Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 23-12-2023 t/m 08-03-2024

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023, nummer 2023_B&W_00814;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

(Legesverordening Steenwijkerland 2024).

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het verstrekken aan publiciteitsmedia van door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen raadsstukken, tenminste omvattende raadsagenda’s, raadsvoorstellen, besluitenlijsten, de productbegrotingen en de sectorplannen;

  • b.

    stukken waarvan de verstrekking van belang is voor opinievorming met het oog op een goede democratische bestuursvoering;

  • c.

    collectevergunningen en vergunningen ingevolge artikel 3 van de Wet op de kansspelen aangevraagd en bestemd voor plaatselijke verenigingen, kerken en instituten met een charitatief karakter;

  • d.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • e.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • f.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning, voor zover het een woningaanpassing vallend onder de Wet maatschappelijke ondersteuning betreft en hiervoor een beschikking is afgegeven.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, dat besluit of die handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.30 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al rekening is gehouden bij het vaststellen of wijzigen van deze verordening bij raadsbesluit.

Artikel 11 Dienstverleningsovereenkomst

Als in een tussen het college van burgemeester en wethouders en provincie of rijksoverheid gesloten dienstverleningsovereenkomst een ander tarief voor een omschreven dienst, besluit of handeling is bepaald dan genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel, dan wordt dit tarief doorberekend in de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Steenwijkerland 2023, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2022, nummer 2022-RAAD-00051, laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit van 12 juni 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Steenwijkerland 2024.

Ondertekening

Steenwijk, 19 december 2023

De raad voornoemd,

de griffier,

A. ten Hoff

de voorzitter,

J.H. Bats

Bijlage TARIEVENTABEL behorende bij de Legesverordening Steenwijkerland 2024

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Tarief

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking en registratie of omzetting partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor:

 

a.

de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

1.

maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 16.00 uur, door middel van een verkorte ceremonie in de raadszaal

€ 256,00;

2.

maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 18.00 uur, in de raadszaal, met uitzondering van het onder 1 genoemde

€ 419,90;

3.

maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 18.00 uur, met uitzondering van het onder 1 en 2 en het in artikel 1.2 genoemde

€ 524,85;

4.

maandag tot en met vrijdag, tussen 0.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 24.00 uur

€ 670,55;

5.

zaterdag

€ 1.024,00;

6.

zon- en feestdagen

€ 1.280,00;

b.

de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk aan een balie in het gemeentehuis, met uitzondering van het in artikel 1.2, onderdeel a, genoemde

€ 71,40.

Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking en registratie of omzetting partnerschap in trouwkamer

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

a.

dinsdag om 8.15 uur en 8.45 uur in de trouwkamer van het gemeentehuis

kosteloos;

b.

maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 16.00 uur, door middel van een verkorte ceremonie in de trouwkamer

€ 188,90;

c.

maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 18.00 uur, in de trouwkamer, met uitzondering van het onder a en b genoemde

€ 358,40.

Artikel 1.3 Aanwijzen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 206,55;

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 338,05.

Artikel 1.4 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 42,85.

Artikel 1.5 Annuleren of wijzigen datum en/of tijdstip

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum en/of een gereserveerd tijdstip voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, te annuleren of te wijzigen

€ 57,65.

Artikel 1.6 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 23,55.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Tarief

Artikel 1.7 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42;

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42;

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42;

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,42.

Artikel 1.8 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,92;

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 36,93.

Artikel 1.9 Versnelde uitreiking en bezorging

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.7 en 1.8, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen

€ 57,09;

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.7 en 1.8, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen

€ 18,01.

Artikel 1.10 Hoesje identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een hoesje voor een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 1.8

€ 1,10.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Tarief

Artikel 1.11 Rijbewijs

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,11.

Artikel 1.12 Spoedlevering

 

Het tarief genoemd in artikel 1.11 wordt bij een spoedlevering verhoogd met

€ 39,65.

Artikel 1.13 Hoesje rijbewijs

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een hoesje voor een rijbewijs als bedoeld in artikel 1.11

€ 1,10.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen

Tarief

 

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een uittreksel

€ 6,70;

b.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,85;

c.

tot het verstrekken van gegevens betreffende de protocollering, per verstrekking

€ 24,15;

d.

tot het verstrekken van gegevens, per persoonslijst

€ 16,00.

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,85.

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50.

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 13,10.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Tarief

Artikel 1.19 Afschriften van stukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 142,45;

b.

een afschrift van de gemeenterekening

€ 142,45;

c.

een exemplaar van de Bouwverordening

€ 65,75;

d.

een exemplaar van de toelichting op de Bouwverordening

€ 65,75;

e.

een exemplaar van de Welstandsnota, integraal in zwart-wit uitvoering

€ 68,70;

f.

een exemplaar van de Welstandsnota, integraal gekleurd

€ 316,10;

g.

een exemplaar van de Brandbeveiligingsverordening

€ 38,00;

h.

een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 74,40;

i.

een exemplaar van een omgevingsplan, bestaande uit toelichting, voorschriften en ongekleurde plankaart

€ 87,85.

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Tarief

Artikel 1.20 Kopie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan of stadsvernieuwing:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,65;

b.

in formaat A3, per bladzijde

€ 1,20;

Artikel 1.21 Lichtdruk

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan of stadsvernieuwing, per lichtdruk

€ 9,30.

Artikel 1.22 Inlichtingen en inzage

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting

€ 8,15.

2.

Het tarief bedraagt voor het verlenen van inzage van de perceelskaarten, per perceelskaart

€ 8,15.

Artikel 1.23 Naspeuringen op aanvraag

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in het gemeentelijke vastgoedinformatiesysteem voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 15,75.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.24 Beperkingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per pagina

€ 7,05.

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per pagina

€ 7,05.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 15,75.

4.

Het op grond van het derde lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Tarief

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35;

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 9,30.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Tarief

Artikel 1.26 Naspeuringen in het gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in en het verstrekken van inlichtingen uit de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 13,10.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27 Digitaliseren

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag digitaliseren van in het gemeentearchief berustende stukken, formaat A3 of kleiner, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 13,10.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.28 Reproductie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een papieren reproductie van een in het gemeentearchief berustend stuk, kleiner dan formaat A3, per pagina

€ 0,65;

b.

een reproductie (fysiek of digitaal) van een in het gemeentearchief berustend stuk, formaat A3 of groter, per stuk

€ 9,00.

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Tarief

Artikel 1.29 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder a, van de Leegstandwet

€ 256,15;

b.

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder b, van de Leegstandwet

€ 170,65;

c.

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder c en d, van de Leegstandwet

€ 89,10;

d.

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, zesde lid, van de Leegstandwet

€ 47,40.

2.

Indien aanvragen als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

Artikel 1.30 Wet op de kansspelen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor onbepaalde tijd, voor één kansspelautomaat

€ 226,50;

b.

voor onbepaalde tijd, voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50,

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00.

Artikel 1.31 Wegenverkeerswetgeving

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een jaarontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor bewoners en/of bedrijven als genoemd in de artikelen 7 en 8 van het Ontheffingenbeleid Parkeren Steenwijk 2015, per in de ontheffing opgenomen kenteken

€ 45,10;

b.

een voor een dag geldende ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, per in de ontheffing opgenomen kenteken

€ 4,50;

c.

een voor een week geldende ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, per in de ontheffing opgenomen kenteken

€ 13,45;

d.

een voor een maand geldende ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, per in de ontheffing opgenomen kenteken

€ 22,40;

e.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 45,10;

f.

een ontheffing als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 91,00,

per in de ontheffing opgenomen adres vermeerderd met

€ 11,35;

g.

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 17,00.

2.

Het tarief bedraagt voor het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 128,05.

3.

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een kenteken op een onderbord bij bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

€ 52,35.

4.

Het tarief bedraagt voor het verplaatsen van een bij een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) geplaatst bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

€ 46,55.

5.

Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een transponder als bedoeld in de Verordening selectieve toelating binnenstad Steenwijk

€ 51,60.

Dit bedrag wordt teruggegeven wanneer de transponder in goede staat wordt ingeleverd.

Paragraaf 1.10 Diversen

Tarief

Artikel 1.32 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 7,05;

b.

fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,65;

c.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de onder a en b genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 9,30;

d.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 8,15;

e.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 9,70.

Artikel 1.33 Regeling burgerluchthavens

 

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar op basis van de Regeling burgerluchthavens bedragen

€ 47,90.

Artikel 1.34 Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing ingevolge de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland:

 

a.

voor het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten de daarvoor bestemde kampeerterreinen, door groepen uitgaande van een vereniging of andere organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard (groepskamperen)

€ 69,00;

b.

voor een standplaats of uitstalling op de weg, voor onbepaalde tijd

€ 288,65;

c.

voor een standplaats of uitstalling op de weg, voor bepaalde tijd

€ 47,90.

2.

De in het eerste lid, onder c en d genoemde leges worden niet geheven ter zake van standplaatsen of uitstallingen ten behoeve van een ideëel doel.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge hoofdstuk 17 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

€ 288,65.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1, onderdeel 3, van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

€ 47,90.

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 6:4, onderdeel 2, van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

€ 47,90.

6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 24:5 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

€ 283,90.

7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een ligplaatsenvergunning ingevolge artikel 24:8 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

€ 283,90.

8.

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van degene op wiens naam de in het zesde en zevende lid bedoelde vergunning is gesteld of op aanvraag van zijn rechtverkrijgende, om overschrijving op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld, voor zover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het gebruik of de locatie, bedragen

€ 34,25.

Artikel 1.35 Ondergrondse infrastructuur

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 19:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

€ 371,85.

2.

Het in het eerste lid genoemde tarief wordt verhoogd met

€ 1,30

per strekkende meter sleuf waarop de aanvraag betrekking heeft, met een minimale verhoging van

€ 45,10.

3.

Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in artikel 19:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland als er sprake is van een sleuflengte van 1.000 strekkende meter of meer. Voor het in behandeling nemen van een dergelijke aanvraag is het tarief:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

4.

Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 19:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland op grond van onvolledigheid/niet ontvankelijkheid niet (verder) in behandeling wordt genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van

75%

van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges.

5.

Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 19:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland wordt ingetrokken terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf:

 

a.

als de aanvraag binnen twee weken na het in behandeling nemen ervan wordt ingetrokken, van

75%

van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges;

b.

in andere gevallen dan genoemd onder a, van

60%

van de voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges.

6.

Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 19:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland op advies van de gemeente wordt ingetrokken en binnen één maand wordt gevolgd door een nieuwe aanvraag, die voldoet aan het advies van de gemeente, worden de voor de ingetrokken aanvraag verschuldigde leges in mindering gebracht op de voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artkel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

a.

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

b.

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

c.

bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschied, wordt onder bouwkosten verstaan: de prijs, exlusief omzetbelasting, die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

d.

kleine buitenplanse omgevingsactiviteit: de activiteiten die zijn benoemd in bijlage 2 van deze verordening.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een conceptaanvraag;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Tarief

Artikel 2.4 Informatieverzoek en conceptaanvraag

 

Wanneer, voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van dit hoofdstuk wordt ingediend, een informatieverzoek of een conceptaanvraag wordt ingediend over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een informatieverzoek

€ 0,00;

b.

voor een ambtelijk advies over de wenselijkheid van een initiatief

€ 0,00;

c.

voor een advies over de haalbaarheid van een initiatief (omgevingstafel over een conceptaanvraag)

€ 250,00.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Tarief

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de bouwkosten minder dan € 25.000,00 bedragen

0,75%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 69,46;

b.

als de bouwkosten € 25.000,00 tot € 50.000,00 bedragen

van de bouwkosten, met een minimum van

0,74%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 185,25;

c.

als de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen

0,73%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 366,79;

d.

als de bouwkosten € 200.000,00 tot € 750.000,00 bedragen

0,70%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 1.393,82;

e.

als de bouwkosten € 750.000,00 tot € 2.500.000,00 bedragen

0,65%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 4.860,95;

f.

als de bouwkosten € 2.500.000,00 of meer bedragen

0,58%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 14.420,82.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de bouwkosten minder dan € 25.000,00 bedragen

2,25%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 208,39;

b.

als de bouwkosten € 25.000,00 tot € 50.000,00 bedragen

2,22%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 562,50;

c.

als de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen

2,20%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 1.111,50;

d.

als de bouwkosten € 200.000,00 tot € 750.000,00 bedragen

2,09%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 4.401,54;

e.

als de bouwkosten € 750.000,00 tot € 2.500.000,00 bedragen

1,94%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 15.680,49;

f.

als de bouwkosten € 2.500.000,00 of meer bedragen

1,73%

van de bouwkosten, met een minimum van

€ 48.609,51.

Artikel 2.6a Bouwactiviteit (duurzame maatregelen)

 

In afwijking van de artikelen 2.5 en 2.6 worden er geen leges berekend over het deel van de bouwkosten dat betrekking heeft op bouwwerkzaamheden die bestaan uit het treffen van duurzame voorzieningen voor eigen gebruik. Als de bouwkosten alleen bestaan uit kosten voor het treffen van de duurzame voorzieningen voor eigen gebruik, bedraagt het tarief maximaal

€ 233,38.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 233,38.

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Tarief

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in Hoofdstuk 20 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland, in samenhang met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument

€ 194,45;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 194,45.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument

€ 194,45;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 194,45.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in Hoofdstuk 20 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland, in samenhang met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 233,38.

Artikel 2.11 Gereserveerd

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Tarief

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat)

€ 4.144,00;

b.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, waarbij tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure)

€ 6.720,00.

Artikel 2.12a Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd

€ 4.144,00;

b.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarbij tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure)

€ 6.720,00.

Artikel 2.13 t/m Artikel 2.20 Gereserveerd

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Tarief

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 233,38.

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 466,76.

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Tarief

Artikel 2.23 t/m Artikel 2.27 Gereserveerd

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 554,03.

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Tarief

Artikel 2.29 Gereserveerd

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in hoofdstuk 8 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 138,90.

Artikel 2.31 t/m Artikel 2.33 Gereserveerd

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld, bedraagt het tarief

€ 100,05.

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Tarief

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift

€ 875,00;

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift

€ 875,00.

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift

€ 2.240,00.

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift

€ 2.240,00.

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift

€ 0,00.

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Tarief

Artikel 2.38 Gereserveerd

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Tarief

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit

€ 125,03.

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft, met een minimum van

€ 138,90.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning

€ 125,03.

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.4 van toepassing is

€ 0,00.

Artikel 2.43 Gereserveerd

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan

€ 7.503,30.

2.

Het bepaalde in het vorige onderdeel is niet van toepassing als kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan

€ 111,15.

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Tarief

Artikel 2.46a Planologische strijdigheid met het omgevingsplan

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:

 

a.

voor het beoordelen of een omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met de regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet

€ 500,00;

b.

voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit)

€ 1.250,00;

c.

voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit)

€ 5.002,15.

2.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien artikel 5.36 van de Omgevingswet wordt toegepast (tijdelijke afwijking), in andere gevallen dan genoemd in het eerste lid

€ 555,75.

3.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van een schutting en/of een carport

€ 277,85.

4.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het tijdelijk wonen in een recreatief nachtverblijf

€ 87,00.

5.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op duurzaamheidswerkzaamheden voor eigen gebruik

€ 500,00.

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

5,00%.

2.

In afwijking van het vorige onderdeel worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

10,00%

indien door de gemeente een legalisatieonderzoek is uitgevoerd.

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 0,00;

b.

als sprake is van een andere activiteit dan genoemd in het vorige onderdeel

€ 0,00.

2.

Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten.

 

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 277,85;

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 277,85;

c.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER)

€ 555,70;

d.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport

€ 277,85.

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad

€ 500,15;

b.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in het vorige onderdeel:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Tarief

Artikel 2.52 en Artikel 2.53 Gereserveerd

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Tarief

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

85,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt

70,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

70,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift op verzoek

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op schriftelijk verzoek van de gemeente (college van burgemeester en wethouders/budgethouder) intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van

100,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt

25,00%

van de voor de activiteit waarvoor de vergunning is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

25,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de Dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Tarief

Artikel 3.1 Alcoholwet

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 384,95;

b.

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 47,90;

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 178,55;

d.

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 47,90;

e.

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 47,90.

Artikel 3.2 Coffeeshop

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een gedoogbeschikking voor het exploiteren van een coffeeshop voor een periode van vijf jaar

€ 360,25.

Artikel 3.3 Exploiteren horecabedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ingevolge de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een horecabedrijf

€ 60,15.

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Tarief

Artikel 3.4 Seksinrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor het exploiteren of wijzigen van een seksinrichting:

 

a.

indien de vergunning voor een periode van een jaar of korter wordt verleend

€ 501,85;

b.

indien de vergunning voor een periode langer dan een jaar tot maximaal drie jaar wordt verleend

€ 1.005,30.

Artikel 3.5 Escortbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor het exploiteren of wijzigen van een escortbedrijf:

 

a.

indien de vergunning voor een periode van een jaar of korter wordt verleend

€ 127,95;

b.

indien de vergunning voor een periode langer dan een jaar tot maximaal drie jaar wordt verleend

€ 258,70.

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Tarief

Artikel 3.6 Ontheffing winkeltijdenwet

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 47,90;

b.

tot het intrekken of wijzigen van een onder a bedoelde ontheffing

€ 47,90.

Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen

Tarief

Artikel 3.7 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor het organiseren van een evenement

€ 47,90.

Paragraaf 3.5 Diversen

Tarief

Artikel 3.8 Rondvaart-, verhuur- en andere boten

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van:

 

a.

een vergunning voor de uitoefening van een rondvaartbedrijf

€ 275,00,

per in de vergunning opgenomen rondvaartboot vermeerderd met

€ 68,70;

b.

een door of namens de gemeente verstrekt kenteken voor een rondvaartboot, per set van twee kentekenplaten

€ 31,50;

c.

een vergunning tot het uitoefenen van een botenverhuurbedrijf

€ 275,00,

per in de vergunning opgenomen verhuurboot vermeerderd met

€ 68,70;

d.

een door of namens de gemeente verstrekt kenteken voor een verhuurboot, per set van twee kentekenplaten

€ 31,50;

e.

een door of namens de gemeente verstrekt kenteken voor een boot, breder dan 1,80 meter, niet zijnde een rondvaartboot of verhuurboot, per set van twee kentekenplaten

€ 31,50.

2.

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag van degene op wiens naam de in het eerste lid, onder a en c, bedoelde vergunning is gesteld, voor wijziging dan wel uitbreiding van de vergunning, bedragen

€ 275,00,

per extra in de gewijzigde of uitgebreide vergunning opgenomen rondvaartboot of verhuurboot vermeerderd met

€ 68,70.

Artikel 3.9 Ontheffing Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22:3, tweede lid, van de Verordening Fysieke Leefomgeving Steenwijkerland

€ 45,10.

Artikel 3.10 Ontheffing maximale breedte Dorpsgracht Giethoorn

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in het “Verkeersbesluit tot instelling van een maximaal toelaatbare breedte van 1,80 meter voor alle schepen in de Dorpsgracht te Giethoorn, vanaf de Volkersvaart (paal 5) tot aan de Molenvaart (paal 1)”

€ 45,10.

2.

Inwoners, zoals weergegeven op de bij het in het eerste lid genoemde verkeersbesluit behorende kaart, zijn vrijgesteld van het bepaalde in het eerste lid.

 

Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Tarief

Artikel 3.11 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 47,90.

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2023.

De griffier van Steenwijkerland,

Bijlage 1 Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)

De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Nr. 2011-2000541953

19 januari 2012, Stcrt. 2012, nr. 1567

§ 1 Aanduidingen, begripsbepalingen

  • 1.

    Verstaan wordt onder:

    de aannemer: de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie het werk is opgedragen;

    de aannemingssom: het bedrag, waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

    het bestek: de beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing;

    bouwstoffen: de in het werk te brengen materialen, voorwerpen, onderdelen, installaties of onderdelen daarvan, grond van allerlei soort en dergelijke;

    dag: kalenderdag;

    de opdrachtgever: de natuurlijke of rechtspersoon, die het werk opdraagt;

    de overeenkomst: de tussen opdrachtgever en aannemer tot stand gekomen overeenkomst van aanneming van werk;

    UAV: deze Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012;

    het werk: het uit te voeren werk, technische installatiewerk of de te verrichten levering;

    werkdag: een kalenderdag, tenzij deze valt op een algemeen of ter plaatse van het werk erkende, of door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of andere niet individuele vrije dag.

Bijlage 2 Definitie kleine buitenplanse omgevingsactiviteit

Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit is:

  • a.

    een activiteit waarvoor het omgevingsplan bepaalt dat een vergunning nodig is, maar het volgens de beoordelingsregels niet mogelijk is de vergunning te verlenen;

  • b.

    een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.

Alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten vallen onder het begrip “buitenplanse omgevingsplanactiviteit” als bedoeld in artikel 2.46a, eerste lid, onderdeel c van deze verordening, tenzij sprake is van een “kleine buitenplanse omgevingsactiviteit” als bedoeld in artikel 2.46a, eerste lid, onderdeel b van deze verordening. Dit laatste is het geval als de activiteit valt binnen één van de volgende categorieën:

  • 1.

    Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

    • b.

      de oppervlakte bedraagt niet meer dan 150 m2.

  • 2.

    Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening (nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-spoorweg-, water- of luchtverkeer) wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5m, en

    • b.

      de oppervlakte bedraagt niet meer dan 50m2.

  • 3.

    Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10m, en

    • b.

      de oppervlakte bedraagt niet meer dan 50m2.

  • 4.

    Een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw.

  • 5.

    Een antenne-installatie, mist niet hoger dan 40 meter.

  • 6.

    Een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling (de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit).

  • 7.

    Het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.

  • 8.

    Het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.

  • 9.

    Het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de vigerende wet- en regelgeving aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning is niet in strijd met de regels gesteld in de Omgevingswet;

    • c.

      de bewoner had de recreatiewoning op 31 oktober 2003 als woning in gebruik en bewoont deze sindsdien onafgebroken;

    • d.

      de bewoner was op 31 oktober 2003 meerderjarig.

  • 10.

    Ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 9 voor een termijn van ten hoogte 10 jaar.

  • 11.

    Het realiseren van een Bed & Breakfast in een bijgebouw in het buitengebied.

  • 12.

    Het plaatsen van lichtmasten bij sportvelden.

  • 13.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ander gebruik en/of een andere activiteit aanwijzen als “kleine omgevingsplanactiviteit”:

    • -

      wanneer er geen of weinig relatie is met de instructieregels van het Rijk en de provincie, en

    • -

      wanneer er niet of nauwelijks adviezen van buiten de gemeentelijke organisatie noodzakelijk zijn.