Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710062
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR710062/2
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
Geldend van 01-06-2024 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2024De raad van de gemeente Winterswijk;
overwegende dat:
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023, nr. 2210162;
besluit:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2024
(Legesverordening 2024)
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel..
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
-
1. Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- d.
het in behandeling nemen van een aanvraag zoals genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een aanvraag betreft door de gemeente zelf en het bedrag van de verschuldigde leges niet meer dan € 1.000 (duizend euro) bedraagt.
- a.
-
2. Het bevoegde bestuursorgaan kan vanwege bijzondere omstandigheden besluiten dat voor het verlenen van een dienst geen of minder leges verschuldigd zijn.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Bij betaling in contant geld, worden verschuldigde bedragen afgerond op € 0,05 nauwkeurig.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag)en onder h. tot en met o.;
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2023’ vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2022, nr. XII-12 sub e, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening 2024’.
Ondertekening
Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 21 december 2023,
de griffier,
R.J.F. Jansen
de voorzitter,
B.J.J. Bengevoord
Bijlage Tarieventabel leges
De raad van de gemeente Winterswijk;
overwegende dat:
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023, nr. 2210162;
besluit:
vast te stellen de:
Tarieventabel leges
(Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024)
Hoofdstuk 1Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 |
Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, op: |
|
a. |
maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ 390,00 |
b. |
maandag tot en met vrijdag buiten de uren genoemd in artikel 1.1 lid a |
€ 605,00 |
c. |
zaterdag tussen 10.00 en 17.00 uur |
€ 500,00 |
d. |
zaterdag buiten de uren genoemd in artikel 1.1 lid c |
€ 980,00 |
e. |
zondag tussen 10.00 en 17.00 uur |
€ 605,00 |
f. |
zondag buiten de uren genoemd in artikel 1.1 lid e |
€ 1.200,00 |
g. |
dinsdag om 09.00 uur of 09.15 uur |
Gratis |
h. |
In de tarieven genoemd in 1.1 lid a tot en met 1.1 lid f zijn de leges genoemd in artikel 2, lid 1, sub b (akte van huwelijk), van de Wet rechten burgerlijke stand inbegrepen. |
|
Artikel 1.2 |
Flitshuwelijk Het tarief voor een “flitshuwelijk” (huwelijk zonder ceremonie) bedraagt |
€ 172,00 |
Artikel 1.3 |
Trouwboekje Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje bij een huwelijk, registratie van partner-schap of omzetten van geregistreerd partnerschap als vermeld in: |
|
a. |
artikel 1.1 lid g en artikel 1.2 |
€ 36,40 |
b. |
artikel 1.1 lid a tot en met lid f |
Gratis |
c. |
Indien gekozen wordt voor een luxe trouwboekje of partnerschapsboekje worden de tarieven vermeld in lid a en b verhoogd met |
€ 10,40 |
Artikel 1.4 |
Verklaring van huwelijksbevoegdheid Voor het verstrekken van een verklaring van huwelijksbevoegdheid, afgegeven overeenkomstig artikel 1:49a Burgerlijk Wetboek geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
Artikel 1.5 |
Verstrekken aanvraag artikel 2 Wet rechten burgerlijke stand Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|
Artikel 1.6 |
Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige aanwijzing als (onbezoldigd) buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag: |
|
a. |
waarbij beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden |
€ 78,00 |
b. |
of van een eenieder waarbij de beëdiging door de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden |
€ 192,00 |
Artikel 1.7 |
Gereserveerd |
|
Artikel 1.8 |
Gereserveerd |
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse Identiteitskaart
Artikel 1.9 |
Paspoorten of andere reisdocumenten Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag zoals genoemd in de artikelen 1.9 tot en met 1.10, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals deze laatstelijk is vervangen of gewijzigd, waarbij het tarief wordt afgerond op hele euro’s naar beneden. Dit betreffen aanvragen: |
|
a. |
van een nationaal paspoort: |
|
1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
b. |
van een nationaal paspoort, die een groter aantal bladzijden bevatten dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a. (zakenpaspoort): |
|
1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
c. |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
d. |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
|
Artikel 1.10 |
Nederlandse identiteitskaart Het tarief voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag zoals genoemd in dit artikel, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals deze laatstelijk is vervangen of gewijzigd, waarbij het tarief wordt afgerond op hele euro’s naar beneden. Dit betreffen aanvragen: van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
a. |
||
1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
|
2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
|
b. |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
|
Artikel 1.11 |
Modaliteiten Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen |
€ 57,09 |
b. |
voor het bezorgen van een in artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemde bedragen |
€ 16,72 |
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 |
Rijbewijzen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 51,10 |
Artikel 1.13 |
Modaliteiten |
|
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 39,65 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een Gezondheidsverklaring (voorheen: Eigen verklaring) ten behoeve van het aanvragen van een rijbewijs, het geldende tarief zoals door het CBR wordt doorgerekend. |
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 |
Definities |
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 |
Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
a. |
gegevens, per verstrekking |
€ 10,50 |
b. |
een uittreksel uit de basisregistratie personen van één persoon |
€ 10,50 |
c. |
uittreksels uit de basisregistratie personen van meerdere personen op één adres |
€ 12,50 |
d. |
een volledige persoonslijst van een persoon uit de basisregistratie personen |
€ 13,50 |
e. |
een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L200) |
€ 14,00 |
Artikel 1.16 |
Voor de toepassing van onderdeel a. wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Het tarief bedraagt voor het: |
||
a. |
verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 10,50 |
b. |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 23,00 |
Artikel 1.17 |
Schriftelijke verstrekking In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€ 2,50 |
Artikel 1.18 |
Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
a. |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen: |
|
b. |
voor ieder daaraan te besteden kwartier |
€ 22,50 |
c. |
per half uur of een gedeelte daarvan, maar meer dan een kwartier |
€ 32,75 |
d. |
Het op grond van subonderdeel c. verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
e. |
Het tarief genoemd onder Artikel 1.15 wordt bij een digitale aanvraag en betaling verlaagd met een bedrag van |
€ 5,00 |
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.19 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
a. |
een afschrift van de (concept) begroting |
€ 20,00 |
b. |
een afschrift van de (concept) jaarrekening |
€ 18,00 |
c. |
een afschrift van het verslag van een commissie- of raadsvergadering, per pagina |
€ 0,10 |
d. |
een afschrift van de stukken behorende bij een commissie-, of raadsvergadering, per pagina |
€ 0,10 |
e. |
onder pagina wordt verstaan één van de zijden van een blad |
|
Artikel 1.20 |
Gereserveerd |
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 |
Plan- of kaartinformatie |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b: |
||
a. |
in formaat A4 of kleiner, per pagina |
€ 0,10 |
b. |
in formaat A3 |
€ 0,15 |
c. |
tot het digitaal verstrekken van stukken genoemd in a en b 50% van de daar genoemde tarieven. |
|
Artikel 1.22 |
Informatie uit registers Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object |
€ 10,00 |
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 10,00 |
c. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet |
€ 10,00 |
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed |
€ 10,00 |
e. |
Voor enkel inzage in het beperkingenregister Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken en/of beperkingenregistratie Wkpb |
nihil |
Artikel 1.23 |
Informatie uit adressenbestanden Het tarief bedraagt voor het verstrekken van kopieën, digitaal of op papier, van: |
|
a. |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres |
€ 1,00 |
met een minimum van |
€ 10,00 |
|
b. |
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie |
€ 1,00 |
met een minimum van |
€ 10,00 |
|
c. |
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat |
€ 1,00 |
met een minimum van |
€ 10,00 |
|
d. |
een of meerdere WOZ-waarden, als bedoeld in paragraaf IV en VII van de Wet waardering onroerende zaken en in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken, die reeds eerder zijn verstrekt |
€ 10,00 |
vermeerderd per aanvraag voor elke WOZ-waarde/ economische waarde met |
€ 1,00 |
|
e. |
of een schermprint van een WOZ-beschikking/ aanslag gemeentelijke belastingen |
€ 10,00 |
Artikel 1.23a |
UIttreksel Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een kadastraal of hypothecair bericht/uittreksel via de gemeentelijke kadastrale balie per geraadpleegd object of subject, inclusief gewaarmerkte afdruk op A4-formaat: |
|
a. |
bij verstrekking via internet: www.kadaster.nl |
€ 2,80 |
b. |
bij verstrekking via post, fax, balie, etc. |
€ 20,00 |
c. |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een uittreksel kadastrale kaart via de gemeentelijke kadastrale balie per geraadpleegd object, inclusief gewaarmerkte afdruk op A4-formaat: |
|
d. |
bij verstrekking via internet: www.kadaster.nl |
€ 2,80 |
e. |
bij verstrekking via post, fax, balie, etc. |
€ 20,00 |
f. |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een verklaring van bestemming en gebruik, bodemkwaliteit en overige vastgoedinformatie |
|
g. |
onder pagina wordt verstaan één van de zijden van een blad |
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 |
Gereserveerd |
|
Artikel 1.25 |
Overige publiekszaken Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag (tot): |
|
a. |
een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
b. |
een verklaring van in leven zijn |
€ 10,50 |
c. |
een legalisatie van een handtekening |
€ 10,50 |
d. |
voor het ter legalisatie opzenden van een stuk aan autoriteiten |
€ 10,50 |
e. |
een bewijs van Nederlanderschap, niet bestemd tot reisdocument |
€ 10,50 |
f. |
een document voorzien van een waarmerk |
€ 10,50 |
g. |
een plastic hoesje |
€ 1,00 |
h.. |
een verzoek tot naturalisatie – enkelvoudig standaard (D) |
€ 1.023,00 |
i. |
een verzoek tot naturalisatie – enkelvoudig verlaagd (F) |
€ 760,00 |
j. |
een verzoek tot naturalisatie – gemeenschappelijk standaard (E) |
€ 1.305,00 |
k. |
een verzoek tot naturalisatie – gemeenschappelijk verlaagd (G) |
€ 1.044,00 |
l. |
een verzoek tot meenaturaliserend minderjarige (H) |
€ 151,00 |
m. |
een verklaring van optie – enkelvoudig (A) |
€ 217,00 |
n. |
een verklaring van optie – gemeenschappelijk (B) |
€ 370,00 |
o. |
een verklaring van medeopterende minderjarige van optie (C) |
€ 24,00 |
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 |
Naspeuringen in gemeentearchief Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, |
|
a. |
per kwartier of een gedeelte daarvan |
€ 21,50 |
b. |
per half uur of gedeelte daarvan, maar meer dan een kwartier |
€ 31,00 |
c. |
Het op grond van subonderdeel a verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.27 |
Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
a. |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ 0,10 |
b. |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 10,50 |
c. |
onder pagina wordt verstaan één van de zijden van een blad |
|
Artikel 1.28 |
Gereserveerd |
Paragraaf 1.9 Bijzondere Wetten
Artikel 1.29 |
Gereserveerd |
||
Artikel 1.30 |
Leegstandswet |
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 210,00 |
|
b. |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 65,00 |
|
2 |
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. |
||
Artikel 1.31 |
Wet op de kansspelen |
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
||
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
||
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor en periode van vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
||
2 |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
||
3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 30,00 |
|
4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2.38 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 285,00 |
|
Artikel 1.32 |
Telecommunicatie en ondergrondse infrastructuur |
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, alsmede genoemd in artikel 5 en verder van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI): |
€ 402,00 |
|
2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van minder ingrijpende aard als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, alsmede genoemd in artikel 5 en verder van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI): |
€ 146,00 |
|
3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor spoedeisende werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, alsmede genoemd in artikel 5 en verder van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI): |
€ 146,00 |
|
4 |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
begroting |
|
Artikel 1.33 |
Wegenverkeerswetgeving |
||
1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ 37,25 |
|
b. |
in afwijking van het tarief in lid a bedraagt het tarief voor een dag ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor het berijden van het voetgangersgebied |
€ 26,25 |
|
c. |
In afwijking van het tarief in lid a bedraagt het tarief voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover alleen het kenteken gewijzigd moet worden |
€ 52,50 |
|
2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 37,25 |
|
3 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen noodzakelijk, indien van de voor Winterswijk bepaalde route gevaarlijke stoffen (N319 en N318) afgeweken wordt. |
€ 37,25 |
|
4 |
een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
||
a. |
voor de gehandicaptenparkeerkaart zelf |
€ 14,50 |
|
b. |
voor het eventueel benodigd medisch advies |
€ 98,00 |
|
5 |
De genoemde tarieven onder lid 4 gelden ook bij de aanvraag van een verlenging van de gehandicaptenparkeerkaart. |
||
6 |
Indien een aanvraag voor medisch advies komt te vervallen voordat het onderzoek is ingezet, is aanvrager een bedrag verschuldigd van |
€ 33,25 |
|
7 |
Indien aanvrager zonder reden niet op spreekuur van de medisch adviseur verschijnt, is aanvrager een bedrag verschuldigd van |
€ 48,00 |
|
8 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Gehandicaptenparkeerplaats voor een motorvoertuig op kenteken op grond van het verkeersbesluit (excl. uitvoeringskosten) |
€ 94,50 |
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 |
Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
|||||||||||||||
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|||||||||||||||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 1,50 |
|||||||||||||||
met een minimum per exemplaar van |
€ 2,25 |
||||||||||||||||
b. |
afschriften of fotokopieën van stukken, voor onder andere verzoeken in het kader van de Wet open overheid, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|||||||||||||||
c. |
|
|
|||||||||||||||
d. |
per pagina op papier van een ander formaat dan A4 en A3 in zwart-wit of kleur |
€ 0,50 |
|||||||||||||||
e. |
afschriften of fotokopieën van persoonsgegevens in het kader van een inzageverzoek op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn gratis. Als verzocht wordt om meerdere exemplaren van een afschrift of fotokopie van persoonsgegevens zijn op die meerdere exemplaren de tarieven uit artikel 1.19.1.2.1 en 1.19.1.2.2 van toepassing. |
||||||||||||||||
f. |
in afwijking van artikel 1.19.1.2.1 en 1.19.1.2.2 bedraagt het tarief voor minder dan 6 pagina’s |
gratis |
|||||||||||||||
g. |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.19.1.1 en 1.19.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening: formaat A4 (210mm x 297mm) |
€ 3,50 |
|||||||||||||||
|
formaat A3 (297mm x 420mm) |
€ 4,50 |
|||||||||||||||
|
formaat A2 (420mm x 594mm) |
€ 6,50 |
|||||||||||||||
|
formaat A1 (594mm x 841mm) |
€ 8,50 |
|||||||||||||||
|
formaat A0 (841mm x 1189mm) |
€ 12,50 |
|||||||||||||||
h. |
het tarief genoemd in lid a tot en met lid g wordt voor afgifte in kleur verhoogd met |
100% |
|||||||||||||||
i. |
Het tarief voor het digitaal verstrekken van een stuk, zoals vermeld in lid g, formaat A0, bedraagt |
nihil |
|||||||||||||||
j. |
een basiskaart uit een digitaal bestand (GBKN/BGT) |
|
|||||||||||||||
k. |
zonder bewerking |
€ 15,50 |
|||||||||||||||
l. |
met bewerking, zoals actualisatie, intekenen objecten of professionele opmaak |
begroting |
|||||||||||||||
m. |
een exemplaar van een verordening, nota, rapport, of soortgelijk stuk, voor zover voor afgifte aan derden voorradig, per pagina, in zwart wit: |
||||||||||||||||
formaat A4 |
€ 0,10 |
||||||||||||||||
formaat A3 in kleur: |
€ 0,15 |
||||||||||||||||
formaat A4 |
€ 0,20 |
||||||||||||||||
formaat A3 |
€ 0,30 |
||||||||||||||||
n. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 1,50 |
|||||||||||||||
met een minimum van |
€ 2,25 |
||||||||||||||||
o. |
onder pagina wordt verstaan één van de zijden van een blad |
|
|||||||||||||||
p. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een toestemming voor een rioolaansluiting bedraagt |
€ 60,00 |
|||||||||||||||
q. |
Het tarief bedraagt voor het verlenen van een (positieve) beschikking op aanvraag, voorzover daarvoor niet elders in deze hoofdstuk of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 31,00 |
Hoofdstuk 2Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1. |
Definities |
|
1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3 |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
|
||
4 |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
|
|
Artikel 2.2 |
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
a. |
Omgevingsoverleg en principeverzoek; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 |
Bepalen tarief |
|
1 |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2 |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|
4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|
5 |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6 |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4.1 |
Omgevingsoverleg Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, worden in rekening gebracht: |
||||
a. |
de kosten van externe adviseurs voor de beoordeling van de wenselijkheid van een initiatief en de kosten van externe adviseurs voor de advisering over een initiatief in een omgevingsoverleg (vooroverleg). Deze kosten worden voorafgaand aan het houden van het omgevingsoverleg medegedeeld middels een afgegeven begroting aan de aanvrager. |
||||
b. |
Als een begroting als bedoeld in artikel 2.4.1 onder a is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||
Artikel 2.4.2 |
Principeverzoek Als de aanvraag betrekking heeft op de beoordeling van een principeverzoek met als uitkomst de principe uitspraak van het bestuur voor wat betreft de planologische medewerking, bedraagt het tarief: |
€ 596,00 |
|||
Artikel 2.4.3 |
Andere in deze paragraaf opgenomen diensten |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten. |
|||||
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|||||
Artikel 2.5 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
als de bouwkosten € 500.000 of minder bedragen |
1,00% |
|||
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 82,75 |
||||
b. |
als de bouwkosten € 500.000 tot en met € 2.000.000 bedragen, |
€ 5.000,00 |
|||
plus een percentage van |
0,80% |
||||
van de bouwkosten boven de € 500.000 |
|||||
c. |
als de bouwkosten meer bedragen dan € 2.000.000 |
€ 17.000,00 |
|||
plus een percentage van |
0,50% |
||||
van de bouwkosten boven de € 2.000.000 |
|||||
Artikel 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
1 |
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit |
||||
a. |
als de bouwkosten € 500.000 of minder bedragen |
2,725% |
|||
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 82,75 |
||||
b. |
als de bouwkosten € 500.000 tot en met € 2.000.000 bedragen |
€ 13.625,00 |
|||
plus een percentage van |
1,975% |
||||
van de bouwkosten boven de € 500.000 |
|||||
c. |
als de bouwkosten meer bedragen dan € 2.000.000 |
€ 43.250,00 |
|||
plus een percentage van |
1,61% |
||||
van de bouwkosten boven de € 2.000.000 |
|||||
d. |
Als moet worden beoordeeld of met binnenplanse beoordelingsregels kan worden afgeweken van de standaard binnenplanse beoordelingsregels, verhoogd met: |
€ 570,00 |
|||
2 |
In afwijking van het eerste lid is voor een omgevingsplanactiviteit omtrent het splitsen van een woning in maximaal 3 wooneenheden is in afwijking van lid 1 een tarief verschuldigd per extra wooneenheid van: |
€ 2.240,00 |
|||
3 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht |
||||
a. |
wanneer het betreft de wijziging van een functie in natuur, bos of water, dan wel een geringe wijziging in plaats of ligging van functiegrenzen zoals genoemd in het omgevingsplan |
€ 2.797,00 |
|||
b. |
Wanneer het een andere functiewijziging betreft dan bedoeld onder a. |
€ 4.477,00 |
|||
Artikel 2.6a |
Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, indien die in strijd is met het omgevingsplan, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
Indien geen bouwkosten van toepassing zijn of de bouwkosten voor de uitvoering minder dan € 100.000 bedragen is een tarief verschuldigd van |
€ 6.715,00 |
|||
b. |
Indien de bouwkosten voor de uitvoering € 100.000 of meer, maar minder dan € 300.000 bedragen is een tarief verschuldigd van |
€ 8.955,00 |
|||
c. |
Indien de bouwkosten voor de uitvoering € 300.000 of meer, maar minder dan € 1.000.000 bedragen is een tarief verschuldigd van |
€ 11.196,00 |
|||
d. |
Indien de bouwkosten voor de uitvoering € 1.000.000 of meer bedragen is een tarief verschuldigd van |
€ 16.791,00 |
|||
e. |
indien het een aanvraag betreft omtrent het tijdelijk gebruik van een recreatiewoning is in afwijking van de onderdelen a tot en met d een tarief verschuldigd van: |
€ 570,00 |
|||
f. |
Indien het een aanvraag betreft omtrent het splitsen van een woning in maximaal 3 wooneenheden is in afwijking van de onderdelen a tot en met e per extra wooneenheid een tarief verschuldigd van |
€ 2.240,00 |
|||
g. |
Indien het een aanvraag betreft omtrent het splitsen van een woning in twee wooneenheden overeenkomstig een formele inwoonsituatie van vóór vaststelling van bestemmingsplan ‘Integrale herziening buitengebied Winterswijk’ (27 januari 2011) is in afwijking van de onderdelen a tot en met f een tarief verschuldigd van |
€ 570,00 |
|||
h. |
Indien het een aanvraag betreft omtrent de functiewijziging van een bouwwerk binnen de bebouwde kom, eventueel met bij die bouwwerken aansluitend terrein, is in afwijking van de onderdelen a tot en met e een tarief verschuldigd van |
€ 2.240,00 |
|||
i. |
In afwijking van de onderdelen a tot en met e is voor een aanvraag die betrekking heeft op bijlage B een tarief verschuldigd van: |
€570,00 |
|||
Artikel 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 121,50 |
|||
Paragraaf 2.4Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|||||
Artikel 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
||||
1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 127,50 |
||||
2 voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 127,50 |
||||
2 |
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: |
€ 75,00 |
|||
3 |
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Winterswijk 2019 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: |
||||
a. |
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en |
||||
b. |
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. |
||||
Artikel 2.9 |
Rijksmonumentenactiviteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 127,50 |
|||
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 127,50 |
|||
Artikel 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||
a. |
voor een omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: |
€ 127,50 |
|||
2 |
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. |
||||
Artikel 2.11 |
Gereserveerd |
||||
Paragraaf 2.5Milieubelastende activiteiten |
|||||
Artikel 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.400,00 |
||||
Artikel 2.13 |
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 2.880,00 |
|||
b. |
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 4.320,00 |
|||
c. |
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3: |
€ 5.760,00 |
|||
Artikel 2.14 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.15 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.16 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.17 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.18 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.19 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.20 |
Gereserveerd |
||||
Paragraaf 2.6Lozingsactiviteiten |
|||||
Artikel 2.21 |
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 384,00 |
||||
Artikel 2.22 |
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 384,00 |
||||
Paragraaf 2.7Aanlegactiviteiten |
|||||
Artikel 2.23 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.24 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.25 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 61,00 |
||||
Artikel 2.27 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.28 |
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 122,50 |
|||
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met: |
|||||
b. |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: |
€ 122,50 |
|||
c. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 122,50 |
|||
Paragraaf 2.8Overige activiteiten |
|||||
Artikel 2.29 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.30 |
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
1 tot en met 10 bomen (houtopstanden) |
€ 44,50 |
|||
b. |
Meer dan 10 bomen (houtopstanden) |
€ 73,00 |
|||
Artikel 2.31 |
Omgevingsplanactiviteit: reclame |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|||||
a. |
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame: |
€ 79,00 |
|||
b. |
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd: |
€ 79,00 |
|||
Artikel 2.31 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.33 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.34 |
Andere activiteiten |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|||||
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 37,25 |
|||
b. |
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 37,25 |
|||
1 |
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 37,25 |
|||
2 |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 37,25 |
|||
3 |
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: |
€ 37,25 |
|||
Paragraaf 2.9Maatwerkvoorschriften |
|||||
Artikel 2.35 |
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
|||||
a. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: |
€ 382,00 |
|||
b. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: |
€ 382,00 |
|||
Artikel 2.36 |
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
||||
1 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: |
||||
a. |
één of meer milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.536,00 |
|||
2 |
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 1.536,00 |
|||
Artikel 2.37 |
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 382,00 |
||||
Paragraaf 2.10Gelijkwaardigheid |
|||||
Artikel 2.38 |
Gelijkwaardige maatregel |
||||
1 |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
||||
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: |
€ 382,00 |
||||
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: |
€ 2.400,00 |
||||
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a of b, bedraagt het tarief: |
€ 382,00 |
||||
Paragraaf 2.11Overige tarieven |
|||||
Artikel 2.39 |
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 85,50 |
||||
Artikel 2.40 |
Wijzigen omgevingsvergunning |
||||
1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project bedraagt het tarief: |
€ 85,50 |
|||
2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een omgevingsvergunning op een andere naam, zonder dat de vergunning wordt gewijzigd |
€ 36,25 |
|||
3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om overige wijzigingen van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
||||
Artikel 2.41 |
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 764,00 |
||||
Artikel 2.42 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.43 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.44 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
|||||
Artikel 2.45 |
Wijzigen van het omgevingsplan |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
|||||
a. |
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering minder dan € 100.000 bedragen |
€ 6.715,00 |
|||
b. |
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering € 100.000 of meer maar minder dan € 300.000 bedragen |
€ 8.955,00 |
|||
c. |
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering € 300.000 of meer maar minder dan € 1.000.000 bedragen; |
€ 11.193,00 |
|||
d. |
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering € 1.000.000 of meer bedragen; |
€ 16.791,00 |
|||
Artikel 2.46 |
Niet genoemd besluit op aanvraag |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 31,00 |
||||
Paragraaf 2.12Modaliteiten |
|||||
Artikel 2.47 |
Achteraf ingediende aanvraag |
||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
25% |
||||
met een maximum van: |
€ 1.000,00 |
||||
Artikel 2.48 |
Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
|||||
a. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 960,00 |
|||
b. |
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
€ 750,00 |
|||
c. |
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€750,00 |
|||
Artikel 2.49 |
Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|||||
a1. |
voor de beoordeling van een milieukundig historisch, verkennend of (eenvoudig) nader bodemonderzoekbodemrapport: |
€ 576,00 |
|||
a2. |
voor de beoordeling van een milieukundig historisch, complexer aanvullend of nader bodemonderzoeksrapport: |
€ 1.152,00 |
|||
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 576,00 |
|||
c. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 768,00 |
|||
d. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 576,00 |
|||
e. |
voor de beoordeling van het rapport op het aspect geur: |
€ 576,00 |
|||
f. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 576,00 |
|||
g. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
€ 5.760,00 |
|||
h. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 576,00 |
|||
Artikel 2.50 |
Advies |
||||
1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
||||
a. |
voor een advies van de gemeenteraad: |
€ 750,00 |
|||
b. |
voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van het Gelders Genootschap als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet is het tarief verschuldigd conform bijlage A behorende bij deze tarieventabel. |
||||
c. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: |
€ 191,00 |
|||
Artikel 2.51 |
Instemming |
||||
1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: |
||||
a. |
Het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. |
€ 219,40 |
|||
2 |
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||
Paragraaf 2.13Verminderingen |
|||||
Artikel 2.52 |
Vermindering na omgevingsoverleg |
||||
1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
100% |
|||
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. |
|||||
2 |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. |
||||
Artikel 2.52a |
Vermindering zonneparken en kleine windmolens |
||||
Indien de aanvraag waarvan op grond van deze titel van de tarieventabel leges worden geheven die uitsluitend betrekking hebben op een zonnepark of kleine windmolen (max. 25 meter), dan worden de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges verminderd. |
|||||
Als er sprake is van een groot zonnepark van minimaal 2,5 hectare netto dan worden de verschuldigde leges per project verminderd met |
50% |
||||
waarbij het verschuldigde bedrag na vermindering maximaal bedraagt: |
€ 100.000,00 |
||||
Als er sprake is van een klein zonnepark van maximaal 2,5 hectare netto of kleine windmolen (max. 25 meter) dan wordt voor de berekening van de vermindering op de verschuldigde leges gekeken naar de bouwkosten. Het te verminderen legesbedrag wordt bepaald naar evenredigheid op basis van onderstaande opbouw.Is het te verminderen van de verschuldigde leges lager dan de werkelijke bouwleges, dan wordt de minimale leges van € 82,75 in rekening gebracht. De vermindering van de verschuldigde leges is bij bouwkosten (exclusief BTW): |
|||||
tot een bedrag van € 30.000,00: |
€ 0,00 |
||||
van € 30.000,00: |
€ 1.550,00 |
||||
tussen de € 30.000,00 en € 100.000,00, maximaal: |
€ 2.500,00 |
||||
tussen de € 100.000,00 en € 300.000,00, maximaal: |
€ 10.700,00 |
||||
tussen de € 300.000,00 en € 800.000,00, maximaal |
€ 20.000,00 |
||||
hoger dan € 800.000,00: |
€ 20.000,00 |
||||
Artikel 2.53 |
Gereserveerd |
||||
Paragraaf 2.14Teruggaaf |
|||||
Artikel 2.54 |
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
||||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|||||
Artikel 2.55 |
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
||||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
80% |
||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. |
|||||
met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft het bedrag van: |
€ 82,75 |
||||
Artikel 2.56 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||||
Artikel 2.57 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||||
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|||||
c. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: |
25% |
|||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||||
Artikel 2.58 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
10% |
||||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||||
Artikel 2.59 |
Gereserveerd |
||||
Artikel 2.60 |
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
||||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. |
|||||
Artikel 2.61 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
||||
Een bedrag minder dan € 75,- wordt niet teruggegeven. |
|||||
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder dedienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 295,00 |
b. |
een wijziging als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 135,00 |
c. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 31,00 |
d. |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoel in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet |
€ 86,50 |
e. |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet |
€ 31,00 |
Artikel 3.2 |
Exploitatie openbare inrichting Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
a. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.28 Algemene Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning) |
€ 295,00 |
b. |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.29 Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 31,00 |
c. |
Indien een aanvraag genoemd in artikel 3.1 tot en met 3.2. wordt geweigerd, dan wordt ter zake van de geheven leges restitutie verleend van |
50% |
Paragraaf 3.2Seksbedrijven
Artikel 3.3 |
Vergunning seksbedrijf |
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 2: |
||
a. |
voor een seksinrichting |
€ 308,00 |
b. |
voor een escortbedrijf |
€ 308,00 |
2 |
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.10 van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
a. |
voor een seksinrichting |
€ 31,00 |
b. |
voor een escortbedrijf |
€ 31,00 |
3 |
Indien een aanvraag genoemd in lid 1 tot en 2 wordt geweigerd, dan wordt ter zake van de geheven leges restitutie verleend van |
50% |
Artikel 3.4 |
Gereserveerd |
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Artikel 3.5 |
Ontheffing winkeltijden Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van: |
|
a. |
een ontheffing als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 13 van de Winkeltijdenverordening 2014 |
€ 31,00 |
Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen
Artikel 3.6 |
Organiseren evenement Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
a. |
een klein evenement (verwacht bezoekersaantal < 100) |
€ 31,00 |
b. |
een middelgroot evenement (verwacht bezoekersaantal 100 tot 1.000) |
€ 62,00 |
c. |
een groot evenement (verwacht bezoekersaantal ≥ 1.000) |
€ 124,00 |
Artikel 3.7 |
Gereserveerd |
Paragraaf 3.5 APV-vergunningen
Artikel 3.8 |
Standplaatsvergunning Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van: |
|
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.18 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
||
a. |
voor een week of korter |
€ 31,00 |
b. |
voor langer dan een week |
€ 62,00 |
c. |
een (positieve) beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze hoofdstuk of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 31,00 |
Artikel 3.9 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.10 |
Gereserveerd |
Paragraaf 3.6 Gereserveerd
Artikel 3.11 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.12 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.13 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.14 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.15 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.16 |
Gereserveerd |
Artikel 3.11 |
Artikel 3.17 |
Gereserveerd |
|
Artikel 3.18 |
Gereserveerd |
Paragraaf3.7 In deze hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.19 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, onder deze hoofdstuk vallende, maar niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 31,00 |
Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 21 december 2023,
de griffier,
R.J.F. Jansen
de voorzitter,
B.J.J. Bengevoord
Bijlage A GELDERS GENOOTSCHAP
Kosten advisering per 1 januari 2024
A. Advisering bouw- en verbouwplannen welstand en monumenten en inrichting van de openbare ruimte
Tarief op basis van een promillage van de bouwsom:
- 1a.
1,9 ‰ met een minimum van € 100,00 in geval van geraamde bouwkosten van
€ 0 tot en met € 500.000
plus over het gedeelte van de bouwsom
van € 500.001 tot en met € 1.000.000 ->1,2 ‰
plus over het gedeelte van de bouwsom
van € 1.000.001 tot en met € 2.500.000 ->0,8 ‰
plus over het gedeelte van de bouwsom
van € 2.500.001 tot en met € 5.000.000 ->0,5 ‰
plus over het gedeelte van de bouwsom
van € 5.000.001 en meer -> 0,25 ‰
- 1b.
indien het woningbouw betreft wordt per aanvraag bezien hoeveel grondgebonden woningen er per locatie worden uitgevoerd en deze worden per type in rekening gebracht.
De volgende regeling is daarbij van toepassing:
Complexen van:
- •
1 tot en met 5 gelijke woningen -> tarief volgens 1a.
- •
6 tot en met 10 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van 5 woningen
- •
11 tot en met 20 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van 6 woningen
- •
21 tot en met 30 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van 8 woningen
- •
31 tot en met 40 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van 10 woningen
- •
41 tot en met 50 gelijke woningen -> tarief over de bouwsom van 12 woningen
- •
-
en zo vervolgens,
(Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok)
- 2.
integrale advisering
welstand + 1 extra discipline -> 1,8 x regulier tarief
welstand + meerdere extra disciplines -> 2,2 x regulier tarief
- 3.
illegale bouwwerken -> 1,5 x regulier tarief
- 4.
reclameobjecten -> € 100,00 (excl. BTW)
- 5.
formele behandeling en verslaglegging adviezen vooroverleg bouw- en verbouwplannen
(bedrag wordt verrekend bij de definitieve aanvraag) -> € 100,00
B. Vooroverleggen
Voor alle vormen van vooroverleg wordt €100 (excl. BTW) in rekening gebracht. Voor dit bedrag kan een initiatiefnemer maximaal drie keer een vooroverleg aanvragen. Volgt er na het laatste vooroverleg een definitieve vergunningaanvraag, dan wordt het bedrag van € 100 verrekend bij de definitieve aanvraag met een minimaal factuurbedrag van € 0,-. Het gaat om de volgende varianten:
- 1.
Omgevingstafel, intake, of advies RO -> €100,- per 3 behandelingen
- 2.
Vooroverleg of concept-plan -> €100,- per 3 behandelingen
- 3.
Geschreven adviezen vooroverleg n.a.v. een commissievergadering of een mandaatbehandeling -> €100,- per 3 behandelingen
Zijn er meer dan drie vooroverleggen nodig, dan wordt vanaf het vierde overleg per extra overleg €100 (excl. BTW) in rekening gebracht. Dit bedrag wordt niet verrekend bij de definitieve aanvraag.
C. Overige adviezen
De uurtarieven voor aanvullende advisering en specifieke projecten worden jaarlijks geïndexeerd conform de indexberekeningen van het CBS. De hoogte van deze tarieven varieert en is afhankelijk van het soort project/advies.
Alle bedragen worden afgerond op hele euro’s en zijn excl. BTW
Bijlage B
Een aanvraag voor het in afwijking van het omgevingsplan toestaan van:
- 1.
een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b.
de oppervlakte niet meer dan 150 m2;
- a.
- 2.
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 3.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 10 m, en
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m²;
- a.
- 4.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
- 5.
een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;
- 6.
een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;
- 7.
een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
- 8.
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
- 9.
het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;
- b.
de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,
- c.
de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en
- d.
de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;
- a.
- 10.
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl