Verordening nadeelcompensatie gemeente Moerdijk

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie gemeente Moerdijk

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 14 december 2023:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023.

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

BESLUIT

vast te stellen de :

VERORDENING NADEELCOMPENSATIE GEMEENTE MOERDIJK

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indient;

  • b.

    Bestuursorgaan: het bestuursorgaan van de gemeente die bevoegd is te beslissen op de aanvraag om tegemoetkoming in schade;

  • c.

    Belanghebbenden:

    • a.

      Degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid van de Omgevingswet is gesloten, en

    • b.

      Als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.

  • d.

    Adviseur: een door het bestuursorgaan aan te wijzen deskundige;

  • e.

    Adviescommissie: een schadebeoordelingscommissie bestaande uit meerdere adviseurs.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4.126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2. Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere schadevergoedingsregeling van toepassing is.

Artikel 3 Heffen recht

  • 1. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,-- geheven.

  • 2. Het bestuursorgaan wijst de aanvrager op de verschuldigdheid van het recht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn betaald. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De aanvrager van een schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld formulier.

  • 2. In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      Als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting, of

    • b.

      Als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

    • c.

      Als het schade betreft door een waardevermindering van een onroerende zaak: een eigendomsakte.

Artikel 5 Inschakeling van een adviseur of adviescommissie

  • 1. Het bestuursorgaan wint advies in bij een adviescommissie of adviseur voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2. Een adviseur of adviescommissie kan worden benoemd als:

    • a.

      Vaste adviseur of adviescommissie, benoemd door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal 4 jaar, of

    • b.

      Tijdelijk adviseur of adviescommissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

  • 3. Advies als bedoeld in het eerste lid wordt niet ingewonnen als:

    • a.

      De aanvraag kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      De schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door een bestuursorgaan van de gemeente Moerdijk genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      De aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • d.

      Naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

Artikel 6 Procedure bij inschakeling van een adviseur of adviescommissie

  • 1. De adviseur of voorzitter van de adviescommissie stelt de aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden in de gelegenheid een toelichting te geven, dan wel een standpunt over de aanvraag kenbaar te maken.

  • 2. Indien dit voor het uitbrengen van het advies nodig is, wordt door de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse bezichtigd. Het tijdstip waarop deze plaatsopneming plaatsvindt wordt bepaald door de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie.

  • 3. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan het bestuursorgaan, aan de aanvrager en aan de belanghebbenden. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn verlengen.

  • 4. De aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het conceptadvies schriftelijk hierop te reageren.

  • 5. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

  • 6. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan.

Artikel 7 Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

Artikel 8 Aanvraag voorschot

  • 1. Het bestuursorgaan kan per project bepalen of op dat project een voorschotregeling van toepassing is;

  • 2. Indien een voorschotregeling van toepassing is verklaard, kan het bestuursorgaan op een daartoe strekkende aanvraag beslissen een voorschot te verlenen op een uit te betalen nadeelcompensatie.

  • 3. Het voorschot bedraagt maximaal 75% van een eventueel later uit te betalen nadeelcompensatie. Voor het bepalen van dit bedrag kan een adviseur ingeschakeld worden.

  • 4. De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekken oude regelingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet en titel 4.5 Awb.

  • 2. De verordening nadeelcompensatie centrumontwikkeling Zevenbergen, vastgesteld op 1 maart 2018 en de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade, vastgesteld op 2 oktober 2008, worden ingetrokken met ingang van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 14 december 2023

De griffier,

H.M. Vonk-Schenkel

De voorzitter,

A.J. Moerkerke