Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709743
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR709743/1
Verordening van de raad van Leidschendam-Voorburg regelende de heffing en invordering van leges 2024 (Legesverordening 2024)
Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening van de raad van Leidschendam-Voorburg regelende de heffing en invordering van leges 2024 (Legesverordening 2024)De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
Gelet op:
- artikel 156,eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h;
- artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
- de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;
- artikel 13.1a van de Omgevingswet;
Besluit vast te stellen:
De verordening op de heffing en invordering van Leges 2024
(inclusief Omgevingswet)
Artikel 1 - Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 – Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
één en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 - Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 - Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
- c.
de op basis van hoofdstuk 3, paragraaf 2 geheel en paragraaf 7 onder 3.7.13 berekende leges voor zover de vergunning wordt aangevraagd voor:
- •
het in behandeling nemen van aanvragen voor het afgeven van een collectevergunning aan erkende goede doelen voor zover deze zijn geregistreerd in het Register goede doelen van het Centraal Bureau Fondsenwerving;
- •
het in behandeling nemen van aanvragen tot het afgeven van een vergunning voor het houden van niet-commerciële activiteiten door organisaties, zonder winstoogmerk, die een cultureel, sociaal of voor de gemeente promotioneel doel nastreven;
- •
het in behandeling nemen van aanvragen tot het afgeven van een vergunning voor zover de vergunning wordt aangevraagd voor kleinschalige, niet-commerciële buurtgerichte activiteiten;
- •
het in behandeling nemen van aanvragen tot het afgeven van een vergunning van niet-commerciële activiteiten van (sport)verenigingen waarbij de behartiging van een sociaal en/of sportief belang voorop staat.
- •
Artikel 5 - Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 – Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 – Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen één maand na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 - Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 – Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 – Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een tariefsverlaging betreffen;
- c.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van het kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van Hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel betreft:
1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten);
2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
3. artikel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
4. artikel 1.8.8.1 (verklaring omtrent het gedrag);
Hoofdstuk 3:
5. artikelen 3.7.7, 3.7.7.1, 3.7.7.2, 3.7.8 en 3.7.9 (kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 - Overgangsrecht
- 1.
De ‘Verordening op de heffing en invordering van Leges 2023 inclusief legestarieventabel 2023 van 9 november 2022 en de 1e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van Leges 2023 van 20 december 2022 worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat de bepalingen die ingevolge deze verordening zijn gewijzigd van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 - Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Legesverordening 2024”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg
d.d. 8 november 2023;
de griffier, de voorzitter,
R.G.R. Jeene, M.W. Vroom
Bijlage Tarieventabel leges, behorende bij de Legesverordening 2024 (inclusief Omgevingswet)
(iBabs 3243)
Indeling tarieventabel |
||
Hoofdstuk 1 |
Algemene dienstverlening |
|
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
Paragraaf 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Paragraaf 1.3 |
Rijbewijzen |
|
Paragraaf 1.4 |
Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens (BRP) |
|
Paragraaf 1.5 |
Huisvestingswet 2014 |
|
Paragraaf 1.6 |
Leegstandswet |
|
Paragraaf 1.7 |
Verkeer en vervoer |
|
Paragraaf 1.8 |
Diversen |
|
Hoofdstuk 2 |
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet |
|
Paragraaf 2.1 |
Begripsomschrijvingen |
|
Paragraaf 2.2 |
Omgevingsoverleg (initiatieffase / haalbaarheidsfase) |
|
Paragraaf 2.3 |
Aanvraag initiatieffase, haalbaarheidsfase en omgevingsvergunning |
|
Paragraaf 2.4 |
Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) |
|
Paragraaf 2.5 |
Omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit (ruimtelijke deel) |
|
Paragraaf 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit |
|
Paragraaf 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een (al dan niet voorbeschermd) gemeentelijk, provinciaal en/of rijksmonument en/of een rijksmonumentenactiviteit |
|
Paragraaf 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot beeldbepalende (groen)objecten, bijzondere landschapselementen en/of aardkundige waarden |
|
Paragraaf 2.9 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot werelderfgoed |
|
Paragraaf 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot overig cultureel erfgoed |
|
Paragraaf 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit en/of sloopactiviteit met betrekking tot het slopen in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd en / of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
Paragraaf 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit voor het opbreken van verharding in openbaar gebied, al dan niet gecombineerd met graven in openbaar gebied waarbij de vrijstellingsgrens van de archeologische waarde niet wordt overschreden. |
|
Paragraaf 2.13 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanleggen, onderhouden / repareren of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied |
|
Paragraaf 2.14 |
Omgevingsplanactiviteit voor het graven in een gebied waarbij de vrijstellingsgrens van de archeologische verwachtingswaarde wordt overschreden. |
|
Paragraaf 2.15 |
Omgevingsplanactiviteit voor het graven in een beperkingengebied leidingen |
|
Paragraaf 2.16 |
Omgevingsplanactiviteit voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg / plaats |
|
Paragraaf 2.17 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanleggen of veranderen van een weg |
|
Paragraaf 2.18 |
Omgevingsplanactiviteit voor het maken, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg / uitrit |
|
Paragraaf 2.19 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanleggen van een alarminstallatie die voor de omgeving een opvallend geluid- of lichtsignaal kan produceren |
|
Paragraaf 2.20 |
Omgevingsplanactiviteit voor het kappen / vellen van een houtopstand |
|
Paragraaf 2.21 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanbrengen van (handels)reclame op of aan een onroerende zaak |
|
Paragraaf 2.22 |
Omgevingsplanactiviteit voor het opslaan van roerende zaken |
|
Paragraaf 2.23 |
Toestaan dat roerende zaken worden opgeslagen in een onroerende zaak (in door de provincie of gemeente aangewezen gebieden |
|
Paragraaf 2.24 |
Overige gevallen waarvan in een verordening of in het omgevingsplan is aangegeven dat een omgevingsvergunningplicht geldt |
|
Paragraaf 2.25 |
Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (omgevingsvergunning milieuactiviteit, volgens artikel 2.2a Besluit Omgevingsrecht. Geldt voor diverse activiteiten met milieugevolgen |
|
Paragraaf 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit voor het toevoegen van een geluidgevoelig gebouw binnen een geluidaandachtsgebied |
|
Paragraaf 2.27 |
Activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving (Natura 2000-activiteiten en/of flora- en fauna-activiteiten |
|
Paragraaf 2.28 |
Buiten behandeling stellen van een aanvraag of activiteit |
|
Paragraaf 2.29 |
Teruggaaf leges bij intrekken ruimtelijk initiatief, aanvraag omgevingsvergunning of omgevingsplanactiviteit |
|
Paragraaf 2.30 |
Restitutie leges |
|
Paragraaf 2.31 |
Externe advies- en instemmingskosten |
|
Paragraaf 2.32 |
Overige |
|
Hoofdstuk 3 |
Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2 |
|
Paragraaf 3.1 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
Paragraaf 3.2 |
Organiseren evenementen of markten |
|
Paragraaf 3.3 |
Teruggaaf en restitutie |
|
Paragraaf 3.4 |
Seksinrichting of escortbedrijven |
|
Paragraaf 3.5 |
Huisvesting |
|
Paragraaf 3.6 |
Leefmilieuverordening |
|
Paragraaf 3.7 |
Overig |
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening 2024
Paragraaf 1.1 |
Burgerlijke stand |
|
Artikelen: |
||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een gemeentelijke locatie op: |
|
1.1.1.1 |
Maandag tot en met vrijdag vanaf 08.00 uur tot 16.45 uur |
€ 580,00 |
1.1.1.2 |
Maandag tot en met vrijdag vanaf 16.45 uur tot 22.00 uur |
€ 580,00 |
1.1.1.3 |
Zaterdag vanaf 8.00 uur tot 22.00 uur |
€ 701,60 |
1.1.1.4 |
Zondag vanaf 13.00 uur tot 22.00 uur |
€ 731,05 |
1.1.1.5 |
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in Huygensmuseum Hofwijck op: |
|
1.1.1.6 |
Woensdag en donderdag van 10.00 uur tot 12.00 uur |
€ 854,30 |
1.1.1.7 |
Vrijdag van 10.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur |
€ 854,30 |
1.1.1.8 |
Zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur |
€ 1.032,30 |
1.1.1.9 |
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten de hiervoor met name genoemde locaties op: |
|
1.1.1.10 |
Maandag tot en met vrijdag vanaf 08.00 uur tot 22.00 uur |
€ 494,00 |
1.1.1.11 |
Zaterdag vanaf 8.00 uur tot 22.00 uur |
€ 494,00 |
1.1.1.12 |
Zondag vanaf 13.00 uur tot 22.00 uur |
€ 494,00 |
1.1.1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het voor een tweede en volgende keren verzetten van een reservering als bedoeld in de onderdelen 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.12 |
€ 169,40 |
1.1.1.14 |
Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot een eenvoudige huwelijksvoltrekking, dan wel een eenvoudige registratie van een partnerschap in het Klant Contact Centrum in Leidschendam: |
|
1.1.1.15 |
Dinsdag en woensdag om 14.00 en 14.30 uur. |
€ 177,15 |
1.1.1.16 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag voor: |
|
1.1.1.16.1 |
Een eenmalige benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (Babs) voor een bepaald huwelijk / partnerschap, inclusief beëdiging door de rechtbank. |
€ 295,10 |
1.1.1.16.2 |
Een eenmalige benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (Babs) voor een bepaald huwelijk / partnerschap, die al beëdigd is door de rechtbank |
€ 59,00 |
1.1.1 17 |
Het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
€ 169,40 |
1.1.1.18 |
Een huwelijksvoltrekking en (omzetten) partnerschapsregistratie (kosteloze wettelijke verplichting) in het Klantcontactcentrum in Leidschendam op dinsdag om 9.30 uur en 9.45 uur. |
Gratis |
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.2.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in geval van een kosteloze huwelijksvoltrekking of kosteloze registratie van het partnerschap |
€ 44,95 |
1.1.2.2 |
een duplicaat trouwboekje of partnerschapboekje |
€ 44,95 |
1.1.3 |
Het van gemeentewege zorgdragen voor de aanwezigheid van getuigen bij een huwelijksvoltrekking of registratie van het partnerschap per kwartier per getuige |
€ 25,40 |
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier, ongeacht het resultaat |
€ 25,40 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
€ 16,60 |
1.1.5.1 |
Nalatenschap |
Rijkstarief |
1.1.5.2 |
Verklaring huwelijksbevoegdheid |
Rijkstarief |
1.1.5.3 |
Voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand |
Rijkstarief |
1.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een beschikking waarbij toestemming wordt verleend de lijkbezorging te doen plaatsvinden buiten de daartoe in de Wet op de lijkbezorging gestelde termijn |
€ 11,45 |
Hoofdstuk 1.2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
Artikelen: |
||
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 83,85 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. |
€ 63,40 |
1.2.2 |
voor een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. |
€ 83,85 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. |
€ 63,40 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander worden behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. |
€ 83,85 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. |
€ 63,40 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen. |
€ 63,40 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. |
€ 75,80 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. |
€ 40,90 |
1.2.6 |
van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€ 36,90 |
1.2.7 |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen: |
€ 57,05 |
Hoofdstuk 1.3 |
Rijbewijzen |
|
Artikelen: |
||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 51,10 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 39,65 |
Hoofdstuk 1.4 |
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen (BRP) |
|
Artikelen: |
||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan, verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking of gewaarmerkt afschrift |
€ 18,30 |
1.4.2.2 |
Indien de aanvraag als bedoeld in 1.4.2.1 via het digitaal loket wordt aangevraagd bedraagt het tarief |
€ 13,25 |
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van informatie per persoonskaart |
€ 18,30 |
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van inlichtingen door middel van een selectie uit de basisregistratie personen per geselecteerd record |
€ 0,40 |
1.4.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring uit de basisregistratie personen |
€ 26,30 |
1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken aan ingeschrevene(n) van een afschrift van de gegevens die omtrent zijn/haar persoon zijn opgenomen in de basisregistratie personen |
€ 20,85 |
1.4.7 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen. |
€ 3,65 |
1.4.8 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 30,65 |
1.4.9 |
Tot het verstrekken van een meertalig woon-en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L200). |
Gratis |
Hoofdstuk 1.5 |
Huisvestingswet 2014 |
|
Artikelen: |
||
1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.5.1 |
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 23,10 |
1.5.2 |
tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 78,30 |
Hoofdstuk 1.6 |
Leegstandswet |
|
Artikelen: |
||
1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 142,85 |
1.6.1.2 |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ 26,30 |
1.6.2 |
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.6.1.1 en 1.6.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school, of een kantoor betreffen, worden de in de subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend). |
Hoofdstuk 1.7 |
Verkeer en vervoer |
|
Artikelen: |
||
1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 31,45 |
1.7.2 |
tot het verkrijgen van een (digitale) ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, uitsluitend voor zover het betreft artikel 25 van dit reglement, per keer of per mutatie op adres met een geldigheidsduur van vier jaren |
€ 70,00 |
1.7.2.1 |
tot het verkrijgen van een (digitale) ontheffing (bezoekerspas) als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeerregels en verkeerstekens 1990, uitsluitend voorzover het betreft artikel 25 van dit reglement, per keer of per mutatie op adres met een geldigheidsduur van één jaar. |
€ 70,00 |
1.7.2.2 |
Tot het verkrijgen van een dagontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor toegang tot het voetgangersgebied Huygenskwartier. |
€ 8,00 |
1.7.3.1 |
Tot het verkrijgen van een Europese gehandicaptenparkeerkaart of een gewestelijke gehandicaptenparkeerkaart. |
€ 218,45 |
1.7.3.2 |
Tot het verkrijgen van een verlenging van een Europese gehandicapten-parkeerkaart of een gewestelijke gehandicaptenparkeerkaart Dit bedrag wordt verhoogd met een bijdrage in de kosten van een medisch onderzoek en/of dossieronderzoek. |
€ 44,60 |
1.7.3.3 |
Tot het verstrekken van duplicaten van Europese gehandicaptenparkeer-kaarten of gewestelijke gehandicaptenparkeerkaarten dan wel omzetten of wijzigen van een kenteken in een gewestelijke gehandicaptenparkeerkaart |
€ 44,60 |
1.7.3.4 |
Tot het verstrekken van een Europese gehandicaptenparkeerkaart of verlenging van een Europese gehandicaptenparkeerkaart bedoeld voor een instelling |
€ 44,60 |
1.7.3.5 |
Tot het verkrijgen van een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart (1e afgifte van de kaart) |
€ 218,45 |
1.7.3.6 |
Tot het verkrijgen van een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart (elke volgende afgifte van de kaart) |
€ 44,60 |
1.7.3.7 |
De bij 1.7.3.1, 1.7.3.2, 1.7.3.6 en 1.7.3.7 vermelde tarieven worden, indien van toepassing verhoogd met de door de keuringsinstantie in rekening te brengen kosten voor het niet verschijnen op een keuringsafspraak en/of voor het brengen van een huisbezoek door de keuringsarts |
Kostprijs |
1.7.3.8 |
Tot het verkrijgen van een tijdelijke gehandicaptenparkeerkaart met een geldigheidsduur van ten hoogste drie maanden |
€ 27,75 |
1.7.4.1 |
Tot het toekennen van een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 110,20 |
1.7.4.2 |
tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats binnen de gemeentegrens |
€ 110,20 |
1.7.4.3 |
Tot het wijzigen van een onderbord op de gehandicaptenparkeerplaats |
€ 44,60 |
1.7.5 |
Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel in artikel 5 van de Wet Personenvervoer (Stb.1987, 175) |
€ 24,70 |
1.7.6 |
Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg (uitweg- of uitritvergunning). |
€ 31,45 |
Hoofdstuk 1.8 |
Diversen |
|
Artikelen: |
||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning voor de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in art. 2.11 van de Algemeen Plaatselijke Verordening voor ieder daaraan besteed half uur |
€ 56,65 |
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.8.2.1 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 31,45 |
1.8.2.2 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
Kostprijs |
1.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
€ 16,50 |
1.8.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.8.4.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting |
€ 49,45 |
1.8.4.2 |
een afschrift van de gemeenterekening |
€ 49,45 |
1.8.4.3 |
een afschrift van het burgerjaarverslag |
€ 49,45 |
1.8.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.5.1 |
een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg |
€ 52,45 |
1.8.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
1.8.6.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object |
€ 31,45 |
1.8.6.2 |
een inschrijving in het register rijksmonumenten die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet. |
€ 31,45 |
1.8.6.3 |
het gemeentelijk erfgoedregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet |
€ 31,45 |
1.8.6.4 |
Tot het verlenen van inzage in bescheiden die in het kader van de Wet bodembescherming opgemaakt worden, per adres |
€ 34,20 |
1.8.7 |
Gegevens bouwarchief: |
|
1.8.7.1 |
Het raadplegen van het bouwarchief |
Gratis |
1.8.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.8.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
Rijkstarief |
1.8.8.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
Rijkstarief |
1.8.8.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening, per handtekening |
€ 10,80 |
1.8.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een andere, in deze titel niet benoemde dienst |
€ 30,55 |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
Paragraaf 2.1 |
Begripsomschrijvingen |
|
Artikelen: |
||
2.1.1 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2.1.2 |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2.1.3 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
2.1.3.1 |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
2.1.3.2 |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
2.1.3.3 |
Aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van het Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt 2012,1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom inclusief omzetbelasting), of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden inclusief omzetbelasting. Als de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden dan zijn de bouwkosten de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, inclusief de omzetbelasting. |
|
2.1.3.4 |
Bouwkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van het Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt 2012,1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom inclusief omzetbelasting), of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin inbegrepen. Als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt dan zijn de bouwkosten de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, inclusief de omzetbelasting. |
|
2.1.3.5 |
cultureel erfgoed: zich in de fysieke leefomgeving bevindend erfgoed bestaande uit: a. monumenten, voor zover het onroerende zaken betreft, met inbegrip van archeologische monumenten, groenmonumenten en beeldbepalende zaken b. stads- en dorpsgezichten, c. cultuurlandschappen, voor zover van algemeen belang vanwege hun schoonheid, vervaardigde structuren, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde; d. terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige archeologische (verwachtings-)waarden e. Unesco Werelderfgoed welke zijn aangewezen of voorbeschermd middels een voorlopige aanwijzing door het Rijk, Provincie of Gemeente. |
|
2.1.3.6 |
Kostprijs: De door de gemeente te maken kosten voor: het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing, ruimtelijke randvoorwaarden en/of het vaststellen van een ruimtelijk-planologisch kader, het verrichten en/of het laten verrichten van onderzoeken, met inbegrip van de kosten voor de toets daarvan en de daarbij te volgen procedures berekend aan de hand van een plankostenscan van de Regeling plankosten exploitatieplan van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. |
|
2.1.3.7 |
Initiatieffase: Initiatief, waarbij adviezen leiden tot ‘go’ of ‘no-go’. Bij een ‘go’ wordt (indien nodig) een intentieovereenkomst en/of anterieure overeenkomst afgesloten of kan een vergunningaanvraag worden ingediend. Concept aanvragen omgevingsvergunning en verzoeken om vooroverleg zijn in deze fase inbegrepen. |
|
2.1.3.8 |
Haalbaarheidsfase: Na afsluiting intentieovereenkomst/initiatieffase. Advisering leidt tot conclusie of een uitgewerkt plan haalbaar is. Bij haalbare plannen wordt (indien nodig) een (anterieure) overeenkomst afgesloten. Voor plannen met een grotere impact wordt allereerst een ruimtelijk kader vastgesteld. |
|
2.1.3.9 |
Uitwerkingsfase: Na afsluiting anterieure overeenkomst. Advisering leidt tot conclusie of een uitgewerkt plan kan worden uitgevoerd. |
Paragraaf 2.2 |
Omgevingsoverleg (initiatieffase / haalbaarheidsfase) |
|
Artikelen: |
||
2.2.1 |
Initiatieffase |
|
2.2.2 |
Het tarief voor het globaal beoordelen van een initiatief door de gemeente op haalbaarheid, in het geval dat het initiatief leidt tot maatschappelijke baten (meer personen / zaken dan alleen de initiatiefnemer profiteren) en geen sprake is van een winstoogmerk |
€ 0,00 |
2.2.3 |
Het tarief voor het globaal beoordelen van een ruimtelijk initiatief door de gemeente op haalbaarheid in het geval dat het initiatief bestaat uit een uitbreiding of aanpassing van een bestaande woning of het anderszins vergroten van het woongenot op het eigen perceel: |
|
2.2.3.1.1 |
Voor een 1e beoordeling op haalbaarheid met bouwkosten < € 10.000 |
€ 0,00 |
2.2.3.1.2 |
Voor een 1e beoordeling op haalbaarheid met bouwkosten > € 10.000 |
€ 248,00 |
2.2.3.2 |
Voor iedere volgende beoordeling op haalbaarheid |
€ 119,00 |
2.2.4 |
Het tarief voor het globaal beoordelen van een ruimtelijk initiatief door de gemeente op haalbaarheid in alle overige gevallen, waaronder ook wordt verstaan de volledige sloop en/of nieuwbouw |
|
2.2.4.1 |
Voor een 1e beoordeling op haalbaarheid |
€ 1.143,00 |
2.2.4.2 |
Voor iedere volgende extra beoordeling op haalbaarheid |
€ 387,00 |
2.2.4.3 |
Indien voor de beoordeling van het ruimtelijk initiatief een beoordeling van de adviescommissie omgevingskwaliteit / ruimtelijke kwaliteit nodig is worden geen kosten in rekening gebracht, tenzij het initiatief meer dan drie keer wordt behandeld. Vanaf de vierde keer wordt het reguliere welstandstarief doorberekend als vermeld in artikel 2.31.2 |
|
2.2.5 |
Haalbaarheidsfase |
|
2.2.5.1 |
De kosten met betrekking tot de advisering of een uitgewerkt plan haalbaar is, bedragen: |
|
2.2.5.2 |
Bij plannen waarbij sprake is van één tot en met drie extra nieuwe woningen |
€ 10.844,00 |
2.2.5.3 |
Bij alle overige plannen |
Kostprijs volgens opgave intentieovereenkomst/ anterieure overeenkomst |
Paragraaf 2.3 |
Aanvraag initiatieffase, haalbaarheidsfase en omgevingsvergunning |
|
Artikelen: |
||
2.3.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een (binnenplanse of buitenplanse) omgevingsvergunning is afhankelijk van de activiteiten die de aanvraag omgevingsvergunning omvat. De tarieven van onderstaande, op de aanvraag van toepassing zijnde activiteiten worden hiertoe bij elkaar opgeteld, ook bij omgevingsvergunningen die in twee fasen worden ingediend: |
Dit geldt voor paragraaf 2.4 t/m 2.27 |
2.3.2 |
Bij aanvragen Initiatieffase, Haalbaarheidsfase en Omgevingsvergunning kunnen de volgende zaken van toepassing zijn: |
|
2.3.2.1 |
Buiten behandeling stellen van een aanvraag of activiteit |
Paragraaf 2.28 |
2.3.2.2 |
Teruggaaf leges bij intrekken ruimtelijk initiatief, aanvraag omgevingsvergunning of omgevingsplanactiviteit |
Paragraaf 2.29 |
2.3.2.3 |
Restitutie leges |
Paragraaf 2.30 |
2.3.2.4 |
Externe advieskosten |
Paragraaf 2.31 |
2.3.2.5 |
Overige |
Paragraaf 2.32 |
Paragraaf 2.4 |
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
Artikelen: |
||
2.4.1 |
Het minimale tarief voor deze activiteit bedraagt: |
€ 250,00 |
2.4.1.1 |
Indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen |
€ 359,00 |
2.4.1.2 |
Indien de bouwkosten minimaal € 10.000 en maximaal € 24.999 bedragen |
€ 718,00 |
2.4.1.3 |
Indien de bouwkosten minimaal € 25.000 en maximaal € 49.999 bedragen |
€ 1.318,00 |
2.4.1.4 |
Indien de bouwkosten minimaal € 50.000 en maximaal € 99.999 bedragen |
€ 2.156,00 |
2.4.1.5 |
Indien de bouwkosten minimaal € 100.000 bedragen |
3% van de bouwsom met een maximum van € 750.000 |
2.4.2 |
De volgende aanvullende tarieven kunnen van toepassing zijn: |
|
2.4.2.1 |
Een eerste beoordeling van een bouwtechnisch onderzoeksrapport, per rapport |
€ 232,00 |
2.4.2.1.1 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepast bouwtechnisch onderzoeksrapport, per rapport |
€ 119,00 |
2.4.2.2 |
Een eerste beoordeling van een milieukundig bodemrapport, per rapport |
€ 258,00 |
2.4.2.2.1 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepast milieukundig bodemrapport, per rapport |
€ 129,00 |
2.4.2.3 |
Een eerste beoordeling van een archeologisch onderzoeksrapport (dit kan een bureauonderzoek zijn, maar ook een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen en/of proefsleuven), per rapport |
€ 258,00 |
2.4.2.3.1 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepast archeologisch onderzoeksrapport, per rapport |
€ 129,00 |
2.4.2.4 |
Een eerste beoordeling van een akoestisch onderzoeksrapport |
€ 258,00 |
2.4.2.4.1 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepast akoestisch onderzoeksrapport, per rapport |
€ 129,00 |
2.4.2.5 |
Het opleveren van een overzicht van relevante kabels en leidingen in het plangebied waar de activiteit zich afspeelt |
€ 55,00 |
2.4.2.6 |
Indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit (bijvoorbeeld op last van de afdeling handhaving van de gemeente) bedraagt het tarief 150% van bovenstaande bedragen. |
150% |
Paragraaf 2.5 |
Omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit (ruimtelijke deel) |
|
Artikelen: |
||
2.5.1 |
Het vaste tarief voor deze activiteit bedraagt: |
|
2.5.1.1 |
Indien een binnenplanse omgevingsplanactiviteit wordt toegepast |
€ 378,00 |
2.5.1.2 |
Indien een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt toegepast |
€ 645,00 |
2.5.1.3 |
In het geval afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is of van toepassing wordt verklaard |
€ 4.227,00 |
2.5.1.4 |
Indien de gemeenteraad adviesrecht toepast bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 2.396,00 |
2.5.1.5 |
In het geval de gemeenteraad moet besluiten over instemming |
€ 2.530,00 |
2.5.1.6 |
In het geval om advies of advies met instemming moet worden verzocht bij een ander (bestuurs)orgaan en/of andere instantie |
€ 232,00 |
2.5.1.7 |
Bij het opleveren van een overzicht van relevante kabels en leidingen in het plangebied waar de activiteit zich afspeelt |
€ 57,00 |
2.5.1.8 |
Bij plannen waarbij sprake is van één tot en met drie extra nieuwe woningen |
€ 10.598,00 |
2.5.2 |
De volgende aanvullende tarieven kunnen van toepassing zijn: |
|
2.5.2.1 |
Een eerste beoordeling van één of meerdere hieronder genoemde onderzoeksrapporten: Onderzoek verkeer Onderzoek geluid Onderzoek luchtkwaliteit Onderzoek natuur Onderzoek stikstofdepositie Onderzoek externe veiligheid Onderzoek water(toets) Onderzoek bodem Onderzoek bedrijven en milieuzonering Onderzoek (vormvrije) m.e.r.-beoordeling (aanmeldnotitie) Onderzoek cultuurhistorie Onderzoek archeologie (archeologisch bureauonderzoek) , per rapport |
€ 273,00 |
2.5.2.1.1 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepast onderzoeksrapport zoals hiervoor genoemd, behoudens archeologie (zie hieronder), per rapport |
€ 136,00 |
2.5.2.2 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepaste rapportage archeologisch bureauonderzoek, per rapport |
€ 136,00 |
2.5.2.3 |
Beoordeling van een Plan van Aanpak voor een archeologisch booronderzoek, proefsleuvenonderzoek en/of definitieve opgraving, per rapport |
€ 136,00 |
2.5.2.4 |
Beoordeling van een Programma van Eisen voor een onderzoek door middel van boringen, per rapport |
€ 273,00 |
2.5.2.5 |
Beoordeling van een Programma van Eisen voor een onderzoek door middel van proefsleuven, per rapport |
€ 410,00 |
2.5.2.6 |
Beoordeling van een rapportage archeologisch veldonderzoek: onderzoek door middel van boringen of proefsleuven, per rapport |
€ 273,00 |
2.5.2.7 |
Beoordeling van een rapportage archeologisch veldonderzoek : onderzoek door middel van een definitieve opgraving, per rapport |
€ 410,00 |
2.5.2.8 |
Een beoordeling van een uitgebreide milieueffectrapportage (MER), per rapport |
€ 1.092,00 |
2.5.2.9 |
Procedure voor het afwijken van een voorbereidingsbesluit (indien een voorbereidingsbesluit is genomen voor het gebied waar de activiteit is voorzien) |
€ 2.184,00 |
2.5.2.10 |
Procedure voor het gebruik maken van een ontheffing binnen provinciale of nationale regelgeving (kosten van de gemeente voor overleg en administratie) |
€ 1.092,00 |
2.5.2.11 |
Indien de aanvraag omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een bouwactiviteit, wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de wijziging (bijvoorbeeld op last van de afdeling handhaving van de gemeente) bedraagt het tarief 150% van bovenstaande bedragen |
150% |
Paragraaf 2.6 |
Omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit |
|
Artikel: |
||
2.6.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde erfgoed |
€ 251,00 |
Paragraaf 2.7 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een (al dan niet voorbeschermd) gemeentelijk, provinciaal en/of rijksmonument en/of een rijksmonumentenactiviteit |
|
Artikelen: |
||
2.7.1 |
Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument |
€ 304,00 |
2.7.2 |
Voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht |
€ 608,00 |
2.7.3 |
Indien de aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de hiervoor genoemde tarieven verhoogd met |
50% |
2.7.4 |
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder gemeentelijk monument respectievelijk voorbeschermd gemeentelijk monument ook verstaan een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Leidschendam-Voorburg / Verordening fysieke leefomgeving is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven, en b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven |
|
Paragraaf 2.8 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot beeldbepalende (groen)objecten, bijzondere landschapselementen en / of aardkundige waarden |
|
Artikel: |
||
2.8.1 |
Indien de aanvraag betreft het aanpassen van een beeldbepalend (groen)object, bijzondere landschapselementen en/of aardkundige waarden, in welke vorm dan ook |
€ 524,00 |
Paragraaf 2.9 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot werelderfgoed |
|
Artikel: |
||
2.9.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op werelderfgoed, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief: |
€ 251,00 |
Paragraaf 2.10 |
Omgevingsplanactiviteit met betrekking tot overig cultureel erfgoed |
|
Artikel: |
||
2.10.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op overig cultureel erfgoed, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief: |
€ 798,00 |
Paragraaf 2.11 |
Omgevingsplanactiviteit en/of sloopactiviteit met betrekking tot het slopen in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd en / of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
Artikelen: |
||
2.11.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, het omgevingsplan of de Erfgoedverordening gemeente Leidschendam- Voorburg / Verordening fysieke leefomgeving , in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten |
€ 240,00 |
2.11.2 |
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven |
|
Paragraaf 2.12 |
Omgevingsplanactiviteit voor het opbreken van verharding in openbaar gebied, al dan niet gecombineerd met graven in openbaar gebied waarbij de vrijstellingsgrens van de archeologische waarde niet wordt overschreden. |
|
Artikel: |
||
2.12.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
€ 377,00 |
Paragraaf 2.13 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanleggen, onderhouden / repareren of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied |
|
Artikel: |
||
2.13.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
€ 345,00 |
Paragraaf 2.14 |
Omgevingsplanactiviteit voor het graven in een gebied waarbij de vrijstellingsgrens van de archeologische verwachtingswaarde wordt overschreden. |
|
Artikel: |
||
2.14.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
€ 524,00 |
Paragraaf 2.15 |
Omgevingsplanactiviteit voor het graven in een beperkingengebied leidingen |
|
Artikel: |
||
2.15.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
€ 524,00 |
Paragraaf 2.16 |
Omgevingsplanactiviteit voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg / plaats |
|
Artikel: |
||
2.16.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: - het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg / plaats, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of - een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg / plaats bedraagt het tarief voor deze activiteit: |
€ 126,00 |
Paragraaf 2. 17 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanleggen of veranderen van een weg |
|
Artikel: |
||
2.17.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: - het aanleggen of veranderen van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of - een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het aanleggen of veranderen van de weg bedraagt het tarief voor deze activiteit: |
€ 366,00 |
Paragraaf 2.18 |
Omgevingsplanactiviteit voor het maken, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg / uitrit |
|
Artikel: |
||
2.18.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: - het maken, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg / uitrit, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of - een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het maken, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg / uitrit bedraagt het tarief voor deze activiteit: |
€ 350,00 |
Paragraaf 2.19 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanleggen van een alarminstallatie die voor de omgeving een opvallend geluid- of lichtsignaal kan produceren |
|
Artikel: |
||
2.19.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: - Aanleggen van een alarminstallatie die voor de omgeving een opvallend geluid- of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of - een omgevingsplanactiviteit bestaande uit Aanleggen van een alarminstallatie die voor de omgeving een opvallend geluid- of lichtsignaal kan produceren bedraagt het tarief voor deze activiteit: |
€ 387,00 |
Paragraaf 2.20 |
Omgevingsplanactiviteit voor het kappen / vellen van een houtopstand |
|
Artikelen: |
||
2.20.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: - het kappen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of - een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het kappen van een houtopstand bedraagt het tarief voor deze activiteit: |
|
2.20.2 |
Een houtopstand bestaande uit 1 tot en met 5 bomen |
€ 179,00 |
2.20.3 |
Een houtbestand bestaande uit 6 tot en met 10 bomen |
€ 299,00 |
2.20.4 |
Een houtbestand bestaande uit meer dan 10 bomen en/of hakhout, een houtwal of een (grotere) lintbegroeiing van heesters en/of struiken |
€ 479,00 |
2.20.5 |
een houtopstand, enkel bestaande uit hakhout, een houtwal of een (grotere) lintbegroeiing van heesters en/of struiken |
€ 180,00 |
2.20.6 |
Een eerste beoordeling van een Boom Effect Analyse onderzoeksrapport, per rapport |
€ 239,00 |
2.20.6.1 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepast Boom Effect Analyse onderzoeksrapport, per rapport |
€ 119,00 |
Paragraaf 2.21 |
Omgevingsplanactiviteit voor het aanbrengen van (handels)reclame op of aan een onroerende zaak |
|
Artikelen: |
||
2.21.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: - het aanbrengen van (handels)reclame op of aan een onroerende zaak als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of - een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het aanbrengen van (handels)reclame op of aan een onroerende zaak bedraagt het tarief voor deze activiteit: |
€ 251,00 |
Paragraaf 2.22 |
Omgevingsplanactiviteit voor het opslaan van roerende zaken |
|
Artikel: |
||
2.22.1 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op: - het opslaan van roerende zaken als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening of - een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het opslaan van roerende zaken bedraagt het tarief voor deze activiteit: |
€ 251,00 |
Paragraaf 2.23 |
Toestaan dat roerende zaken worden opgeslagen in een onroerende zaak (in de door de provincie of gemeente aangewezen gebieden) |
|
Artikel: |
||
2.23.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
€ 240,00 |
Paragraaf 2.24 |
Overige gevallen waarvan in een verordening of in het omgevingsplan is aangegeven dat een omgevingsvergunningplicht geldt |
|
Artikelen: |
||
2.24.1 |
Het tarief van deze activiteit bedraagt: |
|
2.24.2 |
Als het een gemeentelijke verordening betreft |
€ 251,00 |
2.24.3 |
Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft (kosten van de gemeente voor overleg en administratie) |
€ 63,00 |
2.24.4 |
Een eerste beoordeling van een onderzoeksrapport, per rapport |
€ 251,00 |
2.24.4.1 |
Iedere volgende (her)beoordeling van een aangepast onderzoeksrapport, per rapport |
€ 126,00 |
Paragraaf 2.25 |
Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (omgevingsvergunning milieuactiviteit, volgens artikel 2.2a Besluit Omgevingsrecht). Geldt voor diverse activiteiten met milieugevolgen |
|
Artikelen: |
||
2.25.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
|
2.25.2 |
In het geval afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is of van toepassing wordt verklaard |
€ 1.092,00 |
Paragraaf 2.26 |
Omgevingsplanactiviteit voor het toevoegen van een geluidgevoelig gebouw binnen een geluidaandachtsgebied |
|
Artikelen: |
||
2.26 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
|
2.26.1 |
Als het gaat om, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, |
€ 546,00 |
Paragraaf 2.27 |
Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (Natura 2000-activiteiten en/of flora en fauna-activiteiten) |
|
Artikelen: |
||
2.27.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
|
2.27.2 |
Als het gaat om een Natura 2000 activiteit |
€ 546,00 |
2.27.3 |
Als het gaat om een Flora en Fauna activiteit |
€ 546,00 |
Paragraaf 2.28 |
Buiten behandeling stellen van een aanvraag of activiteit |
|
Artikelen: |
||
2.28.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
|
2.28.2 |
Indien een aanvraag of activiteit buiten behandeling wordt gesteld wegens overschrijding van de gestelde aanvullingstermijn, bedraagt de verschuldigde leges: |
€ 119,00 |
Paragraaf 2.29 |
Teruggaaf leges bij intrekking ruimtelijk initiatief, aanvraag omgevingsvergunning of omgevingsplanactiviteit |
|
Artikelen: |
||
2.29.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking van een ruimtelijk initiatief, aanvraag omgevingsvergunning of activiteit als bedoeld in hoofdstuk 2.2 t/m 2.27, bestaat aanspraak op teruggaaf van (een deel van) de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
2.29.2 |
Indien een omgevingsoverleg, aanvraag omgevingsvergunning of omgevingsplanactiviteit wordt ingetrokken op verzoek gemeente worden geen leges in rekening gebracht. |
100% |
2.29.3 |
Indien een ruimtelijk initiatief, aanvraag of omgevingsplanactiviteit wordt ingetrokken binnen twee weken na indiening, bedraagt de teruggaaf van de voor die onderdelen verschuldigde leges: |
70% |
2.29.4 |
Indien een ruimtelijk initiatief, aanvraag omgevingsvergunning of omgevingsplanactiviteit wordt ingetrokken na twee weken en binnen vijf weken na indiening, bedraagt de teruggaaf van de voor die onderdelen verschuldigde leges: |
60% |
2.29.5 |
Indien een ruimtelijk initiatief, aanvraag omgevingsvergunning of omgevingsplanactiviteit wordt ingetrokken na vijf weken en binnen acht weken na indiening, bedraagt de teruggaaf van de voor die onderdelen verschuldigde leges: |
50% |
2.29.6 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning, op verzoek van vergunninghouder, binnen één jaar na afgifte: |
50% |
2.29.7 |
Er is geen teruggaaf mogelijk voor een bedrag lager dan € 232,00 |
|
Paragraaf 2.30 |
Restitutie leges |
|
Artikelen: |
||
2.30.1 |
Indien de aanvraag omgevingsvergunning, bij indiening ervan, is voorzien van een (erkend) gecertificeerde, constructieve en/of bouwtechnische toets kan leges in mindering worden gebracht voor het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning. De vermindering per onderdeel bedraagt: |
|
2.30.1.1 |
voorschriften uit het oogpunt van veiligheid – constructieve aspecten |
5% |
2.30.1.2 |
voorschriften uit het oogpunt van veiligheid – brandtechnische aspecten |
5% |
2.30.1.3 |
voorschriften uit het oogpunt van gezondheid |
5% |
2.30.1.4 |
voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid |
5% |
2.30.1.5 |
voorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid |
5% |
2.30.1.6 |
voorschriften uit het oogpunt van milieu |
5% |
Paragraaf 2.31 |
Externe advies- en instemmingskosten |
|
Artikelen: |
||
2.31.1 |
De volgende aanvullende tarieven in verband met externe advieskosten kunnen van toepassing zijn: |
|
2.31.1.1 |
Indien een advies van de adviescommissie omgevingskwaliteit / ruimtelijke kwaliteit vereist is, bedraagt de verschuldigde leges: |
|
2.31.1.2 |
De beoordeling van een aanvraag met bouwkosten tot € 25.000 bedraagt |
€ 50,00 |
2.31.1.3 |
De beoordeling van een aanvraag met bouwkosten van € 25.000 tot € 2.000.000 bedraagt |
2‰ van de bouwkosten |
2.31.1.4 |
De beoordeling van een aanvraag met bouwkosten vanaf € 2.000.000 bedraagt |
€ 4.000,00 |
2.31.2 |
Indien een advies van de agrarische adviescommissie vereist is, bedraagt de verschuldigde leges: |
kostprijs |
2.31.3 |
Indien een advies van een adviescommissie, anders dan bedoeld in artikelen 2.31.1.1, 2.31.1.2, 2.31.1.3, 2.31.1.4 en 2.31.2 vereist is, bedraagt de verschuldigde leges: |
kostprijs |
2.31.4 |
Indien een advies van een ander adviesorgaan, anders dan bedoeld in artikelen 2.31.1.1, 2.31.1.2, 2.31.1.3, 2.31.1.4 en 2.31.2 vereist is, bedraagt de verschuldigde leges |
Kostprijs |
2.31.5 |
Indien een advies of instemmingsbesluit van een ander bestuursorgaan, anders dan bedoeld in artikelen 2.31.1.1, 2.31.1.2, 2.31.1.3, 2.31.1.4 en 2.31.2 vereist is, bedraagt de verschuldigde leges |
Kostprijs |
Paragraaf 2.32 |
Overige |
|
Artikelen: |
||
2.32.1 |
Het tarief voor deze activiteit bedraagt: |
|
2.32.1.1 |
Als een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk is bedoeld, bedraagt de verschuldigde leges: |
Kostprijs |
2.32.1.2 |
Als een aanvraag op een maatwerkvoorschrift betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk is bedoeld, bedraagt de verschuldigde leges: |
Kostprijs |
Hoofdstuk 3
Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn
en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 |
Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
Artikelen: |
||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 328,70 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 63,45 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet |
€ 60,30 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning tot het uitoefenen van een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg |
€ 480,70 |
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing tot het na algemeen sluitingsuur geopend houden van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.29 derde lid van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg: |
|
per maand of minder |
€ 67,75 |
|
per jaar of minder, doch langer dan een maand |
€ 155,60 |
|
3.1.6 |
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge art. 3 van de Alcoholwet wegens wijziging van leidinggevenden in de zin van art. 1 onder 3o van de Alcoholwet, zijnde de natuurlijke persoon, die onmiddellijk leiding geeft aan de uitoefening van het horeca- of slijtersbedrijf (‘de beheerder’). |
€ 76,00 |
Paragraaf 3.2 |
Organiseren evenementen of markten |
|
Artikelen: |
||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
3.2.1.1 |
Een meldingsplicht O-evenement op basis van de Algemene plaatselijke verordening artikel 2:25 tweede lid |
€ 58,00 |
3.2.1.2 |
Een A-evenement op basis van de Algemene plaatselijke verordening artikel 2:24 derde lid |
€ 106,15 |
3.2.1.3 |
Een B-evenement op basis van de Algemene plaatselijke verordening artikel 2:24 derde lid |
€ 705,50 |
3.2.1.4 |
Een C-evenement op basis van de Algemene plaatselijke verordening artikel 2:24 derde lid |
€ 1.025,45 |
Paragraaf 3.3 |
Restitutie |
|
Artikelen: |
||
3.3.1 |
Teruggaaf als gevolg van een intrekking van een aanvraag evenementenvergunning voor middelgrote en grote evenementen. Als een aanvrager zijn aanvraag tot een evenementenvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
3.3.1.1 |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
70% |
3.3.1.2 |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken na twee weken en binnen vijf weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
60% |
3.3.1.3 |
Indien de aanvraag wordt ingetrokken na vijf weken en binnen acht weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
50% |
3.3.1.4 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende evenementenvergunning op aanvraag van de vergunninghouder van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
50% |
3.3.1.5 |
Weigering van de aanvraag evenementenvergunning van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
50% |
Paragraaf 3.4 |
Seksinrichting en escortbedrijven |
|
Artikelen: |
||
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
3.4.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg: |
|
3.4.1.1 |
voor een seksinrichting of escortbedrijf |
€ 476,25 |
Paragraaf 3.5 |
Huisvesting |
|
Artikelen: |
||
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.5.1 |
tot het verlenen van een vergunning voor het geheel of gedeeltelijk onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 4A:2, aanhef en onder a, van de Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019 |
€ 560,40 |
3.5.2 |
tot het verlenen van een vergunning voor het geheel of gedeeltelijk samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 4A:2, aanhef en onder b, van de Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019 |
€ 560,40 |
3.5.3 |
tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte met drie of meer kamers als bedoeld in artikel 4A:2, aanhef en onder d, van de Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019 |
€ 560,40 |
3.5.4 |
tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer zelfstandige woonruimten als bedoeld in artikel 4A:2, aanhef en onder c, van de Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019 |
€ 560,40 |
3.5.5 |
tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019 |
€ 560,40 |
3.5.6 |
Een vergunning of ontheffing in het kader van de opkoopbescherming als bedoeld in de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2023 |
€ 560,40 |
Paragraaf 3.6 |
Leefmilieuverordening |
|
Artikel: |
||
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een ontheffing of vergunning als bedoeld in de Leefmilieuverordening |
n.v.t. |
Paragraaf 3.7 |
Overig |
|
Artikelen: |
||
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.7.1 |
tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening 2019 Leidschendam-Voorburg |
€ 56,70 |
3.7.2 |
tot inschrijving op de wachtlijst als bedoeld in artikel 4 van het Marktreglement |
€ 35,90 |
3.7.3.1 |
tot het verkrijgen van een nieuwe standplaats |
€ 610,95 |
3.7.3.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een standplaats. |
€ 153,00 |
3.7.3.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een standplaats met een beperkte geldigheidsduur (maximaal acht weken) |
€ 41,50 |
3.7.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.7.5 |
Tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 60,70 |
3.7.6 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.7.5 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 41,50 |
3.7.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
3.7.7.1 |
voor een periode van drie jaren voor één kansspelautomaat |
€ 273,90 |
3.7.7.2 |
Indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt: |
|
- een basisbedrag van |
€ 179,30 |
|
- vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten die op de vergunning zijn vermeld, een bedrag van |
€ 139,85 |
|
3.7.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 41,05 |
3.7.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) |
€ 41,05 |
3.7.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2.39 van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg. |
€ 119,25 |
3.7.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming/vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen in of op openbare gronden (artikel 2.1, lid 1 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2017): |
€ 530,35 |
3.7.11.1 |
Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
Kostprijs |
3.7.11.2 |
Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
Kostprijs |
3.7.11.3 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, per half uur per van gemeentewege aanwezig persoon, verhoogd met |
€ 73,90 |
3.7.11.4 |
Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met |
€ 792,20 |
3.7.11.5 |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
€ 857,40 |
3.7.12 |
Indien een begroting als bedoeld in 3.7.11.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
3.7.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het aanbrengen van kabelgoottegels in de bestaande verharding. |
€ 29,05 |
3.7.14 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 66,85 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl