Regeling vervallen per 27-07-2011

VERORDENING Langdurigheidstoeslag Lelystad 2009

Geldend van 02-04-2009 t/m 26-07-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

VERORDENING Langdurigheidstoeslag Lelystad 2009

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 20 januari 2009;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING Langdurigheidstoeslag Lelystad 2009.

Artikel 1 – Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

  • c.

    peildatum: de datum waarop een belanghebbende op grond van deze verordening voor het eerst aan de voorwaarden voor een langdurigheidstoeslag voldoet;

  • d.

    inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen “de referteperiode”. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;

  • e.

    geldende bijstandsnorm: de normen zoals genoemd in artikel 21 van de wet, inclusief de van toepassing zijnde verhogingen en verlagingen op grond van de Verordening verhoging en verlaging algemene bijstand.

Artikel 2 – Langdurig een laag inkomen

Aan de in artikel 36, lid 1, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van “langdurig een laag inkomen” is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen per maand niet uitkomt boven de voor de aanvrager geldende bijstandsnorm, voor de gehele referteperiode vermeerderd met een bedrag ter hoogte van de op de peildatum van toepassing zijnde langdurigheidstoeslag.

Artikel 3 – Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt 35 procent van de op de peildatum geldende bijstandsnorm, verminderd met het inkomen dat gedurende de referteperiode is ontvangen voor zover dat boven de voor de aanvrager geldende bijstandsnorm uit is gekomen.

  • 2. Indien één van de gehuwden op de peildatum op grond van artikel 13, lid 1, van de wet is uitgesloten van het recht op bijstand, is voor de rechthebbende echtgenoot de hoogte van de langdurigheidstoeslag gelijk aan de hoogte van de langdurigheidstoeslag die voor hem zou gelden als alleenstaande of alleenstaande ouder inclusief de van toepassing zijnde verhogingen en verlagingen.

Artikel 4 – Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag Lelystad 2009.

Artikel 5 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt inwerking met ingang van de dag na de openbare bekendmaking in de Flevopost en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Ondertekening

Lelystad, 12 maart 2009.
De raad van de gemeente Lelystad,
de griffier, de voorzitter,