Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710566
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710566/3
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Geldend van 19-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024De raad van de gemeente Achtkarspelen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023,
punt nr. 9;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
In de gemeente worden onder de naam ‘leges’ rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
De leges worden niet geheven voor:
- 1.
bewijs van in leven zijn, strekkende tot uitbetaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, provinciën, gemeenten, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;
- 2.
beschikkingen op verzoekschriften om ontheffing of teruggaaf van plaatselijke belastingen;
- 3.
de stukken en diensten, waarvan kosteloze afgifte, verstrekking of verlening bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeente is opgelegd;
- 4.
de stukken, door openbare besturen, ambtenaren of instellingen in het openbaar belang aangevraagd;
- 5.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- 6.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving; ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan; op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
-
2. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 wordt toegezonden, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Abonnement voor de rechten
-
1. Een abonnement voor het verstrekken van diensten wordt geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop de verschuldigde leges zijn voldaan, tenzij een andere datum wordt overeengekomen.
-
2. Gehele of gedeeltelijke terugbetaling der leges van een niet of niet ten volle gebruikt abonnement vindt niet plaats.
-
3. De verkregen inlichtingen mogen slechts met toestemming van het gemeentebestuur worden gepubliceerd of anderszins bekend gemaakt, aan derden worden verstrekt of ten behoeve van derden worden verwerkt.
Artikel 10 Teruggaaf
Aanspraak op teruggaaf van betaalde leges is geregeld in de tarieventabel.
Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
Hoofdstuk 9 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
-
1. De verordening op de heffing en de invordering van leges 2023 van 3 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "legesverordening".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van 14 december 2023.
De griffier,
Dhr. mr. G.J. Andringa
De voorzitter,
Dhr. mr. O.F. Brouwer
Bijlage Legestabel jaar 2024 Achtkarspelen
Inhoudsopgave |
|
|
|
Titel 1 Algemene Dienstverlening |
|
|
|
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
|
|
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|
|
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen |
|
|
|
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister n.v.t. |
|
|
|
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens |
|
|
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
|
|
|
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
|
|
|
Hoofdstuk 9 Overige publieksdiensten |
|
|
|
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief |
|
|
|
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 n.v.t. |
|
|
|
Hoofdstuk 12 Leegstandswet |
|
|
|
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie n.v.t. |
|
|
|
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen |
|
|
|
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet |
|
|
|
Hoofdstuk 16 Kansspelen |
|
|
|
Hoofdstuk 17 Kinderopvang |
|
|
|
Hoofdstuk 18 Telecommunicatie |
|
|
|
Hoofdstuk 19 Verkeer en Vervoer |
|
|
|
Hoofdstuk 20 Diversen |
|
|
|
Titel 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
|
|
|
PARAGRAAF 2.1 ALGEMENE BEPALINGEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.2 VOORFASE |
|
|
|
PARAGRAAF 2.3 ACTIVITEITEN MBT BOUWWERKEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.4 ACTIVITEITEN MBT CULTUREEL ERFGOED EN WERELDERFGOED |
|
|
|
PARAGRAAF 2.5 MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.6 LOZINGSACTIVITEITEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.7 AANLEGACTIVITEITEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.8 OVERIGE ACTIVITEITEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.9 MAATWERKVOORSCHRIFTEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.10 GELIJKWAARDIGHEID |
|
|
|
PARAGRAAF 2.11 OVERIGE TARIEVEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.12 MODALITEITEN |
|
|
|
PARAGRAAF 2.13 VERMINDERING |
|
|
|
PARAGRAAF 2.14 TERUGGAAF |
|
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca |
|
|
|
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen of markten |
|
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
|
|
|
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte |
|
|
|
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening |
|
|
|
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening |
|
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
|
Hoofdstuk 9 Op alle Titels van toepassing |
|
15 dec. |
|
8K |
|||
Titel 1 Algemene Dienstverlening |
|
2024 |
|
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
na wijz 2023 |
|
|
Artikel |
Omschrijving |
Tarief 2023 |
tarief 2024 |
1.1.1 |
Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap in huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte: |
|
|
1.1.1.1 |
op maandag t/m vrijdag |
€ 356,00 |
€ 365,00 |
1.1.1.2 |
op zaterdag |
€ 563,00 |
€ 577,00 |
1.1.1.3 |
op zondag of op een erkende christelijke of nationale feestdag |
€ 643,00 |
€ 659,00 |
1.1.2 |
voor administratiekosten voor het wijzigen van de datum of het tijdstip voor een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van één van de beide |
€ 16,00 |
€ 16,40 |
1.1.3 |
voor het verstrekken van een huwelijks- of partnerschapsboekje of een duplicaat daarvan |
€ 32,00 |
€ 32,80 |
1.1.4 |
voor het beschikbaar stellen van een getuige door de gemeente, per getuige |
€ 31,00 |
€ 31,80 |
1.1.5 |
voor het beoordelen van de geschiktheid van een incidentele locatie |
€ 161,00 |
€ 165,05 |
1.1.6 |
Het tarief voor de aanwijzing van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag bedraagt |
€ 161,00 |
€ 165,05 |
1.1.7 |
voor alle overige diensten tijdens de huwelijksvoltrekking of partnerschapregistratie (bijv. digitale uitzending) |
€ 136,00 |
€ 139,40 |
1.1.7.1 |
Indien voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap door derden kosten in rekening worden gebracht bij de gemeente, dan worden deze doorberekend aan het bruidspaar/partners. |
kostprijs |
kostprijs |
1.1.8 |
voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier arbeid of gedeelte daarvan |
€ 16,00 |
€ 16,40 |
1.1.9 |
voor het afgeven van: |
|
|
1.1.9.1 |
een uittreksel of afschrift uit het register van de Burgerlijke stand |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.1.9.2 |
een attestatie de vita |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.1.9.3 |
een verklaring van huwelijksbevoegdheid voor gebruik in het buitenland |
€ 27,50 |
€ 29,00 |
1.1.9.4 |
kosteloze voltrekking geldt op de volgende dagen en tijden:dinsdag en woensdag, 9.00 uur |
|
|
1.1.9.5 |
Voor de (hernieuwde) naamskeuze van kinderen die zijn geboren voor 1 januari 2024 (artikel IIIB WIGG) is het tarief: |
||
1.1.9.6 |
voor het oudste kind van twee ouders |
n.v.t. |
€ 75,00 |
1.1.9.7 |
voor elk volgende kind van diezelfde ouders |
n.v.t. |
€ 50,00 |
Indien het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor dit hoofdstuk afwijkende tarieven vaststelt is artikel 11 van de Legesverordening van toepassing. |
|||
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
Tarief 2023 |
Tarief 2024 |
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
€ 83,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
€ 83,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
€ 83,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 70,30 |
€ 75,80 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 37,95 |
€ 40,90 |
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ 34,25 |
€ 36,90 |
1.2.7 |
voor een spoedlevering van de in onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 52,95 |
€ 57,05 |
1.2.7.1 |
toeslag voor het (thuis) bezorgen van reisdocument of NIK VERVALLEN |
|
|
1.2.8 |
Indien het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor dit hoofdstuk afwijkende tarieven vaststelt is artikel 11 van de Legesverordening van toepassing. |
|
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.3 |
Indien het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor dit hoofdstuk afwijkende tarieven vaststelt is artikel 11 van de Legesverordening van toepassing. |
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs of voor de bemiddeling bij de omwisseling van een buitenlands rijbewijs |
€ 48,15 |
€ 51,10 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
€ 39,65 |
1.3.3 |
voor de verstrekking van een aanvraagformulier voor een bij een rijbewijsaanvraag over te leggen geneeskundige verklaring, worden de kosten van het CBR in rekening gebracht. |
€ 41,00 |
€ 44,50 |
1.3.4.1 |
ingeval van vermissing van een rijbewijs wordt het betreffende tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een rijbewijs verhoogd met: VERVALLEN |
|
|
1.3.4.2 |
personen die buiten hun schuld hun rijbewijs zijn kwijtgeraakt worden vrijgesteld. Dit kan onder anderen blijken uit het proces-verbaal van de politie, zulks ter beoordeling aan de gemeente. VERVALLEN |
|
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.4 |
Het tarief bedraagt: |
|
|
1.4.1 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: |
|
|
1.4.1.1 |
voor een uittreksel |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.4.1.2 |
voor een uittreksel, indien deze is aangevraagd via DIGID |
€ 8,45 |
€ 8,45 |
1.4.1.3 |
voor een "bewijs van in leven zijn" |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.4.1.4 |
voor een bewijs van Nederlanderschap, niet bestemd voor reispapier |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.4.1.5 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit basisregistratie personen, het maximumtarief zoals dat is opgenomen in artikel 10 van de Regeling basisregistratie personen. |
€ 7,50 |
€ 7,50 |
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of een deel daarvan |
€ 16,00 |
€ 16,40 |
1.4.3 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.2 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister n.v.t. |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.5.1 |
n.v.t./vervallen |
|
|
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.6.1 |
n.v.t. |
|
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.7.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
1.7.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting, de onder 1.7.1.1.2. t/m 1.7.1.1.4. genoemde stukken samen |
€ 117,70 |
€ 120,65 |
1.7.1.1.2 |
een afschrift van het beleidsdeel van de gemeentebegroting en de meerjarenbegroting |
€ 26,20 |
€ 26,85 |
1.7.1.1.3 |
een afschrift van het beheersdeel van de gemeentebegroting |
€ 58,80 |
€ 60,25 |
1.7.1.1.4 |
een afschrift van de bijlagen behorende bij de gemeentebegroting |
€ 39,30 |
€ 40,30 |
1.7.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening met toelichting |
€ 100,90 |
€ 103,40 |
1.7.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.7.3.1 |
tot het verstrekken van: |
|
|
1.7.3.1.1 |
alle rechtspositieregelingen |
€ 14,95 |
€ 15,30 |
1.7.3.1.2 |
het algemeen ambtenarenreglement |
€ 5,10 |
€ 5,25 |
1.7.5 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
1.7.5.1 |
een afschrift van de de bouwverordening |
€ 45,55 |
€ 46,70 |
1.7.5.2 |
een afschrift van de toelichting op de bouwverordening |
€ 14,95 |
€ 15,30 |
1.7.5.3 |
een afschrift van de algemene politieverordening |
€ 29,90 |
€ 30,65 |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.8.2.1 |
Voor het verstrekken van gegevens uit de BAG per object, of adres |
€ 13,15 |
€ 13,50 |
1.8.2.2 |
Voor het verstrekken van een uittreksel uit de Wkpb-registratie, per uittreksel: |
€ 13,15 |
€ 13,50 |
1.8.2.3 |
Voor het verstrekken van een onbelastverklaring uit het Wkpb-register, per verklaring: |
€ 13,15 |
€ 13,50 |
1.8.2.4 |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het kadastraal register via Kadaster-on-line: de door het kadaster in rekening gebrachte legeskosten voor het verstrekken van informatie uit en over de niet gemeentelijke beperkingen een toeslag per kwartier van |
€ 18,65 |
€ 19,10 |
1.8.2.5 |
In behandeling nemen van een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier per kwartier van |
€ 18,65 |
€ 19,10 |
1.8.2.6 |
Inzage kadaster |
|
|
1.8.2.6.1 |
a. Verschuldigd is voor het verlenen van inzage van de kadastrale legger: per artikel |
€ 6,00 |
€ 6,15 |
1.8.2.6.2 |
b. Voor het mondeling verstrekken van inlichtingen is het recht voor inzage verschuldigd, met dien verstande dat, ingeval deze inlichtingen telefonisch worden verstrekt, bovendien per gesprek is verschuldigd |
€ 6,00 |
€ 6,15 |
1.8.2.6.3 |
c. Voor het per telefax of telex verstrekken van inlichtingen is het recht voor inzage verschuldigd, vermeerderd: per bericht met |
€ 6,00 |
€ 6,15 |
1.8.2.6.4 |
d. Verschuldigd is wegens het verlenen van inzage van het kadastrale plan |
€ 6,00 |
€ 6,15 |
1.8.2.7 |
Het tarief voor het verstrekken van informatie bedraagt: |
|
|
1.8.2.7.1 |
a. per perceel, indien het een enkelvoudig verzoek betreft (bijvoorbeeld uitsluitend over bodemkwaliteit, of uitsluitend over bestemming enz.) |
€ 23,00 |
€ 23,60 |
1.8.2.7.2 |
b. per perceel, indien het een meervoudig verzoek betreft (bijvoorbeeld én bodemkwaliteit én bestemming enz.) |
€ 45,85 |
€ 47,00 |
Hoofdstuk 9 Overige publieksdiensten |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.9.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) |
€ 41,35 |
€ 41,35 |
1.9.2 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.9.3 |
het verkrijgen van een waarmerking op een stuk/document |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.9.4 |
het ter legalisatie opsturen van een stuk/document |
€ 15,70 |
€ 16,60 |
1.9.5 |
afgeven van naturalisatie of optie verklaring: |
|
|
1.9.5.1 |
enkelvoudige optie |
€ 206,00 |
€ 217,00 |
1.9.5.2 |
gemeenschappelijke optie |
€ 351,00 |
€ 370,00 |
1.9.5.3 |
optie medeopterende minderjarige |
€ 23,00 |
€ 24,00 |
1.9.5.4 |
naturalisatie, enkelvoudig verlaagd tarief |
€ 722,00 |
€ 760,00 |
1.9.5.5 |
naturalisatie, gemeenschappelijk verlaagd tarief |
€ 991,00 |
€ 1.044,00 |
1.9.5.6 |
naturalisatie, enkelvoudig standaard tarief |
€ 970,00 |
€ 1.023,00 |
1.9.5.7 |
naturalisatie, gemeenschappelijk standaard tarief |
€ 1.238,00 |
€ 1.305,00 |
1.9.5.8 |
meenaturaliserende minderjarige kinderen |
€ 143,00 |
€ 151,00 |
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.10.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, door een ambtenaar van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, eventueel gevolgd door het geven van een of meer inlichtingen voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 16,00 |
€ 16,40 |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
|
1.10.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per kopie |
€ 0,30 |
€ 0,30 |
1.10.3 |
Geen vergoeding is verschuldigd wanneer een onderzoek plaatsvindt ten behoeve van een zuiver wetenschappelijk doel, overeenkomstig de rijksbeschikking van 29 maart 1968, sedertdien gewijzigd. |
|
|
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 n.v.t. |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.11.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.2 |
tot het inschrijven in een registervan woningzoekenden als bedoeld in artikel 14 van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.3 |
tot het verstrekken van gegevens uit het register van woningzoekenden als bedoeld in artikel 14 van de Huisvestingswet, voor elke in dat register vermelde woningzoekende |
|
|
1.11.4 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.5 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met een andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.6 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet |
|
|
Hoofdstuk 12 Leegstandswet |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.12.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 65,10 |
€ 66,75 |
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie n.v.t. |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.13.1 |
tot het verkrijgen van een gemeentegarantie |
|
|
1.13.2 |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
|
|
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.14 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
1.14.1 |
Het afgeven van een vergunning voor het innemen van een standplaats op een markt als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening 2009 |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
1.14.2 |
voor een standplaats op grond van artikel 5:18 van de A.P.V. |
€ 22,85 |
€ 35,00 |
1.14.3 |
Tevens wordt een tarief geheven voor de standplaats zie de "verordening Marktgeld" |
|
|
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.15.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.15.1.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
1.15.1.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
1.15.1.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
Hoofdstuk 16 Kansspelen |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
1.16.2 |
voor het aanwezig hebben van 1 of meer speelautomaten als bedoeld in artikel 30" Wet op de Kansspelen", per aanvraag |
€ 90,50 |
€ 90,50 |
1.16.3 |
naast het tarief genoemd hierboven onder 1.16.2. voor één speelautomaat |
€ 136,00 |
€ 136,00 |
1.16.4 |
naast het tarief genoemd hierboven onder 1.16.2. voor twee speelautomaten |
€ 272,00 |
€ 272,00 |
1.16.5 |
Indien de vergunning binnen vier jaar wordt beëindigd worden bedragen naar evenredigheid herbepaald, waarbij uitgegaan wordt van € 90,50 per kalenderjaar |
€ 90,50 |
€ 90,50 |
1.16.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
Hoofdstuk 17 Kinderopvang |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.17.1 |
Het tarief voor het inbehandleing nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet Kinderopvang (Wko) voor: |
|
|
1.17.2 |
het in exploitatie nemen van één kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45,lid1 van de Wko. |
€ 1.577,80 |
€ 1.577,80 |
1.17.3 |
het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45,lid 2, Wko. |
€ 525,90 |
vervallen |
Hoofdstuk 18 Telecommunicatie |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.18.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, van de Telecommunicatiewet |
€ 383,85 |
€ 393,45 |
1.18.7.1.3 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, wordt verhoogd met |
€ 341,80 |
€ 350,35 |
1.18.7.1.4 |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
1.18.7.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 1.18.7.1.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
Hoofdstuk 19 Verkeer en Vervoer |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.19.1.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 18,60 |
€ 19,05 |
1.19.1.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement |
€ 23,30 |
€ 23,90 |
1.19.1.2.1 |
tot het verkrijgen van langlopende ontheffingen t.b.v. de voertuigen als bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen (o.m. landbouwverkeer) |
€ 35,60 |
€ 36,50 |
1.19.1.2.2 |
tot het verkrijgen van incidentele ontheffingen t.b.v. de voertuigen als bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen (o.m. landbouwverkeer) |
€ 100,85 |
€ 103,35 |
1.19.1.3.1 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bedraagt: |
|
|
1.19.1.3.1.1 |
voor het ondergaan van de medische keuring |
€ 66,50 |
€ 68,15 |
1.19.1.3.1.2 |
voor het verkrijgen van de gehandicaptenparkeerkaart |
€ 29,45 |
€ 30,20 |
1.19.1.3.2 |
Bij verlenging of vermissing van de gehandicaptenparkeerkaart bedraagt het tarief |
€ 29,45 |
€ 30,20 |
Hoofdstuk 20 Diversen |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
1.20.1.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1.20.1.2.1 |
voor geheel of gedeeltelijk geschreven of getypte minuten, afschriften of uittreksels van stukken per pagina op papier van A4-formaat of gedeelte daarvan |
€ 3,90 |
€ 4,00 |
1.20.1.2.2 |
per pagina op papier van een A5 formaat |
€ 1,25 |
€ 1,30 |
1.20.1.2.3 |
welke met begeleiding van een ambtenaar worden opgezocht, per pagina |
€ 1,25 |
€ 1,30 |
1.20.1.2.4 |
voor andere gevallen per fotokopie |
€ 0,30 |
€ 0,30 |
1.20.1.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.1.2.1 en 1.20.1.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1.20.1.3.1 |
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A4 |
€ 6,20 |
€ 6,35 |
1.20.1.3.2 |
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A3 |
€ 6,20 |
€ 6,35 |
1.20.1.3.3 |
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A2 |
€ 10,34 |
€ 10,60 |
1.20.1.3.4 |
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A1 |
€ 14,45 |
€ 14,80 |
1.20.1.3.5 |
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A0 |
€ 20,70 |
€ 21,20 |
1.20.1.4.6 |
Indien de informatie, vermeld bij 1.20.1.2 tot en met 1.20.1.3, digitaal wordt verstrekt, bedraagt het tarief |
€ 3,10 |
€ 3,20 |
1.20.1.5 |
Publicatie, het tarief bedraagt per publicatie |
€ 18,60 |
€ 19,05 |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
|
|
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
tarief 2024 |
Artikel 2.1 Definities |
|
|
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
|
|
|
Indien de opgave van de bouwkosten afwijkt van de landelijk geldende kubieke meterprijzen wordt toepassing gegeven aan artikel 11, tweede lid van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de taxatieboekjes [Her]bouwkosten van Bouwkosten.nl BV |
|
|
|
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|
|
4 |
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
a |
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a |
omgevingsoverleg; |
|
|
b |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
c |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
d |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
e |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
f |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
g |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
h |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase |
|
|
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg (hieronder wordt tevens verstaan: vooroverleg, principeverzoek, beoordelen schetsplan, beoordelen conceptvergunningaanvraag of omgevingstafel) |
|
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
1 |
voor een eerste en tweede overleg: |
|
€ 350,00 |
2 |
voor elk volgend overleg: |
|
kostprijs |
|
Het op grond van het tweede lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
over de bouwkosten |
|
0,5% |
|
met een maximum |
|
€ 30.000,00 |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
over de bouwkosten |
|
2,1% |
|
met een minimum van |
|
350,00 |
|
met een maximum van |
|
€ 400.000,00 |
|
1.als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met: |
|
€ 250,00 |
|
2.als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: |
|
€ 350,00 |
|
3.als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met: |
|
n.v.t.n |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
€ 350,00 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
€ 350,00 |
d. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij adviesrecht van de gemeenteraad nodig is (art. 4.21 O.B.) |
|
€ 6.000,00 |
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
€ 400,00 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
€ 400,00 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
€ 400,00 |
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
a.voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 3 van de Erfgoedverordening 2010 Achtkarspelen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
|
€ 400,00 |
|
2.voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
|
€ 400,00 |
|
b.voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
|
|
1.voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
|
€ 400,00 |
|
2.voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
|
€ 400,00 |
|
c.voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
|
€ 400,00 |
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
|
€ 400,00 |
2. |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
|
n.v.t. |
3. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening 2010 Achtkarspelen is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. |
|
n.v.t. |
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
|
n.v.t. |
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
|
n.v.t. |
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
|
€ 400,00 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
|
€ 400,00 |
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
a.voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 3 van de Erfgoedverordening Achtkarspelen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
€ 400,00 |
|
b.voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
€ 400,00 |
|
c.voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
€ 400,00 |
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
€ 400,00 |
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in [artikel […] van het omgevingsplan of] paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
|
Variant voor tariefstelling (in plaats van één tarief een tariefdifferentiatie naar in het tijdelijke deel van het omgevingsplan genoemde omgevingsvergunningplichtige activiteiten) |
|
|
a. |
voor de activiteit verwerken polyesterhars: |
|
# |
b. |
voor de activiteit installeren gesloten bodemenergiesysteem: |
|
# |
c. |
voor de activiteit kweken maden van vliegende insecten: |
|
# |
d. |
voor de activiteit opslaan propaan of propeen: |
|
# |
e. |
voor de activiteit tanken met LPG: |
|
# |
f. |
voor de activiteit antihagelkanonnen: |
|
# |
g. |
voor de activiteit biologische agens: |
|
# |
h. |
voor de activiteit genetisch gemodificeerde organismen: |
|
# |
i. |
voor de activiteit opslaan dierlijke meststoffen: |
|
# |
j. |
voor de activiteit lozen in de bodem (vangnetvergunning): |
|
# |
k. |
voor de activiteit lozen in schoonwaterriool (vangnetvergunning): |
|
# |
l. |
voor een andere activiteit dan genoemd in de onderdelen a tot en met k: |
|
# |
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
|
# |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
|
# |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
|
# |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
|
# |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
|
# |
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
# |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
# |
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
€ 375,00 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
# |
6. |
De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met: |
|
# |
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: |
|
|
a. |
aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, |
|
|
b. |
indrijven van voorwerpen, |
|
|
c. |
ophogen van de grond, of |
|
|
d. |
verharden van de grond, |
|
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan: |
|
# |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
# |
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
# |
b. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
# |
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
|
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
€ 400,00 |
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
|
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
geen |
|
Naast de hierboven genoemde leges moet de aanvrager ook een vergoeding betalen voor de aanleg van de uitrit. |
|
kostprijs |
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
|
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|
|
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
|
|
Variant 1 (regeling in Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel […] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
|
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4 van de bomenverordening Achtkarspelen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
tarief nihil n.v.t. |
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
|
|
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel […] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
|
€ 160,00 |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
|
€ 160,00 |
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] |
|
|
|
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: |
|
# |
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
|
# |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
|
|
Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening aangehaakt bij omgevingsvergunning/overgangsrecht Omgevingswet) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel [5:18] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
€ 500,00 |
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
1.voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
€ 500,00 |
|
2.voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
€ 500,00 |
|
3.voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
|
€ 500,00 |
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
|
|
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|
|
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|
|
1. |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
2. |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
3. |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|
|
4. |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|
|
|
per maatwerkvoorschrift: |
|
250,00 |
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
|
250,00 |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
|
|
|
a.één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
# |
|
b.twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
|
c.vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]: |
|
# |
2. |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
|
# |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
|
# |
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
|
|
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
|
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
|
a.een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: |
|
€ 105,00 |
|
b.een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: |
|
€ 105,00 |
|
c.een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
|
€ 105,00 |
|
d.een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
|
€ 105,00 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|
|
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
# |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
|
# |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: |
|
# |
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, |
|
|
|
in behandeling is genomen: |
|
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|
5.000,00 |
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
|
250,00 |
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|
|
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
|
30% |
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
|
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
|
|
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
|
|
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
|
€ 300,00 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
|
€ 300,00 |
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
|
# |
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
|
# |
e. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
|
# |
f. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
|
# |
g. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
|
# |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
a.voor een advies van de gemeenteraad: |
|
€ 500,00 |
|
b.voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
|
|
1.1 |
Het van toepassing zijnde tarief op grond van artikel 2.6 wordt verhoogd met de gemaakte kosten van het welstandsadvies van Hûs en Hiem, berekend over de naar boven op € 500,-- afgeronde bouwsom. Deze bedragen: |
|
|
1.2 |
van € 0,- t/m € 5.000,-- : € 58,-- |
|
|
1.3 |
van € 5.001,-- t/m € 25.000,-- : € 58,-- + 3,02 ‰ van de bouwsom boven € 5.000,-- |
|
|
1.4 |
van € 25.001,-- t/m € 100.000,-- : € 118,-- + 2,77 ‰ van de bouwsom boven € 25.000,-- |
|
|
1.5 |
van € 100,001,-- t/m € 250.000,-- : € 326,-- + 2,67 ‰ van de bouwsom boven € 100.000,-- |
|
|
1.6 |
van € 250.001,-- t/m € 750.000,-- : € 727,-- + 1,44 ‰ van de bouwsom boven € 250.000,-- |
|
|
1.7 |
vanaf € 750.000,-- : € 1.447,-- + 0,96 ‰ van de bouwsom boven € 750.000,-- |
|
|
1.8 |
met een maximum van € 2.880,-- |
|
|
1.9 |
(Van de berekende waarde wordt het gehele getal gebruikt, de integere waarde € 116,95 wordt dus € 116,00) |
|
|
1.10 |
Voor adviezen door Hûs en Hiem voor vooroverlegplannen niet zijnde monumentenplannen, betreffende een vooroverleg over de opzet van een plan, wordt in rekening gebracht die afhankelijk zijn van de bestede tijd in de lokale commissie: |
|
|
1.11 |
met tijdbesteding tot 15 minuten |
€ 70,00 |
€ 89,00 |
1.12 |
15-30 minuten |
€ 96,00 |
€ 122,00 |
1.13 |
30-45 minuten |
€ 122,00 |
€ 155,00 |
1.14 |
45-60 minuten |
€ 150,00 |
€ 190,00 |
1.15 |
in bureaucommissie (kantoor hûs en hiem) |
€ 122,00 |
€ 155,00 |
1.16 |
in 'grote commissie' (kantoor hûs en hiem) |
€ 150,00 |
€ 190,00 |
1.17 |
In het geval het een ondergeschikte wijziging betreft van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht, dan wordt in rekening gebracht: |
€ 45,00 |
€ 58,00 |
1.18 |
Bovengenoemde tarieven (welstandstoets) zijn bepaald op grond van artikel 34, lid 1 van de Gemeenschappelijke Regeling en zijn exclusief BTW. |
|
|
|
c.voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
|
# |
|
d.voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
|
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
a.als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: |
|
€ 500,00 |
|
b.als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: |
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
kostprijs |
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering |
|
|
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
|
100% |
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|
|
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|
|
c. |
binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
|
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
|
# |
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: |
|
|
a. |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
|
n.v.t. |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
n.v.t. |
b. |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
|
n.v.t. |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
n.v.t. |
c. |
bij 15 of meer activiteiten: |
|
n.v.t. |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.] |
|
n.v.t. |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|
|
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
85% |
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
|
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [vier] weken na de indiening van de aanvraag: |
|
60% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
|
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf [zes] weken na de indiening van de aanvraag: |
|
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag: |
|
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
40% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
|
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
|
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
|
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
30% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. |
|
|
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
Een bedrag minder dan € 250,00 wordt niet teruggegeven. |
|
|
toelichting |
(#=nog geen tarief bepaald) |
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca |
|
8K |
|
Artikel |
Omschrijving |
tarief 2023 |
tarief 2024 |
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Alcoholwet |
€ 390,10 |
€ 399,85 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 lid 1 van de Alcoholwet |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de APV |
€ 262,50 |
€ 269,05 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet of i.v.m. een kleine wijziging op de verleende vergunning als bedoeld bij punt 3.1.3 |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
3.1.5 |
Het verlenen van een ontheffing tot het na het geldende sluitingsuur geopend houden van voor het publiek toegankelijke lokaliteiten als bedoeld in artikel 2.29 van de A.P.V.: |
|
|
3.1.6 |
voor een periode van maximaal 7 dagen |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
3.1.7 |
Het verlenen van een ontheffing voor een periode langer dan één week, tarief 3.1.5 en daarboven voor elke of gedeeltelijke week na de eerste week een bedrag van |
€ 6,15 |
€ 6,30 |
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen of markten |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
3.2.1 |
Het afgeven van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
|
3.2.1.1 |
het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement categorie A (klein) |
|
€ 38,00 |
3.2.1.2 |
het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement categorie B (groot) |
|
€ 98,00 |
3.2.1.3 |
het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement categorie C (zeer groot) |
|
€ 155,00 |
3.2.1.4 |
indien een activiteit wordt gehouden in een tent/gebouw overeenkomstig artikel 3.2.1.1 berekende tarief verhoogd met |
|
€ 50,00 |
3.2.1.5 |
indien een activiteit wordt gehouden in een tent/gebouw overeenkomstig artikel 3.2.1.2 en 3.2.1.3 berekende tarief verhoogd met |
|
€ 82,00 |
3.2.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een braderie, als bedoeld in artikel 2.24 van de Algemene plaatselijke verordening bedoeld voor braderieën |
€ 99,60 |
€ 102,10 |
3.2.2 |
Er worden geen leges in rekening gebracht voor: |
|
|
3.2.2.1 |
evenementen/activiteiten ten bate van "goede doelen" |
|
|
3.2.2.2 |
het afgeven van een verklaring van geen bezwaar |
|
|
3.2.2.3 |
het verlenen van toestemming n.a.v. kennisgeving/melding en O-evenement (onder de reikwijdte van 2:25 a APV.) |
|
|
3.2.2.4 |
publicatiekosten betreffende vergunningen en /of ontheffingen voor evenementen, besloten feesten, Alcoholwet en Horeca exploitatie vergunningen worden niet in rekening gebracht. |
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
3.3 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
3.3.1 |
een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 3 van de APV artikel 3.1 e.v. |
€ 682,40 |
€ 699,45 |
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
3.4.1 |
n.v.t. |
|
|
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
3.5.1 |
n.v.t. |
|
|
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
3.6.1 |
n.v.t. |
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in de titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, uitgezonderd artikel 5.13 van de APV |
€ 22,85 |
€ 38,00 |
Hoofdstuk 9 Op alle Titels van toepassing |
|
|
|
Artikel |
Omschrijving |
|
|
3.9.1 |
Het college kan artikel 63 AWR toepassen en tegemoetkomen aan eventuele onbillijkheden van overwegende aard in de heffingen en belastingen. |
|
|
Legestabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van Leges 2024 Achtkarspelen
De griffier,
Dhr. G.J. Andringa
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl