Verordening op de heffing en de invordering van leges Zandvoort 2024

Geldend van 23-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Zandvoort 2024

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 14 november 2023;

gelet op de overwegingen van de raadscommissie van 6 december 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet, en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit de volgende verordening, inclusief tarieventabel, vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordering van leges Zandvoort 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de nᵉ dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)ᵉ dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de nᵉ dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) ᵉ dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de nᵉ dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)ᵉ dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    Algemene Plaatselijke Verordening: Algemene plaatselijke verordening Zandvoort 2017 (Gemeenteblad 2017, 211950; zoals laatstelijk gewijzigd).

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • d.

    bewijs van in leven zijn (attestatie de vita) ten dienste van de uitbetaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen;

  • e.

    vergunningen voor muziek- en/of zanguitvoeringen, die op de openbare weg, het strand daaronder begrepen, worden gegeven anders dan ter uitoefening van een beroep;

  • f.

    vergunningen, verleend aan maatschappelijke instellingen of natuurlijke personen die zonder winstbejag een liefdadig, sociaal-cultureel of maatschappelijk doel nastreven en die een activiteit organiseren die zich verhoudt tot de doelstelling van die instelling dan wel personen. Betreffende instellingen dienen grotendeels of geheel te bestaan uit leden, ingezetenen van de gemeente Zandvoort, resp. de personen dienen ingezetenen van de gemeente Zandvoort te zijn.

  • g.

    de stukken en legalisaties van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a)

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b)

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand die volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

    • c)

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d)

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse Identiteitskaart);

    • 2.

      Hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      Hoofdstuk 4 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      Hoofdstuk 9 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      Hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. De 'Legesverordening Zandvoort 2023’, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2022, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20 juni 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 1. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het artikel 11, tweede lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Zandvoort 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2023,

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de legesverordening Zandvoort 2024

 

 

*wettelijk (maximum) tarief

tarief

 

Afd. 

 

 

2024

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

 

KCC

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap volgens het Reglement Burgerlijke Stand voor de huwelijken/geregistreerde partnerschappen die gesloten/geregistreerd worden op dinsdag om 9.00 uur en 9.30 uur (éen van de partners moet zijn ingeschreven in Zandvoort in de basisregistratie personen (BRP )):

€ 0,00 

 

 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap, het door middel van een ceremonie omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of het herbevestigen van het huwelijk op het raadhuis op:

 

 

 

1.1.2.1

maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 12.00 uur en om 14.00 uur en om 15.00 uur

€ 524,00

 

 

1.1.2.2

zaterdag om 10.00 uur en om 11.00 uur

€ 1.206,00

 

 

1.1.2.3

1e zondag van de maand om 10.00 uur en om 11.00 uur

€ 1.620,00

 

 

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap, het door middel van een ceremonie omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of het herbevestigen van het huwelijk op een locatie buiten het raadhuis , niet zijnde een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, op:

 

 

 

1.1.3.1

maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot en met 22.00 uur

€ 571,00

 

 

1.1.3.2

zaterdag van 9.00 uur tot en met 22.00 uur

€ 1.156,00

 

 

1.1.3.3

zondag van 9.00 uur tot en met 22.00 uur

€ 1.279,00

 

 

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het gekalligrafeerd inschrijven in het trouwboekje / partnerschapsboekje van:

 

 

 

1.1.4.1

de gegevens van de huwelijksvoltrekking c.q. geregistreerd partnerschap

€ 28,30

 

 

1.1.4.2

de gegevens van de kerkelijke inzegeningen

€ 23,20

 

 

1.1.4.3

de gegevens van een geboorte

€ 8,95

 

 

1.1.4.4

de gegevens van de getuigen, per getuige

€ 2,80

 

 

1.1.4.a

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje / partnerschapsboekje

€ 44,60

 

 

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij geen gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op afspraak zonder getuigen, zonder toespraak en alleen de betrokken partijen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand verschijnen op werkdagen tijdens openingsuren

€ 46,10

 

 

1.1.6

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap, het door middel van een ceremonie omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of het herbevestigen van het huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 480,00

 

 

1.1.7

Voor verstrekkingen van stukken als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand, met uitzondering van een attestatie de vita als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, die schriftelijk aangevraagd en betaald worden vanuit alle landen buiten Europa (de non-SEPA-landen) wordt het bedrag vermeerderd met € 10,50.

