Legesverordening Wetterskip Fryslân 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening Wetterskip Fryslân 2024

Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 10 oktober 2023;

gelet op de artikelen 110, 113 en 115, eerste lid, onder b en c van de Waterschapswet en artikel 13.1a lid 1 en lid 3 Omgevingswet;

BESLUIT:

De: Legesverordening Wetterskip Fryslân 2024 vast te stellen luidende als volgt.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    waterschap: Wetterskip Fryslân;

  • b.

    heffingsambtenaar: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet;

  • c.

    invorderingsambtenaar: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel c, van de Waterschapswet.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het door het waterschap verlenen van diensten, genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Belastingplicht

Artikel 3

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is aangevraagd.

Maatstaf en tarief

Artikel 4

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaf en het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

Wijze van heffing

Artikel 5

  • 1.

    De leges worden geheven bij wege van aanslag, dan wel bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Indien het bedrag dat vermoedelijk gevorderd zal worden dat rechtvaardigt, kan een voorlopig bedrag gevorderd worden.

Vrijstellingen

Artikel 6

Geen leges worden geheven in de volgende gevallen:

  • a.

    Het verstrekken van stukken die ingevolge enig wettelijk voorschrift kosteloos worden verstrekt.

  • b.

    Het opzoeken van documenten in het archief voor wetenschappelijke- of onderwijsdoeleinden;

  • c.

    Het toezenden van stukken aan de publiciteitsmedia;

  • d.

    Kleine administratieve verrichtingen zoals wijzigingen in de tenaamstelling;

  • e.

    Het toezenden van stukken aan particulieren, de rechterlijke macht, bedrijven en instellingen in het ambtelijk en bestuurlijk verkeer;

  • f.

    Het behandelen van een aanvraag voor een revisievergunning op verzoek van het waterschap;

  • g.

    Het behandelen van een vergunningaanvraag voor een tijdelijke afwijking van een vastgesteld peil die dienstig is aan het weidevogelbeheer.

  • h.

    De leges worden niet geheven voor het behandelen van een aanvraag om vergunning, ontheffing of andere dienst, voor zover die aanvraag voortvloeit uit de uitvoering van werkzaamheden door of vanwege het waterschap zelf dan wel werkzaamheden die daarvan een direct gevolg zijn.

Betalingstermijnen

Artikel 7

In afwijking in zoverre van het bepaalde in artikel 9 van de Invorderingswet 1990, gelden bij de heffing van de leges de volgende betaaltermijnen.

  • a.

    Indien de leges worden geheven bij aanslag, dient de belasting te worden betaald binnen vier weken na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • b.

    Indien de leges worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, dient de belasting te worden betaald op het moment waarop de kennisgeving wordt gedaan.

  • c.

    Indien de leges worden geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving, dienen de leges te worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel indien de kennisgeving wordt toegezonden, binnen vier weken na dagtekening van de kennisgeving.

  • d.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt met betrekking tot de diensten als bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, waarvoor de te heffen leges meer bedragen dan € 250,-, dat de leges moeten worden betaald in één dan wel twee gelijke maandelijkse termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die van de dagtekening van de kennisgeving en de tweede een maand later.

Gedeeltelijke teruggave leges

Artikel 8 Een gedeeltelijke teruggave van de leges wordt verleend voor het in behandeling nemen van een aanvraag welke:

  • a.

    ingevolge het bepaalde bij artikel 4:5 jo 3:18 Awb niet wordt behandeld, voor 75%;

  • b.

    binnen één maand nadat deze in behandeling is genomen wordt ingetrokken, voor 50%;

  • c.

    op een later tijdstip dan bedoeld onder b. wordt ingetrokken, voor 25%;

  • d.

    wordt geweigerd, voor 15%;

  • e.

    betrekking heeft op het wijzigen van een verleende vergunning of ontheffing, voor 50%; van het verschuldigde legesbedrag.

  • f.

    indien achteraf blijkt dat de werkelijke advieskosten zoal genoemd onder 7.1 van de tarieventabel lager zijn dan het op basis van de begroting bepaalde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

  • g.

    van gedeeltelijke teruggave van leges zijn uitgezonderd de advieskosten zoals genoemd onder hoofdstuk 6 van de tarieventabel.

Kwijtschelding

Artikel 9

Bij de invordering van leges wo rdt geen kwijtschelding verleend.

Nadere regels door het dagelijks bestuur

Artikel 10

Het dagelijks bestuur van het waterschap kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Hardheidsclausule

Artikel 11

Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan de heffingsambtenaar afwijken van het bepaalde in deze verordening. De heffingsambtenaar maakt pas gebrui k van de bevoegdheid na daarover gevoerd overleg met de dijkgraaf van het waterschap.

Intrekking, inwerkingtreding, tijdstip van ingang van de heffing en citeertitel

Artikel 12

  • 1.

    De Legesverordening Wetterskip Fryslân 2020 en de daarbij behorende tarieventabel, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is de datum van de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de legesverordening Wetterskip Fryslân 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân, gehouden op 21 november 2023 te Leeuwarden.

L.M.B.C. Kroon, O. Bijlsma,

Dijkgraaf secretaris-directeur

Tarieventabel bij de Legesverordening Wetterskip Fryslân 2024

Hoofdstuk 1 Documenten

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1

afschriften van stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina

€ 0,22

Bedragen tot € 5,- worden niet in rekening gebracht.

1.2

kaarten en tekeningen

A-0 formaat per stuk

€ 9,78

A-1 formaat per stuk

€ 7,44

A-2 formaat per stuk

€ 6,12

A-3 formaat per stuk

€ 4,93

A-4 formaat per stuk

€ 3,67

Bedragen tot € 5,- worden niet in rekening gebracht.

Voor het behandeling nemen van een aanvraag tot voldoen aan een verzoek op grond van de Wet open overheid

De bedragen zoals die landelijk zijn vastgesteld op grond van artikel 8.6 van Woo.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 13 en 14 van de Algemene verordening gegevensbescherming en het verzoek kennelijk ongegrond of buitensporig is, met name vanwege het repetitieve karakter.

Een redelijke vergoeding zoals genoemd in artikel 12, lid 5, sub van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een exemplaar van:

2.1

de begroting

€ 30,74

2.2

De kaderbrief

€ 22,15

2.3

de jaarrapportage

€ 30,74

2.4

het waterbeheerprogramma

€ 28,23

2.5

Een gebiedsplan

€ 28,23

2.5

een peilbesluit

€ 28,23

2.6

Openbare vergaderstukken per set

€ 38,30

Het tarief bedraagt voor een abonnement op de openbare vergaderstukken voor een kalenderjaar:

2.7

op de vergaderstukken voor de vergadering van het algemeen bestuur

€ 123,20

2.8

op de vergaderstukken voor een commissie

€ 123,20

Hoofdstuk 3 Archief

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in de in het archief van Wetterskip Fryslân berustende stukken door een ambtenaar, per kwartier (tot 15 minuten wordt niet in rekening gebracht).

€ 13,45

Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt aan de aanvrager mededeling gedaan van een schatting van de hoeveelheid tijd die met de nasporing gemoeid zal zijn.

3.2

Het verstrekken van reproducties van archiefstukken, zoals kaarten, tekeningen, foto’s en van afschriften of uittreksels uit een in het archief berustend stuk of een gedeelte daarvan.

Werkelijke kosten

Hoofdstuk 4 Vergunningenbetreffende waterstaatwerken en beschermingszones en voor handelingen met betrekking tot lozingsactiviteiten op oppervlaktewateren en zuiveringstechnische werken.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een dienst, vergunning of ontheffing op grond van de Omgevingswet, de waterschapsverordening of andere wet- en regelgeving bedraagt voor:

4.1.

Vergunningen welke zonder overleg en/of onderzoek worden afgehandeld.

€ 398,12

4.2.

Vergunningen waarmee beperkt intern overleg en/of onderzoek gemoeid is.

€ 777,00

4.3.

Vergunningen waarmee multidisciplinair overleg, onderzoek en/of modelrekenwerk gemoeid is.

€  1.913,30

4.4

Vergunningen waarmee intensief multidisciplinair overleg, onderzoek en/of modelrekenwerk gemoeid is.

Starttarief € 2.188,10

4.5

Vergunningen die worden verleend in het kader van relatief grote infrastructurele en ruimtelijke projecten waarmee veel uren zijn gemoeid en waarbij meerdere disciplines van het waterschap zijn betrokken.

Startarief € 3.829,19

4.6

Voor beperkingengebied activiteiten en overige activiteiten ten aanzien van waterstaatwerken

Afhankelijk van omvang van de dienstverlening geldt een van de tarieven zoals omschreven onder categorie 4.1 tot en 4.5.

4.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 1.8 van de Waterschapsverordening .

Idem als onder 4.6

4.8

“Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel, als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet

Idem als onder 4.6

4.9

De in dit hoofdstuk vermelde tarieven worden verhoogd met de kosten die door een ander bestuursorgaan, dat op basis van een wettelijk voorschrift of op basis van andere regelingen en/of afspraken advies of instemming gevraagd dient te worden, voor dat advies of instemming – van het waterschap - worden geheven.

Idem als onder 4.6

4.10

Indien het waterschap, met betrekking tot het in behandeling nemen van een aanvraag of het verlenen van een dienst door een ander bestuursorgaan op basis van een wettelijk voorschrift of op basis van andere regelingen en/of afspraken, advies of instemming gevraagd dient te worden, is het tarief gelijk aan de leges die het waterschap zou heffen als het waterschap het bevoegd gezag ten aanzien van de aanvraag zou zijn. Het bestuursorgaan dat het advies of de instemming van het waterschap vraagt kan de verschuldigde belasting verhalen op degene wiens aanvraag tot het advies leidt

Idem als onder 4.6

Hoofdstuk 5 Peilbesluiten

5.1

Aanvragen tot wijziging van een vastgesteld peilbesluit en het maken van de daarvoor noodzakelijke werken inclusief de kosten van publicatie

€3.282,16

Hoofdstuk 6 Extern deskundigenadvies

6.1

Een werk of activiteit waarvoor in het kader van de vergunningverlening een extern deskundigenadvies moet worden ingewonnen:

het legestarief zoals genoemd in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, verhoogd met de werkelijke kosten van het advies

Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt aan de aanvrager mededeling gedaan van een schatting van de werkelijke kosten.

Hoofdstuk 7. Overige bepalingen

  • 1.

    De in hoofdstuk 4 onder 4.4, 4.5, vermelde startbedragen worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag aan de aanvrager medegedeelde advieskosten (waaronder externe advieskosten), blijkend uit een begroting die door of vanwege de ambtenaar belast met de heffing is vastgesteld. Het hiervoor gestelde is eveneens van toepassing op het gestelde onder 4.6 tot met 4.10 indien mocht blijken dat de mate van dienstverlening een omvang heeft die overeenkomt met het gestelde in 4.4 of 4.5.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 7.1. wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

TOELICHTING OP DE LEGESVERORDENING WETTERSKIP FRYSLAN 2024

Algemene toelichting

Wettelijke basis/begrip leges

Vanaf de inwerkingtreding op 1 januari 1995 van de wet tot wijziging van de Waterschapswet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen (Stb 1994, 419) komt het begrip leges niet meer als zodanig in de Waterschapswet voor. De reden voor het laten vervallen van dit begrip is dat er naar het oordeel van de wetgever geen verschillen bestaan tussen leges enerzijds en (genots)rechten anderzijds. De genotsrechten uit artikel 115 Waterschapswet omvatten dus mede leges. In onderdeel c van artikel 115 van de Waterschapswet is (wellicht ten overvloede) bepaald dat de waterschappen ter zake van het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen bevoegd zijn rechten te heffen. Er is echter besloten dat het omwille van de duidelijkheid en uniformiteit en ter voorkoming van misverstanden goed is in art. 13.1a Omgevingswet voor waterschappen die specifieke grondslag ook voor de waterschappen op te nemen.. Art. 13.1a Omgevingswet dekt overigens niet alle activiteiten in het kader van de Omgevingswet. Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een maatwerkvoorschrift en voor toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel, vallen bijvoorbeeld niet onder het bereik van art. 13.1a Omgevingswet. Daarvoor vormt art. 115 lid 1, b en c Waterschapswet dus nog steeds de grondslag. Art. 13.1a Omgevingswet en art. 115 lid 1, b en c Waterschapswet vormen dus gezamenlijk de wettelijke grondslag voor de legesverordening.

