Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2024

Geldend van 23-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2024

De raad van de gemeente Aalten;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2024.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaatsen:

    • Begraafplaats Berkenhove, Aalten

    • Begraafplaats Piet Heinstraat, Aalten

    • Begraafplaats Varsseveldsestraatweg, Aalten

    • Begraafplaats Kloosterdijk, Bredevoort

    • Begraafplaats Prins Mauritsstraat, Bredevoort

    • Oude begraafplaats, Kerkhofpad, Dinxperlo

    • Nieuwe begraafplaats, Aaltenseweg, Dinxperlo

    • De bijzondere begraafplaatsen als bedoeld in artikel 37 van de Wet op de Lijkbezorging, voor zover dit betreft een door of in opdracht van een natuurlijk persoon aangelegde begraafplaats op eigen grond voor één dan wel een zeer beperkt aantal met name genoemde personen.

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf.

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand.

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene.

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen.

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen begraven en begraven houden van één of meer lijken;

    • b.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urnen;

    • c.

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.

  • h.

    verstrooiingsplaats: een deel van de begraafplaats dat door het college is aangewezen als plek om permanent crematie as te verstrooien.

  • i.

    grafbedekking: gedenktekens en/of winterharde beplanting op een graf of gedenkplaats.

  • j.

    beheerder: de ambtenaar die krachtens mandaat van het college belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • k.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van overleden kinderen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel 2024.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een nota of een andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Alle rechten zoals opgenomen in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2023' van 20 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking

  • 3. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2024'.

Ondertekening

Aalten, 19 december 2023

De raad voornoemd,

De griffier,

M.A.J.B. Fiering,

De voorzitter,

mr. A.B. Stapelkamp

Bijlage 1 Tarievetabel 2024

Tarieventabel 2024,

behorende bij de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2024’.

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten van personen van 12 jaar of ouder voor één grafruimte wordt geheven:

 
 

a. voor een periode van 10 jaar

€ 1.435,00

 

b. voor een periode van 20 jaar

€ 2.870,00

 

c. voor een periode van 30 jaar

€ 4.305,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten van kinderen beneden de 12 jaar voor één grafruimte wordt geheven:

 
 

a. voor een periode van 10 jaar

€ 717,00

 

b. voor een periode van 20 jaar

€ 1.434,00

 

c. voor een periode van 30 jaar

€ 2.151,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden voor twee aaneenliggende grafruimten ten name van dezelfde rechthebbende(n) wordt geheven:

 
 

a. voor een periode van 10 jaar

€ 4.305,00

 

b. voor een periode van 20 jaar

€ 8.610,00

 

c. voor een periode van 30 jaar

€ 12.915,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen in een particuliere urnenkelder, op of in een particulier zandgraf wordt geheven:

 
 

a. voor een periode van 10 jaar

€ 1.393,00

 

b. voor een periode van 20 jaar

€ 2.786,00

 

c. voor een periode van 30 jaar

€ 4.179,00

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen verstrooien van as op/in een particulier zandgraf wordt geheven:

 
 

a. voor een periode van 10 jaar

€ 1.435,00

 

b. voor een periode van 20 jaar

€ 2.870,00

 

c. voor een periode van 30 jaar

€ 4.305,00

1.6

Voor het verlengen van de uitgiftetermijn van een bestaand graf met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgifteter-mijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrustter-mijn, als bedoeld in artikel 7 lid 3 van de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Aalten 2014:

 
 

a. voor een graf als bedoeld in artikel 1.1 per jaar of deel daarvan waarmee de uitgiftetermijn is verlengd:

€ 143,50

 
  • 1.

    b. voor een graf als bedoeld in artikel 1.2 per jaar of deel daarvan

  • 2.

    waarmee de uitgiftetermijn is verlengd:

€ 71,70

 

c. voor een graf als bedoeld in artikel 1.3 per jaar of deel daarvan waarmee de uitgiftetermijn is verlengd:

€ 430,50

1.7

Indien het recht als bedoeld in artikel 1.1 tot en met 1.5 voor een periode van 20 jaar is uitgegeven in de jaren 1993 tot en met 2008 zoals bedoeld in Raadsbesluit van 16 oktober 2012, wordt voor de eerste verlenging met een periode van 10 jaar, uitsluitend administratiekosten in rekening gebracht ter hoogte van

€ 5,70*

 
 

Hoofdstuk 2 Begraven

 

2.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 656,00

2.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden de 1 jaar wordt geheven

€ 164,00

2.3

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden de 12 jaar, maar ouder dan 1 jaar, wordt geheven

€ 328,00

2.4

Voor het op verzoek voorlopen tijdens een begrafenis wordt geheven

€ 205,00

2.5

Voor het begraven op zaterdag wordt het recht als bedoeld in artikel 2.1 tot en met 2.4 verhoogd met

75%

 
 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen, urnen of verstrooien van as

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een particuliere urnkelder, op of in een particulier zandgraf wordt geheven:

€ 123,00

3.1.1

Voor het gelijktijdig bijzetten van een tweede of volgende asbussen of urnen als bedoeld in artikel 3.1 wordt per extra asbus of urn, 25% van het in artikel 3.1 genoemde tarief in rekening gebracht.

 

3.2

Voor het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats of in of op een eigen graf wordt per asbus geheven

€ 123,00

3.3

Voor het bijzetten van een asbus of urn of het verstrooien van as op zaterdag wordt het recht als bedoeld in artikel 3.1 en 3.2 verhoogd met

75%

 
 

Hoofdstuk 4 Aanwijzing particuliere begraafplaats op eigen grond

 

4.1

Voor het op verzoek door de gemeenteraad aanwijzen van gronden voor de aanleg of uitbreiding van een particuliere begraafplaats op eigen grond als bedoeld in artikel 40 van de Wet op de lijkbezorging wordt geheven

€ 1.968,00

4.2

Het in artikel 4.1 bedoelde bedrag wordt verhoogd met de kosten blijkende uit de Legesverordening indien voor de aanleg of uitbreiding van een particuliere begraafplaats als bedoeld in artikel 40 van de Wet op de lijkbezorging, een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is.

 

4.3

Voor het verlenen van toestemming tot in gebruikneming van een particuliere begraafplaats als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de lijkbezorging wordt geheven

€ 164,00

 
 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

 

5.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van een grafbedekking wordt geheven

€ 82,00

 
 

Hoofdstuk 6 Stichting grafkelder

 

6.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het stichten van een grafkelder wordt geheven

€ 328,00

 
 
 

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van eigen graven en eigen

urnenruimte

 

7.1

Voor het aanbrengen van een administratieve wijziging (registreren overledene, inschrijven en/of overschrijven rechthebbende) van een particulier zandkelder of urnengraf in het daartoe bestemd register wordt geheven

€ 41,00

7.1.1

Indien bij de registratie van een overledenen tevens de rechthebbende wordt ingeschreven, wordt slechts eenmaal het genoemde tarief uit artikel 7.1 in rekening gebracht.

 

7.1.2

Indien het aanbrengen van meerdere administratieve wijzigingen zoals bedoel in artikel 7.1 het gevolg is van:- het gelijktijdige bijzetten van een asbus of urn in één particuliere urnkelder, op of in een particulier zandgraf, - het gelijktijdig verstrooien van as in of op één eigen graf, - het gelijktijdig lichten van stoffelijk overschot uit één graf,wordt slechts eenmaal het genoemde tarief uit artikel 7.1 in rekening gebracht.

 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Lichten en ruimen

 

8.1

Voor het lichten van een stoffelijk overschot wordt geheven

€ 656,00

8.2

Voor het na lichten weer begraven van het stoffelijk overschot in een ander graf op verzoek van rechthebbende wordt geheven

€ 656,00

8.3

Voor het lichten van een asbus of urn uit een particulier zandgraf, grafkelder of urnenkelder op verzoek rechthebbende wordt geheven

€ 164,00

8.4

Voor het ruimen of schudden van een graf op verzoek van de rechthebbende wordt geheven

€ 656,00

 
 

Hoofdstuk 9 Overig

 

9.1

Voor het op verzoek luiden van de klokken in de gemeentetoren wordt per keer geheven

€ 41,00

 
 
 
 

Behorende bij het raadsbesluit van 19 december 2023.

De Griffier,

M.A.J.B. Fiering