 

 

 

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 27,10

 

 

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 61 dagen of meer voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 25,50

 

 

1.1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 60 dagen of minder voorafgaand aan die gereserveerde datum , per opgegeven wijziging:

10% van het tarief van de ceremonie met een minimum van € 100,00

 

1.1.11

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Deze tarieven zijn in dit artikel opgenomen maar kunnen afwijken als de tarieven in het Legesbesluit akten burgerlijke stand wijzigen. De tarieven zijn:

1.1.11.1

voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand

€ 16,60

*

1.1.11.2

voor elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden

€ 16,60

*

1.1.11.3

voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 29,00

*

1.1.11.4

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita)

€ 16,60

*

1.1.11.5

voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand

€ 16,60

*

1.1.11.6

voor een meertalig modelformulier van een onder 1.1.11.3 genoemd stuk

€ 22,30

*

Voor verstrekkingen vermeld in de artikelen 1.1.9.1, 1.1.9.2, 1.1.9.3, 1.1.9.5, die schriftelijk aangevraagd en betaald worden vanuit alle landen buiten Europa (de non-SEPA-landen) wordt het bedrag vermeerderd met € 10,50.

1.1.12

Voor het gebruik maken van het overgangsrecht zoals bedoeld in artikel IIIA en IIIB van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam, geldt voor het opmaken van de akte(n) het volgende tarief: (Deze tarieven zijn door de minister vastgesteld in de Regeling rechten naamkeuze overgangsregeling Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam)

1.1.12.1

Voor de naamkeuze van kinderen die zijn erkend voor 1 januari 2024, maar worden geboren na 1 januari 2024 (artikel IIIA WIGG)

€ 0

*

1.1.12.2

Voor de (hernieuwde) naamkeuze van kinderen die zijn geboren voor 1 januari 2024 (artikel IIIB WIGG) is het tarief:

voor het oudste kind van twee ouders

€ 75,00

*

1.1.12.3

-      voor elk volgende kind van diezelfde ouders

€ 50,00

*

KCC

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten

 

 

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

 

1.2.1

Van een nationaal paspoort:

 

 

 

1.2.1.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87

*

 

1.2.1.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42

*

 

1.2.2

Van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1.1a (zakenpaspoort):

 

 

 

1.2.2.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87

*

 

1.2.2.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42

*

 

1.2.3

Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

 

1.2.3.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87

*

 

1.2.3.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42

*

 

1.2.4

Van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,42

*

 

1.2.5

Van een Nederlandse identiteitskaart (NIK):

 

 

 

1.2.5.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

*

 

1.2.5.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,92

*

 

1.2.6

Van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 36,93

*

 

1.2.7

Voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 57,09

*

KCC

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,11

*

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 39,65

*

 

1.3.3

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

50%

 

KCC

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.2 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 16,60

 

 

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen .

 

 

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 24,10

 

 

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen:

7,5

*

 

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of een gedeelte daarvan:

€ 27,10

 

 

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een tweede en volgend afschrift van de persoonslijst uit de basisregistratie personen.:

€ 30,40

 

 

1.4.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitvoeren van een basisregistratie personen-selectie voor maatschappelijke of wetenschappelijke doeleinden:

€ 475,00

 

 

1.4.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken vermeld in de artikelen 1.4.2, 1.4.4 en 1.4.7, die schriftelijk aangevraagd en betaald worden vanuit alle landen buiten Europa (de non-SEPA landen) wordt het bedrag vermeerderd met € 10,50.

 

 

 

Paragraaf 1.5 n.v.t.

 

 

 

Paragraaf 1.6 n.v.t.

 

 

 

Paragraaf 1.7 n.v.t.

 

 

 

Paragraaf 1.8 Vastgoedinformatie

 

 

PCM

1.8.2

Onder een inlichting in dit Paragraaf wordt verstaan één of meer gegevens omtrent een onroerende zaak, een kadastraal perceel of een persoon, waarvoor de bij de gemeente in gebruik zijnde geografische informatie systemen moeten worden geraadpleegd.

 

 

PCM

1.8.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit de geografische informatie systemen (GIS)

 

 

PCM

1.8.2.1.1

voor het verstrekken van één inlichting

€ 18,70

 

PCM

1.8.2.1.2

voor het verstrekken van meerdere inlichtingen:

 

 

PCM

1.8.2.1.2.1

voor de eerste inlichting

€ 18,70

 

PCM

1.8.2.1.2.2

voor elke volgende inlichting

€ 9,30

 

PCM

1.8.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen op papier uit de geografische informatie systemen (GIS);

 

 

PCM

1.8.3.1.1

voor het verstrekken van één inlichting

€ 18,70

 

PCM

1.8.3.1.2

voor het verstrekken van meerdere inlichtingen:

 

 

PCM

1.8.3.1.2.1

voor de eerste inlichting

€ 18,70

 

PCM

1.8.3.1.2.2

voor elke volgende inlichting

€ 9,30

 

PCM

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen in digitale vorm uit de geografische informatie systemen (GIS);

 

 

PCM

1.8.4.1.1

Voor digitale gebieden tot en met een hectare:

€ 85,30

 

PCM

1.8.4.1.2

voor digitale gebieden groter dan een hectare wordt het tarief berekend als volgt:

√(aantal hectare) x € 85,30

 

PCM

1.8.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

 

KCC

1.8.5.1.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen de tarieven vermeld onder 1.8.1.1 tot en met 1.8.1.2.1 vermeerderd met

€ 18,70

 

PCM

1.8.5.1.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet de tarieven vermeld onder 1.8.1.1 tot en met 1.8.1.2.1 vermeerderd met

€ 9,30

 

PCM

1.8.5.1.3

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet, de tarieven vermeld onder 1.8.1.1 tot en met 1.8.1.2.1 vermeerderd met

€ 9,30

 

PCM

1.8.5.1.4

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed de tarieven vermeld onder 1.8.1. tot en met 1.8.1.2.1 vermeerderd met

€ 9,30

 

PCM

1.8.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

PCM

1.8.6.1

een openbare ruimtelijst (straatnamen)

€ 56,30

 

PCM

1.8.6.2

een nummeraanduidingslijst (adressen met xy-coördinaten) per adres

€ 0,10

 

PCM

 

waarbij het minimumtarief bedraagt

€ 18,70

 

PCM

1.8.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een rapportage bodemonderzoek die de aan-/afwezigheid van bodemverontreiniging aantoont

€ 92,30

 

DIA

1.8.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanbrengen van een mutatie in de gemeentelijke basisregistratie adressen, per huisnummer

€ 100,10

 

KCC

Paragraaf 1.9 Overige publiekszaken

 

 

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

41,35

*

 

1.9.2

tot legaliseren van een handtekening of het waarmerken van een document

€ 11,10

 

KCC

Paragraaf 1.10 Gemeentearchief

 

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of een gedeelte daarvan

€ 15,20

 

 

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 1,00

 

 

 

 

 

 

VTH

Paragraaf 1.11 Huisvestingswet

 

 

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

1.11.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 63,00

 

 

 

 

 

 

VTH

Paragraaf 1.12 Leegstandwet

 

 

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 172,00

 

 

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 60,00

 

 

1.12.3

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1 en 1.12.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in dat subonderdeel bedoelde leges slechts eenmaal geheven .

 

 

 

Paragraaf 1.13 n.v.t.

 

 

 

Paragraaf 1.14 n.v.t.

 

 

 

Paragraaf 1.15 n.v.t.

 

 

VTH

Paragraaf 1.16 Kansspelen

 

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen voor een door de gemeente vastgesteld tijdvak van 3 jaar:

 

 

 

1.16.1.1

Het maximale bedrag dat op grond van artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 ten hoogste voor het in behandeling kunnen nemen van de bedoelde aanvraag kan worden geheven.

 

 

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 170,00

 

 

 

 

 

 

BBOR

Paragraaf 1.17 Telecommunicatie

 

 

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 563,00

 

1.17.2

Het tarief genoemd onder 1.17.1 wordt verhoogd:

1.17.2.1

met een bedrag per meter van bij een lengte van maximaal 4000 meter

€ 2,43

 

1.17.2.2

met een bedrag gelijk aan 1.17.2.1 met een korting van 50% bij een lengte van meer dan 4000 meter.

€ 1,22

 

1.17.3

Als een aanvrager zijn aanvraag als bedoeld in de Telecommunicatieverordening, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De in rekening te brengen legeskosten bedragen:

1.17.3.1

Bij intrekken in de fase tot en met de ontvankelijkheidstoets 100% van de leges zoals bedoeld onder 1.17.1 en vervalt de leges voor 1.17.2

1.17.3.2

Bij intrekken in de fase tot en met de inhoudelijke toets 50% van de leges als bedoeld onder 1.17.1 en vervalt de leges voor 1.17.2

 

Paragraaf 1.18 Verkeer en vervoer

 

 

BBOR

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

MO

1.18.1.1

tot het voor de eerste keer verstrekken van een eerste uitgifte van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) :

€ 155,00

 

MO

1.18.1.2

tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 52 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 62,20

 

MO

1.18.1.3

van een herhaalde uitgifte van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 80,90

 

VTH

1.18.1.4

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 50,00

 

VTH

1.18.1.5

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 125,00

 

VTH

1.18.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, inclusief de kosten die voortvloeien uit de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

€ 335,00

 

VTH

1.18.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

€ 155,00

 

VTH

1.18.1.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het wijzigen van de afmetingen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

€ 73,50

 

VTH

1.18.1.9

Indien een aanvraag als bedoeld in 1.18.1.6, 1.18.1.7 en 1.18.1.8 wordt geweigerd dan bedraagt het tarief 50 % van het in die bepalingen vermelde tarief.

 

 

VTH

1.18.2

Indien een verleende vergunning, als bedoeld in de geldende Verordening parkeerbelastingen, in het lopende kalenderjaar vervangen dient te worden, is hiervoor een tarief verschuldigd van

€ 25,20

 

VTH

Paragraaf 1.19 Diversen

 

 

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een niet in deze titel benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 92,20

 

 

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

ALG

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina op basis van zwart-wit afdrukken:

€ 8,40

 

ALG

1.19.2.2

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina indien de afdrukken in kleur vervaardigd worden:

€ 12,90

 

ALG

1.19.2.3

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

 

ALG

1.19.2.3.1

per pagina op papier van A4-formaat in zwart-wit

€ 1,00

 

ALG

1.19.2.3.2

per pagina op papier van A3-formaat in zwart-wit

€ 5,05

 

ALG

1.19.2.3.3

per pagina op papier van A2 formaat in zwart-wit

€ 9,30

 

ALG

1.19.2.3.4

per pagina op papier van A1 formaat in zwart-wit

€ 18,00

ALG

1.19.2.3.5

per pagina op papier van A0 formaat in zwart-wit

€ 34,30

 

ALG

1.19.2.3.6

in formaat groter dan A0, per bladzijde in zwart-wit

€ 42,10

ALG

1.19.2.3.2.1

De tarieven onder 1.19.2.3.1 tot en met 1.19.2.3.6 gelden voor zwart-wit afdrukken. Indien de afdrukken in kleur vervaardigd worden, wordt het van toepassing zijnde tarief uit 1.19.2.3.1 tot en met 1.19.2.3.6 verhoogd met 100%.

ALG

1.19.2.4

stukken of uittreksels, die op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina op basis van zwart-wit afdrukken

€ 11,20

 

ALG

1.19.2.5

stukken of uittreksels, die op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina indien de afdrukken in kleur vervaardigd worden

€ 16,60

 

ALG

1.19.2.6

In afwijking van hetgeen onder 1.19.2.4 en 1.19.2.5 is vermeld bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken die op grond van de Wet openbaarheid van bestuur worden verstrekt:

 

 

ALG

1.19.2.6.1

a. Voor de eerste vijf kopieën van één origineel, per kopie

€ 1,00

 

ALG

1.19.2.6.2

b. Voor iedere volgende kopie van het origineel

€ 0,50

 

ALG

1.19.2.6.3

c. per CD of DVD

€ 18,50

 

BBOR

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een vervangende sleutel voor het gebruik van een ondergrondse afvalcontainer

€ 24,70

 

 

 

tarief

 

Afd. 

 

 

2024

 

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet

 

 

VTH

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

 

 

Artikel 2.1 Definities

 

 

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, het gemeentelijke omgevingsplan en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

 

 

5.

Aanlegkosten: In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ is die bepaling tevens van toepassing op het begrip “aanlegkosten”.

 

 

 

6.

Bouwblok: een bouwkundige eenheid die een fundering deelt.

 

 

 

7.

Vooroverleg:  Een verzoek tot het verkrijgen van een indicatie of aan een voorgenomen project voor een omgevingsactiviteit medewerking gegeven kan worden

 

 

8.

Omgevingsvergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in: artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of het omgevingsplan

9.

Omgevingsplanactiviteit: omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet

10.

Gemeentelijke adviescommissie: Adviescommissie omgevingskwaliteit als bedoeld in de verordening adviescommissie omgevingskwaliteit 2024.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

 

 

1.     Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

 

a.

vooroverleg;

 

 

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in: artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of het omgevingsplan

 

 

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

 

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

 

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

 

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

 

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

 

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

 

 

 

2.     Leges worden niet geheven voor:

 

 

 

a.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om de bouwactiviteit funderingsherstel voor een bouwblok of een gedeelte daarvan indien de aanvraag alleen betrekking heeft op die bouwactiviteit

 

 

 

b

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om de bouwactiviteit op het plaatsen van zonnecollectoren of zonnepanelen, daarvan indien de aanvraag alleen betrekking heeft op die bouwactiviteit

 

 

 

c

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om de bouwactiviteit het restaureren en (her-)plaatsen van gevelstenen door non-profitorganisaties op het gebied van de monumentenzorg cum anexis daarvan indien de aanvraag alleen betrekking heeft op die bouwactiviteit

 

 

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

 

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

 

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

 

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

 

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

 

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

VTH

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

 

 

Artikel 2.4 Vooroverleg GERESERVEERD

 

 

 

 

 

 

 

VTH

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

 

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

 

 1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

van de bouwkosten tot € 1.000.000 bedragen:

2,9% 

 

met een minimum van

€ 200,00

 

b.

van de bouwkosten over het meerdere van € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

2,6%

 

c.

van de bouwkosten over het meerdere van € 5.000.000 tot 10.000.000 bedragen:

2,3%

 

d.

Van de bouwkosten over het meerdere van € 10.000.000

1,6%

 

2.

Bij twijfel over de juistheid van de hoogte van de opgegeven bouw- of aanlegkosten en/of wanneer de opgegeven bouw- of aanlegkosten meer dan € 300.000 bedragen kan het college van burgemeester en wethouders de hoogte van de bouwkosten op advies van een bouwtechnisch ambtenaar en/of op advies van een extern deskundige ambtshalve vaststellen. Onverminderd het bepaalde in andere artikelen van het hoofdstuk als het ook gaat om de in de artikelen bedoelde activiteiten, bedraagt het tarief:

€ 1.000,00

3.

Als na verlenging van de vergunning de bouw- of aanlegkosten hoger blijken te zijn dan opgegeven bij de indiening van de bouwaanvraag vindt een navordering van de leges plaats over het verschil in de bouwkosten.

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€287,00

 

 

a.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€ 605,00

 

 

b.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 605,00

 

 

c.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 287,00

 

 

2.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 605,00

 

a.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie, nodig is, verhoogd met:

€ 605,00

b.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 605,00

c.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 287,00

 

3.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 9.660,00

 

a.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie nodig is, verhoogd met:

€ 605,00

b.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 605,00

c.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 605,00

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit een sloopactiviteit:

 

1.

niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.989,00

2.

zijnde een sloopactiviteit met betrekking in rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, niet zijnde met betrekking tot een monument , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Haarlem 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 1.989,00

 

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 2.030,00

 

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 9.660,00

 

 

 3.

 Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd eerste en tweede lid, en het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk betreft waarbij krachtens overgangsrecht in het omgevingsplan bouwhistorische waarde aan is toegekend, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 431,00 

 

VTH

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

 

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

 

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 11 van de Erfgoedverordening Zandvoort 2012 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.988,00

 

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

 

€ 1.988,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

 

€ 9.289,00

 

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 605,00

 

VTH

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

 

 

Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

 

 

 1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in Afdeling 5.6van het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.132,00

 

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.264,00

 

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 6.396,00

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.10 Activiteiten Hoofdstuk 3 Besluit activiteiten leefomgeving

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 1.

Reguliere procedure

 

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2,132,00

 

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.264,00

 

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 6.396,00

 

 

 2.

Uitgebreide Procedure

 

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.264,00 

 

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 8.528,00 

 

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 12.792,00

 

VTH

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

 

 

Artikel 2.11 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 415,00

 

 

Artikel 2.12 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€2.132,00

 

VTH

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

 

 

Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

 

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.370,00

 

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het graven of verrichten van grondroerende activiteiten in het gebied als genoemd in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.370,00

 

 

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, als bedoeld in het paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.370,00

 

 

4

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b. indrijven van voorwerpen,

c. ophogen van de grond, of

d. verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.803,00

 

 

5.

Wanneer de in het derde lid omgevingsplanactiviteiten betrekking heeft op kabels en/of leidingen worden voor genoemde tarieven voor tracés van 100 meter of meer verhoogd per strekkende meter met

€ 1,96

 

6.

De in het eerste tot en met vierde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 9.660,00

 

 

Artikel 2.14 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een weg aanleggen, de verharding daarvan opbreken, in een weg graven of spitten, aard of breedte van de wegverharding veranderen of anderszins verandering aanbrengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening Haarlem in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 629,00

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.15 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening Haarlem in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 474,00

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 474,00 

 

VTH

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

 

 

Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 400,00 

 

 

Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 en 3 van de Bomenverordening 2012 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één boom:

€ 350,00

b.

Voor de volgende twee tot vijf bomen verhoogd met:

€ 350,00

c.

Voor de volgende vijf tot tien bomen verhoogd met:

€ 350,00

 

d.

voor de volgende tien of meer bomen verhoogd met:

€ 350,00

 

 

Artikel 2.19 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 198,00 

 

 

Artikel 2.20 Andere activiteiten

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 474,00 

 

 

 

 

 

 

VTH

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

 

 

Artikel 2.21 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 5.535,00 

 

 

Artikel 2.22 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.100,00 

 

 

Artikel 2.23 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.22 en 2.23, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 5.535,00

 

 

 

 

 

 

VTH

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

 

 

Artikel 2.24 Gelijkwaardige maatregel

 

 

 

Als de aanvraag betrekking heeft op toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet bedraagt het tarief per maatregel:

€ 5.535,00 

 

VTH

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

 

 

Artikel 2.25 Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

 

 

Artikel 2.26 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning bouwactiviteiten

 

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 435,00

 

 

Artikel 2.27 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning milieubelastende activiteiten

 

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning die betrekking hebben op milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving bedraagt het tarief per voorschrift:

€ 1.100

 

 

Artikel 2.28 Beoordeling aanvullende gegevens bouwactiviteiten

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6 in behandeling is genomen bedraagt per ontvangen pakket aanvullende gegevens:

€  126,00

 

 

Artikel 2.29 Beoordeling aanvullende gegevens omgevingsvergunning milieubelastende activiteiten

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in de artikelen 2.12 en 2.13 in behandeling is genomen bedraagt per ontvangen pakket aanvullende gegevens:

€ 126,00 

 

 

Artikel 2.30 Wijzigen van het omgevingsplan

 

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, voor zover deze kosten niet op een andere wijze kunnen worden verhaald.

 

 

2.

Het op grond van eerste lid verschuldigde bedrag wordt verhoogd met de kosten van onderzoeken die nodig zijn ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing (luchtkwaliteit, geluid, bodem, flora en fauna e.a.) en de feitelijke druk- en publicatiekosten.

 

 

 

3.

Het op grond van het tweede lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

VTH

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

 

 

Artikel 2.31 Achteraf ingediende aanvraag

 

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

 

 

 

Met een maximum van

€ 10.000,00

 

 

Artikel 2.32 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, per rapport:

€ 685,00 

 

 

Artikel 2.33 Advies

 

 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.190,00

 

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie:

€ 1.190,00

 

 

c.

Het op grond van het eerste lid en onder c verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

2.

Het op grond van het eerste lid en onder c verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Artikel 2.34 Instemming

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

 1.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

 

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

 

VTH

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

 

 

Artikel 2.35 Vermindering na vooroverleg: GERESERVEERD

 

 

VTH

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.36 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

90%.

 

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

 

 

met dien verstande dat voor die activiteit tenminste verschuldigd blijft een bedrag van:

 € 200,00

 

 

Artikel 2.37 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 40%

 

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

met dien verstande dat voor die activiteit tenminste verschuldigd blijft een bedrag van:

 € 200,00

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.38 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

 

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

met dien verstande dat voor die activiteit tenminste verschuldigd blijft een bedrag van:

 € 200,00

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.39 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

met dien verstande dat voor die activiteit tenminste verschuldigd blijft een bedrag van:

 € 200,00

 

Als de leges voor de betreffende activiteit lager zijn dan het hiervoor genoemde minimaal verschuldigde bedrag, bestaat er geen recht op teruggaaf.

 

Artikel 2.40 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

 

1.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

10%

 

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

 

 

 

met dien verstande dat voor die activiteit tenminste verschuldigd blijft een bedrag van:

 € 200,00

 

 

 

Als de leges voor de betreffende activiteit lager zijn dan het hiervoor genoemde minimaal verschuldigde bedrag, bestaat er geen recht op teruggaaf.

 

 

 

Onder een weigering bedoeld in lid 1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

Artikel 2.41 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

 

Artikel 2.62 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

 

 

Een bedrag minder dan € 200,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

*wettelijk maximum tarief

tarief

 

Afd. 

 

 

2024

 

VTH

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

en niet vallend onder hoofdstuk 2

 

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

 

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

 

3.1.1

Een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 910,00

 

 

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ingevolge artikel 30a van de Alcoholwet, naar aanleiding van een wijziging in de personen van leidinggevende

 

 

 

3.1.2.1

Bij wijziging van één persoon

€ 144,00

 

 

3.1.2.2

bij wijziging van meer dan één persoon, per persoon die in de aanvraag genoemd wordt

€ 43,40

 

 

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 72,30

 

 

3.1.4

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 derde lid van de Algemene plaatselijke verordening

€ 1.093,00

 

 

3.1.5

een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning, zoals bedoeld in artikel 2:28, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien het betreft

 

 

 

3.1.5.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning exploitatie horecabedrijf zonder terras

€ 144,00

 

 

3.1.5.2

een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld onder 3.1.5.1

€ 71,10

 

 

3.1.5.3

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning exploitatie horecabedrijf met terras

€ 296,00

 

 

3.1.5.4

een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld onder 3.1.5.3

€ 148,00

 

VTH

Paragraaf 3.2 Organiseren evenementen of markten, foto- en

 

 

filmopnamen en onversterkte muziek

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

 

 

 

3.2.1.1

een evenement, als deze in de Regionale Kalender is  aangeduid als risico-evenement (categorie C);

€ 4.560,00

 

 

3.2.1.2

een terugkerend evenement in de Regionale Kalender aangeduid als risico-evenement (categorie C) voor 2 of meer jaren of voor onbepaalde tijd:

€ 8.686,00

 

 

3.2.1.3

voor een evenement, als deze in de Regionale Kalender is aangeduid als aandacht-evenement (categorie B)

€ 397,00

 

 

3.2.1.4

een terugkerend evenement in de Regionale Kalender aangeduid als

€ 694,00

 

aandacht-evenement (categorie B) voor 2 of meer jaren of voor onbepaalde tijd

 

 

 

3.2.1.5

3.2.1.5 voor evenementen waarvoor bovenstaande classificering niet geldt

€ 213,00

 

 

3.2.1.6

3.2.1.4 een terugkerend evenement waarvoor bovenstaande classificering niet geldt

€ 374,00

 

 

3.2.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een particuliere markt als bedoeld in artikel 5.22 en 5.23 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 69,20

 

 

3.2.3

In afwijking van het bepaalde on 3.7.1.2 bedraagt het tarief voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 , derde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Zandvoort 2017 tot het maken van film-/foto- opnamen.

€ 382,00

 

VTH

Paragraaf 3.3 Seksbedrijven

 

 

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

3.3.1

tot het verlenen of verlengen van een exploitatievergunning dan wel wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.3., eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

 

 

 

3.3.1.1

voor een escortbedrijf

€ 395,00

 

 

3.3.1.2

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in 3.3.1.1 per seksinrichting

€ 1.492,00

 

 

3.3.2

tot het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.13d , tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

 

3.3.2.1

voor een escortbedrijf

€ 243,00

 

 

3.3.2.2

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in 3.3.2.1 per seksinrichting

€ 243,00

 

VTH

Paragraaf 3.4 Huisvestingswet 2014

 

 

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

3.4.1

tot het verlenen van een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a van de Huisvestingswet 2014

€ 506,00

 

 

 

 

3.4.2

tot het verlenen van een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c van de Huisvestingswet 2014

€ 506,00

 

 

3.4.3

tot het verlenen van een vergunning om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d van de Huisvestingswet 2014

€ 506,00

 

 

3.4.4

tot het verlenen van een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 506,00

 

 

3.4.5

tot het verlenen van een verhuurvergunning opkoopbescherming, als bedoeld in artikel 41 van de Huisvestingswet 2014 (aangekochte koopwoningen verhuren)

€ 506,00

 

VTH

Paragraaf 3.5 Speelautomatenhallen en speelgelegenheden 

 

 

 

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen voor een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het houden van een speelautomatenhal, als bedoeld in de Verordening Speelautomatenhallen (Gemeenteblad 2018, 101853):

€ 910,00

 

 

5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen voor een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het exploiteren van een speelgelegenheid, als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zandvoort:

€ 554,00

 

 

5.3.1

De tarieven als bedoeld in 5.1. en 5.2. worden op basis van het aantal in de aanvraag vermelde aanwezige speelautomaten vermeerderd met:

 

 

 

5.3.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één (eerste) speelautomaat, niet zijnde een kansspelautomaat als bedoeld in Titel 1, Paragraaf 16 van deze tarieventabel

€ 63,20

 

 

5.3.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor iedere volgende speelautomaat, niet zijnde een kansspelautomaat als bedoeld in Titel 1, Paragraaf 16 van deze tarieventabel

€ 38,00

 

 

5.3.1.3

voor één (eerste) speelautomaat, niet zijnde een kansspelautomaat als bedoeld in Titel 1, Paragraaf 16 van deze tarieventabel, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 254,00

 

 

5.3.1.4

en voor iedere volgende speelautomaat niet zijnde een kansspelautomaat als bedoeld in Titel 1, Paragraaf 16 van deze tarieventabel, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 152,00

 

 

5.3.2

De subonderdelen 5.3.1.1 en 5.3.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

 

VTH

Paragraaf 3.6 Winkeltijdenwet

 

 

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

3.6.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 52,60

 

 

3.6.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 52,60

 

 

3.6.3

tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing

€ 52,60

 

VTH

Paragraaf 3.7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

3.7.1.1

tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening anders dan op het daartoe aangewezen marktterrein

€ 92,30

 

 

3.7.1.2

tot het verlenen van een ontheffing voor het gebruik van de weg of een weggedeelte anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 92,30

 

 

3.7.1.3

voor het verlenen van een ontheffing van het verbod om een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg te parkeren met het kennelijke doel om daarmee handelsreclame te maken als bedoeld in artikel 5:7 Algemene plaatselijke verordening

€ 32,90

 

 

3.7.1.4

tot het verlenen van een ventvergunning als bedoeld in artikel 5:15 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 92,30

 

 

3.7.1.5

tot het verlenen van een ontheffing tot het rijden op het strand, dan wel een voertuig op het strand mee te voeren, te plaatsen of te laten staan, hetzij tot het rijden of hebben van een rij- of trekdier of het rijden of hebben van een zeilvoertuig op het strand als bedoeld in artikel 5:44 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 67,10

 

 

3.7.1.5.a

Indien tegelijkertijd een ontheffing als bedoeld in 1.18.1.4 (ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) en de ontheffing als bedoeld in 3.7.1.5 wordt aangevraagd dan bedraagt het tarief als bedoeld in 3.7.1.5

nihil

 

 

3.7.1.6

tot het verlenen van een vergunning tot het hebben of brengen van een vaartuig op dan wel daarmee af te varen van of aan te landen op het strand, dan wel binnen 300 meter uit de laagwaterlijn voor anker te gaan als bedoeld in artikel 5:42 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 67,10

 

 

3.7.1.6.a

Indien tegelijkertijd een ontheffing als bedoeld in 1.18.1.4 (ontheffing is als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) en de ontheffing als bedoeld in 3.7.1.6 wordt aangevraagd dan bedraagt het tarief als bedoeld in 3.7.1.6

nihil

 

 

3.7.1.7

Benevens de verschuldigde leges als bedoeld in artikel 3.7.1.5 en 3.7.1.6 bedraagt het tarief voor het bij de vergunning behorende sticker of vignet, per voertuig of vaartuig

€ 9,60

 

 

3.7.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot nemen van een andere beschikking

€ 123,00

 

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2023

De griffier van Zandvoort,