Legesverordening 2024 gemeente Heusden

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening 2024 gemeente Heusden

De raad van de gemeente Heusden;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2024 (Legesverordening 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: ‘het tijdvak dat loopt van de (N)e dag in een kalendermaand tot en met de (N-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de (N)e dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (N-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de (N)e dag in een kalenderjaar tot en met de (N-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document, Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    afgifte van attestaties de vita, nodig voor de ontvangst van pensioen.

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot vergunning nodig voor het houden van activiteiten met een politiek, godsdienstig, sociaal, charitatief, cultureel of sportief doel, voor zover geen sprake is van een directe of indirecte commerciële (neven)activiteit een en ander blijkens de statuten voor alle aan de niet-commerciële activiteit gerelateerde vergunningen.

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot vergunning voor het houden van kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten voor alle aan de niet-commerciële activiteit gerelateerde vergunningen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

  • c.

    langs elektronische in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend met uitzondering van de in artikel 1.9 sub a onder 1 en 2, artikel 1.9 sub d, artikel 1.10 sub a onder 1 en 2 van de tarieventabel opgenomen tarieven voor het verstrekken van een nationaal paspoort, vreemdelingenpaspoort, vluchtelingenpaspoort of Nederlandse identiteitskaart alsmede artikel 1.1 tot en met artikel 1.5 en artikel 1.8 van de tarieventabel opgenomen tarieven voor de voltrekking van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

  • 2.

    paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

  • 3.

    artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de Basisregistratie Personen);

  • 4.

    artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent gedrag);

  • 5.

    artikel 1.31 (Wet op de kansspelen).

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2023’ van de gemeente Heusden vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 20 december 2022 en de daarbij behorende tarieventabel en de daaropvolgende wijzigingen van de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 worden ingetrokken met ingang van de in artikel 13 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ´Legesverordening 2024´.

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024

Indeling tarieventabel

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Paragraaf 2.13 Vermindering

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestigingswet 2014

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Paragraaf 3.8 Kinderopvang

Bijlage 1 Vergoeding BABS bijbehorend bij artikel 1.3a

Bijlage 2 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit bij artikel 2.6a

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

Tarief 2024

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879, Stb. 72, voor kosteloze huwelijksvoltrekking is bepaald:

a.

op dinsdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 10.00 en 16.00 uur

€ 245,95

b.

op maandag en woensdag t/m vrijdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 09.00 en 16.00 uur

€ 245,95

c.

op zaterdag tussen 09.00 uur en 16.00 uur

€ 401,45

2.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap op een aangewezen externe huwelijkslocatie:

a.

op maandag en op woensdag t/m vrijdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 09.00 uur en 23.00 uur en op dinsdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 10.00 en 23.00 uur

€ 123,15

b.

op zaterdag en zondag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 09.00 en 23.00 uur

€ 123,15

Artikel 1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

1.

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

a.

dinsdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 10.00 en 16.00 uur

€ 245,95

b.

maandag en woensdag t/m vrijdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 09.00 en 16.00 uur

€ 245,95

c.

zaterdag tussen 09.00 uur en 16.00 uur

€ 401,45

2.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap op een aangewezen externe huwelijkslocatie:

a.

op maandag en op woensdag t/m vrijdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 09.00 uur en 23.00 uur en op dinsdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 10.00 en 23.00 uur

€ 123,15

b.

op zaterdag en zondag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 09.00 en 23.00 uur

€ 123,15

Artikel 1.3

Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in bijzonder huis

Voor het voltrekken van een huwelijk of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis zoals bedoeld in artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen artikel 1.1 lid 1 geheven

Artikel 1.3a

Tarief Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand

Het tarief genoemd in artikel 1.1 en 1.2 wordt verhoogd met het tarief voor de Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke stand (BABS) conform bijlage 1.

Artikel 1.4

Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder gebruik reguliere huwelijksfaciliteiten

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk/geregistreerd partnerschap/ omzetting geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van de reguliere huwelijksfaciliteiten op de gemeentehuizen te Vlijmen, Drunen en Heusden:

a.

op maandag en woensdag t/m vrijdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 09.00 en 12.30 uur

€ 167,75

b.

op dinsdag, indien niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 10.00 en 12.30 uur

€ 167,75

Artikel 1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag en aanwijzing externe trouwlocatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

a.

voor het aanwijzen van een externe trouwambtenaar voor een eenmalige huwelijksvoltrekking

€ 232,35

b.

voor het aanwijzen van een externe trouwlocatie voor een eenmalige huwelijksvoltrekking:

€ 388,30

c.

voor het aanwijzen van een externe trouwlocatie voor meerdere huwelijksvoltrekkingen:

€ 546,40

Artikel 1.6

Gereserveerd: Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen datum

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te wijzigen voordat het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt:

€ 25,75

2.

Indien een voorgenomen huwelijk wordt geannuleerd, wordt op verzoek een teruggaaf verleend van de verschuldigde legeskosten. Het verzoek om teruggaaf moet worden ingediend gelijktijdig met het bericht tot annulering van het huwelijk.

a.

De teruggaaf bedraagt 75% van de verschuldigde legeskosten wanneer de annulering wordt gedaan tot 2 maanden voor de huwelijksdatum

b.

De teruggaaf bedraagt 50% van de verschuldigde legeskosten wanneer de annulering wordt gedaan tot 2 weken voor de huwelijksdatum

c.

De teruggaaf bedraagt 25% van de verschuldigde legeskosten wanneer de annulering wordt gedaan tot één dag voor de huwelijksdatum

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 41,40

Artikel 1.8a

Registers van de Burgerlijke Stand

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit de registers van de burgerlijke stand per inlichting op één persoon betrekking hebbende:

€ 16,60

2.

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke Stand voor ieder daarvan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 22,25

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

Artikel 1.11

Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

Artikel 1.12

Rijbewijzen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 45,40

Artikel 1.13

Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10

2.

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14

Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 6,35

Artikel 1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 16,45

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 22,25

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

Artikel 1.19

Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van de programbegroting

€ 17,50

b.

een afschrift van het jaarverslag behorende bij de gemeenterekening

€ 17,50

c.

een afschrift van de voorjaarsnota

€ 17,50

d.

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 15,25

e.

een afschrift van de toelichting op de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 82,75

f.

een afschrift van de bouwverordening

€ 29,35

g.

een afschrift van de toelichting op de bouwverordening

€ 44,80

h.

een exemplaar van de Welstandsnota gemeente Heusden

€ 169,45

Artikel 1.20

Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag terzake van een abonnement voor een kalenderjaar op:

a.

een afschrift van de agenda van de raadsvergadering of van één van de informatievergaderingen

1.

als deze wordt afgehaald

€ 3,85

2.

als deze wordt toegezonden

€ 11,30

b.

een afschrift van de stukken, inclusief de verslagen, behorende bij de raadsvergadering,

1.

als deze worden afgehaald

€ 45,00

2.

als deze worden toegezonden

€ 89,95

c.

een afschrift van de stukken, inclusief de verslagen, behorende bij één van de informatievergaderingen

1.

als deze worden afgehaald

€ 11,30

2.

als deze worden toegezonden

€ 26,10

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

Artikel 1.21

Plan- of kaartinformatie

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

a.

een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen over de bij het gemeentebestuur berustende kadastrale stukken voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 22,25

b.

een aanvraag tot het afgeven van een verklaring met betrekking tot de bestemming van een pand en/of perceel

€ 26,75

2.

Indien naast het afgeven van een verklaring, als bedoeld in lid 1 sub b verzocht om afgifte van een kopie van het desbetreffende deel van het omgevingsplan waar de bestemmingen staan aangegeven en een afschrift van het betreffende deel van de voorschriften in het omgevingsplan worden de leges genoemd onder lid 1 sub a verhoogd met een bedrag van

€ 45,15

3.

