Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710354
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710354/3
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Geldend van 19-04-2024 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024De raad van de gemeente Weert;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
van 21 november 2023;
gelet op artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en
onderdeel b, van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen in de openbare vergadering van 20 december 2023 de
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak, dat loopt van n-e dag in de kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar : het tijdvak van n-e dag in het kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2. Belastbaar feit
Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten:
- b.
1. Het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart, of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4. Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- d.
een attestatie de vita ten behoeve van een uitkering pensioen; geen verzekering voor bijvoorbeeld een lijfrentepolis
- e.
stukken en nasporingen, welke ambtshalve ter voldoening aan wettelijke of administratieve voorschriften moeten worden opgemaakt of verricht;
- f.
bewijzen van onvermogen;
- g.
stukken, opgemaakt tot regeling van gemeentelijke belastingen;
- h.
raadpleging van kadastrale stukken, indien de raadpleging geschiedt ten behoeve van de rijks-, provinciale of gemeentelijke dienst of van een waterschap;
- i.
een collectevergunning of loterijvergunning voor zover de opbrengst bestemd is voor een charitatief doel;
- j.
een afvalinzamelingvergunning verstrekt aan charitatieve organisaties die zijn geregistreerd bij het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) of organisaties die een duurzame, maatschappelijke meerwaarde tot stand brengen.
Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel welke hier als volledig ingelast moet worden beschouwd.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel nota of andere schriftuur.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7. Voorlopige vordering
Indien een aanvraag voor een bouwvergunning of een wijzigingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 2 "Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet” van de bijbehorende tarieventabel leges wordt ingediend, en de bouwkosten op het moment van in behandeling nemen van de aanvraag niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgelegd. De voorlopige vordering wordt altijd gevolgd door een kennisgeving van het definitief gevorderde bedrag.
Artikel 8. Tijdstip verschuldigdheid en termijn van betaling
-
1. De leges dienen gelijktijdig met de aanvraag voldaan te worden, met dien verstande dat:
-
2. Indien de leges eerst achteraf kunnen worden vastgesteld, het verschuldigde bedrag voldaan dient te worden bij de afgifte van het gevraagde dienst, bij de verstrekking van de gevraagde inlichtingen of bij de mededeling omtrent het resultaat van het onderzoek.
Voor zover betreft de aanvraag of afgifte van de vergunningen, waarvoor het bedrag van de leges berekend wordt in verhouding tot een begroting van kosten, binnen één maand na dagtekening van het aan de aanvrager ter zake gezonden bericht omtrent het vast gestelde bedrag van de begroting.
-
3. De leges verschuldigd op basis van artikel 2.5.15 (leges bouwactiviteit duurzaam energieproject) dienen uiterlijk twee jaren na dagtekening van de legesnota te worden voldaan.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 9. Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10. Vermindering
Vermindering van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 11. Teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde en vijfde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 12. Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- 1.
Van zuiver redactionele aard zijn;
- 2.
Een gevolg zijn van wijzigingen van aan de gemeente door te berekenen tarieven van externe adviesorganen;
- 3.
Een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende onderdelen van de tarieventabel betreft:
- a.
Akten burgerlijke stand;
- b.
Hoofdstuk 1, paragraaf 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- c.
Hoofdstuk 1, paragraaf 3 (rijbewijzen);
- d.
Hoofdstuk 1, paragraaf 4 (schriftelijke verstrekkingen uit de Basisregistratie personen en andere administraties);
- e.
Hoofdstuk 1, paragraaf 7 (verklaring omtrent gedrag);
- f.
Hoofdstuk 3, paragraaf 5 (Wet op de kansspelen).
- a.
Artikel 13. Overgangsbepaling, inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel
-
1. De "Legesverordening 2023", vastgesteld door de raad der gemeente Weert in de openbare vergadering van 14 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking.
-
3. De NEN-normen (2580 of 2699) waarnaar in de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt verwezen, liggen vanaf de datum van ingang van heffing ter inzage op het stadhuis van de gemeente Weert en worden desgewenst op verzoek, gericht aan de heffingsambtenaar, kosteloos in boekvorm aan de aanvrager verstrekt.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Legesverordening gemeente Weert 2024".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2023,
de raadsgriffier,
mr. M.H.R.M. Wolfs-Corten
de raadsvoorzitter,
mr. R.J.H. Vlecken
Bijlage Tarieventabel leges 2024 behorende bij de Legesverordening 2024
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1 Burgerlijke stand |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Huwelijksvoltrekking en geregistreerd partnerschap |
|
|
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of partnerschapsregistratie |
|
|
a. in de trouwzaal van het Stadhuis |
|||
|
€ 430,00 |
€ 445,50 |
|
|
€ 507,00 |
€ 525,25 |
|
|
|
€ 750,00 |
€ 777,00 |
|
|
|
|
b. in de Paterskerk de Biest (exclusief kosten Paterskerk de Biest) |
|||
|
€ 479,00 |
€ 496,25 |
|
|
€ 538,00 |
€ 557,35 |
|
|
|
€ 566,00 |
€ 586,40 |
c. in het Museum W (alléén vrijdagen) |
|||
|
|
€ 772,00 € 974,00 |
€ 799,80 € 1009,05 |
|
|
|
|
|
d. in een “bijzonder” huis (bijvoorbeeld ziekenhuis) |
€ 449,00 |
€ 465,15 |
|
|
|
|
|
e. op een zelf gekozen locatie |
€ 677,00 |
€ 701,35 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.1.2 |
Voor de eenvoudige voltrekking van een huwelijk of partnerschapsregistratie op andere tijd of wijze dan op grond van de wet van 23 april 1879 (Stb. 72) voor kosteloze huwelijkssluiting is bepaald in de trouwzaal van het Stadhuis op dinsdag- en donderdagochtend om 10.00 uur |
€ 100,00 |
€ 100,00 |
|
|
|
|
1.1.3 |
Voor het annuleren, wijzigen van een vastgestelde datum van huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie worden kosten in rekening gebracht ter hoogte van |
€ 114,00 |
€ 118,10 |
|
|
|
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het ter beschikking stellen van een getuige bij een huwelijkssluiting of registratie van partnerschap, per getuige |
€ 25,65 |
€ 26,55 |
|
|
|
|
1.1.5 |
Het tarief ter zake van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand en/of de daarbij behorende klappers, ongeacht of van het resultaat een schriftelijk stuk wordt afgegeven: |
|
|
|
|
|
|
|
per enkelvoudig geval, mits bij de aanvraag de gegevens omtrent het op te sporen feit worden opgegeven |
€ 10,35 |
€ 10,70 |
1.1.6 |
Het tarief voor het incidenteel benoemen van een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand bedraagt |
€ 188,65 |
€ 195,45 |
|
|
|
|
|
Trouwboekjes en partnerschapsboekjes |
|
|
1.1.7 |
Het tarief bedraagt ter zake van de afgifte van: |
|
|
|
|
|
|
|
|
€ 40,55 |
€ 42,00 |
|
|
€ 45,25 |
€ 46,90 |
|
|
|
|
1.1.8 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2 Reisdocumenten |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Reisdocumenten |
|
|
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
|
|
|
1.2.1.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
|
1.2.1.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
€ 83,80 |
1.2.1.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
|
|
|
|
1.2.1.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
|
1.2.1.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
€ 83,80 |
1.2.1.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
|
|
|
|
1.2.1.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|
|
|
|
1.2.1.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 77,75 |
€ 83,80 |
1.2.1.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
|
|
|
|
1.2.1.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 58,80 |
€ 63,40 |
1.2.1.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.1.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 70,30 |
€ 75,80 |
1.2.1.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 37,95 |
€ 40,90 |
1.2.1.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon jonger of ouder dan 18 jaar |
€ 34,20 |
€ 36,90 |
|
Spoedlevering reisdocumenten |
|
|
1.2.2 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 2.1.1 tot en met 2.1.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 52,95 |
€ 57,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 3 Rijbewijzen |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Rijbewijzen |
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
|
|
|
|
|
het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 48,15 |
€ 51,10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.3.2 |
Toeslag op het aankoopbedrag van de eigen verklaring |
€ 0,95 |
€ 1,00 |
|
|
|
|
|
Spoedlevering rijbewijs |
|
|
1.3.3 |
Het tarief als genoemd in onderdeel 3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
€ 39,65 |
|
|
|
|
|
Rijbewijs geldigheidsduur korter dan 5 jaar |
|
|
1.3.4 |
Indien op het moment van de aanvraag het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen heeft verklaard dat de aanvrager op basis van een medische indicatie geschikt is voor het besturen van een motorrijtuig voor een periode van korter dan 5 jaar wordt het onder artikel 3.1.1 genoemde tarief verminderd met een bedrag van |
€ 12,50 |
€ 12,50 |
Paragraaf 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen en andere administraties |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Inlichtingen |
|
|
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit Paragraaf wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent een persoon waarvoor de Basisregistratie personen (BRP), of de bevolkingsregisters die tot inwerkingtreding van de BRP bij of krachtens het Besluit bevolkingsboekhouding werden bijgehouden, moet worden geraadpleegd. Ook indien een gevraagde inlichting niet leidt tot het beoogde doel, is het vastgesteld recht verschuldigd. |
|
|
|
|
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt: |
|
|
1.4.2.1 |
voor in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting: |
|
|
|
|
€ 10,35 |
€ 10,70 |
|
De benodigde tijd voor het opzoeken van de inlichtingen wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag geschat door de behandelend ambtenaar, welke schatting mondeling of schriftelijk wordt medegedeeld aan de aanvrager onder vermelding van een begroting van het totale legesbedrag. |
€ 16,05 |
€ 16,65 |
|
|
|
|
1.4.2.2 |
voor het verstrekken van inlichtingen uit de Basisregistratie personen ten aanzien van niet met naam of adres aangeduide personen of groepen van personen vermeerderd met een bedrag van € 0,10 per persoon met een minimum van € 26,90 en een maximum van € 1.400. |
€ 260,35 |
€ 269,70 |
|
|
|
|
1.4.3 |
Het tarief ter zake van een uittreksel uit de Basisregistratie personen bedraagt met gegevens van: |
|
|
|
|
|
|
|
|
€ 14,65 |
€ 15,15 |
|
|
€ 14,65 |
€ 15,15 |
|
|
€ 14,65 |
€ 15,15 |
|
|
€ 10,75 |
€ 11,15 |
|
|
|
|
1.4.4 |
Het tarief voor een meertalig modelformulier dat wordt aangehecht aan een BRP uittreksel, bijvoorbeeld betreffende de woon- en of verblijfsplaats op grond van de Europese Verordening nr. 2016/1191 |
€ 14,65 |
€ 15,20 |
|
Paragraaf 5 vervallen in verband met inwerkingtreding AVG |
|
|
Paragraaf 6 Verstrekkingen op grond van de Wet open overheid |
|
||
|
|
|
|
1.6.1 1.6.2 |
Voor het verstrekken van kopieën van documenten op grond van de Wet open overheid wordt een vergoeding in rekening gebracht. De tarieven voor het verstrekken van kopieën, uittreksels en samenvattingen, als gevolg van een verzoek op grond van de Wet open overheid, zijn gelijk als die bedoeld in artikel 8.6, tweede en derde lid Wet open overheid juncto artikel 2, eerste lid, Besluit maximumtarieven open overheid. |
|
|
Paragraaf 7 Overige publiekszaken |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
|
|
|
1.7.2 |
|
€ 14,30 |
€ 16,60 |
|
|
|
|
|
|
€ 14,65 |
€ 15,20 |
|
|
€ 10,90 |
€ 11,30 |
|
|
|
|
1.7.3 |
Het tarief voor in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een persoonslijst bedraagt |
€ 8,65 |
€ 8,95 |
|
|
|
|
1.7.4 |
Het tarief voor legalisatie van handtekening voor iedere gelegaliseerde handtekening bedraagt |
€ 8,50 |
€ 8,80 |
|
|
|
|
1.7.5 |
Het tarief voor Verstrekking van een Internationaal Bewijs van Inenting tegen gele koorts (“gele boekje”) bedraagt |
€ 4,30 |
€ 4,45 |
|
|
|
|
1.7.6 |
Het tarief tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag bedraagt (VOG) |
€ 41,35 |
€ 41,35 |
|
|
|
|
1.7.7 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verzoek tot optie en/of naturalisatie zoals bedoeld in artikel 6 en/of artikel 7 en 8 van de Rijkswet op het Nederlanderschap, is gelijk aan het tarief dat is bepaald in het Besluit optie en naturalisatiegelden 2002 (Besluit 17 juni 2002, Stb. 2000, 618). |
||
1.7.8 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het doen van een herziene naamkeuze op grond van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam (WIGG), zijn op grond van artikel IIIC van genoemde wet leges verschuldigd. Voor de naamkeuze op grond van artikel IIIB van genoemde wet bedraagt het tarief: |
|
|
|
€ 75,00 |
||
|
€ 50,00 |
||
|
|
|
|
Paragraaf 8 Bestuursstukken |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Verordeningen, tarieventabellen en beleidsregels |
|
|
|
|
|
|
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|
|
|
|
|
Een verordening, tarieventabel of beleidsregel niet met name genoemd, per bladzijde A4 of gedeelte daarvan |
|
|
|
|
|
|
|
|
€ 3,50 |
€ 3,60 |
|
|
€ 0,65 |
€ 0,75 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 9 Vastgoedinformatie |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Inlichtingen kadastrale administratie |
|
|
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
|
€ 14,15 |
€ 14,65 |
|
|
€ 14,15 |
€ 14,65 |
|
De benodigde tijd voor het opzoeken van de hierboven genoemde inlichtingen wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag geschat door de behandelend ambtenaar, welke schatting mondeling of schriftelijk wordt medegedeeld aan de aanvrager onder vermelding van een begroting van het totale legesbedrag. |
|
|
|
|
|
|
|
Bestemmingsplan |
|
|
1.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.9.2.1 |
a. ter verkrijging van een kopie, een afschrift of uittreksel uit een bestemmingsplan, een exemplaar van de toelichting op een bestemmingsplan, onteigeningsplan, ontruimingsplan of bouwplan, per kopie A4-formaat of gedeelte daarvan |
€ 1,80 |
€ 1,85 |
|
met een minimum van |
€ 7,10 |
€ 7,35 |
|
|
|
|
|
een afschrift of uittreksel, per kopie (zwart wit) groter dan het A4 formaat |
€ 8,15 |
€ 8,45 |
|
per kopie (in kleur) op A4 formaat of groter |
€ 18,45 |
€ 19,10 |
|
|
|
|
|
b. ter verkrijging van een kopie van (beleid)nota´s, voorbereidingsbesluiten, ((voor) ontwerp) bestemmings-plannen welke ter inzage zijn gelegd doch nog niet zijn vastgesteld, per kopie op A4 formaat |
€ 0,80 |
€ 0,85 |
met een minimum van |
€ 7,10 |
€ 7,35 |
|
een afschrift of uittreksel, per kopie (zwart wit) groter dan het A4 formaat |
€ 8,15 |
€ 8,45 |
|
per kopie (in kleur) op A4 formaat of groter |
€ 18,45 |
€ 19,10 |
|
1.9.2.2 |
tot het aanbrengen van bijzondere aantekeningen op een bestemmingsplan |
€ 7,10 |
€7,35 |
|
|
|
|
Paragraaf 10 Gemeentearchief |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Het tarief bedraagt voor in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|
|
|
|
|
|
1.10.1. |
het laten verrichten van onderzoek in het archief, ongeacht het resultaat van het onderzoek per kwartier of gedeelte daarvan De benodigde tijd voor een nasporing van in het gemeentearchief berustende stukken wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag geschat door de behandelend ambtenaar, welke schatting mondeling of schriftelijk wordt medegedeeld aan de aanvrager onder vermelding van een begroting van het totale legesbedrag. |
€ 21,00 |
€ 21,75 |
|
|
|
|
1.10.2 |
het verkrijgen van een fotokopie, een readerprinterkopie of een computeruitdraai van de bij de gemeente berustende bescheiden per kopie of computeruitdraai |
€ 0,80 |
€ 0,85 |
|
|
|
|
1.10.3 |
uitlening van archiefbescheiden, per uitlening te vermeerderen met de aan die uitlening vooraf van gemeentewege aan de aanvrager op te geven verzendkosten |
€ 26,60 |
€ 27,55 |
|
|
|
|
1.10.4 |
het verkrijgen van een afdruk van een bouwtekening op groter formaat dan A3 per afdruk |
€ 9,30 |
€ 9,65 |
1.10.5 |
uitlening van dia's, per dia, na storting van een afgesproken waarborgsom |
€ 4,80 |
€ 5,00 |
|
|
|
|
1.10.6 |
uitlening van een videoband, een dvd of een diaserie, na storting van een afgesproken waarborgsom |
€ 17,65 |
€ 18,30 |
|
|
|
|
1.10.7 |
het ter beschikking stellen van en het mogen gebruiken van bescheiden, waarvan het reproductierecht toekomt aan de gemeente, voor zover het gebruik bestemd is voor commerciële publicaties per afbeelding |
€ 23,35 |
€ 24,20 |
|
|
|
|
1.10.8 |
het verkrijgen van een scan van een document per afbeelding |
€ 4,10 |
€ 4,25 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 11 Leegstandwet |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
|
|
|
1.11.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 57,35 |
€ 59,90 |
|
|
|
|
1.11.3 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 57,35 |
€ 59,50 |
|
|
|
|
Paragraaf 12 Vervallen
Paragraaf 13 Vervallen
Paragraaf 14 Vervallen
Paragraaf 15 Verkeer en vervoer |
|
|
||
|
|
2023 |
2024 |
|
|
Verkeer en vervoer |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.15.1 |
een ontheffing van de Wegenverkeerswet: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. voor het houden van wedstrijden op de weg, als bedoeld in artikel 10 Wegenverkeerswet |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
|
b. van het verbod om te rijden met een voertuig, waarvan de breedte, lengte of hoogte (de lading meegerekend) de daarvoor vastgestelde maten overschrijden als bedoeld in artikel 71 Wegenverkeerswet |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
|
|
|
|
|
1.15.2 |
een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
|
|
|
|
- indien het de eerste aanvraag betreft |
€ 255,00 |
€ 265,00 |
|
|
- indien het een volgende aanvraag/herkeuring betreft |
€ 32,25 |
€ 33,40 |
|
- indien het een wijziging van het kentekenbord betreft |
€ 32,25 |
€ 33,40 |
||
|
|
|
|
|
1.15.3 |
een gehandicaptenparkeerplaats aangegeven middels een besluit volgens artikel 12 Wegenverkeerswet |
€ 265,20 |
€ 275,75 |
|
|
|
|
|
|
1.15.4 |
a. een tijdelijke ontheffing op grond van artikel 87 RVV 1990 van maximaal 14 dagen |
€ 36,35 |
€ 100,00 |
|
|
b. een tijdelijke ontheffing op grond van artikel 87 RVV 1990 van maximaal 2 jaar t.b.v. het berijden van het promenadegebied met een vrachtwagen |
€ 73,75 |
€ 100,00 |
|
|
c. een tijdelijke ontheffing op grond van artikel 87 RVV 1990 van maximaal 5 jaar t.b.v. het berijden van het promenadegebied voor bewoners en/of ondernemers in het promenadegebied met stalling |
€ 73,75 |
€ 125,00 |
|
|
d. een tijdelijke ontheffing op grond van artikel 87 RVV 1990 t.b.v. het gebruik maken van het promenadegebied met een fiets door gehandicapten voor een periode van maximaal vijf jaar per aangevraagd jaar |
€ 16,60 |
€ 17,20 |
|
e. bij spoedaanvragen die binnen 7 kalenderdagen moeten zijn afgehandeld worden de tarieven als vermeld onder a. tot en met d. met 35% verhoogd. |
||||
|
|
|
|
|
|
Verkeersregelaars |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.15.5 |
een aanstellingsbesluit t.b.v. activiteit verkeersregelaars voor een evenement als bedoeld in artikel 9 en 11 van de Regeling Verkeersregelaars 2009 |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
1.15.6 |
Parkeren grote voertuigen Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor één jaar voor het parkeren van een groot voertuig op een door het college van B&W aangewezen plaats op de weg binnen de gemeente Weert |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 16 Telecommunicatiewet, opbreken en graven |
|
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
|
Reikwijdte en begripsbepaling: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Deze paragraaf heeft betrekking op vergunningverlening aan nutsbedrijven en instemmingsbesluit telecom-aanbieders voor de uniforme aanpak voor het hebben, (ver)leggen en onderhouden van kabels en leidingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onder maagdelijk terrein wordt verstaan: nieuwbouwlocaties, die omschreven worden als grondexploitatiecomplexen zowel bij in- en uitbreidlocaties alsook bij nieuwe bestemmingsplannen waar geen infrastructuur aanwezig is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verkrijgen van een vergunning dan wel een instemmingsbesluit. |
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
|
|
|
|
|
|
1.16.1 |
Een aanvraag in verband met het verkrijgen van het instemmingsbesluit omtrent tijdstip, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet en het Handboek Kabels en Leidingen voor gebruik voor gemeenten, die deel uitmaken van het SRE (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven), inclusief de procedure voor beschrijvingen van aanvraag vergunningen, realiseren van huisaansluitingen, melden van storingen, opleveren van werken en aanleveren van werkbonnen: |
€ 363,50 |
€ 377,00 |
|
|
|
|
|
|
1.16.2 |
Indien het werkzaamheden betreft in tegel-, klinker-, en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, bermen, groenstroken en dergelijke voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het onder 16.2.1 genoemde bedrag per strekkende meter sleuf vermeerderd met |
€ 2,00 |
€ 2,05 |
|
|
|
|
|
|
1.16.3 |
Indien de onder 16.2.1.1 vermelde werkzaamheden worden verricht in of op nieuwbouwlocaties met de kwalificatie van maagdelijk terrein als bedoeld in 16.1.2, wordt het onder 16.2.1 genoemde bedrag per strekkende meter sleuf vermeerderd met |
€ 1,50 |
€ 1,55 |
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 17 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) (tijdelijke reclame en consumentenvuurwerk) |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van een tijdelijk uiting (b.v. reclame/sandwichbord) als bedoeld in artikel 2:10 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Weert, aan of boven de weg anders dan de overeenkomstig de bestemming van de weg |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
|
|
|
1.17.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verkoopvergunning voor consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 2 : 72 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 215,05 |
