Kermisregeling gemeente Maashorst

Geldend van 23-12-2023 t/m heden

Intitulé

Kermisregeling gemeente Maashorst

Het College van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 7, eerste lid van de Kermisverordening gemeente Maashorst;

b e s l u i t

vast te stellen de Kermisregeling gemeente Maashorst

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

§ 1.1 Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Kermisverordening gemeente Maashorst gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

§ 1.2 Plaats en tijd algemene kermis

Artikel 2. Algemene kermis kern Uden

  • 1. Op grond van artikel 3, lid 7 van de Kermisverordening gemeente Maashorst worden de als kermisterrein voor de algemene kermis in de kern Uden aangewezen de locaties zoals aangegeven in bijlage 1;

  • 2. Op grond van artikel 3, lid 8 van de Kermisverordening gemeente Maashorst worden voor de algemene kermis in de kern Uden de volgende openingstijden vastgesteld:

    Dag

    Aanvang uur

    Einde uur

    Vrijdag

    13.00

    01.00

    Zaterdag

    13.00

    01.00

    Zondag

    13.00

    01.00

    Maandag

    13.00

    01.00

    Dinsdag

    13.00

    01.00

    Woensdag

    13.00

    01.00

    Donderdag

    13.00

    01.00

    Vrijdag

    13.00

    01.00

    Zaterdag

    13.00

    01.00

    Zondag

    13.00

    01.00

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt voor consumptiekramen op de locatie Markt dat deze geopend mogen zijn tot 03.00 uur.

Artikel 3. Algemene kermis in de overige kernen van de gemeente Maashorst

  • 1. Op grond van artikel 3, lid 7 van de Kermisverordening gemeente Maashorst worden de als kermisterrein voor de algemene kermis in de kernen Volkel, Odiliapeel, Schaijk, Reek en Zeeland aangewezen de locaties zoals aangegeven in bijlage 2a tot en met 2e;

  • 2. Op grond van artikel 3, lid 8 van de Kermisverordening gemeente Maashorst worden voor de algemene kermis in de kernen Volkel, Odiliapeel, Schaijk, Reek en Zeeland, de volgende openingstijden vastgesteld:

    Dag

    Aanvang uur

    Einde uur

    Vrijdag

    13.00

    01.00

    Zaterdag

    13.00

    01.00

    Zondag

    13.00

    01.00

    Maandag

    13.00

    01.00

    Dinsdag

    13.00

    01.00

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt voor consumptiekramen dat deze geopend mogen zijn tot 02.00 uur.

Artikel 4. Geopend houden van kermisinrichting

  • 1. Tijdens de openingstijden van de algemene kermis dat de algemene kermis voor het publiek is opengesteld, moet de exploitant zijn inrichting voor het publiek geopend houden en exploiteren;

  • 2. Afwijking van het eerste lid is alleen toegestaan na toestemming van de kermismeester.

§ 1.3 Vastgestelde rittenprijzen

Artikel 5. Vastgestelde rittenprijs

  • 1. Voor de algemene kermissen in de gemeente Maashorst bedraagt de maximale entree- en/of rittenprijs voor grootvermaak en kijkwerk tussen de € 2,50 en € 5,00 en de maximale entree- en/of rittenprijs voor kindervermaakzaken tussen € 1,50 per rit en € 5,00;

  • 2. In afwijking van de in het eerste lid genoemde prijzen is het college bevoegd voor nader aan te wijzen publiektrekkers een hogere entree- en/of rittenprijs vast te stellen;

  • 3. De rit en entreeprijzen worden vermeld op van gemeentewege beschikbaar te stellen kaarten, welke gedurende de gehele kermis goed zichtbaar voor het publiek op de kassa aanwezig dienen te zijn;

  • 4. De exploitanten van kermisinrichtingen zijn verplicht zich te houden aan de bij de inschrijving opgegeven prijs en tijdsduur van de ritten. Tijdens de kermissen zal hierop worden toegezien.

Hoofdstuk 2. Kermisstandplaatsen

§ 2.1 Inschrijving

Artikel 6. Duur inschrijving

  • 1. De verhuur van standplaatsen geschiedt bij inschrijving. Ingeschreven kan worden voor een periode van één of van drie jaar;

  • 2. Voor het doen van inschrijvingen moet - op straffe van ongeldigheid van de inschrijving - gebruik worden gemaakt van inschrijfformulieren welke van gemeentewege beschikbaar worden gesteld;

  • 3. Als inschrijfformulier kan ook fungeren het inschrijfformulier dat ter beschikking wordt gesteld door De Nederlandse Kermisbond (NKB) of ter beschikking wordt gesteld door de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders (BOVAK).

