Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2024

De raad van de gemeente Leusden,

gelezen het voorstel van het college d.d. 7 november 2023, nummer 132301;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2024

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van de tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    een jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    een halfjaar: een periode van zes achtereenvolgende maanden;

  • c.

    een kwartaal: een periode van drie achtereenvolgende maanden;

  • d.

    een maand: een kalendermaand;

  • e.

    een week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • f.

    een dag: een periode van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 00.00 uur;

  • g.

    een dagdeel: de periode zoals vermeld in de standplaatsvergunning te onderscheiden in een ochtend, middag en avond, waarbij wordt verstaan onder:

    • -

      ochtend: de periode gelegen tussen 08.30 uur en 12.30 uur;

    • -

      middag: de periode gelegen tussen 13.00 uur en 18.30 uur;

    • -

      avond: de periode gelegen tussen 18.30 uur en 21.00 uur;

  • h.

    een uur: een periode van 60 achtereenvolgende minuten.

Artikel 2 Aard van heffing en belastbare feiten

Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel;

  • b.

    Het gebruik overeenkomstig de bestemming van de voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene:

  • a.

    die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen;

  • b.

    die gebruik maakt van de in artikel 2, onder b. bedoelde bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 4 Vrijstellingen

De in de tarieventabel genoemde belasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen ten behoeve van onroerende zaken, waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht met uitzondering van die onroerende zaken die aan derden zijn verhuurd;

  • b.

    het hebben van voorwerpen die, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publieke taak, door of ten behoeve van het Rijk, de provincie, de gemeente, waterschappen of het zuiveringschap worden gebezigd;

  • c.

    het hebben van afvoerbuizen in de grond of aan gebouwen tot lozing van fecaliën, van huishoud- of van hemelwater;

  • d.

    het hebben van voorwerpen welke uitsluitend in een algemeen belang voorzien of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige en ideële doeleinden;

  • e.

    het hebben van voorwerpen, waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de belasting worden gedeelten van de in de tarieventabel genoemde eenheden van tijd, hoeveelheid of afmeting als een volle eenheid aangemerkt tenzij anders is aangegeven.

  • 2. Indien het belastingtijdvak een kortere periode dan een jaar omvat en het tarief uitsluitend per jaar of per seizoen is vastgesteld wordt de belasting naar tijdsgelang berekend. Hierbij wordt een gedeelte van een maand voor een gehele maand gerekend.

  • 3. Bij het hebben van voorwerpen boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond wordt de belasting geheven naar de oppervlakte welke door de voorwerpen wordt overdekt, tenzij anders is bepaald.

  • 4. Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, wordt dat tarief toegepast dat het laagste belastingbedrag tot uitkomst heeft.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de in één kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van deze verordening voordoet of zal voordoen.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag wordt vermeld.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. De belasting moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de in artikel 8 bedoelde nota of andere schriftuur.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 van dit artikel gestelde termijn.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

De precariobelasting als bedoeld in deze verordening en daarbij behorende tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 11 Ontheffing

Indien na het verzenden van een nota of andere schriftuur aannemelijk wordt gemaakt, dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor berekening van de belasting in aanmerking genomen belastingtijdvak voordoet of zal voordoen, wordt op aanvraag ontheffing verleend, voor zover het betreft:

  • a.

    een tariefstelling per maand, seizoen of per jaar over de resterende maanden van dat tijdvak;

  • b.

    een tariefstelling per dag of per week over de resterende weken van dat tijdvak.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De Verordening precariobelasting 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van 14 december 2023,

I. Schutte-van der Schans

griffier

G.J. Bouwmeester

voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening precariobelasting 2024’

Hoofdstuk 1  Algemeen

1.

De belasting bedraagt voor de in artikel 2 van de verordening vermelde belastbare feiten waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien, noch in een andere belastingverordening in een tarief is voorzien, per ingenomen m²,

1.1

per dag:

€ 1,26

1.2

per week:

€ 3,15

1.3

per maand:

€ 6,30

1.4

per kwartaal:

€ 9,45

1.5

per halfjaar:

€ 14,20

1.6

per jaar:

€ 21,30

 

 

Hoofdstuk 2 Terrassen

 

2.

Voor het hebben van banken, tafels en stoelen, tochtschermen, bloemen- of plantenbakken en dergelijke voor cafés, restaurants, lunchrooms en dergelijke inrichtingen, per ingenomen m²,

 

2.1

niet langer dan een week:

€ 3,15

2.2

langer dan een week, doch niet langer dan een jaar:

€ 21,30

 

 

Hoofdstuk 3 Bouwobjecten

 

3.

Voor het hebben van bouwobjecten zoals een container, keet, loods, mobiel toilet, kraan, hoogwerker, hekwerken, pompinstallatie, opslag bouwmateriaal of ander materiaal/materieel, per ingenomen m²,

 

3.1

per dag:

€ 1,26

3.2

per week:

€ 3,15

3.3

per maand:

€ 6,30

3.4

per kwartaal:

€ 9,45

3.5

per halfjaar:

€ 14,20

3.6

per jaar:

€ 21,30

 

 

Hoofdstuk 4 Uitstallingen

 

4.

Voor het hebben van uitstallingen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond voor verkoopdoeleinden geplaatst,

per ingenomen m²,

 

4.1

per dag:

€ 1,26

4.2

per week:

€ 3,15

4.3

per maand:

€ 6,30

4.4

per kwartaal:

€ 9,45

4.5

per halfjaar:

€ 14,20

4.6

per jaar:

€ 21,30

 

 

Hoofdstuk 5 Standplaatsen

 

5.

Er is een prijsdifferentiatie van toepassing aan de hand van een kwalitatieve indeling van standplaatslocaties in zones, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een A-zone en een B-zone.

Winkelcentra Biezenkamp en Hamershof worden aangemerkt als A-zone, en overige winkelcentra in de gemeente Leusden als B-zone.

 

5.1

Voor het hebben op standplaatsen van kramen, tenten, voertuigen, wagens, manden en andere dergelijke voorwerpen tot verkoop of het tentoonstellen van waren, voor zover dit niet geschiedt op marktplaatsen gedurende de aangewezen marktdagen, per ingenomen m², op standplaatslocaties in een A-zone in de gemeente Leusden (winkelcentra Biezenkamp en Hamershof):

5.1.1

per dagdeel (ochtend, middag, avond):

€ 1,89

5.1.2

per dagdeel, per week:

€ 4,73

5.1.3

per dagdeel, per maand:

€ 9,45

5.1.4

per dagdeel, per kwartaal:

€ 14,20

5.1.5

per dagdeel, per halfjaar:

€ 21,30

5.1.6

per dagdeel, per jaar:

€ 31,90

 

 

5.2

Voor het hebben op standplaatsen van kramen, tenten, voertuigen, wagens, manden en andere dergelijke voorwerpen tot verkoop of het tentoonstellen van waren, voor zover dit niet geschiedt op marktplaatsen gedurende de aangewezen marktdagen, per ingenomen m², op standplaatslocaties in een B-zone in de gemeente Leusden:

 

5.2.1

per dagdeel (ochtend, middag, avond):

€ 1,26

5.2.2

per dagdeel, per week:

€ 3,15

5.2.3

per dagdeel, per maand:

€ 6,30

5.2.4

per dagdeel, per kwartaal:

€ 9,45

5.2.5

per dagdeel, per halfjaar:

€ 14,20

5.2.6

per dagdeel, per jaar:

€ 21,30