Subsidieregeling Biodiversiteit waterschap Aa en Maas

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Biodiversiteit waterschap Aa en Maas

Het Dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas;

Overwegende dat op grond van artikel 3 lid 3 (‘nadere regels’) van de Algemene subsidieverordening waterschap Aa en Maas door het dagelijks bestuur nadere regels kunnen worden gesteld voor specifiek bepaalde activiteiten;

Overwegende dat het waterschap Aa en Maas een maatschappelijke bijdrage wil leveren aan het vergroten van de biodiversiteit in zijn werkgebied;

Overwegende dat landschapselementen een belangrijke rol spelen in het creëren van leefomgevingen voor verschillende organismen;

Overwegende dat burgers een cruciale rol spelen in het herstellen van de biodiversiteit en het toevoegen van deze landschapselementen;

Besluit vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Biodiversiteit waterschap Aa en Maas

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Activiteiten: activiteiten zoals genoemd in artikel 2;

  • -

    ASV: de Algemene subsidieverordening van het waterschap Aa en Maas 2019;

  • -

    Biodiversiteit: verscheidenheid aan leven van flora en fauna in een bepaald gebied;

  • -

    DB: Dagelijks bestuur van het waterschap Aa en Maas;

  • -

    Landschap: niet zijnde achtertuin;

  • -

    Landschapselementen: elementen die het landschap verrijken door afwisseling, leefbaarheid, karakter en biodiversiteit;

  • -

    Poel; een regenwaterpoel als bedoeld in de Waterschapsverordening Waterschap Aa en Maas 2024’;

  • -

    Subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Om in aanmerking te komen voor subsidie gelden naast de bepalingen in de ASV ook de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor het aanschaffen van landschapselementen die bijdragen aan het vergroten van de biodiversiteit in het werkgebied van Aa en Maas.

  • 2.

    De landschapselementen dienen:

    • a.

      In ons werkgebied in het landschap geplaatst te worden.

    • b.

      Zichtbaar te zijn voor anderen. Wanneer de elementen op openbaar terrein geplaatst worden heb je toestemming van de grondeigenaar nodig.

    • c.

      Wanneer het flora betreft, moeten de planten voorkomen op de inheemse soorten-lijst van Brabants Landschap.

Artikel 3 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden die zijn weergegeven in artikel 7 ASV, wordt subsidieverlening geweigerd indien:

  • 1.

    Met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

  • 2.

    Het uitvoeren van de activiteiten is voorgeschreven vanuit de wet- en regelgeving;

  • 3.

    Het vervangen van vergelijkbare materialen of maatregelen betreft;

  • 4.

    Er voor de activiteit ook subsidie is aangevraagd waar het waterschap reeds bij betrokken is als medefinancier;

  • 5.

    Voor dezelfde activiteiten al eerder subsidie op grond van deze regeling is ontvangen;

  • 6.

    De aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of er binnen 4 weken geen aanvullende gegevens zijn verstrekt waar om is gevraagd.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1. Subsidiëring vindt plaats aan natuurlijke personen, privaatrechtelijke rechtspersonen of samenwerkingsverbanden (combinaties van privaatrechtelijke rechtspersoon en/of natuurlijke personen) binnen ons werkgebied die activiteiten, als bedoeld in artikel 2, ontplooien.

Artikel 5 Procedurebepalingen

  • 1. Een aanvraag moet voldoen aan de bepalingen in de ASV.

  • 2. Een aanvraag dient te worden ingediend via het voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de aanschafkosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de in artikel 2 genoemde activiteiten. Het betreft de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden.

  • 2. Aanleg-, sloop-, en afvoer- en btwkosten, in het geval dat de subsidie wordt aangevraagd door een btw-plichtig bedrijf/onderneming, komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 7 Berekening van de subsidie

Per aanvraag bedraagt de hoogte van de subsidie 50% van de gemaakte subsidiabele kosten, met maximum subsidiebedrag van € 10.000,-.

Artikel 8 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Voor activiteiten vallend onder de reikwijdte van deze nadere regels wordt het subsidieplafond jaarlijks door het DB vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 9 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger heeft de verplichting om behoudens schriftelijke verlenging door het DB, de activiteit gereed te hebben binnen zes maanden, gerekend vanaf de datum van verzending van de beschikking tot subsidietoekenning.

  • 2. De landschapselementen dienen minstens 10 jaar in het landschap te blijven bestaan.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2. De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Biodiversiteit waterschap Aa en Maas.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering het dagelijks bestuur, gehouden op 21 november 2023

De secretaris,

Piet Sennema

De dijkgraaf,

Mario Jacobs