Artikel 7. Inschrijven

  • 1. Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door exploitanten van kermisinrichtingen, die als zodanig staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, dan wel door hun gemachtigden;

  • 2. Indien de inschrijving geschiedt door een gemachtigde, dient de bevoegdheid van de gemachtigde te blijken uit een aan het inschrijfformulier gehechte, door de exploitant getekende, volmacht. Een gemachtigde kan niet optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant. Een exploitant welke zelf inschrijft voor inname van een standplaats op een algemene kermis kan niet optreden als gemachtigde van een andere exploitant;

  • 3. Wanneer een exploitant inschrijft, dient bij het inschrijfformulier een duidelijke kleurenfoto of tekening van kermisinrichting waarvoor wordt ingeschreven te worden gevoegd.

Artikel 8. Huursom

  • 1. Wanneer ten aanzien van een geboden huursom het voorbehoud ‘zonder concurrentie’ of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig en door vermelding van de naam van de inrichting worden aangegeven welke kermisinrichtingen de exploitant als van concurrerende aard beschouwt;

  • 2. Indien tussen het college en de exploitant verschil van mening bestaat over de aard van een kermisinrichting in verband met de concurrentie, beslist het college na het advies van een kermisbond te hebben ingewonnen;

Artikel 9. Manier van inschrijven

  • 1. De inschrijfformulieren worden in een gesloten enveloppe met daarop vermeld ‘inschrijving kermis’ vóór een door het college bepaalde datum op het gemeentehuis te zijn ingeleverd. Deze datum wordt bekendgemaakt in de advertentie, waarin de te houden kermis is aangekondigd en de inschrijving is opengesteld;

  • 2. De advertentie wordt gepubliceerd in ten minste twee vakbladen welke worden uitgegeven door De Nederlandse Kermisbond (NKB) of door de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders (BOVAK).

Artikel 10. Onjuiste of onduidelijke inschrijving

  • 1. Onvolledige en onduidelijke inschrijvingen alsmede inschrijvingen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, kunnen door het college terzijde worden gelegd. De exploitant wordt hiervan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld;

  • 2. Inschrijvingen welke worden ingediend na de inschrijftermijn, worden door het college terzijde gelegd. De exploitant wordt hiervan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld;

  • 3. Indien het inschrijvingsbedrag op het inschrijfformulier in letters afwijkt van het daarbij vermelde bedrag in cijfers, wordt het bedrag in letters worden aangenomen als de geboden som;

  • 4. Het inschrijfbedrag op het inschrijfformulier dient te worden genoemd in euro’s;

  • 5. Een inschrijving waarbij een fout is gemaakt met betrekking tot de huursom, anders dan bedoeld in het derde lid, wordt door het college terzijde gelegd.

Artikel 11. Gestand doen bod

  • 1. De exploitant is gehouden zijn inschrijving gedurende 30 dagen na sluiting van de inschrijftermijn gestand te doen;

  • 2. Wijziging of intrekking van de inschrijving kan uitsluitend geschieden door middel van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld welke wijziging plaatsvindt en dient te geschieden vóór sluiting van de inschrijftermijn.

§ 2.2 Toekenning standplaats

Artikel 12. Toekennen standplaats

  • 1. Het college wijst een standplaats toe voor een periode van één dan wel drie jaar aan een exploitant, afhankelijk van de inschrijving;

  • 2. Indien een exploitant voor de eerste keer inschrijft voor een algemene kermis in de gemeente Maashorst, kan deze exploitant alleen een standplaats worden toegewezen voor de periode van één jaar;

  • 3. Het college beslist omtrent de toewijzing van de standplaatsen binnen 30 dagen na sluiting van de inschrijftermijn;

  • 4. Het college wijst per type attractie een standplaats toe aan de exploitant welke heeft ingeschreven met de hoogste huurprijs;

  • 5. Afwijking van het toekenningscriterium zoals bedoeld in het vierde lid is toegestaan, indien een inschrijving op grond van diversiteit, lagere toegangs- en verkoopprijzen, attractiviteit of onderhoudsstaat, ruimtelijke inpassing of beeldbepalend karakter van een attractie de voorkeur geniet;

  • 6. In belang van bezetting van het kermisterrein en/of attractiviteit en diversiteit van de algemene kermis kan het college ook voorafgaande aan de inschrijfperiode standplaatsen onderhands toewijzen;

  • 7. Indien ingevolge het zesde lid vooraf aan de inschrijfperiode door het college onderhands standplaatsen worden toegewezen aan exploitanten, wordt in de advertentie zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid, vermeld voor welke type kermisinrichtingen onderhands standplaatsen zijn toegewezen.

  • 8. Bij de inschrijving zijn de algemene kermisvoorwaarden van de gemeente Maashorst van toepassing mede op de te sluiten huurovereenkomst bij de toekenning van en standplaats.

Artikel 13. Gelijke omstandigheden

Bij gelijkwaardige inschrijving wordt beslist door middel van loting aan welke exploitant een standplaats wordt toegewezen.

Artikel 14. Informatieplicht

Elke inschrijver zal binnen 30 dagen schriftelijk worden bericht of de standplaats, waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is toegewezen.

Hoofdstuk 3. Buitengewone omstandigheden

Artikel 15. Buitengewone omstandigheden

  • 1. Het college behoudt zich de bevoegdheid voor om, indien wegens buitengewone omstandigheden de kermis niet of gedeeltelijk niet wordt gehouden, aan de exploitatie geen verder gevolg te geven;

  • 2. In zodanig geval zullen de reeds gestorte bedragen renteloos worden teruggegeven in evenredigheid van het aantal dagen, dat de kermis niet is doorgegaan;

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 16. Intrekking en inwerkingtreding

  • 1. De Kermisregeling gemeente Uden 2013 wordt ingetrokken;

  • 2. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Kermisregeling gemeente Maashorst.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 31 oktober 2023 in de vergadering van het College van burgemeester en wethouders van Maashorst.

Uden, 31 oktober 2023

De burgemeester en wethouders van gemeente Maashorst,

De secretaris,

J.A.M.G. van Aaken

De burgemeester

M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)

ALGEMENE KERMISVOORWAARDEN GEMEENTE MAASHORST

Algemene kermisvoorwaarden welke van toepassing zijn op de overeenkomst tussen de exploitant en het college van burgemeester en wethouders inzake de toegewezen standplaatsen op de algemene kermissen in de gemeente Maashorst.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Hierna wordt verstaan onder:

    • a.

      de gemeente: de gemeente Maashorst;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maashorst;

    • c.

      exploitant: een natuurlijke of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf heeft gemaakt van de exploitatie van een kermisinrichting;

    • d.

      organisator; een natuurlijke of rechtspersoon aan wie het college de organisatie en exploitatie van de algemene kermissen in Volkel, Odiliapeel, Schaijk, Zeeland en Reek kan uitbesteden;

    • e.

      standplaats: een ruimte op het kermisterrein aangewezen voor het plaatsen van een kermisinrichting;

    • f.

      kermisinrichting: vermakelijkheden, vermaakzaken, oefeningspelen en verkoopzaken, bestemd tot vermaak, genot en vertier op kermissen;

    • g.

      huursom: de som welke door de exploitant is geboden voor innemen van een standplaats op de algemene kermis;

    • h.

      algemene kermis: een bij de kermisverordening van de gemeente Maashorst ingestelde openbare gelegenheid ten behoeve van exploitatie van kermisinrichtingen;

    • i.

      kermismeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

    • j.

      kermisterrein: plaats waar de algemene kermis plaatsvindt;

    • k.

      deze voorwaarden: deze algemene kermisvoorwaarden die van toepassing zijn op en deel uitmaken van de overeenkomst.

  • 2.

    De voorwaarden zijn van toepassing op de huurovereenkomst tussen de gemeente en de exploitant ten aanzien van de verhuur van een standplaats op de algemene kermis;

  • 3.

    Alleen schriftelijk overeengekomen afwijkingen van deze voorwaarden en wijzigingen in of bij de overeenkomst zijn geldend;

  • 4.

    Indien enige bepaling van deze voorwaarden nietig is of vernietigd wordt, blijven de overige bepalingen van deze voorwaarden onverkort van kracht;

  • 5.

    Op deze voorwaarden, alsmede op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarop deze geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn, is uitsluitend Nederlands recht van toepassing met uitsluiting van het Weens Koopverdrag: Convention on the International Sale of Goods (CISG);

  • 6.

    Geschillen die uit deze voorwaarden of de daarop gebaseerde overeenkomsten voortvloeien worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te 's-Hertogenbosch.

Artikel 2. Totstandkoming huurovereenkomst

Wanneer het college een standplaats op de algemene kermis heeft toegewezen aan een exploitant, exploitant, is met deze exploitant een huurovereenkomst tot stand gekomen

Artikel 3. Betaling huursom

  • 1.

    De exploitant aan wie een standplaats op de algemene kermis wordt verhuurd, dient de gemeente eenmalig te machtigen tot inning van de volledige huursom alsmede eventuele vergoeding voor de levering van elektriciteit. De exploitant heeft het formulier dat door de gemeente wordt verstrekt ten behoeve van de machtiging volledig ingevuld en ondertekend aan de gemeente geretourneerd;

  • 2.

    De inning van de huursom door de gemeente zoals bedoeld in het eerste lid zal niet eerder geschieden dan drie weken voor aanvang van de algemene kermis waarvoor is ingeschreven;

  • 3.

    Indien de huursom niet door de gemeente kan worden geïnd, is de exploitant van de kermisinrichting in gebreke door het enkele verloop van de termijnen zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is, en vervalt het recht op de hem toegewezen standplaats;

  • 4.

    De in het tweede lid bedoelde nalatige exploitant blijft verplicht tot betaling van de volledige huursom en gehouden tot schadevergoeding;

  • 5.

    Afwijking van dit artikel is alleen mogelijk in bijzondere gevallen en nadat overleg is geweest met en toestemming is verleend door het college.

Artikel 4. Vervallen recht op standplaats bij niet-innemen

  • 1.

    Een standplaats die twee dagen vóór de aanvang van de kermis niet, of slechts gedeeltelijk door de exploitant is ingenomen, dan wel met een inrichting waarvoor hem geen standplaats is toegekend, vervalt aan het college, in welk geval géén teruggave, noch geheel noch gedeeltelijk, van de betaalde huursom zal plaatsvinden, tenzij de gemeente nakoming van de overeenkomst verlangt;

  • 2.

    Het college kan afwijken van hetgeen bepaalde in het eerste lid, mits de exploitant uiterlijk één week vóór de aanvang van de kermis aan de kermismeester kenbaar heeft gemaakt dat hij niet kan voldoen aan het in het eerste lid bepaalde.

Artikel 5. Boetebepaling

  • 1.

    Indien een exploitant een standplaats heeft gehuurd voor grootvermaak, zijn standplaats gedurende een of meer dagen van de kermis niet inneemt, zonder dat hem daarvoor door het college toestemming is verleend, is hij aan de gemeente een boete verschuldigd van € 5.000,00 per dag. Iedere dag dat een boete verschuldigd is wordt opgeteld tot een totaal;

  • 2.

    Indien een exploitant een standplaats heeft gehuurd voor een andere kermisinrichting dan grootvermaak, zijn standplaats gedurende een of meer dagen van de kermis niet inneemt, zonder dat hem daarvoor door het college toestemming is verleend, is hij aan de gemeente een boete verschuldigd van:

    Voor dag van niet-nakoming (afhankelijk van duur algemene kermis)

    Boete

    1ste dag

    éénmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    2e dag

    tweemaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    3e dag

    driemaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    4e dag

    viermaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    5e dag

    vijfmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    6e dag

    zesmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    7e dag

    zevenmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    8e dag

    achtmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    9e dag

    negenmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

    10e dag

    tienmaal de huursom, waarvoor de standplaats is verhuurd

  • 3.

    Gedeelten van een dag worden bij de toepassing van dit artikel voor een gehele dag gerekend. Met het niet innemen van een standplaats wordt gelijk gesteld het niet volledig opgebouwd hebben, met een inrichting waarvoor hem geen standplaats is toegekend, en/of houden van een inrichting gedurende de uren, dat de inrichting geopend moet zijn;

Artikel 6. Beschikbaar stellen van aangewezen terreinen

Het college stelt de door het college aangewezen terreinen, alsmede de stroom- en watervoorzieningen zowel voor de kermisinrichtingen als voor de salon-, keuken- en vrachtwagens, beschikbaar ten behoeve van de exploitanten;

Artikel 7. Plaatsing salonwagens

Het is mogelijk om standplaats in te nemen met een salonwagen op een daartoe aangewezen terreinen. Op het inschrijfformulier dient dit te worden aangegeven.

Artikel 8. Elektriciteit

  • 1.

    Het is een exploitant niet toegestaan op de standplaats gebruik te maken van een elektriciteitsvoorziening, anders dan die door de gemeente wordt aangeboden, tenzij hiertoe door het college toestemming is verleend;

  • 2.

    Met betrekking tot de levering van elektriciteit ten behoeve van kermisaansluitingen zijn de exploitanten gebonden aan de voorwaarden, welke gesteld zijn of worden door het bedrijf dat de elektriciteit levert;

  • 3.

    Voor het gebruik van de door de gemeente aangeboden elektriciteitsvoorziening, is de exploitant een vergoeding verschuldigd, welke nader zijn gespecificeerd in het vierde lid;

  • 4.

    Voor het gebruik van de door de gemeente aangeboden elektriciteitsvoorziening, zullen de volgende tarieven worden gehanteerd. Deze tarieven zijn exclusief eventueel verschuldigde BTW:

    Afzekerings- Tarieven

    Waarden algemene kermis in Uden en de overige kernen Volkel, Odiliapeel, Schaijk, Reek en Zeeland zoals deze per duur van de algemene kermis van toepassing zijn en worden geïndexeerd;

     

    Kermis Uden

    Kermis overige kernen

    1 x 10 ampère

    € 243,00

    € 137,55,

    1 x 16 ampère

    € 356,00

    € 184,80

    1 x 25 ampère

    € 415,00

    € 216,00

    3 x 10 ampère

    € 450,00

    € 264,60

    3 x 16 ampère

    € 550,00

    € 292,95

    3 x 25 ampère

    € 650,00

    € 344,40

    3 x 35 ampère

    € 750,00

    € 411,60

    3 x 50 ampère

    € 850,00

    € 458,85

    3 x 63 ampère

    € 950,00

    € 509,25

    3 x 80 ampère

    € 1.250,00

    € 568,05

    3 x 100 ampère

    € 1.350,00

    € 620,55

    3 x 125 ampère

    € 1.550,00

    € 688,80

    3 x 160 ampère

    € 1.750,00

    € 832,65

    3 x 200 ampère

    € 2.000,00

    € 1.274,70

    3 x 225 ampère

    € 2.250,00

    € 1.433,25

    3 x 250 ampère

    € 2.500,00

     
  • 5.

    Voor aansluiting van salon- of keukenwagens zijn geen extra kosten verschuldigd.;

  • 6.

    Indien blijkt dat de exploitant welke elektriciteit afneemt van de gemeente, zijn zekeringen dient te verzwaren, zullen hiervoor de meerkosten voor rekening komen van de exploitant. Hiervoor is de exploitant aan de gemeente een vergoeding verschuldigd van € 29,00;

  • 7.

    Indien door schuld van de exploitant een storing ontstaat aan het elektriciteitsnetwerk van de gemeente, zijn alle hieruit voortvloeiende kosten voor de exploitant;

  • 8.

    Voor aansluiting van de inrichting op het door de gemeente aangeboden elektriciteitsnetwerk wordt geen leidingmateriaal beschikbaar gesteld;

  • 9.

    De bekabeling ten behoeve van het aansluiten van de kermisinrichting op het elektriciteitsnetwerk van de gemeente dient te geschieden met minimaal vijftig meter vijf-aderige aansluitkabel en dient minimaal drie meter bovengronds te worden aangebracht, gemeten vanaf de kermisinrichting of de salon- of keukenwagen tot het aansluitpunt.

  • 10.

    Het college kan besluiten om de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van kermisinrichtingen door een derde partij aan te laten leggen.

Artikel 9. Niet aansluiting elektriciteitsnetwerk

Het college behoudt zich het recht voor om, indien de exploitant een verplichting voortvloeiend uit artikel 6 nalaat of overtreedt, niet over te gaan tot aansluiting van de kermisinrichting, salon- of keukenwagen op het stroomnet dan wel over te gaan tot afsluiting van de kermisinrichting, salon- of keukenwagen van het stroomnet, onverminderd de verplichting tot betaling van vergoeding zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid.

Artikel 10. Beschadigen straatwerk

In de bestrating op het kermisterrein mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen worden geslagen, gedreven of op welke andere wijze ook ingebracht, noch mogen gaten of kuilen worden gemaakt.

Artikel 11. Geluidsbepalingen

  • 1.

    De exploitant dient er voor te zorgen dat de in zijn kermisinrichting aanwezige orgels, audio-installaties en/of andere geluidsproducerende instrumenten, gemeten op 1 meter van de geluidsbox(en), zijn afgesteld op maximaal LAeq 85 dB(A);

  • 2.

    Bij attracties waarbij blijkt dat metingen 1 meter van de box(en) niet mogelijk zijn, mag het geluidsniveau aan de rand van de attractie gemeten maximaal LAeq 85 dB(A) bedragen, dit ter beoordeling van de ambtenaren die met de geluidsmetingen zijn belast;

  • 3.

    De attracties zijn voorzien van geluidsbegrenzers.

Artikel 12. Plaatsing en toepassing geluid

  • 1.

    De geluidsboxen behoren zodanig te zijn aangebracht, dat het voortgebrachte geluid naar de binnenzijde van de attractie wordt uitgestraald;

  • 2.

    Geluidsboxen welke extreem hoge of lage tonen produceren, dienen zodanig te worden opgesteld dat dit geen geluidsoverlast kan veroorzaken bij derden;

  • 3.

    Het gebruik van overmatig lawaaimakende apparaten is niet toegestaan, met uitzondering van sirenes en dergelijke.

Artikel 13. Geluidsbegrenzende apparatuur

Het college is bevoegd bij één of meerdere inrichtingen geluidsbegrenzende apparatuur aan te brengen. Aanwijzingen gegeven door of namens het college dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 14. Lichtsbepalingen

De exploitant dient ervoor zorg te dragen dat de in de kermisinrichting aangebrachte of gebezigde verlichting, zodanig is afgeschermd dat geen hinderlijke lichtstraling buiten de inrichting waarneembaar is.

Artikel 15. Afvoer van stoffen in de buitenlucht

Installaties, generatoren, ventilatiesystemen, luchtbehandelingsinstallaties of afzuigsystemen waarvan de afvoer uitmondt in de buitenlucht, moeten zodanig zijn gesitueerd dat hierdoor geen hinder wordt toegebracht aan het gebied buiten het kermisterrein.

Artikel 16. Gebruik motoren voor opwekken energie

Het is verboden diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de inrichting te gebruiken op de algemene kermis, tenzij hiertoe toestemming is verleend door het college dan wel door het college aangewezen energiebedrijf.

Artikel 17. Opruimen gevaarlijke stoffen

  • 1.

    De exploitant is verplicht gevaarlijke stoffen welke zijn vrijgekomen uit een opslagvoorziening van of aan zijn kermisinrichting, zo snel mogelijk op te ruimen;

  • 2.

    Ten behoeve van het eerste lid, is de exploitant verplicht om materialen aanwezig te hebben om gevaarlijke stoffen te kunnen immobiliseren te neutraliseren of te absorberen. De aard en hoeveelheid van deze materialen zijn afgestemd op de aard en hoeveelheid van de opgeslagen gevaarlijke stoffen.

Artikel 18. Verontreiniging buiten attractie

  • 1.

    Indien verontreinigde stoffen buiten de attractie en/of bijbehorende installaties dreigen te geraken, geraken of zijn geraakt of de bodem en/of het grondwater dreigt te worden, wordt of is verontreinigd of aangetast, is de exploitant verplicht:

    • -

      dit terstond te melden aan het kermismeester;

    • -

      onverwijld alle maatregelen te nemen om (verdere) verontreiniging of aantasting te voorkomen;

    • -

      de verontreiniging of aantasting te beëindigen en/of de gevolgen daarvan te beperken.

  • 2.

    De aard, de mate en de omvang van de bodem en/of grondwaterverontreinigingen en/of aantastingen worden in overleg met goedkeuring van het college onderzocht;

  • 3.

    De opgetreden verontreinigen en/of aantastingen, zulks ter beoordeling van het college op een door haar goed te keuren wijze, moeten binnen een door het college te bepalen termijn, door de exploitant ongedaan worden gemaakt.

Artikel 19. Afvoer van afvalwater

Afvoer van afvalwater dient zodanig plaats te vinden dat verontreiniging van de bodem en/of het grondwater wordt voorkomen, via een tijdelijke aansluiting op het vuilwaterriool.

Artikel 20. Maatregelen ter voorkoming van calamiteiten

  • 1.