€ 222,80 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 18 Diversen |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|
|
|
|
1.18.1 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
|
|
|
1.18.2 |
een dienst op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per kwartier: |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
De benodigde tijd voor een bovengenoemde dienst wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag geschat door de behandelend ambtenaar, welke schatting mondeling of schriftelijk wordt medegedeeld aan de aanvrager onder vermelding van een begroting van het totale legesbedrag. |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
|
|
|
|
1.18.3 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover hiervoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina op papier: |
|
|
|
Zwart-wit: |
|
|
|
a. tot en met formaat A-4: |
€ 0,60 |
€ 0,65 |
|
b. tot en met formaat A-3: |
€ 0,90 |
€ 0,95 |
|
c. tot en met formaat A-2: |
€ 1,50 |
€ 1,55 |
|
d. tot en met formaat A-1: |
€ 2,70 |
€ 2,80 |
|
e. tot en met formaat A-0: |
€ 5,20 |
€ 5,40 |
|
f. groter dan formaat A-0: |
€ 6,10 |
€ 6,30 |
|
|
|
|
|
In kleur: |
|
|
|
g. tot en met formaat A-4: |
€ 0,95 |
€ 1,00 |
|
h. tot en met formaat A-3: |
€ 1,60 |
€ 1,65 |
|
i. tot en met formaat A-2: |
€ 2,80 |
€ 2,90 |
|
j. tot en met formaat A-1: |
€ 5,40 |
€ 5,60 |
|
k. tot en met formaat A-0: |
€ 10,50 |
€ 10,90 |
|
l. groter dan formaat A-0: |
€ 12,30 |
€ 12,75 |
|
|
|
|
1.18.4 |
een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van een regeling, gemeentelijke nota of ander soortgelijk document: |
€ 4,50 |
€ 4,65 |
|
|
|
|
1.18.5 |
een aanvraag tot het verstrekken van stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een ander wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina: |
€ 0,90 |
€ 0,95 |
|
Met een minimum van € 6,00 per aanvraag |
|
|
|
|
|
|
1.18.6 |
Digitaal archief: bouw, milieu en bodem Het tarief bedraagt voor in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van bestanden uit het digitaal archief, per opgevraagd adres |
€ 16,45 |
€ 17,05 |
1.18.7 |
Analoge verstrekking uit het digitaal archief: bouw, milieu, bodem Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een analoog afschrift van bestanden uit het digitaal archief, per opgevraagd adres, als bedoeld onder 1.18.6, vermeerderd met de tarieven genoemd in artikel 1.18.3 |
||
|
|
|
|
1.18.8 |
Spoedlevering documenten digitaal archief: bouw, milieu en bodem |
|
|
|
Het tarief als genoemd in artikel 18.3 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 16,45 |
€ 17,05 |
|
|
|
|
1.18.9 |
Ontheffing route gevaarlijke stoffen |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot een ontheffing gevaarlijke stoffen voor maximaal één jaar als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
|
|
|
a. voor 1 afleveradres |
€ 71,70 |
€ 74,30 |
|
b. voor het tweede en volgend afleveradres, per afleveradres |
€ 13,80 |
€ 14,30 |
|
|
|
|
1.18.10 |
Particuliere begraafplaats |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het aanwijzen van een stuk grond door de gemeenteraad tot bijzondere particuliere begraafplaats als bedoeld in artikel 40 van de Wet op de lijkbezorging |
€ 390,15 |
€ 404,20 |
|
|
|
|
1.18.11 |
Het tarief bedraagt voor het geven van toestemming door het college van B en W voor het in gebruik nemen van de bijzondere particuliere begraafplaats of van een deel daarvan als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de lijkbezorging |
€ 71,70 |
€ 74,30 |
|
|
|
|
1.18.12 |
Parkeerpas |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verstrekken van een nieuwe parkeerpas in geval van verlies of diefstal |
€ 26,00 |
€ 26,95 |
|
|
|
|
1.18.13 |
Parkeervignet |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het wijzigen van het kenteken of zone op een parkeervergunning of –abonnement |
€ 7,50 |
€ 7,75 |
1.18.14 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verstrekken van een nieuwe parkeervergunning of – abonnement in geval van verlies of diefstal |
€ 7,50 |
€ 7,75 |
Hoofdstuk 2
Dienstverlening in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities |
|
|
||||
|
|
|
||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
||||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
|
|||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
|||
|
-binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
|
|||
|
-binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
|
|||
|
Gebruiksfunctie: Gedeelten van een of meer bouwwerken die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruiks-eenheid vormen, zoals omschreven bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving |
|
|
|||
|
Gebruiksoppervlakte: Gebruiksoppervlakte in vierkante meter (m²) wordt bepaald zoals omschreven in NEN 2580. |
|
|
|||
|
Duurzaam energieproject: Onder een duurzaam energieproject wordt verstaan één van de onderstaande maatregelen: - Bouw van zelfstandige, grondgebonden zonnepanelen; - Bouw van één of meer windturbines; - Aanleg van een verzwaard elektriciteitsnet bij bestaande bouw; - Aanleg van een warmtenet bij bestaande bouw. |
|
|
|||
|
Bouwkosten: De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het Normblad NEN 2699, uitgave 2018, of zoals dit normblad laatstelijk is gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
||||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
||||
a. |
Conceptverzoek of een principeverzoek |
|
|
|||
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
|
|||
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
|
|||
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
|
|||
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
|
|||
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
|
|||
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
|
|||
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
|
|||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
|
||||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
|
|||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
|
|||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
|
|||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13 en artikel 2.45.. |
|
|
|||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
|
|||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|||
7 |
Heffingsgrondslag: Dit is de grondslag op basis waarvan leges worden geheven. Er worden meerdere grondslagen gebruikt, afhankelijk van het te leveren product: a. gebruiksoppervlakte m2 per gebruiksfunctie waarop de aanvraag betrekking heeft, als omschreven onder art. 2.5.1. t/m 2.5.7 van deze tarieventabel; b. Bouwkosten, als omschreven onder art. 2.5.8, 2.5.14 en 2.5.15 van deze tarieventabel c. vast tarief per product, als omschreven in het van toepassing zijnde artikel; d. overige grondslagen, als omschreven in het van toepassing zijnde artikel. |
|
|
|||
|
|
|
||||
Artikel 2.4 Conceptverzoek |
tarief |
|||||
a. Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een intaketafel, omgevingstafel of conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 114,00 |
|||||
b. De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met 5% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor die bouwactiviteit of bouwactiviteiten conform de artikelen 2.5.1 t/m 2.5.15 zouden worden vastgesteld |
5% |
|||||
|
|
|
||||
Paragraaf 2.5 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
|
||||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
tarief |
|||||
|
|
|
|
|||
|
Artikel 2.5.1. |
|
|
|||
|
Wanneer sprake is van één van de volgende gebruiksfuncties zoals vermeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving,
|
|
|
|||
a. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde tot en met 20 m², bedraagt het tarief voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf 0 m2 tot en met 20 m2, |
€ 5,50 |
||||
|
met een minimum van: |
€ 110,00 |
||||
b. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 20 m² tot en met 200 m², bedraagt het tarief |
€ 110,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 12,15 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 20 m² tot en met 200 m² |
|
|
|||
c. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 200 m² tot en met 500 m², bedraagt het tarief: |
€ 2.297,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 10,50 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 200 m² tot en met 500 m². |
|
|
|||
d. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 500 m² tot en met 2.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 5.477,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 10,00 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 500 m² tot en met 2.000 m². |
|
|
|||
e. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 2.000 m² tot en met 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 20.477,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 9,60 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 2.000 m² tot en met 10.000 m². |
|
|
|||
f. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 10.000 m², bedraagt het tarief |
€ 97.277,00 |
||||
|
Vermeerderd met |
€ 0,50 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 10.000 m². |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
Artikel 2.5.2 |
|
|
|||
|
Wanneer sprake is van één van de volgende gebruiksfuncties:
|
|
|
|||
a. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde tot en met 20 m², bedraagt het tarief voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf 0 m2 tot en met 20 m2, |
€ 5,50 |
||||
|
met een minimum van: |
€ 110,00 |
||||
b. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 20 m² tot en met 2.000 m², bedraagt het tarief |
€ 110,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 11,00 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 20 m² tot en met 2.000 m |
|
|
|||
c. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 2.000 m² tot en met 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 21.890,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 8,30 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 2.000 m² tot en met 10.000 m². |
|
|
|||
d. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 10.000 m² bedraagt het tarief: |
€ 88.290,00 |
||||
|
Vermeerderd met |
€ 0,50 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 10.000 m². |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
Artikel 2.5.3 |
|
|
||||
|
Wanneer sprake is van één van de volgende gebruiksfuncties:
|
|
|
|||
a. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde tot en met 20 m², bedraagt het tarief voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf 0 m2 tot en met 20 m2, |
€ 5,50 |
||||
|
Met een minimum van |
€ 110,00 |
||||
b. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 20 m² tot en met 200 m², bedraagt het tarief:². |
€ 110,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 10,50 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 20 m² tot en met 200 m². |
|
|
|||
c. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 200 m² tot en met 1.500 m², bedraagt het tarief: |
€ 2.000,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 9,80 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 200 m² tot en met 1.500 m². |
|
|
|||
d. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 1.500 m² tot en met 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 14.740,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 9,30 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 1.500 m² tot en met 10.000 m². |
|
|
|||
e. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 93.790,00 |
||||
|
vermeerderd met |
€ 0,50 |
||||
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 10.000 m². |
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.4 |
|
|
|
Wanneer sprake is van de volgende gebruiksfunctie:
wordt het volgende tarief gehanteerd |
|
a. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde tot en met 20 m², bedraagt het tarief voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf 0 m2 tot en met 20 m2: |
€ 5,50 |
|
Met een minimum van |
€ 110,00 |
b. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 20 m², bedraagt het tarief: |
€ 110,00 |
|
vermeerderd met |
€ 3,65 |
|
Voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 20 m². |
|
|
|
|
Artikel 2.5.5 |
|
|
|
Wanneer sprake is van één van de volgende gebruiksfuncties:
wordt het volgende tarief gehanteerd: |
|
a. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde tot en met 20 m², bedraagt het tarief voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf 0 m2 tot en met 20 m2, |
€ 5,50 |
|
Met een minimum van |
€ 110,00 |
b. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 20 m² tot en met 200 m², bedraagt het tarief: |
€ 110,00 |
|
Vermeerderd met |
€ 4,65 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 20 m² tot en met 200 m² |
|
c. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 200 m² tot en met 500 m², bedraagt het tarief: |
€ 947,00 |
|
vermeerderd met |
€ 3,35 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 200 m² tot en met 500 m² |
|
d. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 500 m² tot en met 2.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 1.952.00 |
|
vermeerderd met |
€ 2,85 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 500 m² tot en met 2.000 m² |
|
e. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 2.000 m² tot en met 3.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 6.227,00 |
|
Vermeerderd met |
€ 2,35 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 2.000 m² tot en met 3.000 m² |
|
f. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 3.000 m² tot en met 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 8.577,00 |
|
vermeerderd met |
€ 0,85 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 3.000 m² tot en met 10.000 m² |
|
g. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 14.527,00 |
|
Vermeerderd met |
€ 0,50 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 10.000 m² |
|
Artikel 2.5.6 |
|
|
|
Wanneer sprake is van één van de volgende gebruiksfuncties: - industriefunctie; - overige gebruiksfunctie zijnde een overkapping bij een industriefunctie; - sportfunctie; wordt het volgende tarief gehanteerd: |
|
a. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde tot en met 20 m², bedraagt het tarief voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf 0 m² tot en met 20 m² |
€ 5,50 |
|
met een minimum van |
€ 110,00 |
b. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 20 m² tot en met 200 m², bedraagt het tarief: |
€ 110,00 |
|
vermeerderd met |
€ 5,50 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 20 m² tot en met 200 m² |
|
c. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 200 m² tot en met 500 m², bedraagt het tarief: |
€ 1.100,00 |
|
vermeerderd met |
€ 5,20 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 200 m² tot en met 500 m² |
|
d. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 500 m² tot en met 2.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 2.660,00 |
|
vermeerderd met |
€ 4,65 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 500 m² tot en met 2.000 m² |
|
e. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 2.000 m² tot en met 3.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 9.635,00 |
|
vermeerderd met |
€ 4,15 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 2.000 m² tot en met 3.000 m² |
|
f. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 3.000 m² tot en met 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 13.785,00 |