Omdat de term leges een bekend en ingeburgerd begrip is, is er in de legesverordening voor gekozen het begrip wel te blijven hanteren.

Inhoud verordening

Artikel 111 van de Waterschapswet schrijft voor dat een belastingverordening in de daartoe leidende gevallen moet vermelden: de belastingplichtige, het voorwerp van de belasting, het belastbare feit, de heffingsmaatstaf, het tarief, het tijdstip van ingang van de heffing, hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is en het tijdstip van inwerkingtreding. Deze verplichte elementen komen dan ook terug in de legesverordening.

Karakter leges en begrip diensten

Ingevolge artikel 115, eerste lid, onderdeel b, Waterschapswet kunnen leges uitsluitend worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het bestuur van het waterschap verleende diensten. Wil men leges kunnen heffen, dan is vereist dat de dienstverlening ook metterdaad heeft plaatsgevonden. Anders gezegd: ingeval een waterschap geen aanvraag tot één of meer door het waterschap te verlenen diensten in behandeling neemt, kunnen geen leges worden geheven. De diensten ten aanzien waarvan leges geheven worden dienen duidelijk omschreven te zijn in de tarieventabel bij de verordening.

Het begrip dienst of dienstverlening is in de wet niet nader gedefinieerd. Invulling van dit begrip heeft met name in jurisprudentie plaatsgevonden. Het moet gaan om handelingen die in overwegende mate in het individuele belang van de aanvrager van de dienst worden verricht. Geen leges kunnen daarom worden gevraagd voor:

  • inspraak, bezwaar en beroep;

  • kosten voor het behandelen van een verzoek om schadevergoeding;

  • kosten in verband met het maken van een beleidsplan;

  • kosten van toezicht en handhaving.

Vrijstellingen

Voor een aantal diensten zijn vrijstellingen opgenomen in de legesverordening.

Kosten, kostenberekening en kostendekking

Door middel van het heffen van leges verhaalt de overheid de kosten van dienstverlening op degene die daarbij belang heeft. Artikel 115, derde lid, Waterschapswet schrijft voor dat de tarieven in verordeningen op grond waarvan rechten worden geheven – waartoe dus ook de tarieven uit legesverordeningen behoren – zodanig dienen te worden vastgesteld dat de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. De overheid mag er niet aan verdienen. De te berekenen leges mogen alleen bestaan uit de directe kosten (bv loonkosten, kapitaallasten en materiele kosten) en een redelijke opslag voor overhead). De leges behoeven echter niet per individuele dienst te worden berekend.

Inwerkingtreding

Ingevolge artikel 74 van de Waterschapswet treedt de verordening in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, tenzij in de verordening een ander tijdstip is aangewezen. Ingevolge artikel 111 van de Waterschapswet is één van de onderwerpen die in de belastingverordening moet worden geregeld, het tijdstip van ingang van de heffing. In het derde lid van artikel 12, is de datum van ingang van de heffing genoemd. Deze bepaling maakt duidelijk op welk moment de nieuwe financiële verplichtingen die aan de burgers worden opgelegd, een aanvang nemen.

In het vierde lid van artikel 12 van de verordening wordt de verordening voorzien van een citeerartikel. De naam van het waterschap is in het citeerartikel genoemd.

Artikelsgewijze toelichting

Begripsbepalingen

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen. De heffings- en de invorderingsambtenaar zijn de functionarissen die op grond van de Waterschapswet door het dagelijks bestuur als respectievelijk ambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen en ambtenaar belast met de invordering van waterschapsbelastingen zijn aangewezen.

Aard van de heffing en belastbaar feit

Artikel 2

In de bij de verordening behorende tarieventabel zijn uiteenlopende diensten opgenomen waarvoor leges kunnen worden geheven. In de verordening is ervoor gekozen het belastbare feit te omschrijven als “het door het waterschap in behandeling nemen van een aanvraag tot het door het waterschap verlenen van diensten, genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel”. Hiermee wordt bereikt dat de materiele belastingschuld niet pas ontstaat op het moment dat de aangevraagde dienst daadwerkelijk wordt verleend, maar reeds ontstaat bij het in behandeling nemen van de aanvraag. Daarnaast sluit de gehanteerde term “aanvraag” aan bij de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (artikel 1:3, sub 3). In artikel 2 is ook tot uitdrukking gebracht dat de leges naar hun aard rechten zijn als bedoeld in artikel 115 van de Waterschapswet.

Belastingplicht

Artikel 3

Uitgangspunt is dat de aanvrager van de dienst belastingplichtig is. De aanvrager zal in de meeste gevallen immers ook belanghebbende bij de dienst zijn. Er zijn echter situaties denkbaar waarin de aanvrager niet tevens als belanghebbende kan worden aangemerkt. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een derde in opdracht en ten behoeve van een ander een dienst aanvraagt. In deze gevallen is niet de aanvrager, maar degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd belastingplichtig. Door het opnemen van het woord “dan wel” in de bepaling, wordt voorkomen dat met betrekking tot dezelfde dienst zowel de aanvrager als de belanghebbende bij de aanvraag belastingplichtig zijn.

Maatstaf en tarief

Artikel 4

Ingevolge artikel 111 Waterschapswet dient de belastingverordening onder andere de heffingsmaatstaf te vermelden. Aan dit vereiste is invulling gegeven in de bij de verordening behorende tarieventabel. Om onduidelijkheid te voorkomen is in de tekst van de verordening de volgende passage opgenomen: “Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt”.

Wijze van heffing

Artikel 5

Ingevolge artikel 125 van de Waterschapswet kunnen waterschapsbelastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. Heffing bij wege van afdracht op aangifte is voor waterschapsbelastingen niet toegestaan. In de belastingverordening zal moeten worden aangegeven op welke wijze de heffing plaatsvindt. In het eerste lid van artikel 4 van de legesverordening is gekozen voor de mogelijkheid van zowel de heffing bij wege van aanslag als voor de heffing op andere wijze. Hiervoor is gekozen omdat er in de praktijk behoefte kan bestaan aan een werkwijze waarin de leges voor relatief eenvoudige handelingen en voor verzoeken waaraan min of meer direct gevolg kan worden gegeven (bijvoorbeeld het verstrekken van exemplaren van stukken) ook direct en op eenvoudige wijze in rekening kunnen worden gebracht (vormvrijheid), terwijl in weer andere gevallen (te denken valt aan gevallen waarin ontheffing wordt verleend voor de aanleg van bouw- en kunstwerken in en op waterstaatswerken) in de praktijk behoefte kan bestaan aan het verzenden van een aanslagbiljet.

De formulering van het eerste lid van deze bepaling verwoordt de keuze voor “heffing op andere wijze”. Op basis van artikel van artikel 125a, lid 2, van de Waterschapswet worden de op andere wijze geheven belastingen voor de toepassing van de Algemene wet aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen. De dagtekening van de kennisgeving is onder meer van belang voor de termijn waarbinnen bezwaar kan worden gemaakt.

Vrijstellingen

Artikel 6

In artikel 6 worden een aantal gevallen genoemd waarvoor geen leges worden geheven.

Betalingstermijnen

Artikel 7

De hoofdregel voor de betalingstermijnen is opgenomen in artikel 9 van de Invorderingswet. Artikel 139, eerste lid, van de Waterschapswet bepaalt dat de belastingverordening ter zake afwijkende voorschriften kan inhouden. In de aanhef van artikel 6 is dit tot uitdrukking gebracht. In de legesverordening is ervoor gekozen om afhankelijk van de wijze waarop de legesheffing plaatsvindt, de regeling voor de betalingstermijnen vorm te geven.

In het eerste lid is sub a bepaald dat de leges binnen vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet moeten worden betaald.

In het tweede lid is bepaald dat in het geval van heffing bij wege van een mondelinge kennisgeving, de belasting meteen moet worden betaald.

Ingevolge het derde lid dient in het geval waarin de leges bij wege van een schriftelijke kennisgeving wordt geheven, de belasting meteen bij het uitreiken van de kennisgeving te worden betaald. In de gevallen waarin de kennisgeving wordt toegezonden, is dit niet mogelijk. De betaling van de leges moet dan plaatsvinden binnen vier weken.

Er kan worden gekozen voor diensten waarmee een bepaald bedrag aan leges is gemoeid en die bij wege van aanslag worden geheven, betalingstermijnen op te nemen die afwijken van de in het eerste lid genoemde termijnen. In het vierde lid is hiertoe de mogelijkheid.

Gedeeltelijke teruggave leges

Artikel 8

In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen de aanvrager van een dienst van het waterschap in aanmerking komt voor een gedeeltelijke teruggave van leges.

Kwijtschelding

Artikel 9

De tekst spreekt voor zich.

Nadere regels door het dagelijks bestuur

Artikel 10

Als gevolg van de inwerkingtreding van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde aanpassingswetgeving (Stb. 1996, 333 en Stb. 1997, 510 en 580) komen de bevoegdheden die in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de Invorderingswet zijn toebedeeld aan de Minister van Financiën, toe aan het dagelijks bestuur van het waterschap (zie artikel 123, derde lid, onderdeel a, van de Waterschapswet. Voor deze datum kwamen deze formele bevoegdheden toe aan het algemeen bestuur van het waterschap. Het betreft het stellen van nadere regels ten aanzien van de volgende bevoegdheden:

  • de verplichting te verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet;

  • de mogelijkheid om een voorlopige aanslag op te leggen en het berekenen van invorderingsrente. Het betreft hier artikel 31 Invorderingswet, op grond waarvan regels voor het niet in rekening brengen van invorderingsrente en regels voor afrondingen gesteld kunnen worden.

Deze bevoegdheden waren tot 1 januari 1998 expliciet in de belastingverordening geregeld. Artikel 10 is thans in de verordening opgenomen om aan de belastingplichtige kenbaar te maken dat naast de in de verordening opgenomen regels met betrekking tot de heffing en invordering van de belasting nog nadere regels kunnen gelden die zijn vastgesteld door het dagelijks bestuur.

Hardheidsclausule

Artikel 11

Een hardheidsclausule onderscheidt zich van ontheffings- en vrijstellingsbepalingen, doordat vooraf niet (precies) te voorzien is of afwijking nodig zal zijn en zo ja, om welke gevallen of groepen gevallen het bij de toepassing zal kunnen gaan. Het moet dus gaan om onvoorzienbare en in ieder geval zeer uitzonderlijke gevallen. De ambtenaar belast met de heffing van leges moet voordat door deze gebruik wordt gemaakt van deze bevoegdheid daarover overleg voeren met de dijkgraaf van het waterschap.

Intrekking, inwerkingtreding, tijdstip van ingang van de heffing en citeertitel

Artikel 12

In het derde lid van artikel 12 is de datum van ingang van de heffing vastgesteld op 1 januari 2024. Het tweede lid regelt de inwerkingtreding van de verordening.

Ingevolge artikel 73 van de Waterschapswet verbinden besluiten van het bestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden niet dan wanneer zij zijn bekendgemaakt dan wel op de genoemde datum van inwerkingtreding.

Toelichting op de Tarieventabel

Uit fiscaal oogpunt bezien dienen de omschrijvingen van de in de tabel genoemde ‘diensten’ te worden aangemerkt als omschrijvingen van belastbare feiten. De bedragen zijn de belastingtarieven.

Kostendekkendheid

De leges voor de behandeling van een aanvraag voor een vergunning zijn in het algemeen niet kostendekkend. Voor het beschikbaar stellen van bestuursstukken is er een alternatief: de stukken kunnen van de website van het waterschap worden gedownload.

Tarieven en kosten van advies

Zoveel mogelijk wordt gewerkt met vaste tarieven. Dat geeft duidelijkheid aan de aanvrager en is gemakkelijk voor de ambtelijke organisatie. De kosten van extern advies zullen in rekening worden gebracht. Deze kosten zullen op basis van een begroting aan de aanvrager moeten worden meegedeeld voordat de aanvraag in behandeling wordt genomen. Pas als de aanvrager hiermee instemt, is er een belastingplicht.

Hoofdstuk 1

In dit hoofdstuk is de legesheffing opgenomen voor het verstrekken van documenten. Er geldt een efficiëncydrempel van € 5,-.

Hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk behoeft geen nadere toelichting.

Hoofdstuk 3 

In dit hoofdstuk is bepaald welk tarief geldt voor nasporingen in het archief. Er geldt een efficiëncydrempel van een kwartier.

Hoofdstuk4

Uit de Waterschapsverordening blijkt voor welke handelingen in het watersysteem een vergunning is vereist. Het gaat om bijvoorbeeld het maken van werken op of in waterkeringen en wateren, zoals het maken van dammen. Verder gaat het om aanvragen voor een vergunning om uit oppervlaktewater of grondwater water te mogen onttrekken, aanvragen voor een vergunning,voor het brengen van stoffen in oppervlaktewater of het met behulp van een werk - niet zijnde een openbaar vuilwaterriool - brengen van water of stoffen op een zuiveringstechnisch werk van het waterschap (de zgn. waterkwaliteitsvergunningen).

Voor infiltratie in de bodem is geen tarief opgenomen. Als zelfstandige handeling – dus zonder grondwateronttrekking - vindt dit alleen plaats voor de drinkwatervoorziening.

De behandeling van aanvragen voor vergunningen genoemd onder4.1 t/m 4.5

Er is een onderscheid tussen aanvragen die relatief weinig tijd vragen en aanvragen waaraan meer tijd moet worden besteed omdat er meer onderzoek moet worden gedaan, overleg moet worden gevoerd en/of berekeningen moeten worden gemaakt.

In de eerste categorie vallen een groot aantal van de aanvragen voor een vergunning zoals het aanleggen van een dam, het aanbrengen van beschoeiing en een geringe slootdemping met compensatie. De dienstverlening is veelal routinematig van aard.

Voor categorie 2 Voor de dienstverlening betreffende de tweede categorie van aanvragen is beperkt intern overleg/of onderzoek nodig.

Bij de derde categorie betreft het aanvragen voor vergunningen waarmee multidisciplinair overleg, onderzoek en/of modelrekenwerk gemoeid is.

De vierde categorie betreft aanvragen voor een vergunning waarbij intensief multidisciplinair overleg, onderzoek en/of berekeningen nodig zijn, die veel uren kosten. Daarbij moet worden gedacht aan bouw- en kunstwerken op/bij een waterstaatswerk, aan kabels en leidingen door/langs waterkeringen, maar ook om aanvragen voor veelal grote projecten van overheden die in het kader van gebiedsontwikkeling en uitbreidingsplannen worden ingediend. Vergunningen waarmee intensief multidisciplinair overleg, onderzoek en/of modelrekenwerk gemoeid is.

De vijfde categorie betreft grote infrastructurele en ruimtelijke projecten, waarmee veel uren zijn gemoeid en waarbij meerdere disciplines van het waterschap zijn betrokken. Onder grote infrastructurele werken wordt verstaan, de aanleg van wegen, spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur zoals tunnels, viaducten, bruggen en aquaducten.

4.6 Beperkingenbiedactiviteiten en overige activiteiten ten aanzien van Waterstaatswerken

De zesde categorie betreft het volgende. Overheden kunnen een waterstaatswerk (bijvoorbeeld waterkering, oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied) aanwijzen als een gebied waar beperkingen gelden. Dit heet een beperkingengebied. Het doel van dit gebied is het behouden van de functies van het waterstaatswerk en het voorkomen van schade. Ook andere activiteiten kunnen gevolgen hebben voor waterstaatswerken. Voor activiteiten in een beperkingengebied en andere activiteiten is een vergunningplicht opgenomen in de waterschapsverordening.

4.7 Maatwerkvoorschrift

Bij categorie 7 gaat om het volgende. Waterschappen kunnen in de waterschapsverordening onderwerpen aanwijzen waarvoor het maatwerkvoorschriften kan stellen. Een maatwerkvoorschrift is een beschikking waarmee het waterschap in een individueel geval de verplichting oplegt om te voldoen aan bepaalde voorschriften in aanvulling op of afwijking van een geldende algemene regel. Er kan sprake zijn van strengere of soepelere maatwerkvoorschriften. De flexibilisering met behulp van maatwerkvoorschriften wordt bepaald door de inhoud van de waterschapsverordening. De wetgever noemt de volgende vier vormen van maatwerkvoorschriften: - maatwerkvoorschriften waarbij onderwerpen nader worden ingevuld of aangevuld; - maatwerkvoorschriften waarbij strengere eisen worden opgelegd dan opgenomen in algemene regels; - maatwerkvoorschriften waarbij minder strenge eisen worden opgelegd dan opgenomen in algemene regels; - maatwerkvoorschriften waarbij van een in algemene regels expliciet opgenomen verbod ontheffing wordt verleend, al dan niet onder beperkingen of voorwaarden. Voor maatwerkvoorschriften waartoe een verzoek of aanvraag wordt gedaan, is legesheffing mogelijk. Dit kwalificeert namelijk als een dienst. Voor het door het waterschap ambtshalve stellen van maatwerkvoorschriften, is geen legesheffing mogelijk. In artikel 1.8 van de waterschapsverordening is bepaald of en in welke gevallen maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld..

4.8 Het treffen van een gelijkwaardige maatregel

Wanneer er in de waterschapsverordening een maatregel is voorgeschreven, bestaat er de mogelijkheid om op aanvraag toestemming te verlenen, in plaats van de voorgeschreven maatregel een gelijkwaardige maatregel te treffen. Dit betekent dat er een andere techniek of maatregel mag worden toegepast als die maar hetzelfde effect heeft. Er moet dus tenminste hetzelfde resultaat worden bereikt. De gelijkwaardige maatregel biedt burgers en bedrijven de mogelijkheid om op andere manieren aan de gestelde normen te voldoen. Voor aanvragen of verzoeken om toestemming tot het treffen van een gelijkwaardige maatregel, is legesheffing mogelijk. Dit kwalificeert namelijk als een dienst.

4.9 en 4.10 Meervoudige aanvragen

Het onder 4.9 en 4.10 gestelde heeft betrekking op de situatie waarbij sprake is van een meervoudige aanvraag waarbij een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend bij het waterschap maar er ook werken of werkzaamheden zijn betrokken die vallen onder de bevoegdheid van een ander bestuursorgaan. Het waterschap zal dan op grond van op grond van artikel 16.15 of 16.16 van de Omgevingswet respectievelijk advies of advies met instemming moeten vragen aan dat andere bestuursorgaan. Als dat bestuursorgaan daarvoor kosten in rekening brengt aan het waterschap biedt het gestelde onder 4.9 en 4.10 de mogelijkheid om deze kosten door te berekenen aan de aanvrager.

Hoofdstuk 5 Peilbesluiten

Voor het behandelen van aanvragen voor peilbesluiten gelden zes tarieven waarvan de hoogte van het tarief zoals opgenomen in de tarieventabel.

Kosten publicatie

De kosten van publicatie (ter inzagelegging en bekendmaking) van de vergunning, peilbesluit zijn in het legestarief begrepen. Discussie over het toe te rekenen bedrag kan zodoende worden voorkomen. Bekendmaking en plaatsing vindt plaats in het elektronisch waterschapsblad zodat de kosten beperkt zijn.