    Op een duidelijk zichtbare plaats bij de toegang tot de inrichting of bij de portier is een duidelijk leesbare instructie aangebracht over de te nemen maatregelen in het geval van een calamiteit. Deze instructie bevat gegevens van instanties of personen waarmee in het geval van een calamiteit contact moet worden opgenomen;

  • 2.

    De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd.

Artikel 21. Brandpreventie

  • 1.

    Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten ten minste brandblusmiddelen en/of brandbestrijdingsinstallaties aanwezig zijn in of in de directe omgeving van de inrichting. Alle blusmiddelen moeten voor eenieder duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht of opgehangen, voor direct gebruik gereed zijn en in goede staat van onderhoud verkeren. De draagbare blustoestellen dienen gecontroleerd en onderhouden te worden overeenkomstig het gestelde in NEN 2559. Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een Rijkskeurmerk met rangnummer;

  • 2.

    De exploitanten zijn verplicht alle door de Commandant van de brandweer ter voorkoming van brandgevaar gegeven bevelen onverwijld op te volgen;

  • 3.

    Houders van gebak- en/of viskramen/verkoopwagens, waarin olie op een open vuur of op een fornuis wordt verhit, moeten zorgen, dat in de kraam of verkoopwagen minstens één duidelijke brandblusser met ten minste 7 kg bluspoeder of 6 kg koolzuursneeuw aanwezig is. Bovendien moeten de bak- en braadpannen e.d. bij brand onmiddellijk door een goed passend deksel kunnen worden afgesloten.

Artikel 22. Opvolgen bevelen in het kader van openbare orde en veiligheid

  • 1.

    1.De exploitant is verplicht tot zijn inrichting te allen tijde toe te laten de dienstdoende ambtenaren van de politie, de kermismeester, alsmede de Commandant van de brandweer;

  • 2.

    De exploitant is gehouden de gemeentelijke verordeningen en overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving stipt na te leven en de bevelen van de politie en de kermismeester, gegeven in het belang van de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid direct uit te voeren.

Artikel 23. Opleveren standplaats

  • 1.

    De standplaats (inclusief de onderliggende bodem) moet, vrij van alle opstallen, in de staat, waarin zij bij de aanvang van de huur verkeerde, aan de gemeente worden opgeleverd, uiterlijk op de tweede dag na het einde van de kermis;

  • 2.

    Bij gebreke van een en ander geschiedt de ontruiming en het in oorspronkelijke staat brengen van de standplaats door de gemeente voor rekening van de exploitant met de bevoegdheid om de opstal in het openbaar te doen verkopen en op de opbrengst de gemaakte kosten te verhalen.

Artikel 24. Risico en kwaliteit

  • 1.

    Het risico van de zaken wordt geacht bij de exploitant te zijn gebleven indien het college op goede gronden het recht op ontbinding van de overeenkomst inroept.

  • 2.

    De exploitant staat in voor de kwaliteit en integriteit bij de uitvoering van de overeenkomst;

  • 3.

    De exploitant zal voor zijn rekening en risico alle voorkomende gebreken op eerste aanzegging en tot genoegen van het college herstellen, onverminderd de aansprakelijkheid uit artikel 21.

Artikel 25. Voorschriften, verzekering, toezicht

  • 1.

    De exploitant, zijn werknemers en door hem ingeschakelde derden zijn gehouden bij de nakoming van de overeenkomst, alle toepasselijke wettelijke voorschriften in acht te nemen, evenals de voorschriften die door de gemeente zijn vastgesteld en bekendgemaakt;

  • 2.

    De exploitant verplicht zich vanaf de totstandkoming van de overeenkomst afdoende verzekerd te zijn en zich verzekerd te houden voor beroepsaansprakelijkheid en andere aansprakelijkheden die van toepassing zijn, en werkt op eerste verzoek van de gemeente mee aan de cessie van alle aanspraken hieruit;

  • 3.

    De gemeente is gerechtigd binnen de voorschriften en verplichting uit de leden 1 en 2 te allen tijde en zonder vooraankondiging, bij de wederpartij toe te zien op de naleving hiervan.

Artikel 26. Aansprakelijkheid

  • 1.

    De exploitant is met betrekking tot de door hem geleverde zaken en verrichte diensten aansprakelijk voor alle (verdere) schade, gevolgschade daaronder begrepen, en gehouden tot vergoeding van bedrijfsschade, winstderving, alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten, schade voortvloeiende uit aanspraken van derden jegens de gemeente of welke andere schade dan ook. Deze aansprakelijkheid strekt zich mede uit jegens natuurlijke en/of rechtspersonen werkzaam voor of bij de gemeente, alsmede derden waarmee de gemeente verplichtingen is aangegaan;

  • 2.

    De exploitant vrijwaart de gemeente terzake van alle aanspraken van derden tot vergoeding van schade aan derden door de wederpartij aan de gemeente geleverde zaken en/of verrichte diensten.

Artikel 27. Informatieplicht exploitant

  • 1.

    Indien het college het noodzakelijk acht, kan zij de exploitant met wie een huurovereenkomst is aangegaan heeft voor een standplaats op een algemene kermis verplichten een lijst over te leggen met daarop de gemeenten waar deze met zijn inrichting een standplaats heeft gehuurd en tevens mede te delen waar de inrichting zich bevindt;

  • 2.

    Als de gevraagde informatie niet binnen de daartoe gestelde termijn wordt verstrekt, kan het college besluiten om de huurovereenkomst te beëindigen. In dat geval zal teruggaaf van gestorte gelden niet plaatsvinden, terwijl de exploitant in geen enkele vorm recht op schadeloosstelling kan doen gelden;

  • 3.

    Tevens kan het college besluiten een door haar vast te stellen aantal jaren de inschrijving(en) van de exploitant zoals bedoeld in het eerste en tweede lid buiten behandeling te laten.

Artikel 28. Niet voldoen aan voorwaarden

  • 1.

    Indien één van beide partijen de verplichtingen op grond van deze algemene kermisvoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, de overeenkomst of de wet niet nodig is, en in geval van termijnstelling, nakoming binnen die termijn uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere partij en/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd door middel van een aangetekend schrijven tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan;

  • 2.

    De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het vorige lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de huursom door de exploitant dan wel het verval van de huursom aan de gemeente.

Artikel 29. Ontbinding en beëindiging

  • 1.

    Buiten hetgeen elders in deze voorwaarden is bepaald, is de gemeente gerechtigd de overeenkomst met onmiddellijke ingang bij een aangetekend schrijven buiten rechte te ontbinden indien:

    • a.

      de exploitant in staat van faillissement wordt verklaard, of, al dan niet voorlopig, surséance van betaling wordt verleend, dan wel zijn vermogen wordt opgeheven of op een aanmerkelijk deel van zijn vermogen beslag wordt gelegd, dan wel in al die gevallen een aanvraag daartoe, dan wel anderszins niet langer in staat moet worden geacht aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst te kunnen voldoen;

    • b.

      door of vanwege de exploitant enig voordeel is aangeboden of verschaft aan personeel, medewerkers of vertegenwoordigers van de gemeente of door haar ingeschakelde derden;

    • c.

      de exploitant niet of niet langer beschikt over de noodzakelijke publiekrechtelijke vergunningen;

    • d.

      de exploitant deze voorwaarden niet of niet correct naleeft.

  • 2.

    Bij ontbinding van de huurovereenkomst is de exploitant verplicht aan de gemeente behalve de in artikel 21 genoemde schade, ook alle verdere schade die de gemeente mocht lijden te vergoeden;

  • 3.

    Door de ontbinding worden alle openstaande vorderingen van de gemeente onmiddellijk opeisbaar;

  • 4.

    De beëindiging, opzegging of ontbinding van de overeenkomst ontslaat de exploitant niet van de verplichtingen op de exploitant die naar hun aard bedoeld zijn om van kracht te blijven, zoals aansprakelijkheid;

  • 5.

    Indien een overeenkomst welke is aangegaan voor een periode van drie jaren voortijdig wordt beëindigd, zal geen teruggaaf plaatsvinden van de reeds gestorte gelden en zal de exploitant geen enkele vorm van recht op schadeloosstelling kunnen doen gelden.

Artikel 30. Kennis van voorwaarden

  • 1.

    Iedere exploitant geeft door middel van inschrijving te kennen de verhuurvoorwaarden te hebben ontvangen;

  • 2.

    Iedere exploitant wordt geacht met deze voorwaarden bekend te zijn en geeft door inschrijving te kennen deze te accepteren.

Bijlage 1 Kermisregeling Kermispleinen Uden

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2A Kermisregeling Kermis Volkel

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2B Kermisregeling Kermis Odiliapeel

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2c Kermisregeling Kermis – Schaijk

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2D Kermisregeling Kermis - Zeeland

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2E Kermisregeling Kermis -Reek

afbeelding binnen de regeling