|
vermeerderd met |
€ 3,35 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 3.000 m² tot en met 10.000 m² |
|
|
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 37.235,00 |
|
vermeerderd met |
€ 0,50 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 10.000 m² |
|
|
|
|
Artikel 2.5.7 |
|
|
|
Wanneer sprake is van de volgende gebruiksfunctie:
wordt het volgende tarief gehanteerd: |
|
a. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde tot en met 20 m², bedraagt het tarief voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte vanaf 0 m2 tot en met 20 m2, |
€ 5,50 |
|
Met een minimum van |
€ 110,00 |
b. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 20 m² tot en met 10.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 110.00 |
|
vermeerderd met |
€ 0,30 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 20 m² tot en met 10.000 m² |
|
c. |
Bij een gebruiksoppervlakte van het aangevraagde van meer dan 10.000 m² tot en met 30.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 3.104,00 |
|
vermeerderd met |
€ 0,15 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 10.000 m² tot en met 30.000 m2 |
|
d. |
Indien het gebruiksoppervlakte van het aangevraagde groter is dan 30.000 m², bedraagt het tarief: |
€ 6.104,00 |
|
vermeerderd met |
€ 0,08 |
|
voor elke vierkante meter gebruiksoppervlakte meer dan 30.000 m² |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.8 |
|
|
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit die niet genoemd is in de artikelen 2.5.1 tot en met 2.5.7, alsmede voor een bouwwerk geen gebouw zijnde, voor het veranderen of verbouwen van gebouwen zonder daadwerkelijke uitbreiding daarvan (bijvoorbeeld interne verbouwing) en voor gevelwijzigingen, wordt een tarief berekend aan de hand van de in artikel 2.1.3. omschreven bouwkosten van: |
|
a. |
€ 1.000.000,00 of minder een tarief van: 1,10 % van de bouwkosten, met een minimum van |
€ 110,00 |
b. |
meer dan € 1.000.000,00, doch niet meer bedragen dan € 10.000.000,00, een tarief van |
€ 11.000,00 |
|
vermeerderd met 0,855 % van de bouwkosten meer dan € 1.000.000,00 |
|
c. |
meer dan € 10.000.000,00 een tarief van |
€ 87.950,00 |
|
vermeerderd met 0,23% van de bouwkosten boven € 10.000.000,00 |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.9 Bouwactiviteit betreft alleen een reclame-uiting zijnde een gevelreclame, een vlaggenmast of een banier |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.10 Bouwactiviteit betreft alleen een balustrade ten behoeve van een dakterras |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.11 Bouwactiviteit betreft alleen het gewijzigd invullen van bestaande gevelopeningen |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.12 Leges o.g.v. gebruiksoppervlakte en bouwkosten |
|
|
Gereserveerd.: |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.13 Leges berekening bij meer dan één gebruiksfunctie |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.14 Bouwactiviteit met instandhoudingstermijn |
|
a. |
Bouwactiviteit met instandhoudingstermijn Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn geldt voor een woonunit/woning per woonunit/woning een tarief van |
€ 110,00 |
b |
Voor de overige bouwwerken met bouwkosten van € 1.000.000,00 of minder een tarief van 1,10 % van de bouwkosten, met een minimum van |
€ 110,00 |
c |
Voor de overige bouwwerken met bouwkosten van meer dan € 1.000.000,00, doch niet meer bedragen dan € 10.000.000,00 een tarief van |
€ 11.000,00 |
|
vermeerderd met 0,855% van de bouwkosten boven de € 1.000.000,00 |
|
d. |
Voor de overige bouwwerken met bouwkosten van meer dan € 10.000.000,00 een tarief van |
€ 87.950,00 |
|
vermeerderd met 0,23% van de bouwkosten boven € 10.000.000,00 |
|
|
|
|
|
Artikel 2.5.15 (duurzame energieprojecten) |
|
|
Wanneer de bouwactiviteit alleen betreft het bouwen van een bouwwerk of het plaatsen van een installatie voor een duurzaam energieproject, dan bedraagt het tarief bij bouwkosten van: |
|
a. |
€ 5.000.000,00 of minder een tarief van: 0,65% van de bouwkosten, met een minimum van |
€ 65,00 |
b. |
meer dan € 5.000.000,00, doch niet meer bedragen dan € 10.000.000,00 een tarief van |
€ 32.500,00 |
|
vermeerderd met 0,32% van de bouwkosten boven de €5.000.000,00 |
|
c. |
meer dan € 10.000.000,00 een tarief van |
€ 48.500,00 |
|
vermeerderd met 0,16% van de bouwkosten boven € 10.000.000,00 |
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|||
|
|
|||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: (bouwactiviteit) 2,5 maal de tarieven zoals vermeld in de artikelen 2.5.1. tot en met 2.5.15. |
|
||
b |
1.als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig: het tarief uit onderdeel a, verhoogd met: |
€ 515,00 |
||
|
2.als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld: het tarief uit onderdeel a, verhoogd met: |
€ 515,00 |
||
|
3.als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht: het tarief uit onderdeel a, verhoogd met: |
€ 515,00 |
||
c. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (in stand houden of gebruiken bouwwerk): het tarief uit onderdeel a, (indien het tevens een bouwactiviteit betreft) verhoogd met: |
€ 515,00 |
||
d. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: het tarief uit onderdeel a, verhoogd met: |
€ 515,00 |
||
e. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 515,00 |
||
f. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (in stand houden of het gebruiken van een bouwwerk) en een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en waarbij tevens sprake is van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (bouwen) en het tarief is volgens het bepaalde onder artikel 2.6 onder a. het minimum of enige tarief, dan bedraagt het tarief 25% van de tarieven als bepaald in artikel 2.6. onder c. en d. |
25% |
||
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
|
||
Gereserveerd. |
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Weert 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 396,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 396,00 |
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 396,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 396,00 |
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|
|
|
|
1° |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 396,00 |
|
|
2° |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 396,00 |
|
|
|
||
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument dat op grond van de Erfgoedverordening Weert 2022 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
||
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 396,00 |
||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 396,00 |
||
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 18 van de Erfgoedverordening Weert 2022 ] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 396,00 |
|
|
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 396,00 |
|
|
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 396,00 |
|
2. |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding Rijks-beschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
|
||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
|||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 396,00 |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meerdere milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het (tijdelijke deel van het) omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a |
voor een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit-(tijdelijk)omgevingsplan): |
€ 8.282,00 |
b |
voor een of meer milieubelastende activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (milieubelastende activiteit BAL-regulier),: |
€ 8.282,00 |
c |
voor een of meer milieubelastende activiteiten zoals bedoeld in onderdelen a en b, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (milieubelastende activiteit-uitgebreid) |
€ 12.360,00 |
|
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.20a Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken. |
|
|
Artikel 220b Wijziging bestaande samengestelde vergunning milieubelastende activiteiten |
|
|
Waar sprake is van een samenstel van vergunningplichtige milieubelastende activiteiten verenigd in één vergunning, worden bij een aanvraag tot wijziging van die vergunning uitsluitend die vergunningplichtige milieubelastende activiteiten in de legesheffing betrokken waarop de aangevraagde wijziging betrekking heeft. |
|
|
Artikel 2.20c In deze paragraaf niet benoemde vergunning milieubelastende activiteit (vangnetbepaling) |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere niet in deze paragraaf benoemde vergunning milieubelastende activiteit |
€ 2.070,00 |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten. |
€ 259,00 |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
|
Gereserveerd. |
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
|
Gereserveerd |
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
|
Gereserveerd. |
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen van een uitweg/uitrit |
|
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten. |
€ 65,00 |
|
|
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de vorige artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 172,00 |
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.27, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
€ 172,00 |
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 172,00 |
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 172,00 |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
|
Gereserveerd. |
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 65,00 |
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:16 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 109,00 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 109,00 |
|
|
|
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
||
a. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken voor een periode langer dan een maand: |
€ 150,00 |
|
b. |
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken voor een periode korter dan een maand: |
€ 38,00 |
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
|
||
Gereserveerd. |
|
||
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 513,00 |
|
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
|
|
1° |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 513,00 |
|
2° |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 513,00 |
|
3° |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 513,00 |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
Gereserveerd. |
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
|
Gereserveerd. |
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
Gereserveerd. |
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|
|
|
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 513,00 |
|
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: |
€ 513,00 |
|
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 513,00 |
|
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: |
€ 513,00 |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 166,00 |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
Gereserveerd. |
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
|
Gereserveerd. |
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
Gereserveerd. |
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan of een TAM-IMRO plan |
|
1.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan of een TAM-IMRO plan: |
€ 3.626,00 |
2.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principeverzoek met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het eerste lid: |
€ 1.301,00 |
Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het legesbedrag van een formele aanvraag met betrekking tot dezelfde aangelegenheid als waarop het principeverzoek had. |
|
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, het omgevingsplan of TAM-IMRO plan: |
€ 539,00 |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
50%, |
||
met een maximum van: |
€ 10.360,00. |
||
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|
||
a. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 3.626,00; |
|
b. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in onderdeel a: |
€ 6.790,00 |
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
||
a |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport voor één woning: |
€ 286,00 |
|
b |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport meerdere woningen of een ander gebouw of bouwwerk: |
€ 758,00 |
|
c |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport voor één woning: |
€ 286,00 |
|
d |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport voor meerdere woningen of een ander gebouw of bouwwerk |
€ 758,00 |
|
e |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting voor één woning: |
€ 286,00 |
|
f |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting voor meerdere woningen of een ander gebouw of bouwwerk: |
€ 758,00 |
|
g |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk voor één woning: |
€ 286,00 |
|
h |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk voor meerdere woningen of een ander gebouw of bouwwerk: |
€ 758,00 |
|
i |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport voor één woning: |
€ 286,00 |
|
j |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport voor meerdere woningen of een ander gebouw of bouwwerk: |
€ 758,00 |
|
k |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER) |
€ 758,00 |
|
l |
voor de beoordeling van een project-milieueffectrapportage of plan- milieueffectrapportage (MER) |
€ 1.517,00 |
|
m |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport voor één woning: |
€ 286,00 |
|
n |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport meerdere woningen of een ander gebouw of bouwwerk: |
€ 758,00 |
|
Artikel 2.50 Advies |
|
||
1. |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
|
|
a. |
voor een advies van de gemeenteraad of een ander bestuursorgaan: |
€ 503,00 |
|
b. |
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
Artikel 2.51 Instemming |
|
||
1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
|
|
|
. |
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
|
2. |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na conceptverzoek |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
van de voor het conceptverzoek geheven leges. |
|
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
|
|
Gereserveerd. |
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
75%. |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|
||
Artikel 2.55a Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
50%. |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges Het maximale in rekening te brengen berekend bedrag bedraagt. |
€ 7.045,00 |
||
|
|
||
Artikel 2.55b Teruggaaf bij niet-ontvankelijk verklaren aanvraag |
|
||
Als een aanvraag niet ontvankelijk wordt verklaard, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges Het maximale in rekening te brengen berekend bedrag bedraagt. |
€ 7.045,00 |
||
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning bij reguliere procedure |
|
||
1.Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||
2. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is op verzoek van het bestuursorgaan intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
100% |
||
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
||
1. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||
2. De in het eerste lid genoemde intrekking dient te geschieden voordat het ontwerpbesluit ter inzake is gelegd. |
|||
3. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is, op verzoek van het bestuursorgaan intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op volledige teruggaaf van de voor die aanvraag verschuldigde leges |
100% |
||
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
||
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
||
Gereserveerd. |
|
||
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|
||
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
||
Het minimumbedrag voor teruggaaf leges bedraagt |
€ 25,00 |
||
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn |
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1 |
|
|
|
Alcoholwet/horeca |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
|
Alcoholwet |
|
|
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
|
|
|
|
|
|
Een ontheffing zoals bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Weert: |
|
|
|
a. voor een horecagelegenheid categorie 1 (natte horeca) in de binnenstad tot en met 250 personen |
€ 1.370,00 |
€ 1.419,00 |
|
b. voor een horecagelegenheid categorie 1 (natte horeca) buiten de binnenstad |
€ 685,00 |
€ 710,00 |
|
c. voor een horecagelegenheid categorie 1 (natte horeca) in de binnenstad met meer dan 250 personen |
€ 2.739,00 |
€ 2.838,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
3.1.2 |
Een ontheffing zoals bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert: |
|
|
|
|
|
|
|
a. voor een horecagelegenheid categorie 2 (droge horeca) in de binnenstad |
€ 716,00 |
€ 742,00 |
|
b. voor een horecagelegenheid categorie 2 (droge horeca) buiten de binnenstad |
€ 716,00 |
€ 742,00 |
|
|
|
|
3.1.3 |
Een ontheffing zoals bedoeld in artikel 2:29, vierde lid, onder b, Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert. |
€ 73,00 |
€76,00 |
|
|
|
|
3.1.4 |
Een aanvraag voor: |
||
a. een vergunning ingevolge de Alcoholwet voor een commerciële instelling |
€ 590,00 |
€ 611,00 |
|
b. een vergunning ingevolge de Alcoholwet voor een para commerciële instelling |
€ 291,00 |
€ 301,00 |
|
c. een vergunning als bedoeld onder a. en b. bij toepassing van de verkorte procedure als bedoeld in de Alcoholwet |
€ 221,00 |
€ 229,00 |
|
d. melding leidinggevende als bedoeld in de Alcoholwet |
€ 145,00 |
€ 150,00 |
|
3.1.5 |
Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 APV voor het exploiteren van een coffeeshop |
€ 576,00 |
€ 597,00 |
3.1.6 |
Een aanvraag voor: a. een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 295,00 |
€ 306,00 |
b. een vergunning als bedoeld onder a, bij toepassing van de verkorte procedure |
€ 147,00 |
€ 152,00 |
|
c. een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor een coffeeshop |
€ 576,00 |
€ 611,00 |
|
3.1.7 |
Een ontheffing op basis van de Alcoholwet |
€ 36,40 |
€ 76,40 |
|
|
|
|
3.1.8 |
Een aanvraag, als bedoeld in artikel 2:30 a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Weert, aangaande proef verruiming sluitingstijd . |
€ 2.780,00 |
€ 2.880,00 |
|
|
|
|
Paragraaf 2 Seksinrichtingen e.d. |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
|
|
|
|
|
|
|
a. voor een prostitutiebedrijf met inbegrip van een erotische massagesalon en parenclub |
€ 1.282,00 |
€ 1.328,00 |
|
b. voor overige seksinrichtingen en escortbedrijven |
€ 952,00 |
€ 986,00 |
|
|
|
|
3.2.2 |
Het tarief voor de periodieke technische hygiëne inspecties als bedoeld in artikel 7 van de Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening bedraagt per inspectie |
€ 439,00 |
€ 456,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 3 Evenementen en vermaak |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
|
|
|
|
|
|
een vergunning voor evenementen of een vergunning voor het op of aan de weg geven van een vertoning voor publiek, het ten gehore brengen van muziek voor publiek of het geven of houden van een feest of wedstrijd: |
|
|
|
|
|
|
|
a. indien het een melding betreft |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
|
b. indien het een vergunningaanvraag voor een A-evenement zijnde een nagenoeg uitsluitend aan minderjarige jeugd gerelateerd evenement betreft |
€ 145,00 |
€ 76,40 |
|
b. indien het een vergunningaanvraag voor een overig A-evenement betreft |
€ 145,00 |
€ 286,00 |
|
c. indien het een vergunningaanvraag voor een B-evenement betreft |
€ 553,00 |
€ 1.036,00 |
|
d. indien het een vergunningaanvraag voor een C-evenement betreft |
€ 4.262,00 |
€ 5.000.00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.3.2 |
een vergunning tot het doen van aankondigingen, het maken van muziek of anderszins door middel van een geluidswagen |
€ 145,00 |
€ 150,00 |
|
|
|
|
Paragraaf 4 |
|
|
|
Landelijke Register Kinderopvang (LRK) |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
3.4.1 3.4.2. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau indien sprake is van een inspectie door de GGD Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een gastouderbureau indien sprake is van een inspectie door de GGD |
€ 1.820,20 n.v.t. |
€ 2.026,00 € 1.773,00 |
|
|
|
|
3.4.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang indien sprake is van een inspectie door de GGD |
€ 568,80 |
€ 634,00 |
|
|
|
|
3.4.4 |
Idem als onder lid 2, indien sprake is van een verkorte inspectie |
€ 455,00 |
€ 507,00 |
Paragraaf 5 Wet op de Kansspelen c.a. |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
3.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikelen 30b en 30c van de Wet op de Kansspelen: |
|
|
|
|
|
|
|
een vergunning als bedoeld in de artikelen 30b en 30c van de Wet op de Kansspelen jo. artikel 3 Speelautomatenbesluit 2000 voor de periode van één jaar dan wel meerdere jaren: |
|
|
|
|
|
|
|
1. voor één kansspelautomaat voor één jaar |
€ 56,50 |
€ 56.50 |
2. voor twee of meer kansspelautomaten voor één jaar, voor de eerste kansspelautomaat € 56,50 en voor elke volgende kansspelautomaat € 34,00; |
|||
|
3. voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaren of voor onbepaalde tijd 4. voor twee of meer kansspelautomaten voor vier jaren of voor onbepaalde tijd één jaar, voor de eerste kansspelautomaat € 226,50 en voor elke volgende kansspelautomaat € 136,00; 5. het onder 1. en 2. genoemde is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan één jaar of langer dan één jaar doch ten hoogste vier jaren, met dien verstand dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
€ 226,50 |
€ 226,50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
3.5.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing van artikel 5 lid 5 van de verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen 2011 gedurende één jaar |
€ 2.753,00 |
€ 2.852,00 |
|
|
|
|
3.5.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning) |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
|
|
|
3.5.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 2.753,00 |
€ 2.852,00 |
|
|
|
|
Paragraaf 6 Winkeltijdenwet en standplaatsen (APV) |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
|
|
|
|
3.6.1.1 |
voor het verkrijgen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
3.6.1.2 3.6.2 |
tot het intrekken of wijzigen van de in onderdeel 13.2 bedoelde ontheffing Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 en 5:18a van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 73,75 € 73,75 |
€ 76,40 € 76,40 |
|
|
|
|
Paragraaf 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
|
|
|
2023 |
2024 |
3.7.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking bedraagt: |
€ 73,75 |
€ 76,40 |
|
|
|
|
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023
De raadsgriffier van de gemeente Weert,
mr. M.H.R.M. Wolfs-Corte
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl