Onderhoudsverordening Waterschap De Dommel 2024

Geldend van 03-01-2024 t/m heden

Intitulé

Onderhoudsverordening Waterschap De Dommel 2024

Het algemeen bestuur van Waterschap De Dommel,

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 17 oktober 2023 , kenmerk 151262/ 151263

B E S L U I T :

vast te stellen de Onderhoudsverordening Waterschap De Dommel 2024.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

  • a.

    aangelande: de eigenaar, de beperkt gerechtigde en/of gebruiker van een aan een waterstaatswerk grenzend perceel;

  • b.

    A- en B-wateren: oppervlaktewaterlichamen, geregistreerd in de legger als respectievelijk A- of B-water overeenkomstig artikel 2.39 van de wet;

  • c.

    bestuur: het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel;

  • d.

    buitengewoon onderhoud: het in stand houden van het waterstaatswerk overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie;

  • e.

    gesloten seizoen: de periode van 1 oktober tot 1 april;

  • f.

    gewoon onderhoud: werkzaamheden die de functie van het waterstaatswerk in stand houden;

  • g.

    legger: legger als bedoeld in artikel 2.39 van de wet of in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet;

  • h.

    ondersteunend kunstwerk: werk dat van belang is voor de taakuitoefening van het waterschap, voor de waterkering of voor het functioneren van de waterhuishouding;

  • i.

    projectbesluit: projectbesluit als bedoeld in afdeling 5.2 van de wet;

  • j.

    talud: hellend oppervlak van oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen;

  • k.

    omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in afdeling 5.1 van de wet;

  • l.

    waterhuishoudkundige functie: functie die de provincie of het waterschap aan het waterstaatswerk heeft toegekend;

  • m.

    waterkering: kunstmatige hoogte, natuurlijke hoogte of gedeelte daarvan met ondersteunende kunstwerken, die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben en als dusdanig geregistreerd zijn in de legger;

  • n.

    waterschapsverordening: waterschapsverordening Waterschap De Dommel 2024;

  • o.

    waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk;

  • p.

    werken: alle door menselijk toedoen ontstane of gemaakte constructies of inrichtingen, inclusief bouwwerken, en restanten daarvan;

  • q.

    wet: Omgevingswet.

Artikel 1.2 Verplichtingen

  • 1. De eigenaar van grond heeft verplichtingen op basis van deze verordening.

  • 2. Is de grond met een beperkt recht bezwaard of is de grond op basis van een persoonlijk recht in gebruik gegeven, dan hebben ook de beperkt gerechtigden en de gebruikers verplichtingen op basis van deze verordening.

  • 3. Alle gerechtigden die in het eerste en tweede lid zijn genoemd, hebben ieder voor het geheel de verplichtingen uit deze verordening.

Artikel 1.3 Algemene regels

Het bestuur kan voor de verplichtingen, zoals bedoeld in hoofdstuk 2 algemene regels stellen. Deze regels kunnen een gehele of gedeeltelijke vrijstelling inhouden van de geboden die in deze artikelen zijn genoemd. Het bestuur kan ook nadere regels stellen voor deze verplichtingen.

Hoofdstuk 2. Beheer en onderhoud van waterstaatswerken

Artikel 2.1 Onderhoudsplicht

  • 1. Onderhoudsplichtigen zijn degenen die in de legger of in hoofdstuk 4 in deze verordening, tot het verrichten van gewoon of buitengewoon onderhoud aan waterstaatswerken zijn aangewezen.

  • 2. Onderhoudsplichtigen van waterstaatswerken zijn verplicht tot instandhouding van het waterstaatswerk overeenkomstig zijn functie.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid kan bij algemene regel, omgevingsvergunning of projectbesluit anders worden bepaald.

Artikel 2.2 Gewoon onderhoud aan waterkeringen

De onderhoudsplichtigen van waterkeringen dragen te allen tijde zorg voor een goede toestand van de waterkeringen.

Artikel 2.3 Gewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

  • 1. De onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen zijn verplicht tot het daaruit verwijderen van voor het functioneren van het oppervlaktewaterlichaam schadelijke begroeiingen en van afval.

  • 2. De in het eerste lid vermelde onderhoudsplichtigen zijn tevens verplicht tot het herstellen van beschadigingen aan oevers en tot het onderhouden van begroeiingen, dienstig aan de waterhuishoudkundige functies van het oppervlaktewaterlichaam.

Artikel 2.4 Gewoon onderhoud aan ondersteunende kunstwerken en werken

  • 1. De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken of werken die in, op, aan, onder, boven of naast waterkeringen zijn aangebracht en mede een waterkerende functie hebben, zijn verplicht deze waterkerend te houden.

  • 2. De middelen bestemd tot afsluiting van ondersteunende kunstwerken dienen door de onderhoudsplichtigen in goede staat te worden onderhouden en zo vaak als dat door of namens het bestuur nodig wordt geoordeeld, dient de goede werking te worden getoond. Het waterkerend houden betreft zowel de instandhouding als het functioneren van het werk.

  • 3. De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken of werken die in, op, aan, onder of boven oppervlaktewaterlichamen zijn aangebracht en mede een waterhuishoudkundige functie hebben, dienen die in goede staat van onderhoud te houden.

Artikel 2.5 Buitengewoon onderhoud aan waterstaatswerken

  • 1. De onderhoudsplichtigen van waterstaatswerken zijn verplicht tot instandhouding daarvan overeenkomstig de legger.

  • 2. Buitengewoon onderhoud door derden aan keringen mag niet worden uitgevoerd in het gesloten seizoen.

Hoofdstuk 3. Toezicht en handhaving

Artikel 3.1 Aanwijzing toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de ambtenaren van het waterschap of andere personen die daartoe bij besluit van het bestuur zijn aangewezen.

Artikel 3.2 Strafbepalingen

  • 1. Overtreding van deze verordening en de daarop gebaseerde regelgeving is verboden.

  • 2. Overtreding van de bepalingen van deze verordening en de daarop gebaseerde regelgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 3. Indien ten tijde van het plegen van de in het eerste lid genoemde overtreding nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de overtreder wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis tot het dubbele van het gestelde maximum worden opgelegd.

Hoofdstuk 4. Overgangsrechtelijke bepalingen

Artikel 4.1 Onderhoud aan waterstaatswerken zonder (actuele) legger

  • 1. Voor waterstaatswerken, waarvoor het vaststellen van een legger ingevolge de Waterschapswet is voorgeschreven, maar waarvoor nog geen legger is vastgesteld, is de onderhoudsplicht als volgt, tenzij het onderhoud bij omgevingsvergunning of projectbesluit anders is bepaald:

    • a.

      Voor waterkeringen of gedeelten van waterkeringen en ondersteunende kunstwerken met een waterkerende functie berust het gewoon onderhoud bij de eigenaar/gebruiker ervan en het buitengewoon onderhoud bij het waterschap;

    • b.

      Voor een oppervlaktewaterlichaam, en bijbehorende ondersteunende kunstwerken, ten aanzien waarvan registratie in de legger als a-water is voorgeschreven, maar nog niet heeft plaatsgevonden volgens artikel 6.4, eerste lid, van de waterschapsverordening geschiedt het onderhoud door of vanwege het waterschap overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 2.

    • c.

      Voor andere oppervlaktewaterlichamen dan bedoeld in het eerste lid, sub b, en bijbehorende ondersteunende kunstwerken, berust het gewoon en buitengewoon onderhoud bij de aangelanden.

  • 2. Voor waterstaatwerken, waarvoor het vaststellen van een legger ingevolge de Waterschapswet is voorgeschreven en die op grond van een projectbesluit of een omgevingsvergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, geldt, zolang vaststelling van een legger of van een wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, dat voor de onderhoudsplichten de ligging, vorm, afmeting en constructie van het waterstaatwerk worden aangehouden, zoals aangegeven in het projectbesluit of de omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 5.2 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Onderhoudsverordening Waterschap De Dommel 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 29 november 2023.

Het algemeen bestuur,

E. de Ridder

watergraaf

H.J. Kielenstijn

secretaris

Toelichting

Algemeen

Grondslag en reden vaststelling

Het algemeen bestuur stelt de onderhoudsverordening vast op grond van artikel 56 in combinatie met artikel 78 van de Waterschapswet. Op grond van deze artikelen stelt het algemeen bestuur verordeningen vast die nodig zijn voor de behartiging van de opgedragen taken. Ingevolge artikel 2.2, tweede lid, van het Omgevingsbesluit mogen bepalingen met betrekking tot onderhoud aan waterstaatswerken niet in de waterschapsverordening worden opgenomen. Voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet waren dergelijke bepalingen in de Keur opgenomen. Om deze reden dient het algemeen bestuur een afzonderlijke onderhoudsverordening vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Het eerste hoofdstuk bevat begripsomschrijvingen. Ook regelt het eerste hoofdstuk dat het dagelijks bestuur bevoegd is tot het stellen van algemene en nadere regels ten aanzien van de onderhoudsverplichtingen.

Hoofdstuk 2 Beheer en onderhoud van waterstaatswerken

Het tweede hoofdstuk regelt de onderhoudsplichten bij waterstaatswerken. Dit hoofdstuk heeft een belangrijke relatie met de legger op grond van artikel 78 van de Waterschapswet, ook wel onderhoudslegger genoemd. In de onderhoudslegger staan de onderhoudsplichtigen, die aan de onderhoudsverplichtingen uit hoofdstuk 2 moeten voldoen.

Hoofdstuk 3 Toezicht en handhaving

In dit hoofdstuk staan de bepalingen over de aanwijzing van toezichthouders en strafbepalingen.

Hoofdstuk 4 Overgangsrechtelijke bepalingen

Het vierde hoofdstuk bevat een aantal overgangsrechtelijke bepalingen.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Het laatste hoofdstuk bevat bepalingen over de inwerkingtreding en een citeertitel.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat de begripsomschrijvingen, waarbij is aangesloten bij de begrippen in de Omgevingswet en de daarop gebaseerde regelgeving.

Artikel 1.2 Verplichtingen

Dit artikel regelt dat de verplichtingen in deze verordening rusten op eigenaren van gronden, beperktgerechtigden en grondgebruikers. Beperktgerechtigden zijn bijvoorbeeld mensen die geen eigenaar zijn, maar wel het recht hebben om de grond te gebruiken op basis van bijvoorbeeld een recht van opstal, erfpacht of een erfdienstbaarheid. Dat zijn zogenoemde zakelijke rechten. Een huurovereenkomst is een voorbeeld van een persoonlijk recht. De verplichtingen rusten op al deze gerechtigden. Elke gerechtigde kan op zijn of haar verplichtingen worden aangesproken voor het geheel. De gerechtigden zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de nakoming van verplichtingen.

Artikel 1.3 Algemene regels

Op grond van dit artikel kan het dagelijks bestuur algemene of nadere regels stellen ten aanzien van de onderhoudsverplichtingen in hoofdstuk 2.

Hoofdstuk 2 Beheer en onderhoud van waterstaatswerken

Artikel 2.1 Onderhoudsplicht

In dit artikel wordt algemeen geregeld dat degenen die zijn aangewezen als onderhoudsplichtigen in de legger, verplicht zijn tot het verrichten van gewoon of buitengewoon onderhoud, zoals beschreven is in hoofdstuk 2. Met dit artikel wordt de verbinding gelegd tussen de legger en de gebodsbepalingen in hoofdstuk 2. De legger geeft aan wie onderhoudsplichtig is, de gebodsbepalingen geven aan welk onderhoud van deze onderhoudsplichtigen wordt geëist. De legger die hier bedoeld wordt is de zogenaamde onderhoudslegger, bedoeld in artikel 78, tweede lid, Waterschapswet.

Artikel 2.2 Gewoon onderhoud aan waterkeringen

Waterkeringen hebben een waterkerende functie. Het gewoon onderhoud is erop gericht dat de waterkering die functie behoudt. Hierbij moet gedacht worden aan het verwijderen van schadelijk wild en begroeiingen die aantoonbaar schade toebrengen aan het waterkerend vermogen van de waterkering. De bestrijding van muskus- en beverratten is uitgezonderd. De zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken door muskus- en beverratten berust ingevolge artikel 1, derde lid, Waterschapswet bij het waterschap.

Artikel 2.3 Gewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

Oppervlaktewaterlichamen hebben diverse functies in de waterhouding, waaronder waterkwantiteit, waterkwaliteit en scheepvaart. Het gewoon onderhoud is erop gericht dat oppervlaktewaterlichamen deze functies behouden. In dit kader is in dit artikel bepaald wat de onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen voor het gewoon onderhoud in ieder geval moeten doen. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk van de lokale situatie. Het maaien en verwijderen van begroeiing kan daarvoor vaker of minder vaak nodig zijn dan eens per jaar. De oevers en taluds alsmede de daartoe behorende oeververdedigingswerken dienen behoorlijk in stand te worden gehouden, voor zover dat nodig is om te voorkomen dat door inzakking de af- en/of aanvoer van water wordt gehinderd.

Artikel 2.4 Gewoon onderhoud aan ondersteunende kunstwerken en werken

Het gaat hier om (kunst)werken die (mede) een waterhuishoudkundige functie hebben, zoals duikers, overkluizingen en stuwen. Deze werken moeten zodanig worden onderhouden dat er aan de functie voor het watersysteem voldaan kan worden.

Artikel 2.5 Buitengewoon onderhoud aan waterstaatswerken

Dit artikel geeft aan welk buitengewoon onderhoud door onderhoudsplichtigen moet worden gepleegd aan waterstaatswerken.

Hoofdstuk 3. Toezicht en handhaving

Artikel 3.1 Aanwijzing toezichthouders

Onder toezichthouder verstaat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Hieruit vloeit voort dat de toezichthoudende bevoegdheden uit de Awb alleen kunnen worden uitgeoefend door personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift als zodanig zijn aangewezen. Dit artikel voorziet in de vereiste wettelijke grondslag voor de aanwijzing van toezichthouders.

Artikel 3.2 Strafbepalingen

Artikel 81 Waterschapswet bepaalt welke maximumstraf op overtreding van de verordening kan worden gesteld. Deze strafmogelijkheid moet in de verordening zelf worden gepositioneerd. In dit artikel is de maximumstraf opgenomen, namelijk drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie als bedoeld in artikel 23 Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Deze strafbepalingen staan los van het bestuursrechtelijke instrumentarium – last onder bestuursdwang en last onder dwangsom.

Hoofdstuk 4. Overgangsrechtelijke bepalingen

Artikel 4.1 Onderhoud aan waterstaatswerken zonder (actuele) legger

Het is mogelijk dat het bestuur op grond van artikel 78, tweede lid, Waterschapswet nog geen legger heeft vastgesteld voor (bepaalde) waterstaatswerken. De onderhoudsplichtigen volgen dan niet uit een onderhoudslegger. Artikel 4.1 voorziet in een vangnet voor deze situaties.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 5.2 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.