Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Geldend van 25-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Aa en Hunze

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze van 31 oktober 2023

gelet op:

  • artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet,

  • artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet,

  • artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet en

  • artikel 7 van de Paspoortwet

  • artikel 13.1a van de Omgevingswet

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

(Legesverordening 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

-

dag

:

de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

-

jaar

:

het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;

-

kalenderjaar

:

de periode van 1 januari tot en met 31 december;

-

maand

:

het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

-

week

:

een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    de stukken en legalisatie van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;

  • d.

    de agenda’s voor de vergaderingen van de raad, zowel met als zonder bijbehorende voorstellen, als deze worden gevraagd ten behoeve van de pers of als deze worden gevraagd ten behoeve van een in de gemeente Aa en Hunze gevestigde politieke partij.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde meenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende

schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel,

nota of andere schriftuur, of kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt ingeval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      paragraaf 1.4, artikel 1.18 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      paragraaf 1.7, artikel 1.25, onder a (Verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      paragraaf 1.9, artikel 1.29 (Kansspelen).

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Legesverordening 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 december 2022 en voor het laatst gewijzigd bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 4 juli 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op 7 december 2023.

De griffier,

Mr. E.P. van Corbach.

De voorzitter,

A.W. Hiemstra.

Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de ‘Algemene Legesverordening 2024’, geldend vanaf 1 januari 2024

Indeling tarieventabel

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse Identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieu belastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Paragraaf 2.13 Vermindering

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Overige openbare inrichtingen

Paragraaf 3.4 Ventvergunning

Paragraaf 3.5 Muziekvergunning

Paragraaf 3.6 Evenementenvergunning

Paragraaf 3.7 Marktstandplaatsen

Paragraaf 3.8 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.9 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap gemeentehuis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

Maandagmorgen en dinsdagmorgen om 09.30 uur

€ 0,00

b.

Maandagmorgen en dinsdagmorgen om 10.30 en 11.30 uur

€ 379,90

c.

Maandagmiddag en dinsdagmiddag tussen 13.00 en 16.30 uur

€ 379,90

d.

Woensdag, donderdag en vrijdag tussen 09.30 uur en 16.30 uur

€ 379,90

e.

Maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 en 21.00 uur

€ 569,25

f.

Zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen

€ 724,20

Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap andere locatie

 

Als de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis dan wordt het tarief bedoeld in artikel 1.1 verhoogd met

€ 0,00

Artikel 1.3 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk gemeentehuis

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

a.

Maandag, dinsdag, woensdag of donderdag

€ 58,65

b.

Vrijdag

€ 379,90

c.

Zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen

€ 724,20

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in een huwelijk andere locatie

 

Als het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis dan wordt het tarief bedoeld in artikel 1.3 verhoogd met

€ 0,00

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 127,00

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 252,85

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 36,30

Artikel 1.7 Luiden van de klok

 

Het tarief bedraagt voor het luiden van de klok

€ 27,15

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een geprinte uitvoering:

€ 33,90

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een gekalligrafeerde uitvoering:

€ 47,20

c.

Een bijschrijving van kinderen (kalligrafie) per kind

€ 7,15

d.

Een gekalligrafeerde wijziging in een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 7,15

Artikel 1.9 Annuleren

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een huwelijk of een registratie van het partnerschap te annuleren

€ 103,90

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.10 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

Artikel 1.11 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 
 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

Artikel 1.12 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.10 en 1.11, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.13 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10

Artikel 1.14 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.13 wordt:

 
 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

2.

Voor de afgifte van het formulier Eigen verklaring (voor Verklaring van geschiktheid) wordt het door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen in overleg met het ministerie van Verkeer en Waterstaat vastgestelde bedrag in rekening gebracht.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.15 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.17 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.16 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

Tot het verstrekken van een uittreksel basisregistratie personen via de website

€ 0,00

b.

Tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 9,00

c.

Tot het verstrekken van een internationaal uittreksel, per verstrekking:

€ 12,10

b.

Tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 
 

1.

voor 100 verstrekkingen:

€ 117,35

 

2.

voor 500 verstrekkingen:

€ 392,05

 

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 587,35

 

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 1.960,25

 

5.

voor 10.000 verstrekkingen:

€ 3.921,55

Artikel 1.17 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

Tot het verstrekken van een uittreksel basisregistratie personen via de website

€ 0,00

b.

Tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 9,00

c.

Tot het verstrekken van een internationaal uittreksel, per verstrekking:

€ 12,10

b.

Tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 
 

1.

voor 100 verstrekkingen:

€ 117,35

 

2.

voor 500 verstrekkingen:

€ 392,05

 

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 587,35

 

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 1.960,25

 

5.

voor 10.000 verstrekkingen:

€ 3.921,55

Artikel 1.18 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.16 en 1.17 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.19 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 15,10

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.20 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 72,55

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 39,25

c.

een afschrift van de gemeenterekening met bijbehorende bijlagen:

€ 85,85

Artikel 1.21 Afschrift algemeen plaatselijke verordening

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van de algemeen plaatselijke verordening, per exemplaar:

€ 32,10

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.22 Plan- of kaartinformatie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,25

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,50

Artikel 1.23 Lichtdruk

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lichtdruk van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger, per dm² lichtdruk

€ 4,25

Artikel 1.24 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 4,60

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

Tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 42,95

b.

Tot het legaliseren van een handtekening:

€ 117,75

c.

Tot het bewijs van in leven zijn:

€ 9,00

d.

Tot het verstrekken van iedere andere verklaring omtrent een persoon:

€ 9,00

e.

Tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap, dat niet bestemd is om als reisdocument te dienen:

€ 9,00

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 15,10

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit het gemeentearchief

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

Een afschrift of fotokopie vaneen in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina:

€ 0,25

b.

Een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk:

€ 7,15

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.28 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 96,85

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 96,85

Artikel 1.29 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 
 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 
 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

Artikel 1.30 Telecommunicatiewet en overige kabels en leidingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, dan wel een aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen van overige kabels en/of leidingen

 
 

a.

Tot 20 meter

€ 51,95

 

b.

Vanaf 20 meter

€ 415,60

Artikel 1.31 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 44,75

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 44,75

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 85,05

d.

verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 63,80

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.32 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 4,25

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 9,00

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 9,00

d.

Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 4,25

e.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,25

 

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,50

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven aanlegkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de aanlegkosten vast.

 

5.

Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven bouwkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de bouwkosten vast. De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de laatste versie ‘Basisbedragen Gebouwen Nederlands Bouwkosten Instituut’. Een pdf-versie is te raadplegen op de website van de gemeente onder ‘Basisbedragen Drenthe’ via de zoekterm ‘Bouwkosten’. Aan de hand van deze opgave stellen burgemeester en wethouders het bedrag van de bouwkosten vast ter zake waarvan de leges als bedoeld in artikel 2.5 worden geheven.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

principeverzoek;

 

2.

conceptaanvraag;

 

3.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

4.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

5.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

6.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

7.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

8.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 5;

 

9.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 7.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Conceptaanvraag

 

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van dit hoofdstuk wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptaanvraag over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief

€ 242,10

Artikel 2.5 Principeverzoek

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een principeverzoek in verband met het wel of niet medewerking verlenen aan een ruimtelijke ontwikkeling

€ 121,05

Paragraaf 2.3 ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT BOUWWERKEN

Artikel 2.6 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief als de bouwkosten, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

minder bedragen dan € 25.000,- bedragen

van de bouwkosten

1,05%

met een minimumtarief van

€ 126,00

b.

€ 25.000,- of meer, maar minder dan € 75.000,- bedragen

van de bouwkosten

0,93%

met een minimumtarief van

€ 262,50

c.

€ 75.000,- of meer, maar minder dan € 250.000,- bedragen

van de bouwkosten

0,89%

met een minimumtarief van

€ 697,50

d.

€ 250.000,- of meer, maar minder dan € 500.000,- bedragen

van de bouwkosten

0,87%

met een minimumtarief van

€ 2.225,00

e.

€ 500.000,- of meer, maar minder dan € 1.000.000,- bedragen

van de bouwkosten

0,79%

met een minimumtarief van

€ 4.350,00

f.

€ 1.000.000,- of meer bedragen

van de bouwkosten

0,68%

met een minimumtarief van

€ 7.900,00

met een maximumtarief van

€ 90.000,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief als de bouwkosten, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

minder bedragen dan € 25.000,- bedragen

van de bouwkosten

2,45%

met een minimumtarief van

€ 189,00

b.

€ 25.000,- of meer, maar minder dan € 75.000,- bedragen

van de bouwkosten

2,16%

met een minimumtarief van

€ 612,50

c.

€ 75.000,- of meer, maar minder dan € 250.000,- bedragen

van de bouwkosten

2,07%

met een minimumtarief van

€ 1.620,00

d.

€ 250.000,- of meer, maar minder dan € 500.000,- bedragen

van de bouwkosten

2,03%

met een minimumtarief van

€ 5.175,00

e.

€ 500.000,- of meer, maar minder dan € 1.000.000,- bedragen

van de bouwkosten

1,83%

met een minimumtarief van

€ 10.150,00

f.

€ 1.000.000,- of meer bedragen

van de bouwkosten

1,58%

met een minimumtarief van

€ 18.300,00

met een maximumtarief van

€ 210.000,00

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 207,75

Paragraaf 2.4 ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT CULTUREEL ERFGOED EN WERELDERFGOED 

Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 
 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 207,75

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 207,75

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 3.139,45

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 3.139,45

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 
 
 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 8.036,40

 
 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 8.036,40

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

3.

Als een begroting als bedoeld in het tweede lid is uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

4.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening 2022 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.10 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 207,75

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 207,75

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 207,75

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 3.139,45

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 8.036,40

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in deze paragraaf in de artikelen 2.9, 2.10 en 2.11 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 207,75

Paragraaf 2.5 MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet:

€ 3.655,00

b.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande een activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

€ 3.655,00

paragraaf 2.6 LOZINGSACTIVITEITEN

Artikel 2.14 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 356,00

Artikel 2.15 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 356,00

paragraaf 2.7 aanlegactiviteiten

Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd)

Artikel 2.19 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00

Artikel 2.20 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00

Artikel 2.21 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1,75%

van de aanlegkosten

met een minimumbedrag van

€ 207,75

met een maximumbedrag van

€ 2.854,90

paragraaf 2.8 overige activiteiten

Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 65,00

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd)

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken (gereserveerd)

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit en niet vallende onder de Marktverordening Aa en Hunze 2023 , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Voor een niet-commerciële standplaatsvergunning

€ 0,00

b.

Voor een commerciële standplaatsvergunning

€ 232,85

Artikel 2.27 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

€ 207,75

paragraaf 2.9 maatwerkvoorschriften

Artikel 2.28 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00

Artikel 2.29 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in het omgevingsplan of hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.500,00

Artikel 2.30 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.28 en 2.29, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00

paragraaf 2.10 gelijkwaardigheid

Artikel 2.31 Gelijkwaardige maatregel

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

e.

Het op grond van de onderdelen a, b, c of d, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken..

 

paragraaf 2.11 overige tarieven

Artikel 2.32 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 207,75

Artikel 2.33 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

€ 207,75

Artikel 2.34 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning

€ 207,75

Artikel 2.35 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.52 van toepassing is:

€ 0,00

Artikel 2.36 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel 3, in behandeling is genomen:

€ 121,05

Artikel 2.37 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.43 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.38 Wijzigen van het omgevingsplan

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van wijziging omgevingsplan aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

b.

Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 

c.

Als een begroting als bedoeld in onderdeel a is uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.39 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 207,75

paragraaf 2.12 modaliteiten

Artikel 2.40 Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 planologisch in strijd is met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit) worden de verschuldigde leges voor de activiteiten als bedoeld in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verhoogd:

 

a.

als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet met:

€ 302,40

b.

Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit) met:

€ 483,95

c.

Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) met:

€ 8.036,40

Artikel 2.41 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, wordt het tarief van de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

10%

De verhoging bedraagt niet meer dan

€ 1.781,05

Artikel 2.42 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.275,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 594,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 594,00

Artikel 2.43 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

1.

Voor de beoordeling van een historisch bodemonderzoek:

€ 178,10

2.

Voor de beoordeling van een archeologisch (bodem)rapport:

€ 356,15

3.

Voor de beoordeling van een verkennend bodemonderzoek:

€ 296,80

4.

Voor een nader onderzoek naar aanleiding van een verkennend bodemonderzoek:

€ 474,90

5.

Voor de beoordeling van een rapport Archeologische waarden:

€ 356,15

6.

Voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 356,15

7.

Voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 178,10

8.

Voor de beoordeling van een rapport Beschermwaardige houtopstand:

€ 178,10

9.

Voor de beoordeling van een Erfinrichtingsplan:

€ 178,10

10.

Voor de beoordeling van een Landschappelijk inpassingsplan:

€ 178,10

11.

Voor de beoordeling van een Onderzoek aardkundige waarden:

€ 474,90

12.

Voor de beoordeling van een Flora en Fauna onderzoek:

€ 178,10

13.

Voor de beoordeling van een Cultuurhistorische waarden:

€ 474,90

14.

Voor de beoordeling van een Landschapswaarden

€ 178,10

15.

Voor de beoordeling van een Natuurlijke waarden

€ 178,10

16.

Voor de beoordeling van een Onderzoek geomorfologische waarden

€ 474,90

17.

Voor de beoordeling van een Advies waterbeheerder voor waterhuishoudkundige situatie

€ 356,15

18.

Voor de beoordeling van een Advies geluidrapport

€ 356,15

19.

Voor de beoordeling van een Milieukundig advies

€ 356,15

20.

Voor de beoordeling van een Bedrijfsrapport

€ 356,15

21.

Voor de beoordeling van een Verzoek mantelzorg

€ 178,10

22.

Voor de beoordeling van een Verkeerskundig onderzoek

€ 178,10

23.

Voor de beoordeling van een Stedenbouwkundig advies

€ 474,90

24.

Voor de beoordeling van een Advies van de leidingbeheer(s) nutsvoorzieningen (gas-, water- en hoogspanningsleidingen)

€ 178,10

25.

Voor de beoordeling van een advies of rapport Maatschappelijk en/of Economisch rapport (i.v.m. beoordelen invloed van werken i.r.t. andere voorkomende waarden)

€ 178,10

26.

Voor de beoordeling van een i.v.m. rapport/advies i.v.m. vrijwaringszone radiotelescopen (Astron)

€ 178,10

27.

Voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER)

€ 2.500,00

Artikel 2.44 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 
 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 362,95

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c:

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting, als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.45 Instemming

 
 
 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

paragraaf 2.13 vermindering

Artikel 2.46 Vermindering na conceptaanvraag

 

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel 3, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.9, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptaanvraag als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel 2, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt

van de voor het conceptaanvraag geheven leges.

100%

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de conceptaanvraag betrekking had;

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptaanvraag;

en

c. binnen 12 maanden na de dagtekening van de kennisgeving betreffende de conceptaanvraag is gedaan.

 

Artikel 2.47 Vermindering bij meervoudige aanvragen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

paragraaf 2.14 teruggaaf

Artikel 2.48 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.49 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.50 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 4 weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van de gemeente in het belang van de procedure

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.51 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van de gemeente in het belang van de procedure

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.52 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.53 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.54 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.55 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 150,- wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTRICHTLIJNEN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 292,10

b.

een aanvraag om wijziging van een op grond van artikel 3 van de Alcoholwet verleende vergunning:

€ 72,55

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.2 Seksbedrijven

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning voor een seksbedrijf:

€ 586,25

Paragraaf 3.3 Overige openbare inrichtingen

Artikel 3.3 Exploitatie openbare inrichting (niet zijnde horeca- of slijtersbedrijf of seksbedrijf)

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Een exploitatievergunning:

€ 292,10

b.

Een exploitatievergunning terwijl er ook een horecavergunning verleend of in behandeling is:

€ 140,30

Paragraaf 3.4 Ventvergunning

Artikel 3.4 Ventvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een niet-commerciële ventvergunning:

€ 0,00

b.

een aanvraag om commerciële ventvergunning:

€ 116,80

Paragraaf 3.5 Muziekvergunning

Artikel 3.5 Muziekvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het maken van muziek op straat of het doen van vertoningen op de openbare weg

€ 0,00

Paragraaf 3.6 Evenementenvergunning

Artikel 3.6 Evenementenvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een evenementenvergunning

€ 0,00

Paragraaf 3.7 Marktstandplaatsen

Artikel 3.7 Marktstandplaatsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een weekmarktvergunning op grond van de Marktverordening Aa en Hunze 2018

€ 232,85

2.

Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning, niet vallende onder de Marktverordening Aa en Hunze 2018:

 
 

a.

Voor een niet-commerciële standplaatsvergunning

€ 0,00

 

b.

Voor een commerciële standplaatsvergunning

€ 232,85

Paragraaf 3.8 Winkeltijdenwet

Artikel 3.8 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 0,00

b.

Wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 0,00

Paragraaf 3.9 Niet benoemd besluit op aanvraag

Artikel 3.9 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 140,30

Behorende bij raadsbesluit van 7 december 2023

De griffier,

Mr. E.P. van Corbach.