Nadere regels begraafplaatsverordening gemeente Maashorst

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regels begraafplaatsverordening gemeente Maashorst

Het College van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht ;

b e s l u i t

vast te stellen de

Nadere regels begraafplaatsverordening gemeente Maashorst.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1 van de Begraafplaatsverordening gemeente Maashorst is van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a.

    gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen omrandingen, kettingen en hekwerken;

  • b.

    gedenkplaat: plaat waarmee urnennis gesloten wordt;

  • c.

    grafbeplanting: gewassen (winterhard en/of eenjarig);

  • d.

    grafomranding: kantopsluiting van een graf;

  • e.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • f.

    verstrooiveld: een daartoe bestemd gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats waarop as kan worden verstrooid.

Artikel 2. Indeling en uitgifte van graven

  • 1. In de algemene graven op de gemeentelijke begraafplaatsen wordt gelegenheid gegeven om lijken te begraven voor de tijd van tien jaren;

  • 2. In particuliere graven op de gemeentelijke begraafplaats in Uden wordt gelegenheid gegeven om twee lijken te begraven dan wel vier asbussen met of zonder urnen te plaatsen of het verstrooien van as van vier overledenen;

  • 3. Op de gemeentelijke begraafplaats in Uden mogen ten hoogste twee lijken boven elkaar worden begraven, mits boven de kist of ander omhulsel een laag grond van ten minste dertig centimeter dikte wordt aangebracht die bij een volgende begraving niet mag worden geroerd. Boven de bovenste kist of omhulsel dient een laag grond van ten minste vijfenzestig centimeter dikte worden aangebracht;

  • 4. In de algemene graven op de gemeentelijke begraafplaats in Schaijk wordt gelegenheid gegeven om één lijk te begraven voor de tijd van tien jaren;

  • 5. In particuliere graven op de gemeentelijke begraafplaats in Schaijk wordt gelegenheid gegeven om één lijk te begraven dan wel twee asbussen met of zonder urnen te plaatsen of het verstrooien van as van twee overledenen op dezelfde diepte.

Artikel 3. De bezorging van as

  • 1. In de algemene urnengraven wordt gelegenheid gegeven tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen voor de tijd van tien jaren;

  • 2. In particuliere urnengraven wordt gelegenheid gegeven voor het bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen, dan wel het doen verstrooien van as van twee overledenen op dezelfde diepte;

  • 3. In particuliere urnennissen wordt gelegenheid gegeven voor het bijzetten van ten hoogste twee asbussen met urnen.

Artikel 4. Verstrooiingen

  • 1. Het verstrooien van as op een particulier graf dient op een zodanige wijze te geschieden dat een deklaag, welke van gemeentewege wordt toegepast op graven, over de verstrooide as kan worden aangebracht;

  • 2. Verstrooiingen anders dan bedoeld in het vorige lid, dienen te geschieden op het strooiveld.

Artikel 5. Gedenkplaats

Een particuliere gedenkplaats is een plaats ter grootte van een graf. Een gedenkplaats wordt uitgegeven op aangeven van de beheerder.

Artikel 6. Grafkelder

  • 1. De maximale afmetingen van een grafkelder bedragen (l x b x h) 250 x 95 x 70 centimeter;

  • 2. Een grafkelder ligt minimaal 20 centimeter onder het maaiveld.

Artikel 7. Grafbedekking

  • 1. Op de gemeentelijke begraafplaats in Uden mogen de afmetingen van een grafbedekking maximaal bedragen:

    • a.

      ingeval van een particulier graf (l x b x h) 100 x 100 x 100 centimeter;

    • b.

      ingeval van een particulier kindergraf (l x b x h) 100 x 70 x 100 centimeter;

    • c.

      ingeval van een particulier urnengraf (l x b x h) 60 x 40 x 60 centimeter.

  • 2. Op de gemeentelijke begraafplaats in Schaijk mogen de afmetingen van een grafbedekking maximaal bedragen:

    • a.

      ingeval van een particulier graf (l x b x h) 200 x 80 x 200 centimeter;

    • b.

      ingeval van een particulier kindergraf (l x b x h) 120 x 70 x 200 centimeter;

    • c.

      ingeval van een particulier urnengraf (l x b x h) 60 x 60 x 60 centimeter.

  • 3. De grafbedekking dient te zijn gemaakt van duurzame materialen, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort;

  • 4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 mag de eventueel op het graf aanwezige grafbeplanting een maximale hoogte hebben van 150 centimeter;

  • 5. Grafbeplanting mag niet buiten het grafvak groeien.

Artikel 8. Gedenkteken

  • 1. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden;

  • 2. Het gedenkteken dient zorgvuldig recht (waterpas) op een onderbouw te worden geplaatst;

  • 3. Een steenhouwer mag fundamenten bijplaatsen ter versteviging van het gedenkteken mits rekening gehouden wordt met de buitenmaten van de kist en gebruik gemaakt wordt van duurzame materialen.

Artikel 9. Gedenkplaat urnenmuur

  • 1. De afmetingen van de gedenkplaat voor de urnennis zijn gelijk aan de afmetingen van de opening van de nis;

  • 2. Voor het afdekken van de urnennis wordt gebruik gemaakt van de gedenkplaat van de gemeente;

  • 3. In afwijking van het tweede lid kan een andere gedenkplaat dan de gedenkplaat van de gemeente worden gebruikt, indien deze is gemaakt van impalagraniet en hiervoor toestemming is verleend.

Artikel 10. Aanvraag vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het aanvragen van een vergunning tot het hebben van een grafbedekking en/of een gedenkteken en/of een gedenkplaat wordt gebruik gemaakt van het door het college vastgestelde aanvraagformulier;

  • 2. Bij de aanvraag wordt een werktekening ingediend;

  • 3. Op de werktekening worden ten minste aangegeven:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

    • f.

      vak- en grafnummer.

Artikel 11. Losse bloemen en planten

  • 1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst;

  • 2. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen binnen de ruimte van de grafbedekking;

  • 3. Op een graf mogen gewassen worden geplant binnen de afmetingen van de grafbedekking.

Artikel 12. Openstelling begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn geopend van zonsopgang tot zonsondergang.

Artikel 13. Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels Begraafplaatsverordening gemeente Maashorst.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op het moment dat de Begraafplaatsverordening gemeente Maashorst in werking treedt.

Ondertekening

Uden, 28 november 2023

Burgemeester en wethouders van gemeente Maashorst,

de secretaris,

J.A.G.M. van Aaken

de burgemeester,

M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)