Indien naast het afgeven van een verklaring, als bedoeld in lid 1 sub b verzocht om afgifte van een verklaring c.q. het verstrekken van informatie over de bodem (de aanwezigheid van tanks, bodemvervuiling)van een pand en/of een perceel dan worden de leges genoemd onder lid 1 sub a verhoogd met een bedrag van

€ 45,15

Artikel 1.22

Gereserveerd: Informatie uit registers

Artikel 1.23

Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

Artikel 1.24

Gemeentegarantie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verstrekken van een gemeentegarantie:

€ 22,30

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 7,40

c.

voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, conform de tariefstelling zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd.

d.

tot het waarmerken van een document

€ 7,40

e.

verkrijgen van een verklaring van Nederlanderschap

€ 10,05

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

Artikel 1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 22,25

2.

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek opzoeken van stukken, nasporingen doen in lopende dossiers, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 22,25

3.

Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een verzoek om beschikbaarstelling van een digitaal dossier

€ 44,50

Artikel 1.27

Gereserveerd: Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Artikel 1.28

Gereserveerd: Uitlenen archiefbescheiden

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

Artikel 1.29

Gereserveerd: Huisvestingswet 2014

Artikel 1.30

Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 137,90

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 137,90

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50*

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 19,80

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 250,00

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag/melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 887,95

a.

als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 2,00

b.

als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 2,00

c.

als met betrekking tot een aanvraag/melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 89,05

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 40,90

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het wijzigen van een ontheffing als bedoeld in lid 1 sub a

€ 45,20

Paragraaf 1.10

Diversen

Artikel 1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 3,50

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 20,45

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 3,20

d.

Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorende bij andere in deze verordening genoemde stukken, dan wel van kopieën of lichtdrukken daarvan, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,

1. per kaart, tekening op papier of digitaal geleverd groter dan A3, doch maximaal A0 formaat

€ 16,15

2. per kaart, tekening of kopie op diskette of CD geleverd

€ 35,00

3. per kaart, tekening of kopie digitaal (b.v. via email) geleverd

€ 0,60

e.

Afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, niet zijnde de stukken genoemd in lid 1 sub d, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,

1. per pagina, grootte maximaal A3 formaat in zwart/wit

€ 0,70

2. per pagina, grootte maximaal A3 formaat in kleur

€ 1,55

3. per document digitaal (b.v. email) geleverd

€ 0,60

2.

Indien de stukken in lid 1 sub a worden afgegeven als kleurendocument wordt het tarief verhoogd met:

€ 1,40

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

statistische informatie uit de administratie van burgerzaken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 22,25

Artikel 1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing bij of krachtens artikel 2.60, derde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het houden van meer dan het aantal toegestane honden

€ 198,35

b.

een vergunning zoals genoemd in artikel 3.26 van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022. voor het plaatsen van obstakels op de openbare weg niet zijnde een terras of een reclame-uiting

€ 39,90

c.

een vergunning zoals genoemd in artikel 3.26 van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of zoals bedoeld in artikel 2:28, van de A.P.V. voor het plaatsen c.q. geplaatst hebben van een terras

€ 33,90

d.

een ontheffing van het verbod op het gebruik van toestellen en geluidapparatuur, zoals bedoeld in artikel 3.17 van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022

€ 40,90

e.

een ontheffing of vergunning op basis van de APV of Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 die in deze legesverordening niet specifiek is genoemd

€ 38,20

f.

een vergunning voor het houden van een inzamelingsactie voor kleding als bedoeld in de Afvalstoffenverordening

€ 39,90

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot plaatsing van een gedenkteken ter nagedachtenis van een slachtoffer van een ongeval wordt in rekening gebracht voor:

a.

het plaatsen, registreren, beheren en ruimen na afloop van de periode van een tegel met inscriptie voor de 1e periode van 5 jaar

€ 670,45

b.

het verlengen van de plaatsingsperiode met 5 jaar van een tegel met inscriptie

€ 119,85

c.

het plaatsen, registreren, beheren en ruimen na afloop van de periode van een hardhouten paal met plaquette voor de 1e periode van 5 jaar

€ 670,45

d.

het verlengen van de plaatsingsperiode met 5 jaar van een hardhouten paal met plaquette

€ 119,85

e.

het planten, registreren, beheren en ruimen na afloop van de periode van klimop tegen een bestaande boom voor de 1e periode van 5 jaar

€ 494,40

f.

het verlengen van de plaatsingsperiode met 5 jaar van een klimop tegen een bestaande boom

€ 119,85

g.

het planten, registreren, beheren en zo nodig ruimen na afloop van de periode van een boom voor de 1e periode van 5 jaar

€ 953,75

h.

het verlengen van de plaatsingsperiode met 5 jaar van een boom

€ 119,85

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Tarief 2024

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

Artikel 2.1

Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling en in (de bijlagen bij) het gemeentelijke omgevingsplan, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5.

Bouwkosten grondgebonden zonneveld:

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (omvormers en schakelingen in de onderstations)

6.

De bij de aanvraag opgegeven geraamde bouwkosten worden getoetst aan de eenheidsprijzen zoals bepaald in het “Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwlegestoets” opgesteld door het ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht) voor het jaar 2024 (hierna Roeb-lijst).

7.

Zonnevelden: Grootschalige zonnevelden (grondgebonden veldsystemen) zoals bedoeld in de door de gemeenteraad vastgestelde ‘Visie zonne-energie’.

8.

Sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Als het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

9.

Intaketafel: De intaketafel is een overlegvorm waarbij van een initiatief dat mogelijk niet past binnen de regels van het omgevingsplan wordt beoordeeld op welke wijze het toch kan worden gerealiseerd. De intaketafel leidt tot een standpunt over de haalbaarheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces.

10.

Omgevingstafel: De omgevingstafel is een overlegvorm voor initiatieven waarvan bij het intaketafelgesprek is geoordeeld dat deze onder voorwaarden mogelijk te realiseren zijn. Het doel van een omgevingstafel is het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een definitief plan met aanvraag.

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3

Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2

Voorfase

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief

1.

voor een beoordeling aan de intaketafel

i.

indien het nieuwe woningbouw betreft:

€ 696,50

ii.

indien het nieuwe bedrijvigheid betreft:

€ 440,00

iii.

indien het andere activiteiten dan genoemd onder i en ii betreft:

€ 249,50

b.

voor elke tweede en volgende beoordeling aan de intaketafel wordt gerekend

i.

indien het nieuwe woningbouw betreft:

€ 278,50

ii.

indien het nieuwe bedrijvigheid betreft:

€ 176,00

iii.

indien het andere activiteiten dan genoemd onder i en ii betreft:

€ 99,50

2.

voor een overleg aan de omgevingstafel

a.

voor het eerste overleg:

€ 3.090

b.

voor elk volgend overleg:

€ 1.236

3.

De onder lid 1 en lid 2 genoemde bedragen worden per in te schakelen externe adviseur, per half uur, vermeerderd met

€ 54,50

waarbij een gedeelte van een half uur als een volledig half uur wordt beschouwd

4.

Indien in het kader van een omgevingsoverleg een principe-uitspraak van het college ten aanzien van het initiatief moet worden gevraagd waarvoor een separaat collegevoorstel is gevraagd, is onverminderd de voorgaande artikelen een aanvullend tarief verschuldigd van:

€ 463,50

5.

Indien in het kader van een omgevingsoverleg de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit dient te worden ingeschakeld, is onverminderd de voorgaande onderdelen een aanvullend tarief verschuldigd van:

€ 125,50

6.

Indien in het kader van een omgevingsoverleg de Agrarische Adviescommissie dient te worden ingeschakeld, is onverminderd de voorgaande onderdelen een aanvullend tarief verschuldigd van:

€ 1.030,00

a.

het tarief in het voorgaande lid wordt, indien de Agrarische Adviescommissie een bedrijfsbezoek moet afleggen, per bedrijfsbezoek vermeerderd met:

€ 67,00

7.

Onverminderd het bepaalde in de overige onderdelen van deze paragraaf wordt indien het omgevingsoverleg betrekking heeft op het aanwijzen van een projectlocatie (zoals opgenomen in de ‘Visie zonne-energie) voor een zonneveld aanvullend in rekening gebracht:

€ 2.687,50

8.

Onverminderd het bepaalde in de overige onderdelen van deze paragraaf wordt indien het omgevingsoverleg betrekking heeft op een projectvoorstel (zoals opgenomen in de ‘Kadernotitie windenergie Heusden) voor windturbines aanvullend in rekening gebracht:

€ 2.687,50

Voor aangevraagde beoordelingen anders dan in de leden 1tm 8

€ 249,50

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

t/m bouwkosten van € 50.000,-

1,040%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 125,00

b.

bouwkosten van € 50.001,- t/m € 150.000,- een vast bedrag van

€ 520,00

vermeerderd met

0,850%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 50.000, -

c.

bouwkosten van € 150.001,- t/m € 250.000,- een vast bedrag van

€ 1.370,00

vermeerderd met

0,740%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 150.000, -

d.

bouwkosten van € 250.001,- t/m € 1.000.000,- een vast bedrag van

€ 2.110,00

vermeerderd met

0,630%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 250.000, -

e.

bouwkosten van € 1.000.001,- t/m € 2.000.000,- een vast bedrag van

€ 6.835,00

vermeerderd met

0,460%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.000.000, -

f.

bouwkosten van € 2.000.001,- t/m € 5.000.000,- een vast bedrag van

€ 11.435,00

vermeerderd met

0,460%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 2.000.000, -

g.

bouwkosten hoger dan € 5.000.000,- een vast bedrag van

€ 25.235,00

vermeerderd met

0,250%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 5.000.000, -

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het (te bouwen) bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

a.

t/m bouwkosten van € 50.000,-

1,350%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 272,00

b.

bouwkosten van € 50.001,- t/m € 150.000,- een vast bedrag van

€ 675,00

vermeerderd met

1,300%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 50.000, -

c.

bouwkosten van € 150.001,- t/m € 250.000,- een vast bedrag van

€ 1.975,00

vermeerderd met

1,250%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 150.000, -

d.

bouwkosten van € 250.001,- t/m € 1.000.000,- een vast bedrag van

€ 3.225,00

vermeerderd met

1,200%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 250.000, -

e.

bouwkosten van € 1.000.001,- t/m € 2.000.000,- een vast bedrag van

€ 12.225,00

vermeerderd met

1,150%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 1.000.000, -

f.

bouwkosten van € 2.000.001,- t/m € 5.000.000,- een vast bedrag van

€ 23.725,00

vermeerderd met

1,100%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 2.000.000, -

g.

bouwkosten hoger dan € 5.000.000,- een vast bedrag van

€ 56.725,00

vermeerderd met

1,050%

van het bedrag aan bouwkosten boven de € 5.000.000, -

2.

De in het voorgaande lid van dit artikel genoemde tarieven worden in voorkomende gevallen als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:

€ 15.601,50

Artikel 2.6a

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet in combinatie met een bouwactiviteit bedraagt het tarief:

1.

indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4:

a.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage 2:

€ 412,00

b.

voor activiteiten die niet behoren tot de gevallen zoals genoemd onder a, voor zover hierin niet wordt voorzien tenzij kostenverhaal op een andere wijze overeen is gekomen:

€ 14.420,00

2.

Voor activiteiten die betrekking hebben op 2.6a lid1 onder b en die niet zijn vooraf gegaan door een omgevingsoverleg zoals in artikel 2.4 is een afwijkend tarief van toepassing van:

€ 18.560,00

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 365,50

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 365,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 365,50

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 365,50

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 406,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 365,50

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 406,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 365,50

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 406,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 365,50

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 365,50

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 406,00

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van het bepaalde in de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 365,50

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 365,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 355,35

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.664,00

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.380,00

2.

In afwijking van lid 1 bedraagt het tarief voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem:

€ 1.145,50

Artikel 2.13

Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.322,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 7.561,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 10.152,00

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 653,00

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 599,50

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23

Opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 316,00

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 316,00

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 316,00

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 316,00

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, als bedoeld in het omgevingsplan,, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 316,00

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 316,00

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a: aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b: indrijven van voorwerpen,

c: ophogen van de grond, of

d: verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:

€ 316,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 316,00

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 295,50

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 295,50

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, als bedoeld in de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 316.00

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, als bedoeld in artikel 3.28 van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 125,00

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 316,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 316

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden (gereserveerd)

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger n samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 72,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 163,50

c.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning zoals genoemd in artikel 3.26 van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit voor het plaatsen van tijdelijke aankondigingen voor evenementen of activiteiten op de openbare weg bedraagt het tarief in afwijking van de tarieven onder a en b:

€ 40,00

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg niet zijnde een terras of een reclame-uiting, zoals genoemd in artikel 3.26 van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden 2022 of diens opvolger in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 38,50

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen gereserveerd)

Artikel 2.34

Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 295,50

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 295,50

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 295,50

3.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 295,50

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 295,50

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 295,50

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.809,00

b.

Twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid de som van het tarief genoemd onder a en per extra maatwerkvoorschrift:

€ 1.513,50

2.

Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.918,00

3.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet:

€ 2.918,00

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 295,50

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief per te beoordelen gelijkwaardige maatregel:

€ 295,50

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief per te beoordelen gelijkwaardige maatregel:

€ 295,50

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief per te beoordelen gelijkwaardige maatregel:

€ 2.918,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief per te beoordelen gelijkwaardige maatregel:

€ 295,50

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 295,50

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 296,50

2.

In afwijking van het tarief genoemd onder 1 is voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning, in andere gevallen dan als gevolg van een geringe wijziging in het project, hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 296,50

2.

In afwijking van lid 1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet:

€ 3.027,00

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning (Gereserveerd)

Artikel 2.43

Tarief bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, wordt in afwijking van de tarieven genoemd in dit hoofdstuk een tarief in rekening gebracht van:

€ 88,50

tenzij het tarief van de activiteit waarvoor de aanvraag is ingediend lager is, in welk geval dit lagere tarief in rekening wordt gebracht.

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.50 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit.

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeen gekomen:

€ 15.601,50

Artikel 2.46

Tarief als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

a.

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bedraagt het tarief, in afwijking van de overige tarieven in dit hoofdstuk :

€ 295,50

tenzij de verschuldigde leges voor de activiteiten waarvoor de aanvraag werd ingediend lager is, in welk geval dit lagere tarief in rekening wordt gebracht.

b.

In afwijking van het onder a genoemde tarief, bedraagt het tarief, indien een aanvraag die betrekking heeft op het houden van een Omgevingsoverleg zoals bedoeld in paragraaf 2.2, buiten behandeling wordt gesteld:

€ 178,00

Artikel 2.47

Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 295,50

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

Artikel 2.48

Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:

25%

met een minimum van:

€ 276,00

en een maximum van:

€ 5.000,00

Artikel 2.49

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit

€ 3.239,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 15.450,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 2.060,00

Artikel 2.50

Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 122,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 122,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 122,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 122,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 122,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapport (MER):

€ 9.080,50

g.

voor de beoordeling van een beplantingsplan/landschapsplan

€ 122,00

h.

een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 122,00

Artikel 2.51

Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 156,50

b.

voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) gemeente Heusden 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet [in samenhang met artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet]:

indien de bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten bedragen:

tot en met € 50.000,- bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten:

€ 125,50

van € 50.001,- t/m € 150.000,- bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten:

€ 125,50

van € 150.001,- t/m € 250.000,- bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten:

€ 125,50

van € 250.001,- t/m € 1.000.000,- bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten:

€ 125,50

van € 1.000.001,- t/m € 2.000.000,- bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten:

€ 125,50

van € 2.000.001,- t/m € 5.000.000,- bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten:

€ 125,50

meer dan € 5.000.000,- bouwkosten, aanlegkosten, of sloopkosten:

€ 125,50

c.

voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) gemeente Heusden 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 125,50

d.

voor een advies van de Agrarische adviescommissie::

€ 1.030,00

Indien de Agrarische adviescommissie in verband met het advies een bedrijfsbezoek moet afleggen, per bedrijfsbezoek vermeerderd met:

€ 67,00

e.

indien een aanvraag op grond van de Omgevingsverordening getoetst moet worden aan de Toetsing zorgvuldige veehouderij en/of de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV):

€ 1.613,00

f.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling.

g.

voor een advies gezondheidstoets van de GGD die in het kader van de volksgezondheid dient te worden uitgevoerd:

€ 1.509,00

h.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met g:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.52

Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

a.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13

Vermindering

Artikel 2.53

Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges met uitzondering van de leges zoals opgenomen in artikel 2.4, lid 1 onder b, lid 2 onder b, lid 3, 4, 5 en 6. De vermindering bedraagt:

100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a: voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

b: in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

c: Binnen 2 jaar na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

Artikel 2.54

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 3 weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een minimum bedrag aan leges verschuldigd blijft van

€ 122,00

met uitzondering van de activiteit uitweg/uitrit waarvoor een teruggaaf aan de orde is van € 40,00

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 3 weken na de indiening van de aanvraag:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een minimum bedrag aan leges verschuldigd blijft van:

€ 150,50

met uitzondering van de activiteit uitweg/uitrit waarvoor een teruggaaf aan de orde is van € 40,00

c.

Indien intrekking als bedoeld in de onderdelen a en b geschiedt met het oog op het niet verlenen van de aangevraagde omgevingsvergunning voor een bouw-, aanleg- of sloopactiviteit,, en binnen 3 maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag, voor een nagenoeg gelijk project wordt ingediend, dan worden de leges van de eerste aanvraag geheel verrekend met die van de latere aanvraag. Dit is dan exclusief de leges zoals deze zijn opgenomen voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (artikel 2.6a)

d.

In afwijking van de voorgaande onderdelen zijn geen leges verschuldigd indien binnen vier weken na indiening van de aanvraag op verzoek van het bevoegd gezag de aanvraag wordt ingetrokken.

Artikel 2.55

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 6 weken na de indiening van de aanvraag::

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een minimum bedrag aan leges verschuldigd blijft van:

€ 118,50

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 6 weken tot 18 weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een minimum bedrag aan leges verschuldigd blijft van:

€ 146,50

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 18 weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat een minimum bedrag aan leges verschuldigd blijft van:

€ 146,50

d.

Indien de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken, lager zijn dan de minimum bedragen zoals genoemd onder a, b, of, c, bestaat geen recht op teruggaaf van de leges voor deze activiteiten.

e.

In afwijking van de voorgaande onderdelen zijn geen leges verschuldigd indien binnen vier weken na indiening van de aanvraag op verzoek van het bevoegd gezag de aanvraag wordt ingetrokken.

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten met inbegrip van monumenten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten met inbegrip van monumenten, zoals bedoeld in de paragrafen 2.3 tot en met 2.5 en paragraaf 2.7 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de vergunning werd verleend verschuldigde leges, met dien verstande dat een minimum bedrag aan leges verschuldigd blijft van

€ 288,50

tenzij de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de vergunning werd verleend, lager zijn dan dit minimum bedrag, in welk geval er geen recht bestaat op teruggaaf van de leges voor deze activiteiten.

In afwijking van de eerste volzin van dit artikel wordt voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (artikel 2.6a) geen teruggaaf verleend.

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten met inbegrip van monumenten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten met inbegrip van monumenten, zoals bedoeld in de paragrafen 2.3 tot en met 2.5 en paragraaf 2.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges, met dien verstande dat een minimum bedrag aan leges verschuldigd blijft van

€ 288,50

tenzij de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de vergunning is geweigerd, lager zijn dan dit minimum bedrag, in welk geval er geen recht bestaat op teruggaaf van de leges voor deze activiteiten.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

c.

In afwijking van lid a van dit artikel wordt voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (artikel 2.6a) geen teruggaaf verleend.

Artikel 2.58

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.59

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 114 wordt niet teruggegeven.

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Tarief 2024

Paragraaf 3.1

Horeca

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 159,10

b.

een aanvraag om een wijzigingen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 22,80

c.

een aanvraag om een ontheffing van de schenk- en/of sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening:

€ 176,60

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 318,25

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 57,15

c.

een aanvraag om een wijziging van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 57,15

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor de exploitatie van een seksinrichting

€ 520,90

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning:

€ 520,90

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 132,85

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 132,85

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6

Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening en het evenementenbeleid van de gemeente Heusden (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een regulier evenement (categorie A) zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening en het evenementenbeleid van de gemeente Heusden

€ 170,95

b.

een aandacht evenement (categorie B) zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening en het evenementenbeleid van de gemeente Heusden

€ 284,25

c.

een risico evenement (categorie C) zoals bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening en het evenementenbeleid van de gemeente Heusden

€ 568,55

Artikel 3.7

Gereserveerd: Organiseren markt

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen locatie voor de verkoop van waren, bedoeld in artikel 3:41 van de Verordening fysieke leefomgeving Heusden voor:

a.

vaste en periodieke standplaatsen

€ 113,50

b.

incidentele standplaatsen

€ 40,05

2.

Naast het legestarief kunnen bijkomende kosten in rekening worden gebracht voor het gebruik van gemeentegrond en/of energiekosten

Paragraaf 3.6

Huisvestigingswet 2014

Artikel 3.11

Vergunning onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014:

€ 224,75

Artikel 3.12

Vergunning samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014:

€ 224,75

Artikel 3.13

Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014:

€ 224,75

Artikel 3.14

Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014:

€ 224,75

Artikel 3.15

Splitsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de Huisvestingswet 2014:

€ 224,75

Artikel 3.16

Gereserveerd: Toeristische verhuur

Artikel 3.17

Gereserveerd: Verhuurvergunning opkoopbescherming

Artikel 3.18

Gereserveerd: Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19

Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 64,10

Paragraaf 3.8

Kinderopvang

Artikel 3.20

Kinderopvang

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 849,00

b.

het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 849,00

c.

het bieden van een voorziening voor gastouderopvang (door gastouders) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang, waarvoor een onderzoek door de GGD benodigd is

€ 283,00

d.

het bieden van een voorziening voor gastouderopvang indien een reeds geregistreerde voorziening voor gastouderopvang op een ander adres op gaat vangen en sprake is van een verkort inspectiebezoek

€ 226,00

2.

Een overname dan wel houderwijziging wordt behandeld als een nieuwe aanvraag met bijbehorend onderzoek en waarvoor leges zoals genoemd in lid 1 in rekening worden gebracht.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 19 december 2023.

De raad voornoemd,

de griffier,

mr. A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter,

drs. W. van Hees

Bijlage 1 ‘Vergoeding BABS bijbehorend bij artikel 1.3a’

Artikel 1 Vergoeding

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een vergoeding per verbintenis.

  • 2.

    De hoogte van de vergoeding bedraagt vijf maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 7, artikel 3.3 cao Gemeenten.

  • 3.

    De vergoeding bedoeld in het tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van het IKB, artikel 4.2 lid 1 onder a cao Gemeenten

  • 4.

    De vergoeding bedoeld in het tweede lid wordt opgehoogd met een percentage van het IKB, artikel 4.2 lid 1 onder b cao Gemeenten.

  • 5.

    Ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof als bedoeld in artikel 6.1 cao Gemeenten, wordt een extra vergoeding toegekend ter hoogte van 8,6% van het totaal van de vergoedingen op basis van voorgaande drie leden.

  • 6.

    Indien de verbintenis plaatsvindt op onregelmatige tijden wordt de vergoeding verhoogd met een toeslag.

  • a.

    50% van de vergoeding over de uren anders dan op maandag tot en met vrijdag tussen 7:00 uur en 22:00 uur;

  • b.

    75% van de vergoeding over de uren op zaterdag;

  • c.

    100% van de vergoeding over de uren gewerkt op zondag en op feestdagen. Onder feestdagen worden verstaan: nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de Koning(in) wordt gevierd.

  • 7.

    De door de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gemaakte reiskosten worden vergoedt op declaratiebasis. De vergoeding is € 0,37 per kilometer en hiervan wordt € 0,19 onbelast en € 0,18 belast uitbetaald.

Bijlage 2 ‘Buitenplanse omgevingsplanactiviteit Bijlage’

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a.

    niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

  • b.

    de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a.

    niet hoger dan 5 m, en

  • b.

    de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a.

    niet hoger dan 10 m, en

  • b.

    de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

  • 7.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 8.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 9.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 10.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a.

    de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;

  • b.

    de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,

  • c.

    de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

  • d.

    de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 11.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Bijlage Roeb-lijst

Zie informatieve bijlage.