
|
€ |
11,44 |
1.19.8.2 |
een straatnaamboekje |
|
€ |
15,41 |
|
|
|
|
|
1.19.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|
|
|
1.19.9.1 |
een vergunning voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (art. 2 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’) |
|
€ |
184,40 |
1.19.9.2 |
een ontheffing om een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu (art. 14 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’) |
|
€ |
184,40 |
1.19.9.3 |
een ontheffing voor de opslag van afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de openlucht en buiten een inrichting op te slaan of opgeslagen te hebben (art. 18 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’) |
|
€ |
184,40 |
|
|
|
|
|
1.19.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een ligplaats voor een roeiboot, een woonschip en andere vaartuigen als bedoeld in artikel 5:21 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ |
|
€ |
314,63 |
1.19.11 |
Het tarief voor het inschrijven op de wachtlijst als bedoeld in artikel 5:21a van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018. |
|
€ |
91,33 |
Titel 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
|
5 |
Bruto vloeroppervlak (bvo): Het bruto vloeroppervlak is de som van de vloeroppervlakte van alle bouwlagen, gemeten langs de buitenomtrek gemeten volgens NEN 2580 |
|
|
6 |
Voor zover kosten gemaakt zijn binnen het omgevingsoverleg welke ook vallen onder de plankostenscan en deze in rekening gebracht zijn, worden deze kosten teruggestort/verrekend |
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
Initiatiefplan; |
|
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Initiatiefplan |
|
|
1. |
Bij een initiatiefplan over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 160 |
2 |
De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met: |
|
a |
Als een initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.4.1 strijdig is met het omgevingsplan en inhoudelijk beoordeeld moet worden of medewerking wordt verleend, geldt een tarief voor de eerste beoordeling (intaketafel/omgevingstafel en/of schriftelijke adviezen) van: |
€ 275 |
b |
Voor elk volgend overleg (omgevingstafel) of volgende schriftelijke beoordeling , geldt per overleg of schriftelijke beoordeling een tarief van: |
€ 525 |
c |
In afwijking van 2.4.2 onder b, indien het verzoek ziet op het realiseren van 5 of meer grondgebonden (zorg)woningen, het realiseren van 10 of meer gestapelde (zorg)woningen of (studenten)wooneenheden, het oprichten, wijzigen of uitbreiden van een gebouw, niet zijnde een woning of wooneenheid, met een omvang van meer dan 1.500 m² bvo betreft, bedraagt het tarief: |
€ 1.250 |
3 |
Afzonderlijke toetsen |
|
a |
Als voor een plan gevraagd is voorgelegd te worden aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit ter verkrijging van een advies voor het voorgenomen project, geldt voor elke adviesaanvraag een tarief van |
€ 250 |
b |
Als voor een plan tevens gevraagd is op hoofdlijnen te toetsen aan het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt een tarief in rekening gebracht van 0,55% van de bouwkosten met een maximum van |
€ 1.475 |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 50.000: |
€ 160 |
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000: |
€ 160 |
|
vermeerderd met 1,5% van de bouwkosten boven € 50.000; |
|
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000: |
€ 2.410 |
|
vermeerderd met 1,4% van de bouwkosten boven € 200.000; |
|
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000: |
€ 34.610 |
|
vermeerderd met 1,3% van de bouwkosten boven € 2.500.000; |
|
|
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€ 250.000 |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
Woning Zelfstandige (zorg)woningen, (zorg)woningen in woongebouwen, transformatie naar (zorg)woningen, woonwagen, recreatiewoning |
|
1 |
|
€ 160 |
2 |
|
€ 275 |
3 |
|
€ 3.000 |
4.1 |
|
€ 3.000 |
4.2 |
|
€ 1.000 |
5.1 |
|
€ 28.000 |
5.2 |
|
€ 500 |
|
Onzelfstandige woning
|
|
6 |
|
€ 1.000 |
7.1 |
|
€ 3.000 |
7.2 |
|
€ 150 |
|
Niet woning |
|
8 |
|
€ 550 |
9 |
|
€ 550 |
10 |
|
€ 1.000 |
11 |
|
€ 550 |
12.1 |
|
€ 550 |
12.2 |
|
€ 1,50 |
|
Wijzigen gebruik |
|
13 |
|
€ 350 |
14.1 |
|
€ 350 |
14.2 |
|
€ 1,00 |
|
Overig |
|
15 |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd |
€ 4.500 |
|
Categorieën kunnen met elkaar gecombineerd worden |
|
b |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
Woning Zelfstandige (zorg)woningen, (zorg)woningen in woongebouwen, transformatie naar (zorg)woningen, woonwagen, recreatiewoning |
|
1 |
|
€ 160 |
2 |
|
€ 400 |
3 |
|
€ 5.000 |
4.1 |
|
€ 5.000 |
4.2 |
|
€ 2.000 |
5.1 |
|
€ 55.000 |
5.2 |
|
€ 1.000 |
|
Onzelfstandige woning Onzelfstandige (zorg)woningen, onzelfstandige (zorg)woningen in woongebouw, Transformatie naar onzelfstandige (zorg)woningen, kamerverhuur |
|
6 |
|
€ 1.500 |
7.1 |
|
€ 4.500 |
7.2 |
|
€ 250 |
|
Niet woning |
|
8 |
|
€ 1.000 |
9 |
|
€ 1.000 |
10 |
|
€ 2.000 |
11 |
|
€ 1.000 |
12.1 |
|
€ 1.000 |
12.2 |
|
€ 2,50 |
|
Wijzigen gebruik |
|
13 |
|
€ 700 |
14.1 |
|
€ 700 |
14.2 |
|
€ 1.75 |
|
Overig |
|
15 |
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd |
€ 9.000 |
|
Categorieën kunnen met elkaar gecombineerd worden |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 13 van de Erfgoedgoedverordening Breda 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
|
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 1.350 |
|
|
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 1.350 |
|
|
|
In afwijking van artikel 2.8.a1 en a2 |
|
|
|
3 |
er is alleen sprake van restauratie of instandhoudingsmaatregelen die vergunningsplichtig zijn. |
€ 350 |
|
|
4 |
er is sprake van een functiewijziging zonder bouwkundige activiteiten |
€ 350 |
|
|
5 |
er is sprake van aanpassingen van indifferent gewaardeerde onderdelen van het monument |
€ 350 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
|
1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 1.350 |
|
|
2 |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 1.350 |
|
|
|
In afwijking van artikel 2.8.c1 en c2 |
|
|
|
3 |
er is alleen sprake van restauratie of instandhoudingsmaatregelen die vergunningsplichtig zijn. |
€ 350 |
|
|
4 |
er is sprake van een functiewijziging zonder bouwkundige activiteiten |
€ 350 |
|
|
5 |
er is sprake van aanpassingen van indiferent gewaardeerde onderdelen van het monument |
€ 350 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft |
€ 350 |
||
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Breda 2022, is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 1.600 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 1.600 |
||
c |
In afwijking van artikel 2.9.a en b |
|
||
1 |
er is alleen sprake van restauratie of instandhoudingsmaatregelen die vergunningsplichtig zijn. |
€ 400 |
||
2 |
er is sprake van een functiewijziging zonder bouwkundige activiteiten |
€ 400 |
||
3 |
er is sprake van aanpassingen van indifferent gewaardeerde onderdelen van het monument |
€ 400 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 350 |
|
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 350 |
|
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
A Werelderfgoed |
€ 1.600 |
|||
B Overig |
€ 350 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
||
a. |
voor de activiteit verwerken polyesterhars: |
€ 2.591 |
b. |
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: |
€ 1.036,40 |
c. |
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: |
€ 2.591 |
d. |
voor de activiteit opslaan propaan of propeen: |
€ 2.591 |
e. |
voor de activiteit tanken met LPG: |
€ 2.591 |
f. |
voor de activiteit antihagelkanonnen: |
€ 2.591 |
g. |
voor de activiteit biologische agens: |
€ 2.591 |
h. |
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: |
€ 2.591 |
i. |
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: |
€ 2.591 |
j. |
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): |
€ 1.036,40 |
k. |
voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning): |
€ 1.036,40 |
l. |
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: |
€ 1.036,40 |
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 7.125,25 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 9.716,25 |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 7.125,25 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 9.716,25 |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 7.125,25 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 9.716,25 |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 7.125,25 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 9.716,25 |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.886,50 |
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 3.886,50 |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 7.125,25 |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid |
€ 9.716,25 |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 3.886.50 |
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 303,50 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 607 |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 580 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 580 |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 580 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 580 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. Bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 580 |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. |
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b. indrijven van voorwerpen, c. ophogen van de grond, of d. verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:5] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 580 |
|
2 (regeling in het nieuwe deel omgevingsplan) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:6] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 240 |
|
2 (regeling in het nieuwe deel omgevingsplan) |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een uitrit naar de openbare weg of het veranderen van een bestaande uitrit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 240 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 240 |
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a.1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
a.2 |
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 100 |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 580 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
||
(regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in [artikel [4:11] van de Algemene plaatselijke in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 465 |
||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een beschermde boom of het vellen van een beschermde houtopstand, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
|
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 465 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 465 |
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken ] |
|
||
1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet) |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [ 2:4a] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: |
€ 240 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 240 |
|
2 (regeling in het nieuwe deel omgevingsplan) |
|
||
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van objecten op de weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 240 |
|
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 240 |
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 233 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
1° |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 233 |
|
2° |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 233 |
|
3° |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 233 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 520 |
|
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 340 |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
||
1. |
Bij een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij |
|
|
|
a. |
één maatwerkvoorschrift |
€ 2.591 |
|
b. |
twee tot meer maatwerkvoorschriften, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift: |
€ 1.295,50 |
2. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet |
€ 2.591 |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 250 |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 520 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 520 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 2.591 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 340 |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 300 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
€ 450 |
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
|
|
€ 2.591 |
|
€ 450 |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 10.000 |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 275 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
10% |
||
met een maximum van: |
€ 1.000 |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit uit de afdeling 3.2, 3.4 tot en met 3.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving: |
€ 3.238,75 |
|
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 1.300 |
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 650 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 150 |
|
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 150 |
|
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 150 |
|
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 150 |
|
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 150 |
|
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 7.773 |
|
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 150 |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 335 |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de adviescommissie omgevingskwaliteit Breda 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
€ 250 |
|
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de adviescommissie omgevingskwaliteit Breda 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 250 |
|
d. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
3 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of nadere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling |
|
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
|
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn |
|
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na initiatiefplan |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om initiatiefplan als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
van de voor het initiatiefplangeheven leges. |
|
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het initiatiefplan betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het initiatiefplan; en c. binnen 12 maanden na het laatste initiatiefplan of, als het initiatiefplan volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 275 |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
85%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
75%. |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
Bij verschuldigde leges van meer dan € 100.000,- bedraagt de teruggaaf |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges |
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a.1 |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
a.2 |
Bij verschuldigde leges van meer dan € 100.000,- bedraagt de teruggaaf |
50% |
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan € 60 wordt niet teruggegeven. |
|
Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in: |
|
|
3.1.1.1 |
artikel 4, eerste lid van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’ |
€ |
449,21 |
3.1.1.2 |
artikel 10, eerste lid onder c. van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’ |
€ |
438,15 |
3.1.1.3 |
artikel 10, vierde lid van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’ |
€ |
141,94 |
|
|
|
|
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, van de Alcoholwet voor het exploiteren van een horecabedrijf of slijtersbedrijf: |
|
|
3.1.2.1 |
bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer |
€ |
300,45 |
3.1.2.2 |
Bij wijziging van de inrichting (art 30 Alcoholwet). Tarief gelijk aan wijzigen leidinggevende (art 30 a Alcoholwet). |
|
|
3.1.2.3 |
In de overige gevallen |
€ |
564,94 |
|
|
|
|
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Alcoholwet voor het schenken van zwakalcohol-houdende dranken bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard |
€ |
141,94 |
|
|
|
|
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet voor het schenken van zwak alcoholhoudende dranken bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard in een paracommerciële inrichting |
€ |
141,94 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
|||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het houden van: |
|
|
3.2.1.1 |
een C- evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 6 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ voor maximaal één jaar |
€ |
13.305,66 |
3.2.1.1.1 |
een C-evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 6 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ afgegeven voor de periode van maximaal twee jaar |
€ |
14.902,34 |
3.2.1.2 |
een B-evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 5 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ voor maximaal één jaar |
€ |
3.752,06 |
3.2.1.2.1 |
een B-evenement als bedoeld in artikel 2:10, lid 5 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ afgegeven voor de periode van maximaal twee jaar |
€ |
3.977,17 |
3.2.1.3 |
Vervallen |
|
|
3.2.1.3.1 |
Vervallen |
|
|
3.2.1.4 |
Vervallen |
|
|
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven en coffeeshops
3.3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een escortvergunning: |
€ |
620,74 |
3.3.1.2 |
indien de escortvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.3.1.1: |
€ |
566,79 |
3.3.1.3 |
bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer: |
€ |
300,45 |
|
|
|
|
3.3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een seksinrichtingsvergunning |
€ |
1.117,02 |
3.3.2.2 |
Indien de seksinrichtingsvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.3.2.1 |
€ |
683,91 |
3.3.2.3 |
bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer |
€ |
300,45 |
3.3.2.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring coffeeshop als bedoeld in de beleidsregel ‘Beleid maximum aantal toegestane coffeeshops experiment gesloten coffeeshopketen Breda jo. artikel 6a Wet Experiment gesloten coffeeshopketen; |
€ |
571,14 |
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
3.4.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor het splitsen van een gebouw in één of meer appartementen als bedoeld in de ‘Huisvestingsverordening Breda 2020’: |
|
|
|
|
|
€ |
464,41 |
|
|
vermeerderd per te splitsen appartement met |
€ |
116,10 |
|
|
|
|
|
|
3.4.2 |
Wordt de aanvraag ingetrokken dan bedragen de leges 20% van op grond van 3.4.1 berekende tarief met een minimum van het aldaar genoemde basistarief. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3.4.3 |
Indien in geval van een incomplete aanvraag de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 3.4.1 berekende bedrag vermeerderd met 5% en een maximum van |
€ |
166,71 |
|
|
|
|
|
|
3.4.4 |
Indien de aanvraag incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.4.1: 20% van het tarief als genoemd onder 3.4.1 met een minimum van het basistarief. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3.4.5 |
Indien de vergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.4.1: 20% van het tarief als genoemd onder 3.4.1 met een minimum van het basistarief. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3.4.6 |
Het tarief voor het wijzigen van een eerder verleende vergunning wordt overeenkomstig artikel 3.4.1 bepaald, echter met dien verstande dat als aantal te splitsen appartementen wordt genomen het verschil is tussen de nieuwe en de oude situatie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen aan een aanvraag ter beoordeling of een vergunning voor het splitsen van een gebouw in één of meer appartementen als bedoeld in de “Huisvestingsverordening Breda 2020” is vereist. |
€ |
108,00 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Verhuurvergunning opkoopbescherming
3.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een verhuurvergunning opkoopbescherming als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de Huisvestingswet 2014 en artikel X van de Huisvestingsverordening Breda 2022 |
€ |
451,22 |
3.5.2 |
Indien:
wordt er geen teruggaaf van de geheven leges verleend. |
|
|
3.5.3 |
Indien in geval van een incomplete aanvraag de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 3.5.1 berekende bedrag vermeerderd met: |
€ |
162,02 |
3.5.4 |
Indien de aanvraag incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, is het tarief overeenkomstig de som van 3.5.1 en 3.5.3. |
|
|
3.5.5 |
Het tarief voor het wijzigen van een eerder verleende vergunning wordt overeenkomstig artikel 3.5.1 bepaald. |
|
|
Hoofdstuk 6 Exploitatievergunning
3.6. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|
|
3.6.1 |
een exploitatievergunning als bedoeld in afdeling 2:31 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ |
€ |
571,14 |
3.6.1.1 |
bij wijziging van leidinggevende, niet zijnde de ondernemer |
€ |
300,45 |
3.6.2 |
een exploitatievergunning als bedoeld in afdeling 2:17 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’, artikel 2:18 voor horecabedrijven (droge horeca) |
€ |
571,14 |
3.6.2.1 |
bij wijziging van leidinggevende, niet zijnde de ondernemer |
€ |
300,45 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Markt- en standplaatsen |
|||
3.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Marktverordening Breda 2017: |
|
|
3.7.1.1 |
Tot het verlenen van een vaste-marktplaatsvergunning (artikel 7, tweede lid): |
€ |
120,81 |
|
Indien de aanvraag is voorafgegaan door een meeloopvergunning geldt het tarief opgenomen bij 3.7.1.7 |
|
|
3.7.1.2 |
tot het verlenen van een meeloopvergunning (artikel 7, derde lid): |
€ |
43,36 |
3.7.1.3 |
tot het verlenen van een seizoens-marktplaatsvergunning (artikel 7, vierde lid): |
€ |
43,36 |
3.7.1.4 |
tot het verlenen van een dagplaatsvergunning (artikel 7, vijfde lid): |
€ |
34,57 |
3.7.1.5 |
tot het verlenen van een standwerkvergunning (artikel 7, vijfde lid): |
€ |
34,57 |
3.7.1.6 |
tot het verlenen van een incidentele vergunning voor niet-commerciële of ideële doeleinden (artikel 7, zesde lid): |
|
Nihil |
3.7.1.7 |
vervallen |
|
|
|
|
|
|
3.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning: |
|
|
3.7.2.1 |
voor het innemen van een verkoopstandplaats op particuliere grond of voor het innemen van een standplaats voor het verstrekken van informatie ten behoeve van commerciële doeleinden -waar op geld waardeerbare transacties plaatsvinden- of het aanbieden van goederen en/of diensten, ongeacht dit plaatsvindt op particuliere of openbare gemeentegrond, als bedoeld in artikel 5:17 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’: |
|
|
|
|
€ |
46,69 |
|
|
€ |
80,15 |
3.7.2.2 |
voor het innemen van een standplaats op particuliere grond of voor het innemen van een standplaats voor het verstrekken van informatie ten behoeve van niet-commerciële doeleinden –waar géén op geld waardeerbare transacties plaatsvinden–, ongeacht of dit plaatsvindt op particuliere of openbare gemeentegrond, als bedoeld in artikel 5:17 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’. |
|
Nihil |
Hoofdstuk 8 Kabels en leidingen
|
|
|
|
3.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van vergunning als bedoeld in artikel 8 van de ‘Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009’: |
€ |
455,67 |
3.8.2 |
indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé van 100 tot en met 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.8.1 per strekkende meter vermeerderd met |
€ |
0,42 |
3.8.3 |
indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé langer dan 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.8.1 vermeerderd met |
€ |
423,32 |
|
alsmede per strekkende meter boven de 1.000 meter met |
€ |
0,18 |
3.8.4 |
In afwijking van de onderdelen 3.8.1 tot en met 3.8.3 genoemde tarieven bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.8.1 tot en met 3.8.3 indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé met meer dan 30km sleuflengte: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
|
Indien een begroting als bedoeld in voorgaande volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.9.1.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:2, tweede lid van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (geluidhinder in de open lucht) |
€ |
8,63 |
3.9.1.2 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, als bedoeld in artikel 2:4a van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’: |
|
|
3.9.1.2.1 |
voor een werkterrein, zijnde ingebruikname van openbare gemeentegrond ten behoeve van de uitvoering van werken al dan niet omgeven door een fysieke afscheiding |
€ |
248,99 |
3.9.1.2.2 |
Voor uitstallingen van goederen en materialen voor of ten behoeve van verkoop en overige objecten, niet onderdeel uitmakende van evenementen op het land of op het water |
€ |
135,58 |
3.9.1.2.3 |
voor het aanbrengen van stoffen of voorwerpen op of aan de openbare plaats |
€ |
309,87 |
3.9.1.2.4 |
voor het plaatsen van een bouwbord of bewegwijzeringsbord |
€ |
165,29 |
3.9.1.2.5 |
Voor het plaatsen van een gedenkmonument: |
|
|
S |
|
€ |
110,17 |
|
|
€ |
27,53 |
|
|
|
|
3.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in: |
|
|
3.9.2.1 |
artikel 5:6 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (ten behoeve van het parkeren van caravans e.d. op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda) |
€ |
49,82 |
3.9.2.2 |
artikel 5:7 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (ten behoeve van het parkeren van reclamevoertuigen op de weg) |
€ |
49,82 |
3.9.2.3 |
artikel 5:8 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ (ten behoeve van het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda) |
€ |
49,82 |
3.9.3 |
vervallen |
|
|
3.9.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van een terras, als bedoeld in artikel 2:4A van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018’ juncto artikel 10 van de ‘Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005’:
|
|
€ 182,81 |
|
€ 417,87 |
||
3.9.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot Het verlenen van een vergunning, bedoeld in artikel 3 van de ‘Verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen’: |
€ |
84,07 |
|
vermeerderd voor iedere kamer waarop de aanvraag betrekking heeft met: |
€ |
16,78 |
3.9.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het tot stand brengen of wijzigen van een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool als bedoeld in artikel 3 van de Stedelijk waterverordening Breda 2019 |
€ |
239,77 |
Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet
3.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
3.10.1.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de ‘Verordening winkeltijden Breda 2018’ |
€ |
119,28 |
3.10.1.2 |
Tot het wijzigen van een in onderdeel 3.10.1.1 bedoelde ontheffing |
€ |
119,28 |
Behoort bij raadsbesluit van 7 december 2023
De griffier van de gemeente Breda,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl