Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Leusden;

gelezen het voorstel van het college d.d. 7 november 2023, nummer 132301;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot de eerste dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘kwartaal’: een aaneengesloten periode van drie maanden;

  • e.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot de eerste dag in het volgende kalenderjaar;

  • f.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en bijbehorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    de afgifte van verklaringen van onvermogen;

  • d.

    verzoeken om ontheffing, vrijstelling of teruggaaf van plaatselijke belastingen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 van dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening en bijbehorende tarieventabel, indien deze wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikel van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      paragraaf 1.2, reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart;

    • b.

      paragraaf 1.3, rijbewijzen;

    • c.

      artikel 1.16, onder a., verklaringen omtrent het gedrag.

  • een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Legesverordening 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4. Het in artikel 2.1, vijfde lid van de tarieventabel genoemde ‘Basisbedragen Bouwkosten’ van Casadata ligt ter inzage op het gemeentehuis van Leusden, Huis van Leusden, 't Erf 1, 3831 NA Leusden.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden in zijn openbare vergadering van 14 december 2023,

I. Schutte-van der Schans

griffier

G.J. Bouwmeester

voorzitter

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024

Aanduiding

Tekst

Tarief 2024

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

 
 

 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap of omzetten registratie partnerschap

 
 

Het tarief bedraagt:

 

a.

voor het voltrekken van een huwelijk, het sluiten van een geregistreerd partnerschap of een omzetting met ceremonie:

 

1.

op maandag tot en met vrijdag, van 8.30 tot 18.00 uur:

€ 365,00

2.

op alle overige tijdstippen als bedoeld in onderdeel a., lid 1.

€ 640,00

b.

op de tijdstippen voor gratis trouwen, zoals genoemd op de gemeentelijke website, niet zijnde op een algemeen erkende feestdag, in het gemeentehuis, zonder toespraak:

€ 0,00

c.

voor een eenvoudige plechtigheid, op de tijdstippen zoals genoemd op de gemeentelijke website, zonder toespraak:

€ 184,00

d.

voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie, aan de balie in het gemeentehuis:

€ 89,40

e.

voor het gebruik maken van de dienstverlening van een gemeentelijke bode bij het voltrekken van een huwelijk of het sluiten van een geregistreerd partnerschap op een andere locatie dan in het gemeentehuis:

€ 98,50

 

 

1.2

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 545,00

 

 

1.3

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige bij het voltrekken van een huwelijk of het sluiten van een geregistreerd partnerschap, per getuige:

€ 30,50

 

 

1.4

Annuleren of wijzigen datum

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van zeven dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 182,50

 

 

1.5

Trouwboekje, partnerschapsboekje of livestream

 
 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje/partnerschapsboekje of duplicaat hiervan, in een normale uitvoering:

€ 34,10

b.

een trouwboekje/partnerschapsboekje of duplicaat hiervan, in een lederen uitvoering:

€ 50,40

c.

een livestream link met opgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap in de raadzaal van het gemeentehuis:

€ 55,60

 

 

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.6

Paspoorten of andere reisdocumenten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a. (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,42

 

 

1.7

Nederlandse identiteitskaart

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

van een Nederlandse Identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,92

b.

van een vervangende Nederlandse Identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,93

 

 

1.8

Modaliteiten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.6 en 1.7, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,09

 

 

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

1.9

Rijbewijzen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,11

 

 

1.10

Spoedlevering

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.9 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

 

 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.11

Definitie

 

1.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd, dan wel één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 
 

 

1.12

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 16,60

b.

voor het afsluiten van een abonnement tot het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.

van 0 tot 25 verstrekkingen:

€ 146,00

2.

van 25 tot 100 verstrekkingen:

€ 410,00

3.

van 100 tot 200 verstrekkingen:

€ 638,00

4.

voor elk volgend honderdtal:

€ 226,00

c.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen:

€ 16,60

d.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van een afschrift van de persoonslijst:

€ 16,60

e.

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 25,10

 

 

1.13

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

voor het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 16,60

b.

voor het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.

van 0 tot 25 verstrekkingen:

€ 146,00

2.

van 25 tot 100 verstrekkingen:

€ 410,00

3.

van 100 tot 200 verstrekkingen:

€ 638,00

4.

voor elk volgend honderdtal:

€ 226,00

c.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen:

€ 16,60

d.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van een afschrift van de persoonslijst:

€ 16,60

 

 

1.14

Schriftelijke verstrekking

 
 

In afwijking van de artikelen 1.12 en 1.13 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

7,50

1.15

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier of gedeelte daarvan:

€ 16,60

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

Paragraaf 1.5

Overige publiekszaken

 

1.16

Legalisatie en overige verklaringen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

a.

het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

de legalisatie van een handtekening:

€ 16,60

c.

de waarmerking van een origineel officieel document door de gemeente afgegeven:

€ 5,75

d.

overige verklaringen, in het bijzonder belang van de aanvrager:

€ 16,60

 

 

Paragraaf 1.6

Gemeentearchief

 

1.17

Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier of gedeelte daarvan:

€ 20,40

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

Paragraaf 1.7

Bijzondere wetten

 

1.18

Wet op de kansspelen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

1.

een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen en artikel 2:40 van de Algemene plaatselijke verordening (kansspelautomaten):

 

a.

voor onbepaalde tijd voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

b.

voor onbepaalde tijd voor twee of meer kansspelautomaten:

 
 

voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 

voor de tweede kansspelautomaat:

€ 34,00

2.

Het tarief bedraagt voor een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning e.d.):

€ 34,30

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Speelautomatenhalverordening Leusden 2015 in samenhang met artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 2.460,00

a.

een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in lid 3:

€ 197,30

 

 

1.19

Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid van de Telecommunicatiewet, dan wel een melding of vergunning voor het aanleggen, verleggen of onderhouden van kabels en leidingen als bedoeld in het Handboek kabels en leidingen Leusden 2023, voor tracés:

 

a.

tot en met 25 meter:

€ 260,00

b.

van 26 meter tot en met 250 meter:

€ 520,00

c.

vanaf 251 meter tot en met 500 meter:

€ 780,00

d.

indien het aantal strekkende meters groter is dan 500 meter wordt de aanvrager om aanvullende informatie gevraagd zodat een begroting kan worden gemaakt van de kosten.

 
 

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d., is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.

Het tarief van lid 1. wordt verhoogd:

 
 

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, met:

€ 87,30

a.

indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, met:

€ 49,00

b.

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

c.

als een begroting als bedoeld in lid b. is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 400,00

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

 

a.

voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:

€ 200,00

b.

voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:

€ 300,00

c.

voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:

€ 400,00

d.

voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten:

€ 500,00

e.

voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:

€ 600,00

f.

voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:

€ 700,00

g.

voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:

€ 800,00

h.

voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten:

€ 900,00

i.

voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:

€ 1.000,00

j.

voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:

€ 1.100,00

8.

Als het verzoek bedoeld in het vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van:

50%

 

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

 
 
  • a.

    hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;

 
 
  • b.

    in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en

 
 
  • c.

    is gedaan binnen twaalf weken na het laatste vooroverleg.

 
 

 

1.20

Wegenverkeerswet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 43,60

b.

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 50,10

c.

tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer:

€ 125,50

d.

tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in onderdeel 1.c.:

€ 39,75

2.

Het tarief bedraagt:

 

a.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 50,10

b.

voor het inrichten van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 325,00

c.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een onderbord (kenteken) bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats:

€ 73,10

 

 

Paragraaf 1.8

Diversen

 

1.21

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vervaardigen en afgeven van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften of uittreksels van stukken, voor zover daarvoor niet elders in de tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde of gedeelte daarvan:

€ 6,30

b.

een beschikking op een aanvraag, een vergunning of een ontheffing, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 52,50

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde of gedeelte daarvan:

€ 22,25

d.

fotokopieën van een beleidsnota of –notitie, overige stukken, kaarten, bouw- en constructietekeningen voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,30

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,50

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 2,00

4.

in afwijking van het gestelde in onderdeel d. sub 1 tot en met 3 bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid.

 

2.

Het tarief bedraagt voor:

 

a.

het op aanvraag vervaardigen en langs digitale weg verstrekken van bestanden uit gemeentelijke automatiseringsprogramma’s (niet zijnde basisregistraties), voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bestand:

€ 6,00

b.

en voor zover van toepassing te vermeerderen voor raadpleging dan wel gebruikmaking van gemeentelijke automatiseringsprogramma’s, per kwartier of gedeelte daarvan:

€ 20,40

3.

Het op grond van onderdeel 2.b. verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

1.22

Diverse vergunningen of beschikkingen

 

a.

Algemene plaatselijke verordening algemeen

 

1.

Het tarief bedraagt voor een vergunning of aanvulling/wijziging op een verleende vergunning op verzoek van de aanvrager, ontheffing, kennisgeving of vrijstelling van enigerlei bepaling van de Algemene plaatselijke verordening voor zover niet al bij een ander nummer van deze tabel genoemd:

€ 52,50

b.

Collectevergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor een vergunning voor een collecte als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 26,25

2.

Indien de collectevergunning deel uitmaakt van een evenementenvergunning, wordt het tarief van onderdeel b.1. verminderd met:

50%

c.

Ontheffing geluidshinder

 
 

Het tarief bedraagt voor een ontheffing geluidshinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 25,10

d.

Wet rechten burgerlijke stand

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijk stand.

 

e.

Parkeervergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het afgeven van een vergunning of een ontheffing op grond van de Parkeerverordening 1998:

€ 22,25

f.

Luchtvaartwetgeving

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een verklaring van geen bezwaar voor het doen opstijgen van een luchtvaartuig zoals bedoeld in de Regeling Toezicht Luchtvaart:

 

1.

Voor één dag:

€ 34,30

2.

Voor meerdere aaneengesloten dagen:

€ 52,30

g.

Zondagswet

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3 lid 3 en artikel 4, lid 3 van de Zondagswet:

€ 12,40

h.

Aansluiting op het openbaar riool

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aansluitvergunning voor het tot stand brengen c.q. wijzigen en in stand houden van een aansluiting op het openbaar riool:

€ 207,00

 

 

HOOFDSTUK 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 
 

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het rekenprogramma ‘Basisbedragen Bouwkosten’ van Casadata, tarief 4e kwartaal van het voorgaande jaar, exclusief omzetbelasting. Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten worden de bouwkosten vastgesteld volgens bijlage I bij de Omgevingsregeling.

 
 

 

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b., c. en d.;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b. tot en met g.

 
 

 

2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

2.4

Omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor de verkenning op de kansrijkheid (intake):

€ 250,00

b.

voor het vervolgoverleg (omgevingstafel):

€ 1.000,00

c.

voor elk volgend (omgevingstafel)overleg:

€ 750,00

d.

indien een stedenbouwkundig advies en/of een landschappelijk advies moet worden ingewonnen worden de leges verhoogd met de kostprijs van deze adviezen, met een maximale hoogte per advies van:

€ 1.000,00

 

Het op grond van onderdeel d. verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

€ 21,00

 

vermeerderd met:

0,52%

 

van de bouwkosten;

 

b.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 83,00

 

vermeerderd met:

0,49%

 

van de bouwkosten;

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 135,00

 

vermeerderd met:

0,48%

 

van de bouwkosten;

 

d.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

€ 187,00

 

vermeerderd met:

0,47%

 

van de bouwkosten;

 

e.

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 291,00

 

vermeerderd met:

0,47%

 

van de bouwkosten;

 

f.

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

€ 552,00

 

vermeerderd met:

0,47%

 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 60.000,00

g.

De onder a. t/m f. berekende leges worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 1,00.

 
 

 

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

€ 90,00

 

vermeerderd met:

2,25%

 

van de bouwkosten;

 

b.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 359,00

 

vermeerderd met:

2,12%

 

van de bouwkosten;

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 589,00

 

vermeerderd met:

2,08%

 

van de bouwkosten;

 

d.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

€ 814,00

 

vermeerderd met:

2,07%

 

van de bouwkosten;

 

e.

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 1.268,00

 

vermeerderd met:

2,05%

 

van de bouwkosten;

 

f.

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

€ 2.402,00

 

vermeerderd met:

2,03%

 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 260.000,00

 

Het tarief bedraagt:

 

g.

De onder a. t/m f. berekende leges worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 1,00.

 
 

 

2.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 379,00

3.

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit die voldoet aan het gestelde in bijlage 1 onderdelen 1 tot en met 8, en 10, waarbij de bouwkosten minder bedragen dan € 5.000:

€ 256,00

4.

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit die voldoet aan het gestelde in bijlage 1, onderdelen 1 tot en met 8 en 10, waarbij de bouwkosten meer bedragen dan € 5.000:

€ 487,00

5.

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit die voldoet aan het gestelde in bijlage 1, onderdeel 9 en 11, bedraagt het tarief:

€ 3.097,00

a.

bij functiewijziging naar wonen:

€ 1.549,00

b.

vermeerderd met een bedrag van:

€ 1.191,00

 

per woning

 

6.

voor overige buitenplanse omgevingsplanactiviteiten:

€ 3.728,00

 

 

2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 172,40

 

 

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 0,00

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 0,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 0,00

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

 

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 0,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 0,00

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 0,00

3.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 0,00

4.

Het eerste lid, aanhef en onder a., en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Leusden is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 
 

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 
 

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 
 

 

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 0,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 0,00

 

 

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Leusden in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 0,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 0,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 0,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 
 

 

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00

 

 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

2.12

Gereserveerd

 
 

 

2.13

Gereserveerd

 
 

 

2.14

Gereserveerd

 
 

 

2.15

Gereserveerd

 
 

 

2.16

Gereserveerd

 
 

 

2.17

Gereserveerd

 
 

 

2.18

Gereserveerd

 
 

 

2.19

Gereserveerd

 
 

 

2.20

Gereserveerd

 
 

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

2.21

Gereserveerd

 
 

 

2.22

Gereserveerd

 
 

 

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 
 

Gereserveerd

 
 

 

2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 
 

Gereserveerd

 
 

 

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 
 

Gereserveerd

 
 

 

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 184,00

 

 

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken van een of meerdere uitwegen, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 184,00

 

 

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 
 

Gereserveerd

 
 

 

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Bomenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 18,10

 

 

2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

 
 

Gereserveerd

 
 

 

2.32

Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 34,00

 

 

2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 
 

Gereserveerd

 
 

 

2.34

Andere activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 34,00

 

 

Paragraaf 2.9

Gereserveerd

 

2.35

Gereserveerd

 
 

 

2.36

Gereserveerd

 
 

 

2.37

Gereserveerd

 
 

 

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 94,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 94,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 0,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a., b. of c., bedraagt het tarief, per uur:

€ 94,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 125,00

 

 

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 193,00

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 
 

 

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 125,00

 

 

2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 
 

Gereserveerd

 
 

 

2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b., in behandeling is genomen:

€ 0,00

 

 

2.44

Beoordeling onderzoeksrapport (zonder omgevingsvergunning)

 
 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

 

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 3.728,00

 

 

2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 188,00

 

 

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 
 

 

2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 0,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.500,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a. en b.:

€ 1.500,00

 

 

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten en verstrekken bodeminformatie

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

 

1.

als het een historisch bodemonderzoeksrapport betreft conform de NEN5725 (recentste versie):

€ 73,60

2.

als het een bodemonderzoeksrapport betreft als bedoeld in de aanvraagvereisten in de Omgevingsregeling, aangeleverd zonder digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie):

€ 237,40

3.

als het een bodemonderzoeksrapport betreft als bedoeld in de aanvraagvereisten in de Omgevingsregeling, aangeleverd met ook een digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie):

€ 192,40

4.

als het een ander bodemonderzoeksrapport betreft aangeleverd zonder digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie):

€ 237,40

5.

als het een ander bodemonderzoeksrapport betreft aangeleverd met ook een digitaal Sikb-0101 xml-bestand (recentste versie):

€ 192,40

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 147,30

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 147,30

d.

voor de beoordeling van een rapport betreffende de stikstof uitstoot:

€ 147,30

e.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.183,00

f.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 147,30

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens omtrent de bodemkwaliteit van een locatie, voor zover het niet een aanvraag in het kader van een omgevingsvergunning betreft:

€ 79,50

g.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om een ontheffing voor hogere waarden besluiten (geluid) als bedoeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving

€ 884,00

 

 

2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 94,00

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, indien zich wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets nodig is:

€ 625,00

c.

Indien, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, een stedenbouwkundig en/of een landschappelijk advies moet worden ingewonnen, en de aanvrager dit advies niet zelf bekostigt, worden de leges verhoogd met de kostprijs van deze adviezen, met een maximale hoogte per advies van:

€ 1.000,00

d.

Voor een advies bedoeld onder c. wordt het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeeld, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d., is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

e.

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5 en 2.6 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in die artikelen bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 94,00

f.

Voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a. tot en met e: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

g.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

Bij werkzaamheden en advisering voor defensie-inrichtingen is de DVO Vrom defensie inrichtingen en bijbehorende productcatalogus van toepassing.

 
 

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b., en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a., en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 
 
  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 
 
  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 
 
  • c.

    binnen twaalf maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 
 

 

2.53

Vermindering als gevolg van de ambitie in de Transitievisie Warmte om het verduurzamen van woningen en gebouwen te stimuleren.

 

a.

Voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.5 en 2.6 bestaat aanspraak op vermindering van leges met:

50%

 

wanneer uit de aanvraag blijkt dat een bestaande woning wordt geïsoleerd en dat de omgevingsvergunning nodig is om de isolatie te realiseren in verband met de uitbreiding van het bouwvolume door het isolatiemateriaal. De vermindering wordt toegekend mits een isolatiewaarde Rc van 3,5 of meer voor de betreffende bouwdelen wordt bereikt.

 
 

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 

 

2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 
 

 

2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van drie weken na het in behandeling nemen ervan:

75%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

b.

indien de aanvraag (reguliere procedure) wordt ingetrokken na drie weken en binnen zeven weken na het in behandeling nemen ervan:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

 

2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen drie weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

indien de aanvraag (uitgebreide procedure) wordt ingetrokken na drie weken en binnen vijfentwintig weken na het in behandeling nemen ervan:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

 

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

De teruggaaf bedraagt bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 
 

 

2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 
 

 

2.60

Teruggaaf als gevolg van de ambitie in de Duurzaamheidsagenda om het energieneutraal renoveren van woningen en gebouwen te stimuleren

 
 

Voor de activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6 bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges wanneer de aanvrager aantoont dat er energieneutraal is gerenoveerd. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een bevestiging van het verwijderen van de gasaansluiting of door een aangepast energiecontract.

 

a.

De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in geval van renovatie van een bestaande woning zodat er geen gasaansluiting meer aanwezig is in de woning.

50%

b.

De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges tot een maximum van € 15.000 voor het totale project in geval van renovatie van een complex woningen waarbij woningen zonder gasaansluiting worden gerealiseerd.

50%

c.

De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges tot een maximum van € 15.000 in geval van renovatie van een bestaand bedrijfsgebouw zodat er geen gasaansluiting meer aanwezig is in het bedrijfsgebouw.

50%

 

Onder ‘een complex woningen’ wordt voor de toepassing van onderdeel b. verstaan: een bouwplan of ontwikkeling die in het kader van deze onderdelen als een eenheid moet worden beschouwd, gelet op de bouwkundige en perceelindeling, het opdrachtgeverschap, de eigendom, functie(s), bedoeling en het karakter van het (ver)bouwplan. Verschillende omgevingsvergunningen of aanvragen om een omgevingsvergunning kunnen deel uitmaken van één project.

 
 

 

2.61

Teruggaaf in geval van sanering van asbestdaken ter versnelling van de duurzaamheid

 
 

Voor de sloopactiviteiten als bedoeld in artikel 2.7 bestaat aanspraak op teruggaaf van leges indien de sloopactiviteiten (tevens) de sanering van een of meerdere asbestdaken betreffen. De teruggaaf bedraagt:

100%

 

van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

 

2.62

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 
 

 

2.63

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag wordt niet teruggegeven als het bedrag minder bedraagt dan:

€ 25,00

 

 

HOOFDSTUK 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 
 

 

Paragraaf 3.1

Horeca

 

3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

1.

voor inrichtingen die vallen onder de Alcoholwet:

€ 196,80

2.

voor inrichtingen die niet vallen onder de Alcoholwet:

€ 338,50

b.

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 44,30

c.

een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning ten behoeve van:

 

1.

een terras:

€ 70,40

2.

het afwijken van het algemeen geldende sluitingsuur:

€ 70,40

 

 

3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 474,00

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 44,30

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 44,30

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 44,30

e.

een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 44,30

 

 

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

3.3

Vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt:

 

1.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

voor een seksinrichting:

€ 710,00

b.

voor een escortbedrijf:

€ 710,00

c.

voor wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 176,00

 

 

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

3.4

Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 34,30

 

 

Paragraaf 3.4

Evenementen

 

3.5

Organiseren evenement

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een klein evenement vallend onder de behandelclassificatie A, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid, en waarbij (schriftelijke) instemming van de lokale hulpdiensten voldoende is:

€ 52,50

b.

een middelgroot evenement vallend onder de behandelclassificatie A, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid, en waarbij bespreking met de hulpdiensten in het BPG-overleg noodzakelijk is of een calamiteitenplan opgesteld moet worden:

€ 103,00

c.

een evenement vallend onder de behandelclassificatie B, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid:

€ 216,40

d.

een evenement vallend onder de behandelclassificatie C, zoals bedoeld in de HEV: procesmodel evenementenveiligheid:

€ 431,20

e.

een herdenkingsplechtigheid, een niet-commercieel evenement in het kader van een nationale feestdag of landelijke activiteit, of een evenement waarvan de opbrengst ten goede komt aan enig ideëel doel, ongeacht de van toepassing zijnde behandelclassificatie:

€ 31,00

2.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een evenement als bedoeld in onderdeel 1. a. tot en met d. dat gedurende twee of meerdere aaneengesloten dagen gehouden worden de in die onderdelen genoemde tarieven verhoogd met:

50%

3.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een meerjarige vergunning voor een evenement als bedoeld in onderdeel 1 a. tot en met d. worden de in die onderdelen genoemde tarieven verhoogd met:

50%

4.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een jaarvergunning voor meerdere evenementen als bedoeld in onderdeel a. wordt het in dat onderdeel genoemde tarief verhoogd met:

50%

5.

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1 a. tot en met e. wordt, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag niet wordt ingediend voor de daarvoor geldende termijn als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening, het in dat onderdeel genoemde tarief verhoogd met:

50%

 

 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 

3.6

Standplaatsvergunningen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening, geldig voor:

 

a.

minder dan drie dagen:

€ 34,30

b.

drie dagen of meer, maar minder dan twaalf dagen:

€ 52,30

c.

twaalf dagen of meer, maar niet langer dan één jaar:

€ 87,50

 

 

Paragraaf 3.6

Kinderopvang

 

3.7

Kinderopvang en peuterspeelzalen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

€ 1.239,00

b.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

€ 467,00

 

Indien de in onderdeel a. bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf:

75%

 

van de op grond van dit artikel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

Indien de in onderdeel a. bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van tien weken na het in behandeling nemen ervan, of wordt afgewezen op grond van de inspectie voor aanvang exploitatie, bedraagt de teruggaaf:

50%

 

van de op grond van dit artikel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 

 

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

3.8

Niet benoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 52,50

Bijlage 1 behorende bij de Legesverordening 2024 van gemeente Leusden

Betreft: definitie kleine buitenplanse afwijking zoals bedoeld in artikel 2.6, lid 3, 4 en 5 van de tarieventabel.

Waar in deze bijlage wordt verwezen naar wet- of regelgeving dan wordt verwezen naar de wet- en regelgeving zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Onder een kleine buitenplanse afwijking wordt verstaan:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan met een oppervlakte van niet meer dan 150 m2, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

    • c.

      de aanleg van zonnepanelen voor eigen gebruik bij een woning met een oppervlakte niet meer dan 100 m2;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

  • 7.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 8.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 9.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 10.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden;

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 11.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Bij de toepassing van bovenstaande blijft het aantal woningen gelijk. Deze eis is niet van toepassing op de gevallen, bedoeld in:

  • a.

    onderdeel 1, voor zover het betreft huisvesting in verband met mantelzorg,

  • b.

    onderdelen 9 en 11. 6.

Onderdelen 9 en 11 zijn niet van toepassing op een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.