Grondwaterheffingsverordening Limburg 2024

Geldend van 28-12-2023 t/m heden

Intitulé

Grondwaterheffingsverordening Limburg 2024

Provinciale Staten van Limburg

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten van 31 oktober 2023 met nummer BV-00034473

Gelet op artikel 105, eerste lid, juncto artikel 143, eerste lid Provinciewet

BESLUITEN

Vast te stellen de volgende verordening

GRONDWATERHEFFINGSVERORDENING LIMBURG 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    infiltratie: brengen van water in de bodem, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater;

  • b.

    onttrekking: onttrekken van grondwater door middel van een onttrekkingsinrichting;

  • c.

    onttrekkingsinrichting: inrichting of werk, bestemd voor het onttrekken van grondwater;

  • d.

    retourbemaling: onmiddellijk in de bodem brengen van onttrokken grondwater, ter compensatie of vermindering van de gevolgen van de onttrekking.

Artikel 2 Aard van de heffing

  • 1. Onder de naam ”grondwaterheffing” wordt een directe heffing op onttrekking van grondwater geheven ter bestrijding van de kosten als bedoeld in artikel 13.4b Omgevingswet.

Artikel 3 Belastingplichtige

  • 1. Grondwaterheffing wordt geheven van:

    • a.

      de houder van een omgevingsvergunning voor een wateronttrekkingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder d, van de Omgevingswet als het gaat om het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, of van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.3 of 5.4 van die wet, als het gaat om het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening;

    • b.

      degene die voor de onttrekking van grondwater de op grond van de Omgevingswet voorgeschreven melding heeft gedaan;

    • c.

      in andere gevallen dan bedoeld onder a of b: degene voor wie de onttrekking van grondwater plaatsvindt.

Artikel 4 Belastingjaar

Het heffingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De heffing wordt geheven naar de onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per heffingsjaar.

  • 2. Als water wordt geïnfiltreerd of retourbemaling plaats vindt, wordt de in de bodem gebrachte

  • 3. hoeveelheid voor de helft in mindering gebracht op de onttrokken hoeveelheid.

Artikel 6 Tarief

Het tarief per kubieke meter onttrokken grondwater bedraagt € 0,01873.

Artikel 7 Wijze van heffing

De heffing wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Aangifte

De ambtenaar als bedoeld in artikel 227a, tweede lid, sub b, van de Provinciewet verstrekt aan de heffingsplichtige op verzoek of ongevraagd een aangiftebiljet.

Artikel 9 Tijdstip van betaling

  • 1. Een aanslag wordt betaald in twee gelijke termijnen, die vervallen op de laatste dag van de eerste en de derde maand die volgen op de maand waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.

  • 2. Een navorderingsaanslag wordt betaald binnen één maand na dagtekening.

Artikel 10 Vrijstelling

  • 1. De heffing wordt niet geheven over onttrekkingen ten behoeve van beregening of bevloeiing of overige onttrekkingen van 10.000 mᶟ of minder per jaar.

  • 2. Onttrekkingen als bedoeld in artikel 8.3 van het Omgevingsbesluit.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de grondwaterheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Grondwaterheffingsverordening Limburg 2023 (Provinciaal Blad 2022, nummer 15187) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Grondwaterheffingsverordening Limburg 2024.

Ondertekening

Maastricht 15 december 2023.

Provinciale Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer E.G.M. Roemer

de griffier,

de heer mr. A.O.J. Pregled