Uitvoeringsbeleid evenementen gemeente Weert

Geldend van 23-12-2023 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbeleid evenementen gemeente Weert

1. Definities

In dit beleid worden de volgende definities en afkortingen gebruikt:

  • 1.

    Activiteitenbesluit: Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Ook wel het Barim genoemd;

  • 2.

    Afdeling OG: afdeling Openbaar Gebied van de gemeente Weert;

  • 3.

    Afdeling VTH: afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de gemeente Weert.

  • 4.

    Akoestisch onderzoek: geluidsonderzoek naar versterkt geluid bij evenementen;

  • 5.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert;

  • 6.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • 7.

    BABW: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

  • 8.

    BBT maatregel geluid: Beste Beschikbare Technieken, de meest doeltreffende methoden die technisch en economisch haalbaar zijn, om geluidemissies van activiteiten te voorkomen of te beperken. In het geval van (middel)grote evenementen zijn dat line arrays en cardioid bass BBT;

  • 9.

    Bgbop: Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen;

  • 10.

    Boa: buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • 11.

    Carnaval (Vastelaovendj): cultureel volksfeest wat plaatsvindt van carnavalsvrijdag tot en met carnavalswoensdag;

  • 12.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

  • 13.

    Concurrerende aanvragen: aanvragen voor evenementenvergunningen, die elkaar op zodanige wijze (negatief) beïnvloeden, dat de betreffende evenementen niet tegelijkertijd op dezelfde locatie of in elkaars nabijheid kunnen worden gehouden;

  • 14.

    Cultureel (volks)feest: een culturele festiviteit die structureel in Weert wordt gevierd. Hieronder vallen in ieder geval de stads- en dorpskermissen, carnaval (Vastelaovendj), intocht Sinterklaas en Koningsdag;

  • 15.

    Constructieve veiligheid: de manier van construeren van een bouwsel/constructie van tijdelijke aard bij een evenement;

  • 16.

    Dancemuziek: daarbij is een wat stevigere bas aanwezig dan bij popmuziek (vaak op elke tel van de maat), waardoor dance de overgang vormt tussen pop- en housemuziek. Bij dancemuziek is er een verschil tussen dB(A) en dB(C) van 10 dB. 1

  • 17.

    Evenement: zoals gedefinieerd in artikel 2:24 APV;

  • 18.

    Evenement met geluidsbelasting categorie hoog: bij dit evenement is het doel voorgrondmuziek. Het hoofddoel is daarmee het muziekoptreden c.q. de muziekbeleving;

  • 19.

    Evenement met geluidsbelasting categorie laag: bij dit evenement is muziek wel van belang, maar heeft meer een ondergeschikte rol.

  • 20.

    Evenementenkalender:

    • a.

      overzicht van aangekondigde evenementen naar plaats en datum voor de evenementenperiode zoals bedoeld in onderdeel 22, die jaarlijks wordt vastgesteld door het college; en

    • b.

      dynamisch overzicht van vergunde en toegestane meldingsplichtige evenementen naar plaats en datum voor de evenementenperiode zoals bedoeld in onderdeel 22, ook waarvoor geen vooraankondiging is ingediend;

  • 21.

    Evenementenperiode: periode van 1 april van een gegeven jaar tot 1 april in het daaropvolgende jaar;

  • 22.

    Evenemententerrein: gebied aangeduid zoals in de evenementenvergunning/melding;

  • 23.

    Gemeente: gemeente Weert;

  • 24.

    Horecabedrijf: zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Alcoholwet;

  • 25.

    Horecagelegenheid: een horecabedrijf en/of een openbare inrichting zoals gedefinieerd in onderdeel 24 en 32.

  • 26.

    Inrichting: inrichting in de zin van de Wet milieubeheer;

  • 27.

    Kermis: de door de gemeente georganiseerde stads- en dorpskermissen;

  • 28.

    LEO: Limburgs Evenementen Orgaan;

  • 29.

    Maatwerk: aanvullende voorschriften die worden opgenomen in de evenementenvergunning die zijn toegespitst op het geval;

  • 30.

    NHEV: Nederlands Handboek Evenementen Veiligheid 2019;

  • 31.

    Oov-diensten: openbare orde en veiligheidsdiensten, ook wel de operationele hulpdiensten genoemd. Hieronder vallen de VRLN (Veiligheidsregio Limburg Noord), Brandweer, GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) en de Politie;

  • 32.

    Openbare inrichting: inrichting zoals omschreven in artikel 2:27 APV;

  • 33.

    Organisator: de rechtspersoon of natuurlijke persoon die een evenement organiseert en daartoe een evenementenvergunning aanvraagt of een melding doet van het plaatsvinden van een evenement;

  • 34.

    Popmuziek: een populaire muziekstroming waarbij de melodie de hoofdtoon voert. Bij popmuziek is er een verschil tussen dB(A) en dB(C) van 6 dB. 2

  • 35.

    RUD: Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord;

  • 36.

    RVV: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 37.

    Samenlopende aanvragen: aanvragen voor evenementenvergunningen die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op dezelfde locatie, datum en/of tijd;

  • 38.

    Side-event: nevenevenement tijdens en naast een hoofdevenement;

  • 39.

    Verkeersbesluit: een besluit wat wordt genomen op grond van artikel 15 Wegenverkeerswet 1994;

  • 40.

    Verkeersplan: een alomvattend plan waarbij ‘van a t/m z’ een plan is opgesteld om (tijdelijk) het verkeer te sturen;

  • 41.

    VRLN: Veiligheidsregio Limburg Noord;

  • 42.

    Vooraankondiging evenement: kennisgeving vóór 15 september van het voornemen om een evenement te organiseren dat plaatsvindt in de daarop volgende evenementenperiode zoals omschreven in onderdeel 22;

  • 43.

    Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2019.

  • 44.

    WVW: Wegenverkeerswet 1994.

2. Inleiding

Evenementen in Weert zorgen voor levendigheid en plezier. Ze zijn van sociale én culturele waarde en dragen bij aan verbinding en betrokkenheid. Ook geven evenementen economisch profijt. Ze zorgen voor werkgelegenheid, bezoekers geven geld uit en misschien brengen ze nog wel een bezoek aan andere locaties in de gemeente.

Evenementen versterken waar Weert voor staat en zijn daarom een onmisbaar onderdeel van de uitstraling van Weert als stad. Toch worden ze niet altijd als zodanig gezien. Want evenementen veroorzaken soms overlast, zorgen voor wegafsluitingen en zwerfafval. Het kan veel werk kosten om een evenement samen tot stand te brengen in lijn met de te stellen doelen3 en de geldende regels.

Om bovenstaande redenen wil de gemeente voor de komende jaren een nieuw evenementenbeleid opstellen, uit te splitsen in strategisch beleid en uitvoeringsbeleid.

2.1 Strategisch evenementenbeleid

Het strategisch beleid en het uitvoeringsbeleid zijn met elkaar verbonden, maar hebben verschillende doelstellingen. Het strategisch evenementenbeleid geeft de visie en de ambitie van de gemeente ten aanzien van evenementen weer. Deze ambitie ligt in het verlengde van de strategische visie ‘Werken aan Weert 2030’4 en de op komst zijnde Omgevingsvisie. Het strategisch evenementenbeleid wordt naar verwachting medio 2024 vastgelegd.

2.2 Uitvoeringsbeleid evenementen

Het uitvoeringsbeleid geeft aan hoe de gemeente concreet invulling geeft aan alles wat er bij het organiseren van een evenement komt kijken en welke wet- en regelgeving daarbij van belang is. Hierbij wordt gestreefd naar een zorgvuldig evenwicht waarbij rekening wordt gehouden met ieders belangen.

De gemeente wil een gedifferentieerd aanbod van kwalitatief goede evenementen laten plaatsvinden. Hierbij is ook het waarborgen van de veiligheid van personen en goederen en het beperken van de overlast van belang. Verder zijn de afgelopen jaren de eisen voor evenementen steeds strenger, complexer en uitgebreider geworden. Daarom is het belangrijk dat de kaders en spelregels op voorhand voor iedereen duidelijk zijn. Deze staan in het uitvoeringsbeleid.

In het uitvoeringsbeleid worden belangrijke definities en begrippen toegelicht. Verder wordt aangegeven welke externe en interne partijen betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van dit beleid. Ook komen de juridische kaders aan bod en staat beschreven hoe wordt omgegaan met relevante (juridische) ontwikkelingen. Daarnaast is een overzicht van de evenementenlocaties opgenomen, met daarbij de mogelijkheden en beperkingen. Tevens wordt toegelicht welke bijzondere activiteiten/evenementen de gemeente kent. Vervolgens worden de belangrijkste taken en rollen in het evenementenproces toegelicht. Tenslotte is het hele evenementenproces, de algemene voorschriften die aan de vergunning worden gekoppeld, het proces veiligheid bij evenementen en toezicht en handhaving uitgeschreven. In het uitvoeringsbeleid is ook omschreven welke stappen er zijn gezet om de regeldruk te verminderen en het proces klantvriendelijker te maken.

3. Doelstelling

De doelstelling van het uitvoeringsbeleid evenementen is om te concretiseren hoe de openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en de bescherming van de fysieke leefomgeving bij evenementen wordt gewaarborgd. Dit wordt gedaan door het complete evenementenproces te beschrijven en voorschriften en regels te stellen aan het plaatsvinden van evenementen. Daarnaast is het doel om de dienstverlening te verbeteren. Dit wordt verbeterd door, waar mogelijk, de regeldruk bij evenementen te verminderen, te werken met 1 vast aanspreekpunt en te werken vanuit de 1 loketgedachte.5 Als laatste is het doel het vastleggen en regisseren van het complete evenementenproces.

4. Input extern en intern

4.1 Input extern

Om een evenement van begin tot eind succesvol te laten verlopen is samenwerking nodig. Bij de totstandkoming van het uitvoeringsbeleid evenementen is daarom gebruik gemaakt van input van inwoners, ondernemers, verenigingen, stichtingen en organisatoren. De inwoners zijn betrokken via een marktonderzoek. De ondernemers, verenigingen, stichtingen en organisatoren zijn betrokken door het organiseren van een participatieavond die in mei 2023 heeft plaatsgevonden. De verkregen input is in onderstaande paragrafen nader uitgewerkt.

4.1.1 Inwoners

Het merendeel van de evenementen vindt plaats in de binnenstad van Weert. De Bewonersorganisatie Binnenstad geeft aan te willen zien en voelen dat de inwoners in de binnenstad gezien worden en serieus genomen worden. In opdracht van de Bewonersorganisatie Binnenstad is in 2023 een marktonderzoek gehouden. Uit dit onderzoek onder 331 respondenten, komt vooral naar voren dat behoefte is aan meer (kleinschalige) evenementen in Weert en meer diversiteit. Ook geeft men aan dat evenementen meer promotie zouden moeten krijgen.

4.1.2 Ondernemers, verenigingen en stichtingen

Vanuit ondernemers, verenigingen en stichtingen komt een duidelijke behoefte aan een openbare evenementenkalender, locatieprofielen, vermindering van regeldruk en betere communicatie met/ informatievoorziening vanuit de gemeente naar voren.

4.1.3 Organisatoren

De ideeën en verbeterpunten vanuit organisatoren zijn divers. Wat meermaals naar voren komt, is de behoefte aan (meer) samenwerking en kennisdeling, in de breedste zin van het woord, met zowel de gemeente als met andere organisatoren en/of Weerter horeca. Specifieke punten ter verbetering betreffen het verbeteren van de (digitale) communicatie en/of meer mogelijkheden om het evenement te promoten, kortere doorlooptijden van vergunningen, een openbare evenementenkalender en eenduidig beleid inclusief eenduidige handhaving.

Tot slot wordt door verschillende organisatoren het belang van betrokkenheid vanuit inwoners, verenigingen en bezoekers door de organisatoren benadrukt.

4.2 Input intern

Binnen de gemeente hebben diverse overleggen/bijeenkomsten plaatsgevonden met de betrokken bestuurders en ambtenaren. Ook heeft afstemming plaatsgevonden met de betrokken adviseurs van de oov-diensten. Deze overleggen en bijeenkomsten hebben input opgeleverd om de uitvoering te verbeteren.

De opgehaalde input extern en intern heeft tal van ideeën, tips en kritische verbeterpunten opgeleverd die, waar mogelijk, zijn vertaald naar het uitvoeringsbeleid evenementen.

5. Kaderstelling

Voor het organiseren van een evenement zijn zowel landelijke als regionale kaders opgesteld. In onderstaande paragrafen wordt daar dieper op ingegaan.

5.1 Landelijk kader

De Stichting Evenementenhandboek heeft het Nederlands Handboek Evenementen Veiligheid 2019 (hierna: NHEV) samengesteld.6 Het NHEV is een bundeling van voorheen versnipperde kennis, regelgeving, normen en ervaringen. Het NHEV is geen op zichzelf staand wettelijk kader, maar een handvat/richtlijn. In het NHEV wordt verwezen naar de Landelijke Handreiking Evenementen Veiligheid 2018: procesmodel evenementenveiligheid (hierna: HEV). Het HEV is een hulpmiddel bij de vergunningverlening, de voorbereiding en de organisatie van veilige evenementen. De HEV 20187 beschrijft het gehele proces, dat start met het aanvragen van een evenement en eindigt met het evalueren van het evenement na afloop. Bij het beschrijven van het evenementenproces is aansluiting gezocht bij de landelijke richtlijnen zoals opgenomen in de NHEV en HEV. Uiteraard is bij de omschrijving van het evenementenproces ook invulling gegeven aan lokale afspraken, de zogenaamde couleur lokale. Voor de omschrijving van het evenementenproces wordt verwezen naar hoofdstuk 8.

5.2 Regionaal kader

In december 2019 heeft het Limburgs Evenementen Orgaan (hierna: LEO) de Handreiking Evenementen Veiligheid en Gezondheid opgesteld.8 De Handreiking is opgesteld met als uitgangspunt de NHEV. De gemeente heeft zich geconformeerd aan de Handleiding van het LEO. Bij het uitvoeringsbeleid is hier dan ook rekening mee gehouden. De Handreiking is een hulpmiddel bij de vergunningverlening, de voorbereiding en de organisatie van veilige en gezonde evenementen. Het beschrijft het gehele (veiligheids)proces, dat start met het aanvragen van een evenement en eindigt met het evalueren van het evenement na afloop. Door de processtappen te doorlopen, houden de verschillende samenwerkingspartners grip op de veiligheid bij evenementen en kunnen zij, indien nodig, op tijd maatregelen nemen om de veiligheid en gezondheid te waarborgen of bevorderen.

5.3 Gemeentelijk kader

Naast de landelijke en regionale kaders is ook wet- en regelgeving van toepassing op het organiseren van een evenement. In de volgende paragrafen wordt daar dieper op ingegaan.

5.3.1 Algemene Plaatselijke Verordening

De APV biedt de grondslag voor het toetsingskader voor evenementen. De APV verstaat onder een evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. In artikel 2:24 van de APV wordt daar nadere uitleg aan gegeven.

In artikel 2:25 APV ligt de basis voor de evenementenvergunning. In dit artikel is opgenomen dat het verboden is zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Ook is in dit artikel opgenomen wanneer geen evenementenvergunning nodig is en volstaan kan worden met een melding. In dit artikel en in artikel 2:25a APV is geregeld binnen welke termijnen een melding of een aanvraag voor het organiseren van een evenement moet worden ingediend en wanneer een aanvraag kan worden geweigerd. In artikel 2:25b APV is de juridische basis opgenomen voor het vaststellen van de evenementenkalender.

In artikel 2:26 APV is opgenomen dat tijdens een evenement de orde niet mag worden verstoord.

In artikel 1:8 APV is geregeld dat een vergunning kan worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

Bij de beoordeling van een vergunningaanvraag evenementen wordt dus getoetst aan de

gronden zoals opgenomen in artikel 1:8 APV. De volledige APV artikelen die betrekking hebben op evenementen zijn te vinden in bijlage 1.

5.3.2 Afbakening

In paragraaf 5.3.1 is toegelicht dat dit beleid van toepassing is op evenementen zoals bedoeld in artikel 2:24 APV. De door de gemeente georganiseerde stads- en dorpskermissen is geen evenement in de zin van de APV. In dit beleid is de door de gemeente georganiseerde stads- en dorpskermissen dan ook niet meegenomen. Hiervoor wordt een apart beleid opgesteld. Het uitvoeringsbeleid evenementen is wel van toepassing op de zogenaamde side-events die tijdens de kermis worden georganiseerd en op een kermis die door een particulier wordt georganiseerd.

5.3.3 Bevoegdheid

De burgemeester is op basis van de Gemeentewet belast met de handhaving van de openbare orde en draagt hiervoor verantwoordelijkheid. Tevens is de burgemeester het bestuursorgaan dat belast is met vergunningverlening voor en het toezicht houden op evenementen. De burgemeester heeft de bevoegdheid om de evenementenvergunning te verlenen, buiten behandeling te stellen of te weigeren. Daarnaast heeft de burgemeester de bevoegdheid om een meldingsplichtig evenement te verbieden of om daaraan nadere voorschriften te verbinden.

Naast de burgemeester heeft het college van burgemeester en wethouders een rol ten aanzien van evenementen. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als het gaat om ruimtelijke en/of om geluids- of milieukwesties. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan het aanwijzen van de evenementenlocaties.

Omdat in dit beleid onderwerpen aan de orde komen waarvoor zowel de burgemeester als het college bevoegd is, zijn beide bestuursorganen bevoegd voor de vaststelling daarvan.

5.4 Overige wet- en regelgeving

Voor het organiseren van een evenement kan naast de evenementenregels in de APV ook andere wet- en regelgeving van toepassing zijn. Hierbij valt te denken aan een relatie met:

  • -

    ruimtelijke regelgeving.9 In het bestemmingsplan wordt o.a. aangegeven hoe gronden mogen worden gebruikt. Bij het organiseren van een evenement wordt dus ook gekeken of dat is toegestaan op grond van het bestemmingsplan. In paragraaf 8.3.2.1 wordt dat nader toegelicht.

  • -

    het Activiteitenbesluit. 10 Het Activiteitenbesluit speelt een rol bij het produceren van geluid binnen een inrichting. 11 In paragraaf 6.2.2.3, 6.2.3 en 9.13.3.3 wordt dat nader toegelicht.

  • -

    de Alcoholwet. Als tijdens het evenement alcohol wordt verstrekt voor gebruik ter plaatste dan is een tijdelijke ontheffing op grond van de Alcoholwet vereist. In paragraaf 9.18 wordt aangegeven welke voorschriften hieraan zijn verbonden.

  • -

    het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bgbop). Dit aspect komt terug in paragraaf 9.15.

  • -

    festiviteitenregeling. In de APV zijn regels opgenomen over zogeheten collectieve en incidentele festiviteiten. Dit is nader uitgewerkt in paragraaf 6.2.3.

  • -

    Ministeriële regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik (RKEG). In paragraaf 9.19 wordt dat nader toegelicht.

  • -

    de Wegenverkeerswet en de Regeling verkeersregels 2009. Dit onderdeel is uitgewerkt in paragraaf 9.16.

  • -

    de Zondagswet;

  • -

    Verklaring van geen bezwaar. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een toertocht of een wedstijd wordt georganiseerd die niet start of eindigt binnen de gemeente, maar hier wel doorheen gaat. 12 In dat geval is een verklaring van geen bezwaar van de gemeente nodig.

  • -

    de Wet Bibob. In paragraaf 8.3.2.3 wordt dat nader toegelicht.

  • -

    de Wet natuurbescherming. De Wet natuurbescherming heeft tot doel dieren en planten te beschermen. Een evenement kan mogelijk leiden tot aantasting van het functionele leefgebied van beschermde soorten. Als dat het geval is moet mogelijkerwijs een ontheffing of vergunning op grond van de Wet natuurbescherming worden aangevraagd. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een evenement wordt georganiseerd in de nabijheid van een Natura 2000 gebied.

  • -

    Wet dieren. In deze wet staan regels die het welzijn en de gezondheid van dieren beschermen. In de Wet dieren is o.a. geregeld dat geen wilde zoogdieren mogen worden gebruikt bij een circus of een ander optreden.

Het evenement dient, indien van toepassing, dus eveneens te voldoen aan bovenstaande wet- en regelgeving. Om het evenement plaats te kunnen laten vinden moeten de vereiste vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen worden aangevraagd en verkregen bij en door het desbetreffende bevoegde gezag.

5.5 Relevante (juridische) ontwikkelingen

Ten aanzien het organiseren van evenementen zijn een aantal (juridische) ontwikkelingen van belang. Het betreft het volgende:

5.5.1 Schaarse vergunningen

Sinds 2009 geldt in Nederland de Dienstenwet. Deze wet is een uitvloeisel van de Dienstenrichtlijn van de Europese Unie. Het organiseren van een evenement kan in het kader van de Dienstenrichtlijn en de Dienstenwet worden gezien als een dienst. De regelgeving regelt o.a. hoe dient te worden omgegaan met schaarste, wat een rol speelt bij evenementenvergunningen.

Een schaarse vergunning is een vergunning waarvan er slechts 1 of een beperkt aantal kan worden verleend, terwijl er meer (potentiële) gegadigden zijn. Binnen de gemeente kunnen de evenementenvergunningen als een schaars recht worden aangemerkt.

Verdeling van het schaarse recht moet gebeuren volgens onderstaande spelregels.

5.5.1.1 Verdeling schaarse vergunning

De procedure tot verdeling van de evenementenvergunning (het schaarse recht) vereist een passende mate van openbaarheid. De gemeente moet tijdig, voor de start van de aanvraagprocedure, duidelijkheid scheppen over de procedure en dit zodanig bekendmaken zodat potentiële gegadigden daarvan kennis kunnen nemen.

De vereisten m.b.t. de procedure tot verdeling hebben betrekking op:

  • 1.

    de beschikbaarheid van de evenementenvergunning. Duidelijk moet zijn wat, waar en wanneer mag plaatsvinden. Dit gebeurt door evenementenlocaties aan te wijzen waarop bepaalde voorwaarden van toepassing zijn. Tevens is per evenementenlocatie een situatietekening beschikbaar met alle relevante informatie die te downloaden is via de website. Dit is nader uitgewerkt in hoofdstuk 6.

  • 2.

    de verdelingsprocedure. Er moet sprake zijn van een open en transparante procedure. Dit wordt gewaarborgd door te werken met een vooraankondiging en een openbare evenementenkalender. De volledige procedure hiervan is uitgewerkt in paragraaf 8.2.1.3, onderdeel A.

  • 3.

    het aanvraagtijdvak. Het moet duidelijk zijn binnen welke termijn een evenementenvergunning moet worden aangevraagd. In paragraaf 8.2.2.1, onderdeel B zijn de geldende indieningstermijnen opgenomen.

  • 4.

    de toe te passen criteria. Dit is o.a. uitgewerkt in paragraaf 8.2.1.3, onderdeel C.

5.5.2. Vermindering regeldruk

De afgelopen jaren zijn de eisen voor evenementen steeds strenger, complexer en uitgebreider geworden. Dit komt mede door de toename van het aantal (grootschalige) evenementen en incidenten en ongelukken die in den lande hebben plaatsgevonden. Zodoende worden de landelijke en lokale eisen die aan organisatoren worden gesteld strenger, met als gevolg een toename van de regeldruk.

In hoofdstuk 4 werd al aangegeven dat diverse organisatoren een hoge regeldruk ervaren bij het organiseren van evenementen. De regeldruk wordt met name ervaren op het gebied van:

  • -

    gebruiksonvriendelijke (aanvraag)formulieren;

  • -

    onduidelijkheid over aan te leveren gegevens, waaronder een duidelijke situatietekening;

  • -

    onduidelijkheid over regels, eisen per categorie evenement (A, B en C) en kosten;

  • -

    gemis aan inzicht in stand van zaken rondom vergunningenproces.

Gezien de behoefte vanuit de organisatoren, maar ook gezien het bestuurlijke streven, 13 is onderzocht op welke manier het evenementenproces eenvoudiger en toegankelijker kan worden gemaakt. Vanwege de geldende wet- en regelgeving kan uiteraard niet alles worden vereenvoudigd, maar daar waar mogelijk zijn of worden belangrijke stappen gezet. In paragraaf 8.3.9 worden deze onderwerpen nader uitgewerkt.

Om aan de wens van de horeca tegemoet te komen is in de APV de mogelijkheid opgenomen dat de burgemeester jaarlijks dagen kan aanwijzen waarop een ruimere sluitingstijd geldt voor de door hem aangewezen openbare inrichtingen. Voor deze dagen hoeft dan door de horecaondernemer geen aparte ontheffing meer te worden aangevraagd.

5.5.3 Verduurzaming

De strategische visie ‘Verwonder je in de groene thuishaven van Weert’ is het vertrekpunt voor alle gemeentelijke plannen. Eén van de waarden die uit de gesprekken met Weertenaren naar voren is gekomen tijdens de totstandkoming van deze visie, is de waarde ‘duurzaam en innovatief ondernemen en leven’. Evenementen hebben een grote ecologische voetafdruk. Met steeds meer duurzame oplossingen voor de evenementensector wil de gemeente daarom een rol pakken in het proces van het verduurzamen van evenementen. Op korte termijn wordt dit gedaan door dit thema in jaarlijkse kennissessies aan bod te laten komen. Ook speelt het thema duurzaamheid in het afwegingskader een rol bij de verdeling van schaarse vergunningen in het geval van samenlopende/concurrerende aanvragen. Omdat meer punten worden toegekend in geval van aantoonbare duurzaamheidsmaatregelen, worden organisatoren gemotiveerd om met duurzaamheid aan de slag te gaan. In de toelichting op het afwegingskader, bijlage 2, wordt dat nader toegelicht.

6. Evenementenlocaties

Binnen de gemeente worden vaste buiten evenementenlocaties gebruikt. Deze locaties worden benoemd in paragraaf 6.1. Het merendeel van deze locaties zijn akoestisch onderzocht en mede naar aanleiding daarvan nader uitgewerkt in bijlage 3 en 4. Overigens is het ook toegestaan om een evenement te organiseren op andere buitenlocaties, mits wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving. Het verdient echter aanbeveling om een evenement te organiseren op de aangewezen locaties, omdat hiervoor de randvoorwaarden duidelijk in kaart zijn gebracht. Daarnaast is het mogelijk om in bepaalde gevallen maatwerk toe te passen. Dit is o.a. aan de orde bij de culturele volksfeesten, hetgeen nader wordt toegelicht in paragraaf 6.2.1. Ook is het mogelijk om een evenement te organiseren binnen een inrichting. Dit wordt nader uitgewerkt in paragraaf 6.2.2. Vervolgens worden ook evenementen georganiseerd door de horeca. Welke regels daarvoor gelden wordt toegelicht in paragraaf 6.2.3. Als laatste wordt in paragraaf 6.2.4. nader ingegaan op het circus.

6.1 Evenementenlocaties

Binnen de gemeente worden de volgende evenementenlocaties 14 gebruikt:

  • 1.

    Markt; 15

  • 2.

    Bassin;

  • 3.

    Grasveld Centrum Noord; 16

  • 4.

    Nieuwe Markt; 17

  • 5.

    Sint Raphaëlpad;

  • 6.

    Oelemarkt;

  • 7.

    Kasteelpark Nijenborgh;

  • 8.

    Stationsplein; 18

  • 9.

    Kasteelplein;

  • 10.

    Collegeplein;

  • 11.

    Zuilen Kabinet;

  • 12.

    Open Park Weert (sportpark Boshoven);

  • 13.

    Dorps- en wijkpleinen en parken; 19

  • 14.

    Fatimapark;

  • 15.

    Festivalterrein Hushoven; 20

  • 16.

    Weert-West. 21

Per evenementenlocatie22 is een situatietekening opgesteld waarop alle relevante informatie is weergegeven. Op deze tekeningen staan de elektriciteitskasten, brandkranen en vaste objecten (denk aan bomen, straatmeubilair, etc.) ingetekend. Ook wordt via de website aangegeven waar een podium geplaatst mag worden (in verband met het geluid en de metingen). De tekeningen kunnen worden geraadpleegd en gedownload via de website van de gemeente.

Aan de evenementenlocaties zijn ook voorwaarden verbonden. Zo zijn geluids- en spreidingsvoorwaarden van toepassing om een aanvaardbare fysieke leefomgeving te waarborgen. Bij de geluidsvoorwaarden gaat het o.a. om de toegestane geluidsnormen. Bij de spreidingsvoorwaarden gaat het om het maximum aantal toegestane evenementen per jaar en het aantal toegestane aangesloten dagen dat een evenement georganiseerd mag worden. De locaties met de bijbehorende voorwaarden zijn nader uitgewerkt in paragraaf 9.13.2 met een nadere verwijzing naar bijlage 3 en 4.

Naast de aangewezen evenementenlocaties is het ook mogelijk om evenementen te organiseren op andere locaties. Uiteraard moet hierbij naast de regels over evenementen ook worden getoetst aan (mogelijke) andere wet- en regelgeving zoals omschreven in paragraaf 5.4. Verder moeten de geluidsnormen in acht worden genomen zoals omschreven in paragraaf 9.13.3. Het verdient echter aanbeveling om een evenement te organiseren op een aangewezen locatie, omdat hiervoor de randvoorwaarden duidelijk zijn. Dit maakt het voor zowel de evenementorganisator als de gemeente overzichtelijker en gemakkelijker.

6.2 Bijzondere activiteiten/evenementen

Binnen de gemeente zijn een aantal activiteiten/evenementen die een bijzondere waarde hebben of waarvoor aparte regels gelden. Dit betreft de culturele volksfeesten, evenementen binnen (horeca) inrichtingen, evenementen georganiseerd door de horeca en de circussen. In onderstaande paragrafen wordt dat nader toegelicht.

6.2.1 Culturele volksfeesten

Binnen de gemeente hebben de culturele volksfeesten een bijzondere waarde. Bij de definities in hoofdstuk 1 wordt een cultureel volksfeest aangemerkt als een culturele festiviteit dat structureel in Weert wordt gevierd. De door de gemeente georganiseerde stads- en dorpskermissen, Sinterklaas, Vastelaovendj (carnaval) en Koningsdag worden in ieder geval aangemerkt als culturele volksfeesten.

Tijdens de culturele volksfeesten worden ook diverse side-events georganiseerd. In de praktijk zijn tijdens deze feesten van oudsher veel activiteiten in (met name) het centrum en de dorpskernen. Veelal worden de side-events tijdens culturele volksfeesten, al dan niet samen met de horecaondernemers, georganiseerd door lokale partijen. Voor de culturele volksfeesten wordt in bepaalde gevallen maatwerk toegepast. In hoofdstuk 9 (o.a. paragraaf 9.13 en 9.14) wordt dat nader uitgewerkt.

6.2.2 Evenementen binnen inrichtingen

De locatie waar een evenement plaatsvindt, kan een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer23 zijn. Dit kan een binnen locatie betreffen, maar ook een buitenterrein kan deel uitmaken van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.

6.2.2.1 Activiteiten binnen de normale bedrijfsvoering

Activiteiten die binnen een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer worden georganiseerd en die binnen de normale bedrijfsvoering van die inrichting vallen, zijn geen evenement als bedoeld in de APV. Hiervoor is geen evenementenvergunning nodig en dan gelden de voorschriften zoals opgenomen in de verleende vergunningen/toestemmingen. Hierbij kan worden gedacht worden aan de voorschriften zoals opgenomen in de milieuvergunning, Alcoholwetvergunning en exploitatievergunning en de voorschriften zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit.

6.2.2.2 Activiteiten die niet binnen de normale bedrijfsvoering passen Activiteiten die binnen een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer worden georganiseerd en die niet binnen de normale bedrijfsvoering vallen, zijn een evenement als bedoeld in de APV. Voor dergelijke evenementen geldt dat een een evenementenvergunning nodig is.

6.2.2.3 Geluid binnen een inrichting

Zoals ook omschreven in paragraaf 9.13.3.3 zijn qua geluid binnen een inrichting de regels van het Activiteitenbesluit van toepassing. Verder kan gebruik worden gemaakt van de festiviteitenregeling zoals omschreven in de volgende paragraaf.

6.2.3 Evenementen georganiseerd door de horeca

Door de horeca worden ook evenementen georganiseerd. Dit kan individueel, maar ook collectief plaatsvinden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het organiseren van side-events tijdens de stads- en dorpskermissen en Vastelaovendj (carnaval).

Als het te organiseren evenement plaatsvindt buiten de horeca-inrichting en er wordt ter plaatse alcohol verstrekt dan is een ontheffing op grond van artikel 35 Alcoholwet vereist. De exacte regels die hiervoor gelden zijn uitgewerkt in paragraaf 9.18.

Als een evenement wordt georganiseerd binnen de horeca-inrichting dan kan t.a.v. geluid gebruik worden gemaakt van de festiviteitenregeling zoals opgenomen in de APV. Dit betreft collectieve festiviteiten en gemelde incidentele24 activiteiten, waarvoor de op grond van het Activiteitenbesluit geldende geluidsnormen niet van toepassing zijn. In dat geval is een hoger geluidsniveau toegestaan. De festiviteitenregeling kan worden gebruikt voor activiteiten die zowel binnen als buiten de normale bedrijfsvoering van de inrichting vallen.

6.2.3.1 Gebruik terras tijdens evenement

In de praktijk is het mogelijk dat een terras van een horecagelegenheid tijdens een evenement binnen een evenemententerrein valt. De terrassen blijven onderdeel van de horecagelegenheid.

Het is horecagelegenheden binnen of grenzend aan een evenemententerrein toegestaan om tijdens evenementen het terrasmeubilair te verwijderen en op het terras een buitentap te plaatsen. In dat geval valt het terras onder het uitvoeringsbeleid evenementen. Als de horecaondernemer in bezit is van een geldige Alcoholwetvergunning dan is voor het verstekken van zwak alcoholhoudende drank op het terras een tijdelijke ontheffing op grond van artikel 35 Alcoholwet niet nodig.

6.2.3.2 Plaatsen van een tent

Het is voor een horecaondernemer mogelijk om tijdens een evenement tijdelijk een tent op het terras te plaatsen. Dit is toegestaan voor maximaal 12 kalenderdagen per jaar. Als het terras onderdeel van een evenemententerrein is, hoeft geen evenementenvergunning aangevraagd te worden. In andere gevallen dient de horecaondernemer een melding in te dienen of een evenementenvergunning aan te vragen.

Op de plek waar de tent wordt geplaatst is het enkel toegestaan om zwak alcoholhoudende drank te schenken. Als de horecagelegenheid geen Alcoholwetvergunning heeft dient er naast een evenementenvergunning ook een ontheffing op grond van de Alcoholwet te worden aangevraagd. Voor gebieden en tijden waar cameratoezicht is, geldt dat eventuele wanden en het dak van transparant of verwijderbaar materiaal moet zijn zodat het gemeentelijk cameratoezicht niet wordt belemmerd. Verder is het Bgbop van toepassing.

6.2.4 Circussen

Een circus wordt aangemerkt als een evenement zoals bedoeld in artikel 2:24 APV. Om een wildgroei aan circussen te voorkomen is in het uitvoeringsbeleid evenementen o.a. vastgelegd hoeveel circussen er maximaal per jaar plaats mogen vinden en binnen welke periode. Dit is nader uitgewerkt in paragraaf 8.2.1.3, onderdeel D. Ook is daarbij omschreven op welke wijze een heldere en transparante selectieprocedure wordt gehanteerd als er meerdere gegadigden zijn.

7. Rollen en taken evenementenproces

Binnen het evenementenproces hebben diverse partijen een rol. In onderstaande paragrafen worden de belangrijkste rollen en taken toegelicht.

7.1 Organisator

De organisator is primair verantwoordelijk voor een ordelijk en veilig verloop van het evenement. De organisatie is verantwoordelijk voor het naleven van de aan de vergunning of melding verbonden voorschriften alsmede voor alle medewerkers die worden ingezet voor, tijdens en na het evenement. Dit geldt ook voor medewerkers die via professionele partijen worden ingehuurd. De organisatie moet naar eigen oordeel de maatregelen nemen die leiden tot een vermindering van risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en milieu.

Bij grote evenementen is het voor de organisatie raadzaam om gebruik te maken van een veiligheidscoördinator, die de inzet van beveiligingspersoneel en bedrijfshulpverleners coördineert.

7.2 Gemeente

Binnen de gemeente zijn de volgende bestuursorganen en ambtenaren betrokken bij het evenementenproces.

7.2.1 De burgemeester

In paragraaf 5.3.3 is de rol en de bevoegdheid van de burgmeester in grote lijnen al toegelicht. Daarnaast is de burgemeester bevoegd tot het verlenen van diverse ontheffingen op grond van de APV en bijzondere wetten.25 Verder houdt de burgemeester toezicht op samenkomsten en vermakelijkheden, alsmede op de naleving van gemeentelijke verordeningen. Ook is hij bevoegd tot verbinden van nadere voorschriften op grond van het Bgbop.

7.2.2 Het college

De rol en bevoegdheid is reeds omschreven in paragraaf 5.3.3. Het college is daarnaast bevoegd gezag voor het verlenen van omgevingsvergunningen en is bevoegd gezag voor het toezicht op de naleving van het Bgbop alsmede het toezicht op de veiligheid van tijdelijke constructies. Tevens voor de ontheffing overige geluidhinder.

7.2.3 De evenementencoördinator

Binnen het evenementenproces van de gemeente is de rol van de evenementencoördinator nieuw. Door de groei en behoefte om evenementen te organiseren, de toenemende aandacht voor veiligheid en de veranderende rol van de overheid, is het samenspel tussen de organisatoren van evenementen en de gemeente veranderd. De genoemde ontwikkelingen vragen om een verdere professionalisering van het organiseren van evenementen. Daarom is binnen de gemeente besloten om te gaan werken met een evenementencoördinator.

De evenementencoördinator zorgt voor een goede samenwerking tussen de gemeente en organisatoren. Ook is de evenementencoördinator relatiebeheerder gedurende de voorbereidende fase van het evenementenproces. Tijdens de uitvoerende fase ligt deze rol met name bij de vergunningverlener APV/bijzondere wetten.

De evenementencoördinator is daarnaast voorzitter van het multidisciplinair evenementenoverleg (zie paragraaf 8.2.1.2) en evalueert samen met de evenementenorganisatoren en de oov-diensten het verloop van evenementen, om zo de benodigde aanpassingen voor de volgende keren te realiseren. De evenementencoördinator stuurt vanuit zijn kennis van het gehele werkveld en de ontwikkelingen die daarin spelen aan op de stroomlijning en verbetering van processen binnen en buiten de gemeente. Daarnaast is de evenementencoördinator een verbinder die de samenwerking tussen professionals stimuleert.

7.2.4 Vergunningverlener APV/bijzondere wetten

De vergunningverlener APV/bijzondere wetten doorloopt de procedure van meldings- en vergunningplichtige evenementen, waaronder het aanvragen en ontvangen van adviezen van de oov-diensten en het opstellen en afhandelen van de evenementenmelding/vergunning. Tevens bewaakt de vergunningverlener APV/bijzondere wetten de termijnen en is vanaf het binnenkomen van de melding/aanvraag het aanspreekpunt voor de organisator en overige belanghebbenden.

7.2.5 Senior vergunningverlener APV/bijzondere wetten

De senior vergunningverlener APV/bijzondere wetten (hierna: de senior) voert de genoemde werkzaamheden zoals genoemd in paragraaf 7.2.4 uit en is hierbij met name verantwoordelijk voor de vergunningen van C-evenementen. Ook ondersteunt en adviseert de senior de vergunningverlener APV/bijzondere wetten (vier ogenprincipe) en bewaakt de kwaliteit van de te verlenen vergunningen. Tot slot adviseert en rapporteert de senior over optimalisatie en aanpassing van beleid en uitvoeringsregels.

7.2.6 Adviseur integrale veiligheid

De beleidsadviseur integrale veiligheid adviseert op het gebied van openbare orde en veiligheid, schakelt met de burgemeester bij eventuele escalatie op het gebied van openbare orde, veiligheid en/of gezondheid vanuit het veiligheidsoverleg. Ook neemt de beleidsadviseur integrale veiligheid deel aan het multidisciplinaire evenementenoverleg en adviseert de vergunningverlener APV/bijzondere wetten.

7.2.7 Overige interne adviseurs

Naast de beleidsadviseur integrale veiligheid zijn er nog andere adviseurs die in het evenementenproces betrokken kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan de verkeerskundige die advies geeft over de verkeersveiligheid of een medewerker ruimtelijke ordening die advies geeft over het ruimtelijke aspect.

7.2.8 Gemeentelijke toezichthouders

De werkzaamheden van de gemeentelijke toezichthouders bestaan uit: toezicht op de APV, bouw- en woningtoezicht en milieutoezicht. Onder toezichthouders worden ook de boa’s verstaan.

7.3 Externe diensten

De volgende externe partijen worden betrokken bij het evenementenproces.

7.3.1 VRLN

De VRLN neemt aanvragen voor multidisciplinaire adviezen in behandeling en bewaakt de afstemming tussen de advisering vanuit brandweer, GHOR en politie richting gemeente.

7.3.2 Adviseur evenementen brandweer

De adviseur evenementen brandweer voorziet de burgemeester van advies over evenementen voor zover dit betrekking heeft op de brandweerzorg of multidisciplinaire aangelegenheden waarbij de brandweer een gedeeld belang te behartigen heeft.

7.3.3 Adviseur evenementen GHOR

De adviseur evenementen GHOR voorziet de burgmeester van advies over evenementen voor zover dit betrekking heeft op de geneeskundige hulpverlening en technische hygiënezorg of multidisciplinaire aangelegenheden waarbij de GHOR een gedeeld belang te behartigen heeft.

7.3.4 Adviseur evenementen politie

De adviseur evenementen politie adviseert de burgemeester over evenementen voor zover dit betrekking heeft op de politiezorg of multidisciplinaire aangelegenheden waarbij de politie een gedeeld belang te behartigen heeft.

7.3.5 Externe toezichthouders

De externe toezichthouders zijn medewerkers van externe organisaties belast met toezicht op de naleving van wet- en regelgeving bij evenementen. Hieronder kunnen in ieder geval worden verstaan:

  • -

    de politie. De verantwoordelijkheid van de politie is gericht op het houden van toezicht op de (wijze van) handhaving van de openbare orde op het evenemententerrein. Ook houdt de politie toezicht op hoe de organisatie de verkeersregulatie nabij het evenemententerrein op de (hoofd)verkeerswegen handhaaft. Daarnaast is de politie verantwoordelijk voor het nemen en uitvoeren van maatregelen om de openbare orde op het evenemententerrein en in de directe omgeving van het evenemententerrein te handhaven, wanneer hier aanleiding toe is. Tot slot is de politie verantwoordelijk voor het uitvoeren van eventueel noodzakelijk strafrechtelijk onderzoek.

  • -

    brandweer. Tijdens een evenement is de brandweer verantwoordelijk voor het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt. Ook is de brandweer verantwoordelijk voor het beperken en bestrijden van gevaar voor mens en dier bij ongevallen anders dan brand;

  • -

    GHOR/GGD: de GHOR kan toezicht houden op hoe een door de organisator ingehuurde medische organisatie de medische verzorging uitvoert. Ook kan de GHOR de medische ondersteuning bij een opgeschaalde organisatie coördineren. De GGD kan een inspectie uitvoeren op de naleving van de “Hygiënerichtlijn voor Evenementen”. De organisatie moet aan de inspectie medewerking verlenen.

  • -

    Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA): de NVWA controleert tijdens evenementen en daarbuiten of professionele en particuliere aanbieders van bederfelijke eet- en drinkwaren zich houden aan de regels uit de Warenwet. Bij constatering van een overtreding van deze wet kan zij de aanbieder beboeten. Als de organisatie van het evenement nalatigheid kan worden verweten met betrekking tot de verkochte waren kan de NVWA ook aan hen een boete opleggen. Ook controleert de NVWA op het rookverbod.

De adviseurs genoemd in paragraaf 7.3.1 tot en met 7.3.4 wordt in dit beleid aangemerkt als adviseurs van de oov-diensten.

8. Proces meldings- en vergunningplichtige evenementen

De APV beschrijft in artikel 2:24 wat wordt verstaan onder een evenement. In artikel 2:25 wordt omschreven wanneer een evenement vergunningplichtig is en wanneer kan worden volstaan met een melding. In dit hoofdstuk wordt het complete evenementenproces beschreven voor het afhandelen van een meldings- of vergunningplichtig evenement. Bij de omschrijving van dit proces is ook aansluiting gezocht bij de landelijke en regionale kaders zoals omschreven in paragraaf 5.1. en 5.2.

8.1 Meldingsplichtig evenement

In de APV zijn bepaalde evenementen uitgezonderd van de vergunningsplicht. De achterliggende gedachte is om evenementen met een minimaal veiligheidsrisico uit te zonderen van de vergunningsplicht. Het betreft de categorie evenementen waar geen aanvullende advisering of voorschriften voor nodig zijn. Het gaat daarbij overwegend om kleine evenementen met relatief lage bezoekersaantallen en geringe omgevingsgerichte effecten.

Om uitgezonderd te worden van de vergunningsplicht dienen evenementen te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in artikel 2:25, tweede lid, APV.26 Naar omvang en vorm hebben zij een dusdanig beperkte impact op de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en/of milieu dat hiervoor geen vergunningsplicht is vereist. Er kan worden volstaan met een melding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    het evenement vindt plaats in de openlucht;

  • b.

    het aantal bezoekers is niet meer dan 150 gelijktijdig;

  • c.

    het evenement duurt maximaal tot 24.00 uur;

  • d.

    het ten gehore brengen van muziek duurt op vrijdag en zaterdag tot maximaal 24.00 uur en op zondag tot en met donderdag tot maximaal 23.00 uur;

  • e.

    het evenement wordt niet gehouden op de rijbaan (niet zijnde een woonerf), fiets- of bromfietspad of parkeergelegenheid of vormt niet anderszins een belemmering voor het verkeer en de hulpdiensten, hetgeen ook betekent dat op het trottoir een doorgang van 1.20 meter open blijft en op promenades en woonerven een doorgang van minstens 4.50 meter;

  • f.

    er worden slechts objecten geplaatst met een oppervlakte van minder dan 50 m² per object en niet meer dan vier objecten per straat;

  • g.

    er een organisator is; en

  • h.

    de organisator heeft ten tenminste 4 weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding gedaan aan de burgemeester door middel van het daarvoor bestemde formulier.

Voor meldingsplichtige evenementen is het in principe niet nodig om een vooraankondiging in te dienen. Voor meldingsplichtige evenementen die plaatsvinden op een aangewezen buitenlocatie, zoals omschreven in paragraaf 6.1, wordt dat wel aanbevolen.

Voor evenementen die niet binnen de voorwaarden van de melding vallen, dient een evenementenvergunning te worden aangevraagd binnen de daarvoor gestelde termijn die is opgenomen in artikel 2:25a, tweede lid, APV. 27

Een melding wordt ingediend via het digitale loket van de gemeente via: Evenement melden - Gemeente Weert. De aanvrager krijgt een ontvangstbevestiging van de melding. Op basis van de ingevulde gegevens wordt gecontroleerd of de melding ontvankelijk is. Is dit niet het geval, dan wordt door de gemeente een termijn gegeven waarbinnen de aanvullende gegevens aangeleverd moeten zijn. Is de melding (vervolgens) volledig, dan wordt gecontroleerd of het evenement voldoet aan de voorwaarden van een melding. Is dat het geval, dan wordt een bevestiging gestuurd dat het evenement kan plaatsvinden.

Bij twijfel wordt contact gezocht met de aanvrager. Voldoet het evenement niet aan de voorwaarden van een melding, dan wordt de aanvrager hiervan op de hoogte gesteld. Het evenement is dan vergunningplichtig. De procesomschrijving van een vergunningplichtig evenement wordt nader toegelicht in paragraaf 8.2 en verder.

Verder heeft de burgemeester op grond van de APV28 de bevoegdheid om nadere voorschriften aan een melding te verbinden. Daarnaast heeft hij de bevoegdheid om een meldingsplichtig evenement te verbieden als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

8.2 Vergunningplichtige evenementen

Bij evenementen, die niet vallen onder de voorwaarden van een melding, moet een vergunning worden aangevraagd. De juridische grondslag voor deze vergunning is artikel 2:25, eerste lid, APV. Bij het aanvragen van een evenementenvergunning is het proces als omschreven in de volgende paragrafen.

8.2.1 Voorbereidende fase

Het vergunningenproces start met de mogelijkheid tot een vooroverleg en/of door het doen van een vooraankondiging voor de evenementenkalender. Deze kalender wordt gehanteerd als het instrument om de betrokken partijen vroegtijdig te betrekken en in positie te brengen. Dit gebeurt o.a. door de oov-diensten vroegtijdig in het proces te laten adviseren over de beschikbare capaciteit. Ook dient de organisator de directe omgeving van de locatie waar het evenement zal plaatsvinden te betrekken bij de voorgenomen plannen. In onderstaande paragrafen wordt de voorbereidende fase nader uiteengezet.

8.2.1.1 Mogelijk vooroverleg

Voorafgaand aan de procedure van vergunningverlening kunnen zowel de organisator als de gemeente het initiatief nemen tot het voeren van een vooroverleg. Dit gebeurt in principe standaard bij alle B- en C-evenementen en bij A-evenementen29 als daarvoor een specifieke aanleiding is (bijvoorbeeld bij een nieuw evenement of in geval van verbeterpunten uit de evaluatie).

Het doel van een vooroverleg is om te komen tot een tijdige en complete aanvraag. Het vooroverleg wordt in principe gevoerd door de evenementencoördinator. Indien noodzakelijk kunnen bij het vooroverleg ook andere ambtenaren en de adviseurs van de oov-diensten aanwezig zijn. De adviseurs oov-diensten worden alleen uitgenodigd als op hun vakgebied bijzonderheden zijn.

Het vooroverleg kan tevens tot doel hebben om de samenhang tussen verschillende sporen in kaart te brengen. Zo kan bij een vergunningaanvraag ook een aanvraag voor een subsidie aan de orde zijn. De evenementencoördinator stemt deze sporen op elkaar af en geeft hierover de nodige uitleg aan de aanvrager.

8.2.1.2 Multidisciplinair evenementenoverleg

De gemeente heeft maandelijks een overleg waarin evenementen worden besproken. Dit heet het zogenaamde multidisciplinair evenementenoverleg. In dit overleg wordt teruggeblikt op de evenementen die hebben plaatsgevonden en worden de aanvragen voor komende evenementen (met eventuele aandachtspunten) besproken. In het multidisciplinair overleg sluiten alle taakvelden aan die een rol hebben binnen de gemeentelijke keten van het evenement, alsmede de adviseurs van de oov-diensten. Ook kunnen organisatoren worden uitgenodigd om hun evenement toe te lichten.

8.2.1.3 Procedure vooraankondiging en evenementenkalender

Binnen de gemeente worden het gehele jaar door evenementen georganiseerd, maar de meeste evenementen vinden plaats in het voorjaar en de (na)zomer. Dit is van invloed op de beschikbare mogelijkheden per datum en locatie.

Omdat evenementenlocaties schaars zijn is spreiding van belang, onder andere om overlast door evenementen op een locatie te beperken. Daarnaast hebben evenementen ook gevolgen voor de capaciteit van de oov-diensten. Daarom worden alle organisatoren jaarlijks verzocht om vóór 15 september een vooraankondiging te doen. Eventuele risico’s of hinder die deze evenementen veroorzaken kunnen daarmee tijdig worden onderkend en voorkomen. De evenementenkalender wordt jaarlijks uiterlijk op 31 december door het college vastgesteld. Met plaatsing op de evenementenkalender wordt de datum en locatie van het evenement gereserveerd. Het evenement kan echter pas plaatsvinden na verlening van de benodigde vergunningen. Als niet tijdig een vergunningsaanvraag is ingediend, kan de burgemeester besluiten dat de bestaande reservering komt te vervallen.

A. Vooraankondiging

Om geplaatst te kunnen worden op de evenementenkalender wordt dus gewerkt met een vooraankondiging. Hiervoor geldt de volgende werkwijze:

  • -

    Iedere organisator van een vergunningplichtig evenement dient vóór 15 september het evenement aan te melden voor de evenementenkalender voor de daarop volgende periode van 1 april tot 1 april;

  • -

    De vooraankondiging vindt plaats via het digitale loket van de gemeente: Vooraankondiging evenement - Gemeente Weert;

  • -

    De ingekomen vooraankondigingen worden verzameld en geplaatst op de evenementenkalender;

  • -

    Ingeval van concurrerende en/of samenlopende aanvragen wordt de werkwijze gevolgd zoals omschreven onder C van deze paragraaf;

  • -

    De aangekondigde evenementen worden gedeeld met de adviseurs van de oov-diensten. De adviseurs kunnen knelpunten signaleren en hierover advies geven. Het is uitgangspunt is dat de adviseurs van de oov-diensten eventuele bezwaren uiterlijk 15 november kenbaar maken;

  • -

    Het college stelt de evenementenkalender voor de komende evenementenperiode uiterlijk 31 december vast, waarna deze te raadplegen is via de website van de gemeente;

  • -

    Na plaatsing op de vastgestelde evenementenkalender is de locatie en het tijdstip op basis van de bij de vooraankondiging ingediende informatie voorlopig gereserveerd, in afwachting van de vergunningsaanvraag;

  • -

    De organisatie dient met inachtneming van de geldende indieningstermijnen30 de aanvraag voor een vergunning te voltooien. Hierbij geldt dat als de aanvraag niet tijdig is ingediend de reservering komt te vervallen;

  • -

    Als de evenementenvergunning is verleend wordt de reservering definitief.

Het indienen van een vooraankondiging is geen juridische eis voor het verkrijgen van een evenementenvergunning. Het verdient echter wel aanbeveling om een vooraankondiging te doen, omdat een organisator hierdoor meer zekerheid krijgt over de doorgang van het evenement. Daarnaast ontstaat een duidelijker beeld over het vervolgproces, kan tijdig worden ingespeeld op eventuele knelpunten en is op voorhand duidelijk welke vergunningen/toestemmingen nog nodig zijn.

Voor evenementen die niet (tijdig) via een vooraankondiging zijn gemeld, geldt dat vergunningverlening afhankelijk is van de mogelijkheden die dit beleid en de evenementenkalender bieden op het moment van ontvangst van een ontvankelijke vergunningaanvraag.

B. Beoordeling categorie evenement

Naar aanleiding van de ingediende vooraankondiging wordt bekeken onder welke categorie het evenement valt. Dit wordt vervolgens in de evenementenkalender verwerkt. De gemeente baseert de aanpak van evenementen op de veronderstelde risico’s die kunnen optreden. Het uitgangspunt is dat aanvragers die geen risico’s veroorzaken met hun evenement zo min mogelijk moeten worden belast met voorafgaande overheidstoetsing. Hoe meer risico een evenement met zich meebrengt, hoe intensiever de aanpak en hoe meer professionaliteit van een aanvrager wordt verwacht. Bij evenementen worden de volgende 3 categorieën onderscheiden:

  • -

    Categorie A: de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door 1 of meer oov-diensten niet noodzakelijk wordt geacht. Dit gelet op de interventiecapaciteit van de organisator van dat evenement bij een (dreigende) aantasting van de openbare orde en veiligheid.

  • -

    Categorie B: de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door 1 of meer oov-diensten voorstelbaar worden geacht. Dit gelet op de interventiecapaciteit en risico’s van de organisatoren van dat evenement bij een (dreigende) aantasting van de openbare orde en veiligheid.

  • -

    Categorie C: de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door 1 of meer oov-diensten noodzakelijk worden geacht. Dit gelet op de interventiecapaciteit en risico’s van de organisatoren van dat evenement bij een (dreigende) aantasting van de openbare orde en veiligheid.

Bij een A-evenement kan indien nodig een monodisciplinair advies worden gevraagd bij de oov-diensten. Bij alle categorieën evenementen staat het de oov-diensten vrij om gevraagd en ongevraagd advies te geven.

Door de gemeente wordt de indeling gemaakt op grond van een regionale risicoscan. De uiteindelijke categorie (A, B, of C) op basis van de risicoscan is bepalend voor de behandelaanpak, de behandeltermijn en de benodigde inbreng van de betrokken adviespartners. Deze werkwijze is ook verankerd in de Handreiking van het LEO.31 De 3 verschillende categorieën zijn ook opgenomen in de APV (artikel 2:25a, eerste lid).32 Wanneer aanvullende informatie beschikbaar is die niet in de risicoscan kan worden meegenomen dan heeft de gemeente altijd de mogelijkheid om een evenement in een afwijkende categorie in te delen.

C. Concurrerende en samenlopende aanvragen

Als sprake is van concurrerende en/of samenlopende aanvragen dan wordt in eerste instantie gestuurd op een gezamenlijke oplossing. De evenementencoördinator brengt de organisatoren in contact en/of faciliteert waar nodig een overleg/ bijeenkomst met een gezamenlijke oplossing als doel. Als een dergelijk overleg niet tot een oplossing leidt, dan wordt aan de hand een afwegingskader met daarin vastgestelde criteria een afweging gemaakt om een keuze te maken tussen deze evenementen.

De werkwijze is als volgt:

  • -

    De aangekondigde evenementen worden getoetst aan criteria en ontvangen punten wanneer zij voldoen aan de gestelde criteria;

  • -

    Het evenement met de meeste punten krijgt voorrang en wordt geplaatst op de evenementenkalender.

Het afwegingskader is opgenomen in bijlage 2.

Door het afwegingskader wordt gestuurd op diversiteit aan evenementen, inclusiviteit en toegankelijkheid voor bezoekers, spreiding, herstel- en rusttijd op verschillende locaties en duurzaamheid. Hierdoor wordt het milieu in de openbare ruimte beschermd en de openbare orde en veiligheid gewaarborgd. Daarnaast wordt gestuurd op evenementen die een meerwaarde hebben voor de inwoners van Weert. In bijlage 2 wordt het afwegingskader nader toegelicht.

Als op grond van het afwegingskader een gelijke score volgt dan vindt een loting plaats.

D. Circus

Zoals omschreven in paragraaf 6.2.4 wordt een circus aangemerkt als een evenement in de zin van de APV. Ook voor deze evenementen moet een vooraankondiging worden ingediend. Voor de procedure hieromtrent wordt verwezen naar onderdeel A en B van deze paragraaf.

Bij een circus wordt vervolgens de volgende werkwijze gehanteerd:

  • -

    Per kalenderjaar zijn maximaal 2 circussen toegestaan, waarbij 1 in het voorjaar binnen de periode van 1 maart tot en met 30 september en eén in het najaar binnen de periode 1 oktober tot en met 28 februari. 33

  • -

    Een circus mag per toegestaan circus maximaal 7 aaneengesloten dagen (exclusief op- en afbouw)34 per kalenderjaar plaatsvinden.

  • -

    Het uitgangspunt is dat circussen plaatsvinden op de locatie Maaslandlaan.

  • -

    Als sprake is van samenlopende aanvragen dan wordt geselecteerd op basis van de volgende uitgangspunten:

    • positieve beoordeling van het circus- c.q. bouwboek door politie en/of brandweer;

    • eigen waarneming/ervaring en ervaring van andere gemeenten t.a.v. onderstaande punten:

      • »

        nakomen van afspraken;

      • »

        dierenwelzijn;

      • »

        calamiteiten en incidenten;

      • »

        kwaliteit van informatievoorziening en professionaliteit van het circus;

      • »

        duurzaamheid.

  • -

    Als naar aanleiding van bovenstaande punten de circussen als gelijkwaardig worden beschouwd, wordt gewerkt met een loting.

E. Evenementen zonder vooraankondiging

Ook nadat de evenementenkalender is vastgesteld, kunnen vergunningsaanvragen binnenkomen die niet van tevoren zijn aangekondigd zoals omschreven bij onderdeel A van deze paragraaf. Hierbij kan worden gedacht aan evenementen die spontaan worden georganiseerd of op voorhand niet voorzien waren, zoals een evenement tijdens een WK- of EK-toernooi of een huldiging.

De gemeente wil ruimte bieden voor spontane initiatieven, ook als die niet altijd op voorhand gemeld (kunnen) worden middels een vooraankondiging voor de evenementenkalender. Deze aanvragen zullen per geval en in relatie tot de reeds vastgestelde evenementenkalender worden bekeken en worden afgestemd met de oov-diensten.

Als de vergunning wordt verleend dan wordt deze ook op de evenementenkalender geplaatst.

8.2.2 Indienen aanvraag en ontvankelijkheidstoets

Na plaatsing op de evenementenkalender dient de organisator een formele vergunningsaanvraag in te dienen. Hier zijn indieningstermijnen aan verbonden afhankelijk van de categorie waarin het evenement is ingedeeld. De categorie-indeling is terug te vinden op de evenementenkalender. Wordt de formele vergunningsaanvraag te laat ingediend, dan komt de reservering op de evenementenkalender te vervallen. Op dat moment hebben andere evenementenorganisatoren ook de mogelijkheid om een vergunningaanvraag in te dienen en geldt de regel ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’.

In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe het proces van de formele vergunningsaanvraag eruit ziet.

8.2.2.1 Indienen aanvraag

Iedereen die voornemens is een evenement te organiseren in Weert of hiertoe een aanvraag heeft ingediend, kan hierover in contact treden met de gemeente. Dit kan door het indienen van een aanvraag via de website.

A. Aanvraagformulier evenementen

Een aanvraag wordt ingediend via het digitale loket van de gemeente via: Evenementenvergunning | Gemeente Weert. 35

B. Indieningstermijnen

Een aanvraag wordt ingediend binnen de geldende indieningstermijnen, zoals opgenomen in artikel 2:25a, tweede lid, APV. Het betreft de volgende termijnen:

  • -

    minimaal 8 weken voor aanvang van een evenement uit categorie A;

  • -

    minimaal 14 weken voor aanvang van een evenement uit categorie B;

  • -

    minimaal 26 weken voor aanvang van evenement uit categorie C.

De burgemeester kan de evenementenvergunning weigeren als deze niet binnen de geldende indieningstermijn wordt ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

C. Beoordeling categorie evenement

Voor de evenementen waarvoor geen vooraankondiging is ingediend wordt aan de hand van de regionale risicoscan bepaald of sprake is van de categorie A, B of C. Hierbij wordt dezelfde werkwijze gehanteerd zoals omschreven in paragraaf 8.2.1.3, onderdeel B.

D. Volledigheidstoets

Afhankelijk van de categorie-indeling (A, B of C) worden bepaalde gegevens opgevraagd. Zo is bijvoorbeeld bij B- en C-evenementen een veiligheidsplan en een advies van de oov-diensten nodig.

Het veiligheidsplan is er ten behoeve van en voor de organisatie voor de veiligheid van het evenement in de brede zin. Het is vergelijkbaar met een bedrijfshulpverleningsplan van een bedrijf of organisatie. Het veiligheidsplan is in eerste instantie bedoeld voor de veiligheidsorganisatie van het evenement. Daarnaast gebruiken de oov-diensten en de gemeente het plan om te zien of alle relevante afspraken rondom veiligheid gemaakt zijn. Het plan kan ook geraadpleegd worden als zich tijdens een evenement een calamiteit voordoet. Het veiligheidsplan is vooral een waardevol instrument voor de organisatie om gestructureerd na te denken over de veiligheid van het evenement en om de ingehuurde partijen, de vrijwilligers en de oov-diensten hierover te briefen/informeren. Tevens beschrijft het procedures hoe de organisatie handelt bij situaties en incidenten totdat de oov-diensten het overnemen. Een voorbeeld van een veiligheidsplan kan worden gedownload via de website van de gemeente.

Ook kan het nodig zijn dat vanuit de organisatie een verkeersplan moet worden aangeleverd. In paragraaf 9.16 is nader uitgewerkt waar een verkeersplan aan moet voldoen.

Om een ontvankelijke aanvraag in te kunnen dienen en om de oov-diensten (indien nodig) een goed advies te kunnen laten verstrekken worden door de organisator in ieder geval36 de volgende gegevens aangeleverd: 37

  • -

    volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • -

    overzichtstekening gehele evenement: 38

    • Tekeningen op schaal 1:100/200/500; 39

    • Situatieschets + afscheiding/ uiteinden evenementen terrein met noordpijl;

    • Tekening met een maat- of schaalaanduiding van objecten > 25m2 ;

    • Maten aangeven van verdere inrichting, denk hierbij aan: doorgangen, straten, tenten, tribunes, bars, podia, beeldschermen, stoelenplan (inclusief (sta)tafels), springkussens, straatmeubilair, prullenbakken, verlichting (vast en tijdelijk), waterpartijen (fonteinen, beek, vijvers, sloten etc.), foodtrucks, gebouwen en vlaggenmasten;

    • Tekeningen voorzien van symbolen en legenda;

    • Bluswatervoorziening (openwater, brandkranen);

    • Parkeerterrein (al aanwezige en specifiek voor evenement aangelegde);

    • Centrale post (voor organisatie/ veiligheid/gezondheid). Denk hierbij aan EHBO, beveiliging etc.;

    • Voorstel calamiteitenroute voor hulpverleningsdiensten;

    • Afmetingen doorgang voor hulpdiensten: 4,5 meter breed en 4,2 meter hoog, bochtenstraal 4,5 meter. Geschikt voor een totaalgewicht van 15 ton en een aslast van 10 ton;

    • Plattegrond van iedere verblijfsruimte (bijvoorbeeld een tent) die bestemd is voor meer dan 150 personen tegelijk.

  • -

    Indien van toepassing: bij bakken en/of braden duidelijk met behulp van de legenda op de overzichtstekening aangeven op welke wijze dit gebeurt (frituren op gas/frituren d.m.v. elektra/koken, bakken of braden met een kookplaat, oven, fornuis, barbecue of op een andere wijze;

  • -

    Indien van toepassing: een verkeersplan/tekening/plattegrond met verkeersmaatregelen die worden toegepast (omleiding, hekken, borden, verkeersregelaars, etc.);

  • -

    Indien van toepassing: een veiligheidsplan (bij B- en C-evenementen is dat altijd vereist);

  • -

    Bij het organiseren van een circus:

    • indien van toepassing: een lijst van dieren die worden meegebracht;

    • circus c.q. bouwboek waarin alle technische gegevens van de tent, installaties, stoelenplan etc. staan vermeld;

    • een verklaring waarin wordt ingegaan op het houden en behandelen van de dieren die bij het circus betrokken zijn. Dit op basis van de richtlijnen zoals vastgesteld door de Vereniging Nederlandse Circus ondernemingen.

Op basis van de ingediende aanvraag met bijbehorende stukken wordt de ontvankelijkheid van de aanvraag getoetst. Wanneer een aanvraag niet ontvankelijk blijkt, is het streven om de aanvrager hiervan binnen twee weken in kennis te stellen, zodat conform de Awb de mogelijkheid bestaat tot aanvulling. Vervolgens kan de aanvraag in behandeling worden genomen of, als deze niet compleet is, buiten behandeling worden gelaten. Ook de indieningsvereisten op basis van het Bgbop worden in de ontvankelijkheidstoets meegenomen. Deze zijn dan ook verwerkt in het aanvraagformulier evenementen.

8.3.2 Inhoudelijke toetsing en besluitvorming

De aanvraag van een evenementenvergunning wordt aan allerlei criteria getoetst, zoals (brand)veiligheid, verkeer en gezondheid. De juridische grondslag hiervoor is onder andere artikel 1:8 APV. In paragraaf 5.3.1 is dat al nader toegelicht. Zoals reeds omschreven in paragraaf 8.2.1.3 onderdeel B wordt bij evenementen een onderscheid gemaakt in de categorie A, B en C. In dit onderscheid komen de mate van risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de omgeving en de gevolgen voor het verkeer, tot uitdrukking. Voor de beoordeling van de risico’s wordt een risicoscan gehanteerd, een instrument in beheer van de Veiligheidsregio en het LEO.

8.3.2.1 Adviesproces

Bij B- en C-evenementen bestaat een middel of hoge risicoverwachting. Voor deze evenementen wordt altijd een aanvullend advies opgevraagd bij de oov-diensten. De vergunningverlener APV/bijzondere wetten zet een adviesaanvraag uit bij de desbetreffende oov-diensten en interne adviseurs. In de adviesaanvraag wordt zo mogelijk aangegeven op welke punten concreet advies is gewenst. De B- en C-evenementen worden ook besproken in het structurele evenementenoverleg.

Alle aanvragen voor B- en C-evenementen worden ter advies aan de oov-diensten voorgelegd. Een aanvraag voor een A-evenement kan indien noodzakelijk ook ter advies aan de oov-diensten worden voorgelegd.

Aan interne adviseurs kan advies worden gevraagd over veiligheidskwesties (adviseur integrale veiligheid), verkeerskwesties (verkeerskundig adviseur) en/of ruimtelijke kwesties (adviseur ruimtelijke ordening). Indien dit consequenties voor de aanvraag heeft, wordt de aanvrager hierover door de vergunningverlener geïnformeerd en in begeleid.

8.3.2.2 Inhoudelijke beoordeling

Zodra een volledige aanvraag is ontvangen wordt deze (indien nodig) ter advies voorgelegd aan de oov-diensten. De oov-diensten verstrekken binnen 10 werkdagen hun schriftelijke advies. Vervolgens wordt getoetst aan de regelgeving zoals beschreven in paragraaf 5.3.1. Bij bijzonderheden of afwijkingen van adviezen wordt indien nodig de burgemeester in kennis gesteld of gevraagd een besluit te nemen op de vergunning

8.3.2.3 Bibob-toets

Bij een aanvraag voor een evenementenvergunning kan een toets plaatsvinden op grond van de Wet Bibob. De reikwijdte hiervoor is vastgelegd in de Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob. 40

8.3.2.4 Besluit op aanvraag

Als de evenementenvergunning kan worden verleend volgt het besluit over het verlenen van de vergunning met de bijbehorende voorschriften die in acht moeten worden genomen. Het besluit wordt schriftelijk bekendgemaakt aan de aanvrager.

8.3.2.5 Bezwaar of beroep/voorlopige voorziening

Op grond van de Awb kunnen belanghebbenden binnen 6 weken na de bekendmaking van de vergunningverlening bezwaar indienen bij de burgemeester. Daarnaast is het mogelijk om in geval van spoed een voorlopige voorziening aan te vragen.

8.3.2.6 Publicatie op gemeentelijke evenementenkalender

Alle verleende evenementenvergunningen (categorie A, B en C) en de toegestane meldingsplichtige evenementen worden geplaatst op de evenementenkalender. Deze is te raadplegen op de website van de gemeente.

8.3.3 Heffen van leges

Voor het verlenen van een evenementenvergunning worden leges geheven conform de Legesverordening. 41

8.3.4 Operationele voorbereiding

Als de evenementenvergunning is verleend dan vindt vervolgens de operationele voorbereiding plaats. Binnen de gemeente gebeurt dit als volgt.

8.3.4.1 Doorleefsessie

Bij C-evenementen (optioneel bij B-evenementen) wordt door de organisatie uiterlijk 2 weken vóór aanvang van het evenement een doorleefsessie gehouden. In de sessie toetst de organisatie met iedereen die feitelijk bij de uitvoering van het evenement is betrokken de in het veiligheidsplan opgenomen scenario’s en de bijbehorende maatregelen. Eventueel kunnen zaken in de planvorming nog aangepast worden naar aanleiding van de sessie en dus voordat het evenement plaats gaat vinden.

8.3.4.2 Schouw

Tijdens de inrichting van een evenemententerrein of als de opbouw gereed is kan de gemeente een schouw uitvoeren op het evenemententerrein. Bij de schouw zijn de organisatie, de gemeente (beleidsmedewerker integrale veiligheid, toezichthouder en/of eventueel andere adviserende ambtenaren) en, indien nodig de adviseur(s) van de oov-diensten aanwezig.

Tijdens de schouw wordt ter plaatse gecontroleerd in hoeverre de eisen die zijn gesteld op en rondom het evenemententerrein worden nagekomen. In de interventieladder handhaving (bijlage 6) staat beschreven welke stappen gezet kunnen worden indien niet aan de gestelde eisen is voldaan.

De oov-diensten kunnen ondersteunen bij de schouw. Ook controleren zij de tenten en het evenemententerrein op onder andere nooduitgangen, blusmiddelen en calamiteitenroutes.

Bij een C-evenement wordt altijd een schouw uitgevoerd voorafgaand aan de start van het evenement. Bij een B-evenement wordt per evenement beoordeeld of een schouw uitgevoerd moet worden.

8.3.5 Afstemming tijdens evenement: integraal veiligheidsoverleg

Bij C-evenementen vindt een integraal veiligheidsoverleg plaats. Dit overleg vindt plaats ten tijde van het evenement, waarbij de organisator, de betrokken ambtenaren van de gemeente en de officieren van dienst van de oov-diensten aanwezig zijn. Alle betrokkenen bespreken het verloop van het evenement en mogelijke bijzonderheden die aandacht vereisen.

8.3.6 Evaluatie

De C-evenementen worden altijd geëvalueerd op zowel inhoud als proces. Alle andere evenementen worden geëvalueerd indien daar aanleiding toe is. Evaluatie vindt in ieder geval plaats op de effectiviteit van de getroffen maatregelen en voorzieningen, de geconstateerde incidenten en indien van toepassing op de handhaving. Als een schouw is uitgevoerd worden de aandachtspunten daaruit bij de evaluatie betrokken. Waar mogelijk worden concrete vervolgacties benoemd. De evaluatie vormt dan tevens weer de input voor het evenement van de daaropvolgende editie.

Evaluatie vindt plaats op initiatief van de gemeente. Het streven is om de evaluatie binnen 6 weken na afloop van het evenement te houden. Bij de evaluatie worden de organisator en de bij het evenement aan de orde gekomen adviseurs van de oov-diensten betrokken. Eventueel kunnen ook onderaannemers van de organisatie worden betrokken. Eventuele op- of aanmerkingen c.q. klachten van belanghebbenden uit de buurt worden meegenomen in de evaluatie. De evaluatie wordt in een verslag vastgelegd en uitgereikt dan wel toegezonden aan de organisator. Bij een volgend evenement wordt de kennis en ervaring van voorgaande evenementen betrokken.

8.3.7 Melden van overlast en calamiteiten

Voor evenementen die plaatsvinden tijdens kantooruren kan wanneer overlast wordt ervaren van het evenement, via het algemene telefoonnummer (0495) 575 000, contact op worden genomen met de gemeente. De meeste evenementen vinden echter buiten kantoortijden plaats. Voor acute overlast op het gebied van milieu, zoals van geur, geluid en trillingen, moet op het moment dat de overlast ervaren wordt dit telefonisch gemeld worden via het algemene telefoonnummer. Buiten kantoortijden is er regionaal (in RUD-verband) een 24-uurs bereikbaarheids- en een beschikbaarheidsregeling vastgesteld, waaraan ook de gemeente deelneemt. Bij klachten zal controle op locatie plaatsvinden. Minder acute overlast kan ook digitaal worden gemeld via de website van de gemeente, via het formulier Melding openbare ruimte | Gemeente Weert. Wanneer bij niet milieu gerelateerde overlast sprake is van verstoring van de openbare orde kan contact op worden genomen met de politie. Bij acuut gevaar moet 112 worden gebeld.

8.3.8 Toezicht en Handhaving

Aan de verleende evenementenvergunning worden voorschriften verbonden. Dit wordt nader uitgewerkt in hoofdstuk 9. Als de voorschriften worden overtreden kan door de gemeente handhavend worden opgetreden. Op welke wijze handhavend kan worden opgetreden wordt toegelicht in hoofdstuk 11.

8.3.9 Optimaliseren dienstverlening

De gemeente wil de dienstverlening optimaliseren en organisatoren zo goed mogelijk begeleiden in het evenementenproces. Naar aanleiding van opgehaalde input, zowel intern als extern, zijn de volgende stappen doorgevoerd:

8.3.9.1 Digitalisering

Digitalisering van het vergunningenproces. Via de website zijn de volgende e-formulieren beschikbaar:

  • -

    evenementenchecker: middels een aantal vragen wordt duidelijk of het evenement meldingsplichtig of vergunningplichtig is;

  • -

    melding evenementen: het formulier om een meldingsplichtig evenement in te dienen;

  • -

    vooraankondiging evenementen: het formulier om een vergunningplichtig evenement aan te kondigen met als doel een reservering op de evenementenkalender te bemachtigen;

  • -

    aanvraagformulier evenementenvergunning: het formulier om een evenementenvergunning aan te vragen. 42

Er wordt blijvend gestreefd naar optimale informatieverstrekking via de website.

Digitale situatietekeningen van de aangewezen evenementenlocaties zijn via de website beschikbaar. Op deze tekeningen staan de elektriciteitskasten, brandkranen en vaste objecten (denk aan bomen, straatmeubilair, etc.) ingetekend. Ook wordt via de website aangegeven waar een podium geplaatst mag worden (in verband met het geluid en de metingen).

De evenementenkalender (zowel de reserveringen als de vergunde en toegestane meldingsplichtige evenementen) voor de periode van 1 april tot 1 april wordt digitaal op de website beschikbaar gesteld.

8.3.9.2 Informeren en ondersteunen

Om organisatoren te informeren en actief bij het evenementenproces te betrekken, wordt jaarlijks voorafgaand aan het evenementenseizoen een kennissessie georganiseerd. De oov-diensten worden hierbij ook betrokken. Ook wordt bij de organisatoren van tevoren geïnventariseerd waar zij behoefte aan hebben. Door het organiseren van een kennissessie wordt duidelijkheid gecreëerd over het proces en nieuwe (juridische) ontwikkelingen. De agenda wordt vooraf kenbaar gemaakt, zodat inschrijving per onderwerp mogelijk is.

Er wordt gewerkt vanuit de 1 loketgedachte. Het emailadres voor alle evenement gerelateerde zaken is evenementen@weert.nl. De evenementencoördinator fungeert als spin in het web binnen het evenementenloket en staat in nauw contact met collega’s van betrokken afdelingen van de gemeente en externe ketenpartners.

De evenementencoördinator is in de voorfase het eerste aanspreekpunt voor evenementenorganisatoren. Zodra het evenement in de vergunning-/meldingsfase zit, wordt de vergunningverlener het aanspreekpunt.

8.3.9.3 Promotie

In paragraaf 4.1.1 is aangegeven dat inwoners behoefte hebben aan meer promotie voor evenementen. Promotie van evenementen kan plaatsvinden via het maken van reclame via de digitale reclameborden van de gemeente43 en het maken van reclame op of aan de weg. Bij het maken van reclame op of aan de weg moeten de regels uit de APV en de daaruit vloeiende nadere regels in acht worden genomen. Voor het overige is het promoten van een evenement een taak en verantwoordelijkheid van de organisator.

8.3.9.4 Faciliteren

Het is mogelijk om in bepaalde gevallen via de gemeente gebruik te maken van faciliteiten ten behoeve van evenementen. In paragraaf 9.20 staat beschreven welke faciliteiten dit zijn en onder welke voorwaarden hiervan gebruik kan worden gemaakt.

9. Standaard voorschriften/voorwaarden

Bij het organiseren van een evenement zijn altijd standaard voorschriften/voorwaarden van toepassing. Deze gelden zowel bij vergunningplichtige als meldingsplichtige evenementen. Deze standaarden zijn opgenomen in dit hoofdstuk.

Bij B- en C-evenementen wordt altijd advies gevraagd aan de oov-diensten. De oov-diensten brengen daarbij aanvullend advies uit over aspecten waarvoor zij bevoegd zijn. Denk hierbij aan brandveiligheid, hygiënemaatregelen, alcohol- en drugspreventie. Dit advies44 wordt als bijlage opgenomen in de evenementenvergunning. Het advies maakt vervolgens onderdeel uit van de evenementenvergunning. Vanuit specifieke risico’s kan bij A-evenementen ook aanvullend advies aan de oov-diensten worden gevraagd.

Daarnaast heeft de burgemeester de mogelijkheid om in bepaalde gevallen afwijkende voorschriften op te nemen. Er is dan sprake van maatwerk. Dit kan bijvoorbeeld ten aanzien van geluid of door andere eindtijden bij een evenement te hanteren. In welke gevallen maatwerk kan worden toegepast wordt nader uitgewerkt in paragraaf 9.13 en 9.14.

9.1 Algemeen

  • 1. De organisator neemt via het algemene telefoonnummer (0495) 575 000 contact op met de gemeente voor alle activiteiten, producten en diensten waarvoor inzet van gemeentepersoneel nodig is.

  • 2. De contactpersoon tijdens het evenement dient op locatie aanwezig te zijn, telefonisch bereikbaar te zijn en is niet onder invloed van verdovende middelen.

  • 3. Een afschrift van de evenementenvergunning/-melding dient aanwezig te zijn en dient op eerste verzoek van een bevoegde medewerker van de gemeente getoond te worden.

  • 4. De organisator dient zich tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren en is op eerste verzoek van een bevoegde medewerker van de gemeente verplicht een kopie van de polis te verschaffen.

  • 5. De organisator stelt ondernemers, bewoners en omwonenden van tevoren tijdig in kennis van de te houden activiteiten.

  • 6. Aanwijzingen en/of bevelen van de oov-diensten en de bevoegde medewerkers van de gemeente dienen onmiddellijk en stipt te worden opgevolgd.

  • 7. De organisatie is verantwoordelijk voor een goed verloop van de activiteiten en het voorkomen van overlast voor de omgeving.

9.2 Inrichting terrein

  • 1. Alle voor het evenement benodigde zaken en inrichtingen worden geplaatst volgens de door de gemeente goedgekeurde inrichtingstekening en worden geplaatst in overeenstemming met de aanwijzingen van de bevoegde medewerkers van de afdeling VTH en OG.

  • 2. Wanneer tijdens het inrichten van de benodigde terreinen blijkt dat moet worden afgeweken van de in de evenementenvergunning opgenomen voorschriften, moet hiervoor ter plekke en vóóraf toestemming worden verkregen van de bevoegde ambtenaren van de gemeente.

  • 3. De organisator zorgt ervoor dat (nood)uitgangen van gebouwen niet worden geblokkeerd.

  • 4. De organisatie draagt er zorg voor dat de doorgang voor hulpverleningsvoertuigen te allen tijde gewaarborgd is en blijft. Een breedte van tenminste 4,50 meter en een hoogte van tenminste 4,20 meter moet worden vrijgehouden.

  • 5. Eventueel aanwezige brandkranen op de in gebruik te nemen ruimte binnen een straal van 0,75 meter dienen vrij te blijven van obstakels.

  • 6. Op het evenemententerrein worden voldoende afvalbakken geplaatst conform de geldende wet- en regelgeving en er wordt gezorgd dat deze tussentijds tijdig worden leeggemaakt. Ook wordt gezorgd dat afval goed wordt gescheiden conform geldende wet- en regelgeving. 45

9.3 Constructieve veiligheid

De constructieve veiligheid van een bouwsel/(tijdelijke) constructie:

  • 1.

    Is bestand tegen de daarop werkende krachten gedurende de tijd dat het bouwsel/de constructie in gebruik is;

  • 2.

    Naast het bepaalde onder a moeten tenten voldoen aan paragraaf 4.1.10 uit NEN 8020-41:2012;

  • 3.

    naast het bepaalde onder 1 en 2 mogen geen constructieve wijzigingen plaatsvinden aan de constructie/het bouwsel die de veiligheid in gevaar brengen.

  • 4.

    Opbouw en gebruik dienen conform de kwaliteitsverklaring (en van de leverancier en/of fabrikant of volgens specifieke normen), als bedoeld in het eerste lid, te worden uitgevoerd.

  • 5.

    De organisator is verplicht zich vooraf en tijdens het evenement op de hoogte te stellen van de voorspelde weersomstandigheden. Bij voorspellingen, afwijkend van de waarde waarop de bouwsels/constructies berekend zijn, moeten aanvullende maatregelen worden getroffen. De aanvullende (beheers)maatregelen zijn omschreven in het veiligheidsplan en/of ontruimingsplan.

  • 6.

    In geval van het roeren van de grond dient via www.kadaster.nl/klic een klic-melding te worden gedaan om schade aan ondergrondse infra te voorkomen.

  • 7.

    Voor het afschoren46 van de bouwsels/constructies mag geen gebruik worden gemaakt van bestrating, straatmeubilair, bomen, struiken of andere aanwezige attributen, maar kan gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld ballastblokken of watertanks.

9.4 Verharding

  • 1. Om schade aan verharding te voorkomen is het niet toegestaan om er zaken op aan te brengen, deze open te breken, te wijzigen of te beschadigen (door er bv. zaken doorheen te slaan/ te boren).

  • 2. Indien het risico op indringing van oliën, vetten en/of vloeistoffen zich voordoet dienen maatregelen genomen te worden om dit te voorkomen.

  • 3. Als ondanks de getroffen maatregelen toch sprake is van indringing van oliën, vetten en/of vloeistoffen dan wordt dit meteen gemeld bij het servicepunt van de afdeling OG, via het formulier Melding openbare ruimte | Gemeente Weert of via het algemene telefoonnummer (0495) 575 000.

9.5 Groenvoorzieningen

  • 1. Groenvoorzieningen mogen niet zonder toestemming van de gemeente gesnoeid, verwijderd, aangepast of beschadigd worden.

  • 2. Om uitdroging te voorkomen mogen geen hete uitlaatgassen van voertuigen en generatoren op groenvoorzieningen gericht worden, tenzij hiervoor vooraf toestemming is verkregen van de gemeente.

  • 3. Er mogen geen hoge of zware objecten binnen de kroonprojectie van een boom worden geplaatst. Indien dit risico bestaat is het verplicht om deze ruimte af te hekken.

9.6 Oppervlaktewater

  • 1. Er mag niets aan het oppervlaktewater worden onttrokken en op het afvalwater worden geloosd.

  • 2. Verder moet voldaan worden aan de Verordening incidentele lozingen van de gemeente. 47

9.7 Afvalwater

  • 1. Afvalwater dient te allen tijde opgevangen en afgevoerd te worden, behalve als gebruik gemaakt kan worden van een vuilwaterriool (mits het geen drukriool betreft) of een evenementenaansluiting.

  • 2. Het is daarnaast niet toegestaan om vet of oliën of ander materiaal op het riool of straatkolken te lozen.

  • 3. Verder moet voldaan worden aan de Verordening incidentele lozingen van de gemeente. 48

9.8 Stroomvoorziening

  • 1. Op locaties waar evenementen- of marktkasten staan worden deze gebruikt. Aggregaten voor de stroomvoorziening zijn enkel toegestaan wanneer de aanwezige stroomvoorziening niet toereikend is.

  • 2. Stroomaggregaten en brandstofvaten mogen voor bezoekers niet vrij toegankelijk zijn.

  • 3. De organisator is verantwoordelijk voor de veiligheid van eigen elektrische installaties conform geldende wet- en regelgeving.

9.9 Gemeentelijke voorzieningen

Het is verboden om zonder toestemming van de gemeente zelf gemeentelijke voorzieningen aan te passen, te verplaatsen, te verwijderen, te openen, te sluiten en, aan- of uit te zetten.

9.10 Reiniging

Het evenemententerrein (inclusief daarvoor bestemde parkeervoorzieningen, aangrenzende openbare ruimte, kolken en ontsluitingswegen) dienen tijdens en na het evenement schoongemaakt te worden, conform de tijden zoals opgenomen in de voorschriften van de verleende evenementenvergunning of melding.

9.11 Schade aan gemeentelijk eigendom

  • 1. De evenementenorganisator is verplicht alle maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van schade aan het terrein en de aanwezige gemeentelijke voorzieningen.

  • 2. Alle werken of eigendommen van de gemeente, inclusief de groenvoorzieningen, die ten tijde van het gebruikmaken van de evenementenvergunning/melding worden beschadigd worden op kosten van de organisator hersteld.

  • 3. De organisator is verplicht schade aan gemeentelijk eigendom onmiddellijk bij de gemeente te melden, via het formulier Melding openbare ruimte | Gemeente Weert of via het algemene telefoonnummer (0495) 575 000.

9.12 Opruim- en herstelwerkzaamheden

  • 1. De openbare ruimte dient na afloop van het evenement in oorspronkelijke staat (zo schoon en heel als bij aanvang) teruggebracht te worden. In de evenementenvergunning worden hierover nadere voorschriften opgenomen.

  • 2. Eventuele opruim- en herstelwerkzaamheden dienen binnen de periode zoals opgenomen in de evenementenvergunning afgerond te worden. Indien de organisatie in gebreke blijft, zal de gemeente de herstelwerkzaamheden uit (laten) voeren en de kosten verhalen op de organisator.

  • 3. De organisator is ervoor verantwoordelijk dat het afval van rommel- en snuffelmarkten na afloop wordt opgeruimd en afgevoerd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de organisator.

9.13 Geluid en leefomgeving

9.13.1 Algemeen

  • 1. Bij het bepalen van de toegestane geluidsnormen zoals opgenomen in deze paragraaf wordt stemgeluid van personen buiten beschouwing gelaten.

  • 2. Werkzaamheden voor opbouwen, afbreken en opruimen, voor zover akoestisch relevant, worden beperkt tot de periode zoals opgenomen in de voorschriften van de evenementenvergunning.

  • 3. Permanente geluidsbronnen zoals die van onder andere koelventilatoren, verwarmingsventilatoren en/of aggregaten mogen niet als onoverkomelijke hinder worden ervaren door omwonenden. Als alternatief kunnen/moeten geluidsarme typen worden gebruikt.

9.13.2. Aangewezen evenementenlocaties

In hoofdstuk 6 worden o.a. de buitenevenementenlocaties omschreven waarbinnen de gemeente regelmatig evenementen worden georganiseerd. Voor deze locaties49 is in 2023 een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd zodat duidelijk is welke geluidsnormen per locatie zijn toegestaan. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat op de aangewezen evenementenlocaties evenementen kunnen worden georganiseerd waarbij muziek wordt geproduceerd, maar dat met name in de binnenstad ook een bepaalde mate van geluidsoverlast zal worden ervaren. Om die reden is daarom ook gekeken naar de spreiding van de verschillende evenementen per locatie. In de volgende 2 subparagrafen wordt nader uitgewerkt welke voorschriften/voorwaarden exact van toepassing zijn en aan de evenementenvergunning worden verbonden.

9.13.2.1 Geldende geluidsnormen

  • 1. Als een evenement wordt georganiseerd op een evenementenlocatie, zoals genoemd in paragraaf 6.1, dan zijn de geluidsnormen van toepassing zoals opgenomen in de tabel in bijlage 3.

  • 2. Het bepaalde in onderdeel 1 is niet van toepassing op een evenement waarbij sprake is van zich verplaatsende geluid maken activiteiten. Dit geldt ook voor een evenement waarbij omroepinstallaties, draaiorgels en muziekkorpsen die niet langer dan 1 uur op een bepaalde locatie staan opgesteld of optreden. In deze gevallen is wel artikel 4:5 APV van toepassing, hetgeen betekent dat geen geluidhinder voor de omgeving mag worden veroorzaakt.

  • 3. Naast het bepaalde in het derde lid kan de burgemeester ingeval van gegronde redenen afwijken van het bepaalde in onderdeel 1.

9.13.2.2 Spreidingsvoorwaarden

  • 1. Bij het organiseren van een evenement op een aangewezen evenementenlocatie, zoals omschreven in paragraaf 6.1 zijn de spreidingsvoorwaarden van toepassing zoals opgenomen in de tabel in bijlage 4.

  • 2. Bij het bepalen van het maximum toegestane aantal dagen per jaar en het toegestane maximum aangesloten dagen wordt de opbouw en het afbreken van het evenement niet meegenomen.

  • 3. Het genoemde in onderdeel 1 is niet van toepassing op:

    • a.

      side-events die gedurende de door de gemeente georganiseerde stads- en dorpskermissen worden georganiseerd;

    • b.

      evenementen die gedurende de Vastelaovendj (carnaval) worden georganiseerd.

  • 4. Naast het bepaalde in het derde onderdeel kan de burgemeester in geval van gegronde redenen afwijken van het bepaalde in onderdeel 1.

9.13.2.3 Tijdblok geluid tijdens evenement

  • 1. De maximale duur van het produceren van geluid tijdens een evenementendag in de categorie geluidsbelasting hoog bedraagt 10 uur. Daarna volgt een rustperiode van 11 uur als nog een evenementendag volgt.

  • 2. De maximale duur van het produceren van geluid tijdens een evenementendag in de categorie geluidsbelasting laag bedraagt 12 uur. Daarna volgt een rustperiode van 11 uur als nog een evenementendag volgt.

  • 3. De burgemeester kan in geval van gegronde redenen afwijken van het bepaalde in onderdeel 1 en 2.

9.13.2.4 Wijze van meten

Bij een geluidsmeting wordt per evenementenlocatie het meetpunt aangehouden zoals omschreven in de tabel in bijlage 3. Bij klachten wordt gemeten bij de klager. Een geluidsmeting wordt uitgevoerd door de piketmedewerkers van de RUD.

9.13.2.5 Kasteelpark Nijenborgh

Voor Kasteelpark Nijenborgh gelden ten aanzien van het waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving aanvullende voorschriften in verband met de fijnmazige groenstructuur:

  • 1.

    De evenementenorganisator is verplicht ruime preventieve maatregelen te treffen om vernieling van de in gebruik te nemen terreinen tot een minimum te beperken.

  • 2.

    De evenementenorganisator is verplicht rijplaten en vloerplanken aan te brengen op die plekken die gevoelig voor schade zijn.

  • 3.

    De evenementenorganisator houdt bij de opbouw, gedurende het evenement en bij de afbouw toezicht op de in gebruik genomen terreinen door bezoekers en medewerkers.

  • 4.

    De evenementenorganisator draagt zorg voor het afhekken van de plantenborders.

9.13.3 Overige evenementenlocaties

In paragraaf 6.1 is toegelicht dat naast de aangewezen buiten evenementenlocaties ook, indien mogelijk, op andere locaties evenementen kunnen worden georganiseerd. Uiteraard moeten daarbij ook geluidsnormen in acht worden genomen. Welke regels hier qua geluid voor gelden is nader uitgewerkt in onderstaande paragrafen. Opmerking verdient overigens dat deze regels niet van toepassing zijn op een evenement waarbij sprake is van zich verplaatsende geluid maken activiteiten. Dit geldt ook voor een evenement waarbij omroepinstallaties, draaiorgels en muziekkorpsen die niet langer dan 1 uur op een bepaalde locatie staan opgesteld of optreden. In deze gevallen is wel artikel 4:5 APV van toepassing, hetgeen betekent dat geen geluidhinder voor de omgeving mag worden veroorzaakt.

9.13.3.1 Evenement met geluidsbelasting laag

Voor een evenement met de geluidsbelasting laag worden de volgende regels in acht genomen:

  • 1.

    Bij het produceren van muziek worden de algemene geluidsvoorschriften in acht genomen zoals weergegeven in bijlage 5.

  • 2.

    Het maximale geluidsniveau Lmax ten gevolge van het evenement mag, gemeten voor de gevel van het dichts bijgelegen geluidsgevoelige object (zoals een woning, school of zorginstelling), niet meer dan 10 dB(A) boven de getalswaarde van het in het vorige voorschrift genoemde equivalente geluidsniveau zijn gelegen.

  • 3.

    Controle op de niveaus van het verspreide geluid, alsmede beoordeling van de meetresultaten, moet gebeuren overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave 1999.

  • 4.

    Er dient gemeten te worden op een hoogte van 1,5 meter. Voor het te meten geluid wordt geen meteocorrectie term, correctie voor tonaal of laagfrequent geluid, bedrijfsduurcorrectieterm of muziekstraffactor toegepast.

9.13.3.2 Evenement met geluidsbelasting hoog

Hierbij wordt maatwerk toegepast. Dit betekent dat in de te verlenen evenementenvergunning over het geluid aparte voorschriften worden opgenomen.

Uitgangspunt bij vergunningverlening is het opnemen van zowel doel- als middelvoorschriften. Het toegelaten maximum dB(A) op de gevel van het dichts bijgelegen geluidsgevoelige object (zoals een woning, school of zorginstelling) of vooraf gestelde meetpunten wordt voor deze activiteiten in principe als norm opgenomen. Indien binnen 50 meter geen geluidsgevoelige objecten zijn gelegen geldt deze norm op vooraf gestelde meetpunten.

De organisatie is verantwoordelijk voor het inmeten van het toegestane geluidniveau. De organisatie dient tevens het toegestane geluidsniveau onder de grenswaarde te houden aan de hand van door henzelf uit te voeren metingen. De organisatie dient tijdens het evenement te beschikken over een geluidmeter. Tevens is de organisatie verplicht een geluidsbelastingplan te overleggen bij de aanvraag. Dit geeft de mogelijkheid om te toetsen of het evenement op de gewenste locatie mogelijk is. Tot slot zullen voorschriften worden opgenomen ter voorkoming van geluidshinder vanwege de opbouw en afbouw en vanwege het in werking hebben van generatoren etc.

9.13.3.3 Evenementen binnen een inrichting

Bij evenementen die worden georganiseerd binnen een inrichting en waarbij muziek wordt geproduceerd worden de voorschriften in acht genomen zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit. Verder kan gebruik worden gemaakt van de festiviteitenregeling zoals omschreven in paragraaf 6.2.3.

9.14 Begin- en eindtijden

9.14.1 Begintijd muziek

  • 1. De muziek vangt niet eerder aan dan conform de voorschriften zoals opgenomen in de evenementenvergunning.

  • 2. De begintijd genoemd in onderdeel 1 geldt ook voor een eventuele soundcheck en mag, indien van toepassing, eventuele religieuze diensten niet verstoren.

9.14.2 Eindtijden muziek

  • 1. De uiterste eindtijd muziek betreft:

    • a.

      op vrijdag, zaterdag en voorafgaand aan een nationaal erkende feestdag 01:00 uur;

    • b.

      op zondag tot en met donderdag 23:00 uur.

  • 2. Het bepaalde in onderdeel 1, sub a is niet van toepassing op meldingsplichtige evenementen in de zin van artikel 2:25, tweede lid, APV. In dat geval geldt een eindtijd van 24:00 uur en op zondag tot en met donderdag tot maximaal 23.00 uur. 50

  • 3. Van het bepaalde onder 1, onderdeel a en b kan door de burgemeester worden afgeweken:

    • a.

      bij evenementen die worden georganiseerd binnen een inrichting waar een evenement wordt georganiseerd die niet past binnen de reguliere bedrijfsvoering. In dat geval wordt maatwerk toegepast die als voorschriften in de evenementenvergunning worden opgenomen.

    • b.

      in geval van gegronde redenen.

9.14.3 Eindtijden evenement

  • 1. De uiterste eindtijd van het evenement betreft een half uur na de uiterste eindtijd van de muziek, met uitzondering van meldingsplichtige evenementen die op vrijdag of zaterdag plaatsvinden. In dat geval is de eindtijd van het evenement hetzelfde als de eindtijd muziek.

  • 2. Van het bepaalde in onderdeel 1 kan door de burgemeester worden afgeweken:

    • a.

      als het om evenementen gaat die worden georganiseerd binnen een inrichting die niet passen binnen de reguliere bedrijfsvoering van die inrichting. In dat geval wordt maatwerk geleverd die als voorschriften in de evenementenvergunning worden opgenomen;

    • b.

      in geval van gegronde redenen.

9.15 (Brand) veiligheid, EHBO, beveiliging, etc.

  • 1. Er wordt voldaan aan de GHOR-voorschriften zoals deze zijn opgenomen in de evenementenvergunning. Dit betekent o.a. dat gedurende de diverse activiteiten permanent het aantal verplichte EHBO'ers aanwezig zijn en er voldoende EHBO-materiaal beschikbaar is.

  • 2. Er wordt voldaan aan de politievoorschriften zoals deze zijn opgenomen in de evenementenvergunning.

  • 3. Er wordt voldaan aan het Bgbop.51 Dit betekent o.a. dat de juiste blusmiddelen op de juiste plaatsen worden toegepast. Tevens dienen alle blusmiddelen gekeurd te zijn en voorzien te zijn van een geldige keuringssticker en het gebruik ervan wordt overgelaten aan deskundigen/beveiligingspersoneel.

  • 4. Eén van de vertegenwoordigers van de organisatie die gedurende de activiteiten bij problemen en calamiteiten als contactpersoon optreedt is mobiel bereikbaar.

9.16 Verkeersveiligheid

Evenementen kunnen consequenties hebben voor het verkeer in de directe omgeving. Tijdens een evenement kunnen (delen van) wegen worden afgesloten en kan verkeer worden omgeleid. Hiervoor kan een verkeersbesluit nodig zijn. Ook kan het grote aantal bezoekers de verkeersdoorstroming stremmen of tot parkeerdruk leiden. Van de organisator wordt daarom verwacht dat, indien van toepassing, in het draaiboek een verkeersplan wordt opgenomen. In dit plan moeten de maatregelen worden uitgewerkt, die de organisator neemt om de veiligheid van bezoekers en de bereikbaarheid van de hupdiensten te waarborgen. De organisator is ook verantwoordelijk voor de inzet van gecertificeerde verkeersregelaars. Hieronder is opgenomen welke voorschriften van toepassing zijn bij het nemen van een verkeersbesluit, het opstellen van een verkeersplan en het inzetten van een verkeersregelaar. Als laatste zijn de voorschriften opgenomen die betrekking hebben op het berijden van de promenade tijdens een evenement.

9.16.1 Verkeersbesluit

Een verkeersbesluit wordt genomen op grond van artikel 15 Wegenverkeerswet 1994. 52

9.16.1.1 Verkeersbesluit volgens artikel 12 BABW

  • 1. De plaatsing of verwijdering van de genoemde verkeerstekens in artikel 12 BABW53 vindt plaats via een verkeersbesluit.

  • 2. Het betreft hier alleen verkeerstekens. De infrastructurele maatregelen waar een verkeersbesluit voor is vereist, worden genoemd in artikel 15 lid 2 van de WVW. 54

9.16.2 Verkeersplan

Het aanleveren van een verkeersplan is vereist wanneer het betreft:

  • 1.

    Plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

  • 2.

    Maatregelen op of aan de weg die de inrichting of voorzieningen ter regeling van dat verkeer wijzigt.

  • 3.

    Een afsluiting van een weggedeelte of openbaar gebied of een gedeelte daarvan dat het verkeer beïnvloedt.

  • 4.

    een aanpassing in parkeer- en stopvoorziening.

  • 5.

    tijdelijke aanpassingen aan de inrichting van openbaar gebied dat het verkeer beïnvloedt.

9.16.2.1 Nadere eisen verkeersplan

Bij het aanleveren van een verkeersplan dient rekening gehouden te worden met:

  • 1.

    Een volledig overzicht van de verkeersmaatregelen, waarin zowel de afzetting als indien van toepassing een omleiding voorzien is.

  • 2.

    De verkeersmaatregelen dienen conform geldende richtlijnen en wet- en regelgeving zijn, o.a. CROW.

  • 3.

    Duidelijkheid in het gebruik alsook het juiste materieel en materiaal.

  • 4.

    Afhankelijk van de impact wordt bepaald aan welk niveau een individueel verkeersplan moet voldoen.

  • 5.

    Een afsluiting van een weggedeelte of openbaar gebied of een gedeelte daarvan moet minimaal 2 weken voor aanvang van de fysieke maatregel kenbaar gemaakt worden middels vooraankondigingsborden.

  • 6.

    Het tijdelijk opheffen van parkeergelegenheid moet minimaal 2 weken voor aanvang van de fysieke onbruikbaarheid van de parkeergelegenheid kenbaar gemaakt worden middels juiste bebording.

  • 7.

    Alle verkeersmaatregelen moeten voldoen aan de geldende wetgeving, regelgeving en richtlijnen – er mag enkel gemotiveerd afgeweken worden om vervolgens beoordeeld te kunnen worden door het bevoegd gezag.

9.16.3 Mobiliteitsplan

Bij een C-evenement, en indien nodig bij een groot B-evenement, is een mobiliteitsplan vereist. In een mobiliteitsplan wordt uitgelegd hoe het evenemententerrein en de omgeving veilig en vlot bereikbaar blijven. Er wordt beschreven wat men gaat doen, wat de risico's zijn voor het verkeer en wat wordt gedaan om de risico's beheersbaar te maken.

9.16.4 Inzetten verkeersregelaar

Bij het inzetten van een verkeersregelaar worden de voorschriften in acht genomen zoals opgenomen in de Regeling verkeersregelaars 2009. 55

Het inzetten van een verkeersregelaar is maatwerk. Of een verkeersregelaar ingezet moet worden is onder andere afhankelijk van:

  • -

    verkeersaanbod;

  • -

    doorstroming van het verkeer;

  • -

    locatie van de afsluiting;

  • -

    verkeersmenging (verschillende verkeersdeelnemers);

  • -

    veiligheid.

9.16.4.1 Beroepsverkeersregelaars

Een beroepsverkeersregelaar mag het verkeer regelen in zowel de openbare ruimte als op een afgesloten terrein.

9.16.4.2 Evenementenverkeersregelaars

Een evenementenverkeersregelaar56 kan alleen worden ingezet voor eenvoudige verkeersregelende taken zoals een stopteken bij een oversteekplaats tijdens de avondvierdaagse of het wijzen van bestuurders naar de bestemde parkeerplaats. Het zelfstandig regelen van het verkeer op een kruispunt voor alle rijrichtingen is geen taak voor de evenementenverkeersregelaar, maar voor beroepsverkeersregelaars, politie en marechaussee.

9.16.5 Berijden promenade tijdens (op- en afbouw) evenement

Een deel van de binnenstad is ingericht als wandelgebied en daarom is dit deel, met uitzondering van laad- en lostijden, afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Het gaat om het zogenaamde promenadegebied. Op de singels, Maaspoort, het Stationsplein, een gedeelte van de Stationsstraat, de Driesveldlaan en de Sint Maartenslaan gelden geen beperkingen voor het verkeer. De elektronisch bedienbare palen t.b.v. de afsluiting van het promenadegebied zijn gelegen aan het begin van de Langstraat, de Maasstraat, de Oelemarkt, de Korenmarkt, de Beekstraat, de Stationsstraat en de Nieuwe Markt.

9.16.5.1 Gemotoriseerd verkeer promenade

Gemotoriseerd verkeer in de winkelstraten is buiten de laad- en lostijden alleen toegestaan voor ontheffingshouders. In de ontheffing staat vervolgens aangegeven binnen welke tijden en/of voor welke dagen de ontheffing geldt. Voor het vrachtverkeer dat over de promenade rijdt, geldt een maximale lengte van 11 meter, met enkele achteras en zonder aanhangwagen.

9.16.5.2 Ontheffing artikel 87 RVV

  • 1.

    Op grond van artikel 87 RVV57 is het mogelijk ontheffing aan te vragen voor het berijden van de promenade tijdens (de op- en afbouw van) evenementen. Hierbij gelden de volgende voorschriften:

  • 1.

    De ontheffing mag slechts worden gebruikt ten behoeve van de door de aanvrager omschreven werkzaamheden die in de beschikking zijn opgenomen.

  • 2.

    De ontheffing wordt afgegeven op voertuigkenteken.

  • 3.

    De ontheffing is niet overdraagbaar.

  • 4.

    Op verzoek van politie of een daartoe bevoegde gemeenteambtenaar dient deze originele ontheffing te allen tijde getoond te kunnen worden.

  • 5.

    De te overbruggen afstand in het voetgangersgebied dient telkens langs de kortste weg en stapvoets rijdend te worden afgelegd. Hierbij mogen voetgangers en ander verkeer niet worden gehinderd.

  • 6.

    Indien door omstandigheden, naar het oordeel van politie of een daartoe bevoegde gemeenteambtenaar, de ontheffing tijdelijk buiten werking wordt gesteld, dienen de aanwijzingen van voornoemde functionarissen te worden opgevolgd.

  • 7.

    Indien uit verkeersoverwegingen de ontheffing tijdelijk buiten werking moet worden gesteld, kan de houder van de ontheffing geen aanspraak maken op mogelijk bestaande en/of verloren gegane rechten.

9.17 Gemotoriseerde evenementen

Bij evenementen met gemotoriseerde voertuigen kan in de evenementenvergunning het voorschrift worden opgelegd dat de organisator een deskundige partij moet inschakelen voor het opstellen van een maatwerk veiligheidsplan. Als de organisator in eigen beheer een maatwerk veiligheidsplan opstelt moet deze vergezeld worden door een beoordeling van een derde deskundige. Deze derde deskundige kan zijn een belangenvereniging (bijvoorbeeld KNWU, NTFU, KNMV, KNAF, etc.), extern adviesbureau, een door een verzekeraar aangewezen deskundige of een andere onafhankelijk deskundig adviseur.

9.18 Horeca

  • 1. Als zwak alcoholische dranken worden geschonken dan moet de organisator in het bezit zijn van een door de burgemeester afgegeven ontheffing o.g.v. artikel 35 Alcoholwet (hierna: de ontheffing). Deze ontheffing wordt apart aangevraagd.

  • 2. Het schenken van zwak alcoholische dranken is gebonden aan de in de ontheffing genoemde datums, tijden en de daarin opgenomen voorschriften.

  • 3. Tijdens het consumeren van dranken wordt uitsluitend gebruik gemaakt van drinkgerei volgens de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik (zie paragraaf 9.19).

9.19 Duurzaamheid

Bij evenementen moet bij gebruik van kunststofproducten de regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik in acht worden genomen. Afhankelijk van het type evenement (een open of gesloten evenement) gelden andere regels. Op de website van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat58 staat beschreven welke regels van toepassing zijn.

9.20 Faciliteiten

  • 1. De gemeente faciliteert bij evenementen geen materialen zoals dranghekken, rijplanken, containers en verkeersvooraankondigingsborden. De benodigde materialen dienen door de organisator via de reguliere markt te worden gehuurd.

  • 2. Organisatoren van evenementen kunnen een aanvraag indienen op grond van de ‘Subsidieregeling Evenementen Weert 2017’. De kosten die gemaakt moeten worden voor de huur van de benodigde materialen kunnen in deze aanvraag worden meegenomen. De subsidie wordt enkel toegekend als aan de voorwaarden zoals genoemd in de ‘Subsidieregeling Evenementen Weert 2017’ wordt voldaan.

  • 3. Het bepaalde in onderdeel 1 is niet van toepassing als:

    • a.

      het evenement wordt aangemerkt als een cultureel volksfeest;

    • b.

      het gaat om een niet-commercieel meldingsplichtig evenement.

    In dat geval faciliteert de gemeente kosteloos materialen. 59

  • 4. Organisatoren die vallen onder de uitzondering van onderdeel 3 onder b, dienen voor de benodigde materialen minimaal 2 weken voor aanvang van het evenement contact op te nemen met de werfbeheerder van afdeling OG via het telefoonnummer (0495) 575 651. Materialen dienen door de organisatie zelf opgehaald en geretourneerd te worden.

  • 5. Het gebruik van gemeentelijke gebouwen is voor rekening van de organisator. Hiervoor wordt een vergoeding in rekening gebracht. De hoogte hiervan wordt bepaald door de gemeente (in dit geval eigenaar/beheerder van het gebouw).

  • 6. Voor gebruik van gemeentelijke gronden kan precariobelasting in rekening worden gebracht op grond van de Verordening precariobelasting gemeente Weert.

  • 7. Organisatoren kunnen gebruik maken van de gemeentelijke aansluitingen voor bijvoorbeeld water en elektriciteit. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht.

  • 8. Voor aansluiting op de riolering wordt door de organisator 2 weken voor aanvang van het evenement contact opgenomen met de afdeling OG via het telefoonnummer (0495) 575 000. Eventuele kosten hiervoor wordt afzonderlijk in rekening gebracht.

  • 9. Voor het aansluiten en gebruik maken van elektra worden kosten in rekening gebracht. Voor aansluiting op de stroomkasten wordt 2 weken voor aanvang van het evenement contact opgenomen met de afdeling OG via het telefoonnummer (0495) 575 000.

  • 10. De kosten voor het gebruik van gemeente-eigendommen, overige nutsvoorzieningen en/of de inzet van gemeentepersoneel worden door de desbetreffende afdeling in rekening gebracht.

10. Veiligheid bij evenementen

Het organiseren van een evenement brengt veiligheidsrisico’s met zich mee. Het is daarom van belang om eventuele risico’s vooraf goed in kaart te brengen in het veiligheidsplan. Daarnaast kan een doorleefsessie, schouw en een integraal veiligheidsoverleg door de gemeente of de organisator worden geïnitieerd. In onderstaande paragrafen worden deze onderdelen nader uitgewerkt.

10.1 Veiligheids- en crisismanagement

Met veiligheidsmanagement wordt de aanpak van veiligheid in reguliere omstandigheden bedoeld. Als sprake is van buitengewone omstandigheden die vaak om geheel andersoortige maatregelen vragen, dan is crisismanagement aan de orde.

10.1.1 Veiligheidsmanagement

Zoals reeds omschreven is de burgemeester primair verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid binnen de gemeente. Bij een optreden in verband met de veiligheid op of rond een evenement is het onderscheid tussen normale en buitengewone omstandigheden relevant. Van de normale bevoegdheden kan de burgemeester gebruikmaken indien de veiligheid op enigerlei wijze in het geding is en waarbij de normale bevoegdheden (nog) toereikend zijn om de veiligheid te handhaven. Hierbij gaat het om veiligheidsmanagement. Dit omvat de maatregelen die de organisatie in samenwerking met de gemeente voorbereidt om de randvoorwaarden voor een veilig verloop van het evenement in normale omstandigheden te realiseren.

De belangrijkste onderdelen van het veiligheidsmanagement van evenementen zijn:

  • -

    de beveiliging van in- en uitgangen en niet voor publiek toegankelijke gedeeltes;

  • -

    het reguleren van publieksstromen op het evenement;

  • -

    het reguleren van verkeersstromen van en naar het evenement;

  • -

    de toegangscontrole: leeftijd, verboden middelen, wapens;

  • -

    surveillance op het terrein: signaleren, ingrijpen;

  • -

    de controle op brandveiligheid;

  • -

    de inzet van EHBO’ers en artsen voor het verzorgen van bezoekers;

  • -

    de communicatie naar bezoekers, onder andere over geboden en verboden, gedragsregels en veiligheidsvoorschriften.

10.1.2 Crisismanagement

Met crisismanagement wordt bedoeld het management van uitzonderlijke situaties die een ernstige bedreiging vormen voor de (maatschappelijke) basisstructuren, waarin met geringe tijd om te beslissen en een hoge mate van onzekerheid kritische beslissingen moeten worden genomen. Uitgangspunt is dat bij een crisis de reguliere veiligheidsmaatregelen niet meer afdoende zijn. De organisator kan het in feite niet meer af met de eigen maatregelen. In dat geval is het van belang dat een goede afstemming plaatsvindt tussen de organisator, de gemeente en de adviseurs van de oov-diensten. Er kan bijvoorbeeld besloten worden dat een evenemententerrein wordt ontruimd of dat in geval van zeer uiterste omstandigheden het evenement wordt afgelast. De te volgen procedure m.b.t. eventuele ontruiming wordt nader uitgewerkt in het veiligheidsplan. Zie voor nadere informatie over het veiligheidsplan paragraaf 8.2.1.1, onderdeel D.

10.1.3 Van veiligheids- naar crisismanagement

Tot hoever maatregelen onder veiligheidsmanagement vallen en wanneer het omslagpunt is bereikt waarop crisismanagement nodig is, hangt af van een tweetal factoren. Ten eerste hangt het af van de mate waarin de betrokken partijen zich hebben voorbereid op bepaalde calamiteiten. Ten tweede hangt het af van de mate waarin de aanpak van een calamiteit met de middelen die voorhanden zijn kan worden afgedaan. Het omslagpunt van veiligheidsmanagement naar crisismanagement heeft zowel voor de organisator als voor de gemeente grote consequenties. Belangrijk is daarom dat betrokkenen ook daadwerkelijk vaststellen dat sprake is van een crisis en beseffen welke gevolgen deze beslissing heeft.

10.1.4 Bekendheid met veiligheids- en crisismanagement

De bij het evenement betrokken organisaties moeten vooraf kennis hebben van de verschillen tussen veiligheids- en crisismanagement. De betrokken partijen moeten vooraf door middel van het veiligheidsplan en de daarbij behorende afspraken, scenario-besprekingen en oefeningen voldoende bekend zijn gemaakt met hun taak en positie in uiteenlopende situaties. Organisaties die pas actief betrokken raken als er sprake is van crisismanagement moeten ook bekend zijn met de wijze waarop het veiligheids-management is georganiseerd. Zij moeten daarmee immers rekening houden in een crisissituatie. De oov-diensten moeten bekend zijn met zaken als welke uitvalswegen het publiek moet gebruiken, hoe de hekken zijn opgesteld in verband met ontruiming en welke maatregelen in het kader van brandveiligheid zijn genomen.

Om het veiligheids- en crisismanagement te kunnen waarborgen kan binnen de gemeente (in overleg) met de organisator een doorleefsessie, schouw en/of een integraal veiligheidsoverleg worden georganiseerd. In paragraaf 8.3.4 en 8.3.5 is dat reeds toegelicht.

11. Toezicht en handhaving

Bij het houden van toezicht op en handhaving bij evenementen spelen diverse partijen een rol. In hoofdstuk 7 is uitvoering omschreven welke rollen en taken hierbij een rol spelen. Verder is van belang op welke wijze wordt gehandhaafd en welke regels hierbij in acht worden genomen. In onderstaande paragrafen wordt toegelicht hoe hier binnen de gemeente mee wordt omgegaan.

11.1 Uitgangspunten handhaving

Bij evenementen spelen diverse belangen. Bij toezicht op evenementen is sprake van maatwerk en van een afweging van belangen. Hierbij wordt rekening gehouden met het waarborgen van de openbare orde en veiligheid, de belangen van de organisator en ook de belangen van de omgeving. Het doel van handhaving is om de overtreding te beëindigen. Om tot een goede belangenafweging te komen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • a.

    Bij handhaving wordt gekeken naar het doel van het voorschrift en wordt de vraag gesteld of het gekozen middel passend is voor het beëindigen van de overtreding. Daarbij moet het minst zware middel worden ingezet (proportionaliteitsbeginsel);

  • b.

    bij de keuze van het middel tot handhaven kan van het gebruik van de bevoegdheid worden afgezien, wanneer handhaving langs andere weg even doelmatig kan plaatsvinden (subsidiariteitsbeginsel);

  • c.

    bij het bepalen van de wijze waarop handhavend wordt opgetreden worden eerdere ervaringen met de organisator en/of met het evenement meegewogen;

  • d.

    de ernst van de overtreding bepaalt de zwaarte van het handhavingsinstrument.

Handhaving kan voorafgaand aan het evenement (preventief), tijdens en na een evenement plaatsvinden. De evenementen worden preventief gecontroleerd als daar aanleiding voor is. Dit is afhankelijk van het naleefgedrag en de professionaliteit van de organisatie, op basis van beoordeling van de toezichthouder of naar aanleiding van klachten tijdens eerdere edities van het evenement. Indien nodig wordt met de politie en de boa’s afgestemd over welke inzet gezien de geconstateerde risico’s nodig zijn en hoe zij zullen samenwerken in het toezicht bij het evenement.

11.2 Stappenplan handhaving

Bij niet naleving van de voorschriften van de evenementenvergunning of de namens het bevoegd gezag gegeven aanwijzingen, dan wel bij geconstateerd wangedrag of gevaarzetting kan vóór of tijdens een evenement ingegrepen worden. Afhankelijk van de ernst en aard van de geconstateerde overtreding of afwijking wordt besloten welke bestuurlijke maatregel passend wordt geacht. Dit betreft het volgende:

  • a.

    bij lichte of middelmatige overtredingen of afwijkingen: tijdelijk gedogen van de situatie, waarschuwing met eis tot aanpassing binnen gestelde tijd;

  • b.

    bij zware overtredingen, afwijkingen of niet naleven van de bestuurlijke waarschuwing: vergunning weigeren, vergunning intrekken voorafgaand of tijdens evenement of toepassen bestuursdwang tot onmiddellijk ingrijpen of stopzetten activiteit.

Het bovenstaande is binnen de gemeente verder uitgewerkt in een interventieladder. In onderstaande paragraaf wordt dat nader toegelicht.

11.2.1 Interventieladder

Het streven is dat in samenwerking met de organisator de overtreding zo spoedig mogelijk wordt opgeheven en dat kan worden volstaan met een waarschuwing.

In de interventieladder (zie bijlage 6) is schematisch weergegeven welke interventie kan worden gepleegd als de aard en de ernst van de overtreding daarom vragen. Aanwijzingen van (externe) toezichthouders dienen altijd te worden opgevolgd. Bij het niet opvolgen van aanwijzingen hoort de sanctie die past bij de onderliggende overtreding. De benoemde overtredingen en maatregelen in de interventieladder zijn niet uitputtend, waardoor maatwerk altijd mogelijk is.

De grondslag voor handhaving op grond van de interventieladder is o.a. het overtreden van (lokale) wet- en regelgeving, het niet naleven van de voorschriften zoals opgenomen in de verleende evenementenvergunning, etc.

12. Slotbepalingen

12.1 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsbeleid evenementen gemeente Weert’.

12.2 Afwijkingsbevoegdheid

In beginsel wordt overeenkomstig de bovenstaande beleidsregel besloten. De burgemeester kan op basis van betrokken feiten en omstandigheden in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van deze beleidsregel (artikel 4:84 Awb).

12.3 Overig

De bij dit document behorende bijlage 1 tot en met 7 maken onlosmakelijk deel uit van het ‘Uitvoeringsbeleid evenementen gemeente Weert’.

12.4 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Het vastgestelde ‘Uitvoeringsbeleid evenementen gemeente Weert’ treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2. De Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent de Handleiding bijzondere wetten ‘Passende ruimte voor initiatief d.d. 15 december 2020’ en het Circusbeleid d.d. 22 februari 2000 per gelijke datum in te trekken.

Ondertekening

Weert, 19 december 2023

Burgemeester en wethouders van Weert,

De secretaris,

De burgemeester,

Ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft.

Bijlage 1, Relevante artikelen betreffende evenementen, Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

Artikel 2:24 Definities

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan, elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoopvoorstellingen;

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • d.

      het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

    • e.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • f.

      activiteiten als bedoeld in artikel 2:39 van deze verordening;

    • g.

      de door de gemeente georganiseerde stads- en dorpskermissen.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie;

    • c.

      een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      een straatfeest of buurtfestiviteit.

Artikel 2:25 Vergunningplicht

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    Het verbod geldt niet als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      het is een evenement in de openlucht;

    • b.

      het aantal bezoekers is niet meer dan 150 gelijktijdig;

    • c.

      het evenement duurt maximaal tot 24.00 uur;

    • d.

      het ten gehore brengen van muziek duurt op vrijdag en zaterdag tot maximaal 24.00 uur en op zondag tot en met donderdag tot maximaal 23.00 uur;

    • e.

      het evenement wordt niet gehouden op de rijbaan (niet zijnde een woonerf), fiets- of bromfietspad of parkeergelegenheid of vormt niet anderszins een belemmering voor het verkeer en de hulpdiensten, hetgeen ook betekent dat er op het trottoir een doorgang van 1.20 meter open blijft en op promenades en woonerven een doorgang van minstens 4.50 meter;

    • f.

      er worden slechts objecten geplaatst met een oppervlakte van minder dan 50 m² per object en niet meer dan vier objecten per straat;

    • g.

      er is een organisator; en

    • h.

      de organisator heeft ten tenminste 4 weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding gedaan aan de burgemeester door middel van het daarvoor bestemde formulier.

  • 3.

    De burgemeester kan naar aanleiding van een melding, als bedoeld in het tweede, aanhef, onder h, nadere voorschriften verbinden aan het te houden evenement in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu.

  • 4.

    De burgemeester kan binnen 15 dagen na ontvangst van de melding, zoals bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder h, besluiten een evenement te verbieden, als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, eerste lid, en in afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid, kan de vergunning worden geweigerd als:

    • a.

      de aanvraag niet binnen de in artikel 2:25a, tweede lid, gestelde termijn wordt ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is;

    • b.

      op de evenementenkalender reeds een plaatsing is opgenomen voor een ander evenement op de gevraagde locatie en datum.

  • 6.

    De burgemeester kan nadere regels stellen over het organiseren van vergunningplichtige of meldingsplichtige evenementen.

  • 7.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 2:25a Aanvraag vergunning

  • 1.

    Elk evenement wordt op basis van een regionale risicoscan ingedeeld in één van de volgende categorieën:

    • a.

      Categorie A: de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door één of meer oov-diensten niet noodzakelijk wordt geacht. Dit gelet op de interventiecapaciteit van de organisator van dat evenement bij een (dreigende) aantasting van de openbare orde en veiligheid.

    • b.

      Categorie B: de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door één of meer oov-diensten voorspelbaar worden geacht. Dit gelet op de interventiecapaciteit en risico’s van de organisatoren van dat evenement bij een (dreigende) aantasting van de openbare orde en veiligheid.

    • c.

      Categorie C: de voor het publiek toegankelijke samenkomst of vermakelijkheid waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door één of meer oov-diensten noodzakelijk worden geacht. Dit gelet op de interventiecapaciteit en risico’s van de organisatoren van dat evenement bij een (dreigende) aantasting van de openbare orde en veiligheid.

  • 2.

    De termijn voor het indienen van een aanvraag is:

    • a.

      minimaal 8 weken voor aanvang van een evenement uit categorie A.

    • b.

      minimaal 14 weken voor aanvang van een evenement uit categorie B.

    • c.

      minimaal 26 weken voor aanvang van een evenement uit categorie C.

  • 3.

    Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt ingediend door middel van het daarvoor bestemde formulier.

  • 4.

    Bij de indiening van een vergunningaanvraag worden de gegevens, vermeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd, voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van dat Besluit.

Artikel 2:25b Evenementenkalender

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een evenementenkalender vast voor de volgende evenementenperiode. Dit is de periode van 1 april van een gegeven jaar tot 1 april van het daaropvolgende jaar.

  • 2.

    Evenementen die vóór 15 september van een gegeven jaar zijn vooraangekondigd, kunnen op de evenementenkalender worden geplaatst voor de evenementenperiode beginnend in het daaropvolgende jaar.

  • 3.

    Plaatsing van een evenement op de kalender leidt niet tot het recht op een vergunning, maar is slechts een reservering van een bepaalde datum, tijdstip en locatie voor een evenement in de daaropvolgende evenementenperiode.

  • 4.

    De burgemeester kan een aanvraag aanhouden tot de dag na vaststelling van de evenementenkalender van de periode waar de aanvraag betrekking op heeft.

  • 5.

    In het geval de burgemeester een aanvraag aanhoudt, als bedoeld in het vierde lid, wordt de aanvraag tevens aangemerkt als een vooraankondiging.

Artikel 2:26 Ordeverstoring

  • 1.

    Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden enig gereedschap, voorwerp of middel te vervoeren of bij zich te hebben met de kennelijke bedoeling daarmee bij een evenement de orde te verstoren.

Bijlage 2, Afwegingskader samenlopende en/of concurrerende aanvragen (inclusief toelichting)

Bij een aantal criteria zijn meerdere factoren van belang en kunnen meerdere punten worden gescoord. In het schema is dit weergegeven door het woord ‘en’. Bij een aantal factoren kan slechts eenmalig worden gescoord. Deze factoren worden samen benoemd en worden weergegeven door het woord ‘óf’.

Thema

Indicatoren

Punten

Score

1.

Cultureel (volks)feest

Het (side)evenement is thematisch gelieerd aan een cultureel

feest dat structureel binnen de gemeente plaatsvindt

3

 

2.

Omvang evenement

A-evenement; of

1

 

B-evenement; of

3

 

C-evenement

5

 

3.

Bijdrage positie Weert als evenementenstad

Het evenement profileert zich als Weerter evenement; en

2

 

het evenement heeft een sportieve, recreatieve of culturele meerwaarde; en

2

het evenement zet Weert op de kaart doordat het uniek in zijn aard en/of omvang is

3

4.

Maatschappelijke samenhang

Het evenement versterkt de binding van Weertenaren met

hun wijk/ dorp/ stad; en

2

 

het evenement ontvangt subsidie van de gemeente

1

5.

Economische

spin-off

Het evenement brengt secundaire economische effecten

voor ondernemers uit de gemeente met zich mee; en

1

 

het evenement trekt samen met ondernemers uit de gemeente op

1

6.

Inclusiviteit

Het evenement is gratis toegankelijk; en

1

 

Het evenement is toegankelijk voor alle doelgroepen; en

1

Het evenement richt zich op een specifieke doelgroep die in het totale aanbod onderbelicht is

3

7.

Duurzaamheid

Het evenement beschikt over een landelijk bekend milieukeurmerk en kan hiervan een certificaat overleggen; óf

5

 

Het evenement heeft een duurzaamheidsplan met aantoonbare maatregelen t.a.v.

  • a.

    organisatie en communicatie; en

  • b.

    energie; en

  • c.

    water; en

  • d.

    afval; en

  • e.

    mobiliteit; en

  • f.

    eten en drinken; en

  • g.

    bodem en groen; en

  • h.

    inkopen (leveranciers en materialen)

0,5 per item

 

Toelichting afwegingskader

Een vergunning wordt aangemerkt als schaars wanneer slechts 1 of een beperkt aantal vergunningen kan worden verleend, terwijl er meer (potentiële) aanvragers zijn. In verband met het beginsel van gelijke kansen, dient vooraf duidelijk te zijn hoe de gemeente omgaat met samenlopende en/of concurrerende aanvragen en hoe deze beoordeeld worden. Hiervoor is het afwegingskader ontwikkeld. Om zo min mogelijk ruimte te laten voor verschillen in interpretatie, wordt in deze toelichting nader aangegeven wat verstaan wordt onder de verschillende aspecten van het afwegingskader.

  • 1.

    Cultureel (volks)feest

    Culturele (volks)feesten hebben betrekking op terugkerende festiviteiten die sinds jaar en dag door (een groot deel van) het volk worden gevierd en als vanzelfsprekend jaarlijks op de agenda terugkeren. Denk hierbij aan Vastelaovendj (carnaval), Koningsdag, de door de gemeente georganiseerde stads- en dorpskermissen en (de intocht van) Sinterklaas. Tijdens deze culturele (volks)feesten kunnen ook (side)evenementen worden georganiseerd.

    In geval van samenlopende en/of concurrerende aanvragen, worden meer punten toegekend aan evenementen die thematisch gelieerd zijn aan het culturele (volks)feest. Hiervoor is gekozen omdat tijdens deze culturele (volks)feesten een grote toestroom van bezoekers wordt verwacht en evenementen die met het cultureel (volks)feest in relatie staan een extra dimensie aan de viering ervan kunnen geven. Een bijkomend voordeel voor evenementenorganisatoren is dat er veel mensen op de been zijn die affiniteit hebben met het cultureel (volks)feest.

  • 2.

    Omvang evenement

    In geval van samenlopende en/of concurrerende aanvragen, is de keuze gemaakt om aan grotere evenementen meer punten te geven dan aan de kleinere evenementen. De gemeente wil voor zowel de eigen inwoners als voor bezoekers uit de regio een gastvrije, levendige en aantrekkelijke gemeente zijn. Een groter evenement heeft veelal een grotere aantrekkingskracht dan een kleinschalig evenement en zorgt ervoor dat ook bezoekers uit de regio onze gemeente weten te vinden.

  • 3.

    Bijdrage positie Weert als evenementenstad

    De gemeente wil de levendigheid in de stad vergroten60 . De binding van het evenement met de gemeente is daarom belangrijk. Dit kan op verschillende manieren tot uiting komen. In geval van samenlopende en/of concurrerende aanvragen, wordt daarom bij het afwegingskader punten toegekend aan evenementen die voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      het evenement profileert zich als Weerter evenement. Hiermee wordt bedoeld dat het evenement dit in de communicatie, promotie en/of merchandise kenbaar maakt. Denk aan Bospop Weert, Minirok Stramproy, Wieërt A-laaif, de jaarlijkse braderie.

    • b.

      het evenement heeft een recreatieve, culturele of sportieve meerwaarde. Hiermee wordt bedoeld dat het evenement – los van het vermaak – ook andere bijkomende positieve effecten heeft en daarmee van extra betekenis is voor Weert. Het evenement kan dan gezien worden als een middel dat bijvoorbeeld zorgt voor verbinding en/of kennismaking met sport, kunst en/of andere culturen.

    • c.

      het evenement zet Weert op de kaart doordat het uniek in zijn aard en/of omvang is. Van dit type evenement vindt in de regio geen vergelijkbaar evenement plaats qua inhoud en/of omvang.

  • 4.

    Maatschappelijke samenhang

    Evenementen zorgen voor verbinding en kunnen de sociale cohesie versterken. Evenementen die de binding van Weertenaren met hun wijk, dorp of stad versterken juichen wij van harte toe. Het gaat hierbij veelal om evenementen die voor en door Weertenaren worden georganiseerd en/of die subsidie van de gemeente ontvangen.

  • 5.

    Economische spin-off

    Evenementen trekken publiek en dragen bij aan de levendigheid van de gemeente. In geval van concurrerende aanvragen, geeft weert de voorkeur aan evenementen die secundaire economische effecten voor ondernemers uit de gemeente met zich meebrengen. Hierbij valt te denken aan een restaurant- of cafébezoek na afloop van het evenement, (hotel)overnachtingen en/of winkelbezoek. Evenementenorganisatoren worden aangemoedigd om ook samenwerking te zoeken met de ondernemers van Weert en samen op te trekken.

  • 6.

    Inclusiviteit

    Deelname aan de maatschappij bevordert de gezondheid, geeft structuur aan de dag, biedt sociale contacten, geeft zelfvertrouwen en het gevoel nuttig te zijn. Evenementen zijn bij uitstek geschikt om hier een bijdrage aan te leveren. Om verschillende redenen kan een grote groep mensen niet naar evenementen. Denk aan financiële redenen, een zichtbare of onzichtbare handicap of omdat de evenementen niet goed aansluiten qua doelgroep waar het evenement zich op richt. In Weert is een breed aanbod van evenementen belangrijk zodat een ieder die dat zou willen, zonder belemmering een evenement kan bezoeken. Om die reden worden bij concurrerende aanvragen meer punten toegekend aan evenementen die gratis zijn en/of toegankelijk zijn voor alle doelgroepen. Om diversiteit te bevorderen, worden extra punten toegekend aan evenementen die zich richten op een specifieke doelgroep die in het totale aanbod onderbelicht is. Dit kan gaan om leeftijdscategorieën, achtergronden, geaardheid et. cetera.

  • 7.

    Duurzaamheid

    Evenementen hebben een grote ecologische voetafdruk. Met steeds meer duurzame oplossingen voor de evenementensector worden evenementenorganisatoren gestimuleerd om hiermee aan de slag te gaan. Zij krijgen in geval van concurrerende aanvragen meer punten toegekend indien zij aantoonbare maatregelen nemen om het evenement te verduurzamen.

    Terugkerende evenementen kunnen in het bezit zijn van een landelijk bekend milieukenmerk, zoals Future Proof Festival (NL), Green Key Evenementen (NL), de Barometer Duurzame Evenementen (NL) of A Greener Festival Award (GB). Met zo’n keurmerk laat de organisatie zien dat aantoonbare stappen zijn/worden genomen ten aanzien van duurzaamheid. In zo’n geval krijgt het evenement 5 punten toegekend.

    Echter, ook zonder milieukenmerk zijn er volop mogelijkheden om te verduurzamen. In het afwegingskader worden 8 categorieën onderscheiden. Als aantoonbare maatregelen zijn genomen, komt dit neer op 0,5 punt per categorie. In totaal zijn 4 punten te behalen. Organisaties die op alle vlakken willen verduurzamen, adviseren wij om een aanvraag voor een milieukenmerk te starten.

    Ten aanzien van de verschillende subcategorieën valt op vlak van verduurzaming bijvoorbeeld te denken aan:

    • a.

      organisatie en communicatie: aanstellen van een milieucoördinator, opstellen van duurzaamheidsdoelstelling/-visie en communicatie hierover, directe communicatie naar bezoeker over duurzame thema’s zodat ze hun gedrag en wat ze meenemen hierop aan kunnen passen;

    • b.

      energie: stroomplan met groene stroom, LED-verlichting, energiebesparende maatregelen;

    • c.

      water: aanbieden gratis kraanwater, duurzaam verwerken afvalwater en urine, milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen;

    • d.

      afval: composteerbaar materiaal eetgerei, gescheiden inzamelen en verwerken van afval, geen gebruik single use plastic of moeilijk in te zamelen voorwerpen;

    • e.

      mobiliteit: ontmoedigen autogebruik, stimuleren duurzaam vervoer;

    • f.

      eten en drinken: zo veel als mogelijk lokale aanbieders, vegetarisch aanbod;

    • g.

      bodem en groen: bodem- en groenplan ter voorkoming van verstoring van dieren en verontreinigen bodem, geen gebruik van vuurwerk;

    • h.

      inkopen (leveranciers en materialen): zo veel als mogelijk lokaal.  

Bijlage 3, Schema geluidsvoorschriften evenementenlocaties

 
 
 

Geluidsbelasting gevel

 
 

Locatie

Podium opstelling61

Geluid belasting categorie62

Max dB(A)

Max dB(C)

Meetpunt63

Opmerking

  • 1.

    Markt

1

hoog

80

93

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

 

2

hoog

80

93

1

laag

70

85

2

laag

70

85

  • 2.

    Bassin

1

hoog

80

93

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

 

1

laag

70

85

  • 3.

    Grasveld Centrum Noord

 

hoog

maatwerk

maatwerk

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

 

laag64

 
 
  • 4.

    Nieuwe Markt

1

hoog

80

93

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

cardioïde sub of popmuziek65

1

laag

70

85

 
  • 5.

    Sint Raphaëlpad

1

hoog

80

93

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

cardioïde sub of popmuziek66

1

laag

70

85

  • 6.

    Oelemarkt

1

hoog

85

95

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

 

1

laag

80

92

  • 7.

    Kasteelpark Nijenborgh

1

hoog

75

88

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

 

1

laag

70

85

  • 8.

    Stationsplein

1

hoog

80

93

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

Podium 2 heeft akoestisch gezien de voorkeur

2

hoog

80

93

1

laag

70

85

2

laag

70

85

  • 9.

    Kasteelplein

1

hoog

75

88

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

 

2

hoog

75

88

cardioïde sub of popmuziek67

1

laag

70

85

 

2

laag

70

85

 
  • 10.

     Collegeplein

1

hoog

75

88

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

cardioïde sub of popmuziek68

1

laag

70

85

cardioïde sub of popmuziek69

  • 11.

    Zuilen Kabinet

1

hoog

75

88

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

 

1

laag

70

85

  • 12.

    Open Park Weert (sportpark Boshoven)

1

hoog

80

93

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

cardioïde sub of popmuziek70

1

laag

75

88

cardioïde sub of popmuziek71

  • 13.

    Dorps- en wijkpleinen en parken72

 

hoog

maatwerk

maatwerk

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten of indien deze verder weg is dan 50 meter op een afstand van 50 meter

 

laag73

 
 
  • 14.

    Fatimapark

1

hoog

75

88

op de gevel van de omliggende geluidsgevoelige objecten

cardioïde sub of popmuziek74

1

laag

70

85

cardioïde sub of popmuziek75

  • 15.

    FestivalterreinHushoven76

 

hoog

maatwerk

maatwerk77

maatwerk voorschriften

 
  • 16.

    Weert-West

 

hoog

maatwerk

maatwerk

maatwerk voorschriften

 

laag

 
 
 

Bijlage 4, Schema spreidingsvoorwaarden evenementenlocaties

Locatie

Geluid78

belasting

categorie

Maximaal aantal dagen per jaar

Maximaal aaneen-gesloten dagen

Geluidsarme periode79

Bijzonderheden

  • 1.

    Markt

Laag

28

3

1 week incl. weekend

Weekmarkt op zaterdag80

Hoog

8

3

  • 2.

    Bassin

Laag

28

3

1 week incl. weekend

 

Hoog

8

3

  • 3.

    Grasveld Centrum Noord

Laag

28

3

2 weken

Tijdelijke locatie i.v.m. nieuwbouw. Locatie niet geheel in bezit van gemeente

Afstemming noodzakelijk

Hoog

8

3

  • 4.

    Nieuwe Markt

Laag

28

3

1 week incl. weekend

Weekmarkt op zaterdag81

Hoog

6

3

  • 5.

    Sint Raphaëlpad

Laag

28

2

1 week incl. weekend

Alleen geschikt voor kleinschalige evenementen

Gebruik terras Huiskamer in overleg met de Huiskamer (privéterrein)

Hoog

6

2

  • 6.

    Oelemarkt

Laag

28

2

1 week incl. weekend

 

Hoog

6

2

  • 7.

    Kasteelpark Nijenborgh

Laag

28

1

1 week incl. weekend

Enkel eendaagse evenementen mogelijk82

Hoog

6

1

  • 8.

    Stationsplein

Laag

28

2

2 weken

Afstemming met Pro Rail

Hoog

6

2

  • 9.

    Kasteelplein

Laag

28

2

2 weken

 

Hoog

6

2

  • 10.

    Collegeplein

Laag

28

2

2 weken

 

Hoog

6

2

  • 11.

    Zuilen Kabinet

Laag

28

2

1 week incl. weekend

 

Hoog

6

2

  • 12.

    Open Park Weert (sportpark Boshoven)

Laag

28

3

2 weken

Beperkte mogelijkheid i.v.m. herinrichting/ bouw werkzaamheden

Evenementen afhankelijk van activiteiten van vaste gebruikers van het park

Hoog

6

3

  • 13.

    Dorps- en wijkpleinen en parken

Laag

12

2

2 weken

Voor zowel de geluidbelasting categorie laag en hoog is 1 keer per jaar een meerdaags evenement (max. 3 dagen) toegestaan)83

Hoog

6

1

  • 14.

    Fatimapark

Laag

12

2

2 weken

Voor zowel de geluidbelasting categorie laag en hoog is 1 keer per jaar een meerdaags evenement (max. 3 dagen) toegestaan)84

Hoog

6

1

  • 15.

    Festivalterrein Hushoven

Hoog

Maatwerk

Maatwerk

Maatwerk

Privaat terrein (agrarisch)

  • 16.

    Weert-West

Laag

Maatwerk

Maatwerk

Maatwerk

Privaat terrein

Gebruik in overleg met Stichting Provisius Weert

Hoog

Toelichting spreidingsvoorwaarden

  • 1.

    Het maximum aantal dagen per locatie is gesplitst in geluidscategorie laag en hoog. D.w.z. dat het totaal aantal dagen de optelsom is van beide geluidscategorieën.

  • 2.

    De geluidsarme periode ‘1 week incl. weekend’ houdt in dat er ten minste 7 geluidsarme dagen tussen de evenementen in moet zitten, waaronder een volledig weekend vanaf vrijdagavond 18:00 tot zondagavond 00:00 uur. Vindt een evenement op vrijdagavond plaats, dan is het dus niet toegestaan om een weekend later opnieuw een evenement op die locatie te laten plaatsvinden. 85

Bijlage 5, Schema algemene geluidsvoorschriften evenementen (geluidsbelasting categorie laag) overige evenementenlocaties86

Afstand luidsprekers tot dichtstbijzijnde gevel

Geluidbelasting dichtstbijzijnde gevel in dB(A)

Geluidbelasting dichtstbijzijnde gevel in dB(C)

<15 meter

75

85

15-25 meter

70

80

26-50 meter

65

75

51-85 meter

60

70

86-150 meter

55

65

>150 meter

50

60

Bijlage 6, Interventieladder handhaving

Overtreding

Handhavingssanctie

Door wie?

Evenement zonder vergunning/melding

Voorafgaand aan evenement:

  • -

    overleg en waarschuwing

  • -

    preventieve dwangsom

Tijdens evenement:

  • -

    overleg burgemeester

  • -

    het evenement kan beëindigd worden door middel van bestuursdwang

  • -

    waarschuwingsbrief na afloop evenement

Gemeentelijke toezichthouders (evt. politie ter beveiliging)

Politie is ultimum remedium

Overtreding geluidsnormen evenement

  • -

    1e constatering: een waarschuwing waarbij een hersteltermijn wordt gegeven.

  • -

    2e constatering: spoedeisende bestuursdwang (geluid zachter of inbeslagname geluidsapparatuur)

  • a.

    Nooduitgangen niet in orde (niet vrijgehouden, niet op aangegeven locatie)

  • b.

    Calamiteitenroutes worden niet vrijgehouden of zijn niet conform tekening

  • c.

    Fysiek bouwwerk niet gekeurd en daardoor gevaar voor bezoekers

  • d.

    Te weinig EHBO’ers

  • e.

    Niet gecertificeerde EHBO’ers

  • f.

    Niet conform goedgekeurd veiligheidsplan

  • g.

    Te weinig beveiligers

  • h.

    Niet aangemelde en/of gecertificeerde beveiligers

  • i.

    Niet conform goedgekeurd veiligheidsplan

  • j.

    Te weinig verkeersregelaars

  • k.

    Niet gecertificeerd/ aangestelde verkeersregelaars

  • l.

    Niet conform goedgekeurd verkeersplan

  • m.

    Overschrijding maximum aantal gelijktijdige bezoekers

  • n.

    Overige overtredingen vergunningsvoorschriften.

Voorafgaand aan evenement:

  • -

    overleg en waarschuwing

Tijdens evenement:

  • -

    overleg en waarschuwing waarbij een hersteltermijn wordt gegeven

  • -

    (zeer) spoedeisende bestuursdwang (maatregel afhankelijk van ernst situatie)

Bijlage 7, Toelichting

In dit beleid is qua toelichting gewerkt met voetnoten. In verband met de samenhang is in bijlage 2 (het afwegingskader) en in bijlage 4 (spreidingsvoorwaarden evenementenlocaties) een aparte toelichting opgenomen. Waar in bepaalde gevallen een uitgebreidere toelichting nodig is, is dat uitgewerkt in dit hoofdstuk.

  • -

    Hoofdstuk 1, onderdeel 14: het betreft typische feesten welke een couleur locale hebben. Het betreft evenementen die door Weertse organisaties worden georganiseerd en die teruggaan op een bepaalde Weerter traditie en identiteit. De genoemde voorbeelden zijn niet limitatief.

  • -

    Hoofdstuk 1, onderdeel 19: het muziekniveau varieert van achtergrondmuziek tot een gezellig bruin café niveau waarbij een gesprek nog steeds redelijk mogelijk is. Denk aan een modeshow of een braderie zonder optredens van artiesten.

  • -

    Hoofdstuk 8, paragraaf 8.2.1.3, onderdeel B: hier worden de verschillende categorieën evenementen genoemd. Bij deze omschrijving is aansluiting gezocht bij de Handreiking zoals deze is opgesteld door het LEO. Omdat hier met name wordt ingegaan op de inzet van de oov-diensten wordt in deze toelichting nader gemotiveerd wat onder een A-, B- en C-evenement wordt verstaan. Een A-evenement is een regulier evenement met een relatief laag risicoprofiel, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving. Een B-evenement is een evenement met verhoogde aandacht en een gemiddeld risicoprofiel. Dit is een evenement met een lokale en/of een beperkt regionale uitstraling. Een C-evenement is een grootschalig evenement met een verhoogd risico. Dit is een evenement met een sterke (boven)regionale uitstraling.

  • -

    Hoofdstuk 8, paragraaf 8.2.1.3, onderdeel D: circussen kunnen zorgen voor (geluids)hinder en hebben een verkeer aantrekkende werking. Verder kunnen ze ook zogen voor zwerfafval. Daarnaast is het een evenement met lokale en/of een beperkt regionale uitstraling. De bescherming van het milieu en het waarborgen van de openbare orde en veiligheid rechtsvaardigen dan ook dat het aantal circussen per kalenderjaar worden beperkt. Door kwalitatief goede circussen worden eerder goede materialen gebruikt, waardoor de openbare orde en veiligheid beter kan worden gewaarborgd. Gerenommeerde circussen nemen eerder maatregelen om verontreiniging van het terrein (bv. door olie, brandstoffen, etc.) te voorkomen dan bedrijven, die in de marge opereren. Hoerdoor kan het milieu beter worden beschermd.

  • -

    Hoofdstuk 9, paragraaf 9.13.2.2, onderdeel 4: hiervan zou bijvoorbeeld gebruik van kunnen worden gemaakt als binnen de gemeente een wintermarkt wordt georganiseerd.

  • -

    Hoofdstuk 9, paragraaf 9.14.2, onderdeel 1, sub a: met voorafgaand aan een nationaal erkende feestdag gaat het o.a. om Koningsdag (van 26 op 27 april) en 5 mei (van 4 op 5 mei).

  • -

    Hoofdstuk 9, paragraaf 9.14.2, onderdeel 3, sub b: dit is bijvoorbeeld het geval bij Bospop.87 In dat geval wordt maatwerk toegepast door aan de evenementenvergunning andere voorschriften te verbinden m.b.t. de eindtijd.

  • -

    Hoofdstuk 9, paragraaf 9.14.3, onderdeel 2, sub a: dit kan van toepassing zijn bij een horecabedrijf, maar ook bij een andere inrichting.

  • -

    Hoofdstuk 9, paragraaf 9.19: vanaf 1 juli 2023 is wegwerpplastic niet meer toegestaan voor consumptie voor onderweg op open evenementen (geen omheining, geen toegangscontrole) én vanaf 1 januari 2024 voor consumptie ter plaatse op gesloten evenementen (omheind of in een gebouw met toegangscontrole). Bezoekers van open evenementen betalen daarom vanaf 1 juli 2023 voor drank- en voedselverpakkingen als deze plastic bevatten óf zij moeten gebruik kunnen maken van een herbruikbaar alternatief of van een zelf meegebrachte beker of verpakking (bring your own). Op een gesloten evenement is te allen tijde sprake van consumptie ter plaatse. Daar is wegwerpplastic per 1 januari 2024 niet meer toegestaan en is hergebruik (hardcups) of hoogwaardige recycling (softcups) verplicht. Zie voor nadere informatie hierover de factsheet die door het Ministerie is opgesteld. Evenementen | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (minderwegwerpplastic.nl).

  • -

    Hoofdstuk 9, paragraaf 9.20, onderdeel 2: een aanvraag voor subsidie wordt getoetst aan de Subsidieregeling evenementen Weert. As een evenement voor subsidie in aanmerking komt wordt vervolgens aan de hand van de Regeling beoordeeld wat de hoogte van de subsidie is.


Noot
1

Bron: NSG-richtlijn “Muziekspectra in horecabedrijven”.

Noot
2

NSG-richtlijn “Muziekspectra in horecabedrijven”.

Noot
3

De te stellen doelen worden in 2024 nader uitgewerkt in het strategisch evenementenbeleid.

Noot
5

Coalitieakkoord 2022-2026 gemeente Weert.

Noot
7

20180604-IFV-HEV-2018-procesmodel-evenementenveiligheid.pdf (nipv.nl).

Noot
8

Deze Handreiking is via de website van de Veiligheidsregio Limburg Noord te raadplegen via de link Evenementenbeleid | Veiligheidsregio Limburg-Noord (vrln.nl).

Noot
9

De ruimtelijke regelgeving wordt straks opgenomen in de Omgevingswet. Deze treedt op 1 januari 2024 in werking.

Noot
10

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden de regels van het Activiteitenbesluit opgenomen in het (tijdelijke) omgevingsplan.

Noot
11

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt het begrip inrichting vervangen door het begrip milieubelastende activiteit.

Noot
12

In het geval dat de tocht of wedstrijd wel start of eindigt binnen de gemeente dan is waarschijnlijk een evenementenvergunning vereist.

Noot
13

In het coalitieakkoord 2022-2026 is vermindering van regeldruk een belangrijke doelstelling.

Noot
14

Het betreft hier buitenlocaties.

Noot
15

Op de zaterdag wordt hier de weekmarkt gehouden. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste en tweede lid en in overleg met de vergunninghouders, bepalen dat de markt tijdelijk zal worden gehouden op een andere dag, op een andere tijd, op een andere plaats, dan wel geheel of gedeeltelijk wordt afgelast. Dit is geregeld in het Marktreglement Weert 2023.

Noot
16

Deze locatie komt op termijn te vervallen in verband met nieuwbouwplannen en is slechts deels in bezit van de gemeente.

Noot
17

Zie voetnoot 15.

Noot
18

Deze locatie is deels in bezit van Pro Rail.

Noot
19

Hieronder vallen alle pleinen, parken/grasvelden waarvoor geen akoestisch onderzoek is uitgevoerd.

Noot
20

Deze locatie betreft privaat terrein.

Noot
21

Zie voetnoot 20.

Noot
22

M.u.v. de private locaties.

Noot
23

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt het grootste gedeelte van de Wet milieubeheer vervangen door de Omgevingswet.

Noot
24

Het aantal gemelde festiviteiten betreft maximaal 6 per kalenderjaar.

Noot
25

Denk hierbij aan een ontheffing voor het verstrekken van zwak alcoholische dranken op evenementen door niet-horecagelegenheden (artikel 35 Alcoholwet) en ontheffing Zondagswet.

Noot
26

Het volledige artikel is terug te vinden in bijlage 1.

Noot
27

Zie voetnoot 26.

Noot
28

De desbetreffende artikelen uit de APV zijn te raadplegen via bijlage 1.

Noot
29

Zie paragraaf 8.2.1.3 onderdeel B voor de omschrijving van de categorieën A, B en C.

Noot
30

De geldende indieningstermijnen worden nader uitgewerkt in paragraaf 8.2.2.1, onderdeel B.

Noot
32

Het volledige APV artikel is te raadplegen via bijlage 1.

Noot
33

Als sprake is van een schrikkeljaar dan geldt hier 29 februari.

Noot
34

Het betreft hier het aantal speeldagen.

Noot
35

Via de knop ‘online regelen’ kan het aanvraagformulier worden geraadpleegd.

Noot
36

Het kan ook zijn dat in bepaalde gevallen nog andere gegevens nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan een geluidsplan.

Noot
37

Voor alle genoemde documentatie geldt voor zover van toepassing. Als bepaalde documentatie niet nodig is dan zal dat moeten blijken uit de aanvraag of apart moeten worden vermeld.

Noot
38

Voor de aangewezen evenementenlocaties zijn door de gemeente al overzichtstekeningen opgesteld bij de desbetreffende basisinformatie. Deze tekeningen moeten door de evenementenorganisatoren verder worden aangepast aan de actuele situatie.

Noot
39

De grootte van de schaal is afhankelijk van het type evenement.

Noot
40

De Beleidslijn is te raadplegen via deze linkZoekresultaten | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)

Noot
41

De Legesverordening van de gemeente is te raadplegen viaZoekresultaten | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl).

Noot
42

Het blijft mogelijk om analoog een aanvraag in te dienen. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de gemeente. Het aanvraagformulier wordt dan toegezonden. Oude aanvraagformulieren worden niet in behandeling genomen.

Noot
43

Nadere informatie over het gebruik van de digitale informatieborden is te raadplegen viaDigitale informatieborden, aanvraag plaatsen informatie | Gemeente Weert.

Noot
44

De burgemeester kan hiervan afwijken.

Noot
45

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen de regels voor afvalscheiding ook voor evenementen gaan gelden.

Noot
46

Een tijdelijke extra versteviging.

Noot
47

Deze verordening wordt naar verwachting in het 1e kwartaal van 2024 vastgesteld.

Noot
48

Zie voetnoot 47.

Noot
49

Met uitzondering van het festivalterrein Hushoven, Weert-West en de dorpen, wijkpleinen en parken. Het festivalterrein Hushoven en de locatie Weert-West is privaat terrein en daarvoor wordt qua geluid maatwerk opgelegd. Bij de dorpen, wijkpleinen en parken zijn enkel Kasteelpark Nijenborgh en het Fatimapark akoestisch onderzocht omdat hier terugkerende evenementen plaatsvinden.

Noot
50

De juridische basis hiervoor is artikel 2:25, tweede lid, onderdeel d, APV.

Noot
54

Dit artikel is via deze link te raadplegen wetten.nl - Regeling - Wegenverkeerswet 1994 - BWBR0006622 (overheid.nl). Voor verdere toelichting wordt verwezen naar de artikelen 13 t/m 41 van het RVV 1994 wetten.nl - Regeling - Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) - BWBR0004825 (overheid.nl).

Noot
59

Commerciële side-events die tijdens een cultureel volksfeest worden georganiseerd vallen niet onder deze uitzondering.

Noot
60

Bron: strategische visie ‘Werken aan Weert 2030’.

Noot
61

De podiumopstelling(en) per evenementenlocatie zijn te raadplegen via de website van de gemeente Weert.

Noot
62

In hoofdstuk 1, onderdeel 18 en 19 is omschreven wat onder een evenement met geluidsbelasting hoog en laag wordt verstaan.

Noot
63

Bij klachten wordt gemeten op de gevel van de klager en niet perse op de gevel van het dichtstbijzijnde geluidsgevoelige object.

Noot
64

Hier gelden de algemene geluidsvoorschriften zoals opgenomen in bijlage 5.

Noot
65

Hier is enkel popmuziek toegestaan. Om toch dancemuziek te kunnen weergeven zonder de volumeknop verder dicht te moeten draaien, dienen in het kader van de BBT de lage tonen beter te worden gericht naar het publiek door toepassing van een cardioïde opstelling van de lage tonenweergevers. Bij kleine podia helpt een centrale opstelling van die cardioïde luidsprekers. Bij grotere podia is eerder een vanuit het midden georiënteerde array (meerdere cardioïde luidsprekers op enige afstand naast elkaar en juist ingeregeld) zinvol.

Noot
66

Zie voetnoot 65.

Noot
67

Zie voetnoot 65.

Noot
68

Zie voetnoot 65.

Noot
69

Zie voetnoot 65.

Noot
70

Zie voetnoot 65.

Noot
71

Zie voetnoot 65.

Noot
72

Voor de dorps- en wijkpleinen en parken is geen akoestisch onderzoek uitgevoerd. Daarom wordt bij deze locaties bij de geluidsbelasting categorie hoog maatwerk toegepast en bij de geluidsbelasting categorie laag gelden de algemene geluidsvoorschriften. Een uitzondering hierop is het Fatimapark en het Kasteelpark. Daarvoor is wel een akoestisch onderzoek gedaan en daarom worden deze apart in het schema genoemd met de desbetreffende geluidsvoorschriften.

Noot
73

Hier gelden de algemene geluidsvoorschriften zoals opgenomen in bijlage 5.

Noot
74

Zie voetnoot 65.

Noot
75

Zie voetnoot 65.

Noot
76

Betreft een particulier terrein waar op dit moment enkel Bospop wordt georganiseerd. In de toekomst zal bekeken worden of daar ook nog andere evenementen kunnen worden georganiseerd. Uiteraard is daarvoor toestemming nodig van de particuliere eigenaar. In dat geval kunnen de spreidingsvoorwaarden zoals opgenomen in de tabel nog worden aangepast.

Noot
77

Ten aanzien van geluid wordt maatwerk opgelegd welke als voorschriften in de vergunning worden opgenomen.

Noot
78

In hoofdstuk 1, onderdeel 18 en 19 is omschreven wat onder een evenement met geluidsbelasting hoog en laag wordt verstaan.

Noot
79

M.u.v. door de Rijksoverheid aangewezen feestdagen.

Noot
80

Op de zaterdag wordt hier de weekmarkt gehouden. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste en tweede lid en in overleg met de vergunninghouders, bepalen dat de markt tijdelijk zal worden gehouden op een andere dag, op een andere tijd, op een andere plaats, dan wel geheel of gedeeltelijk wordt afgelast. Dit is geregeld in het Marktreglement Weert 2023.

Noot
81

Zie voetnoot 80.

Noot
82

In het bestemmingsplan is geregeld dat hier alleen eendaagse evenementen zijn toegestaan. Via een tijdelijke omgevingsvergunning (die door de organisator moet worden aangevraagd) kan hiervan worden afgeweken.

Noot
83

Als sprake is van een concurrerende aanvraag dan wordt aan de hand van het afwegingskader zoals opgenomen in bijlage 2 een keuze gemaakt.

Noot
84

Zie voetnoot 83.

Noot
85

M.u.v. door de Rijksoverheid aangewezen feestdagen.

Noot
86

Deze algemene geluidsnormen zijn gebaseerd op een akoestisch onderzoek uit 2023.

Noot
87

Bospop is een C-evenement met een (boven)regionale uitstraling.